De nieuwe eindtermen Nederlands (2)

In oktober zijn de nieuwe conceptexamenprogramma’s Nederlands verschenen, opgesteld door een vakvernieuwingscommissie die bestond uit leraren vmbo en havo/vwo, vakexperts, curriculumexperts en een procesregisseur. De conceptexamenprogramma’s hebben betrekking op vmbo-bb, vmbo-kb, vmbo-gl/tl, havo en vwo en bestaan uit een karakteristiek van het vak, gevolgd door de eindtermen die tezamen het examenprogramma vormen. Ze zijn voorzien van een uitgebreid toelichtingsdocument, waarin keuzes worden verantwoord en ook een verdeling wordt voorgesteld van eindtermen over het centraal examen en het schoolexamen. In eerdere Kwesties ben ik ingegaan op het toelichtingsdocument, in het bijzonder op de voorstellen voor de verdeling van de eindtermen over centraal en schoolexamen, en op het gehele pakket van eindtermen. In deze Kwestie bespreek ik de eindtermen per domein.

De eindtermen van het domein Communicatie

Het domein Communicatie bevat 8 eindtermen, verdeeld over de subdomeinen Receptieve taalvaardigheid, Productieve taalvaardigheid en Interactie. De drie eindtermen Receptieve taalvaardigheid hebben betrekking op (1) begrip tonen van zakelijke en literaire teksten, passend bij het lees- of luisterdoel; (2) evalueren van zakelijke en literaire teksten, passend bij het lees- of luisterdoel; (3) doelgericht informatie verwerven uit mondelinge, schriftelijke en digitale bronnen. Het zijn alle drie Beheersingsdoelen. Een nieuw en opvallend element is de vermelding van literaire teksten in eindtermen 1 en 2, waarmee het toch al ruim bedeelde domein Literatuur ook deel gaat uitmaken van het domein Communicatie. De drie eindtermen Productieve taalvaardigheid hebben betrekking op (4) schrijven afgestemd op doel, publiek en context; (5) spreken afgestemd op doel, publiek en context; (6) taal gebruiken op een creatieve manier. De eerste twee zijn Beheersingsdoelen, het derde is een Ervaringsdoel. Bij de eerste twee is in de toelichting sprake van: “teksten uit zakelijke genres, gerelateerd aan literaire, maatschappelijke en opleidingscontexten.”

Ook hier dus Literatuur als nieuw element, waarbij mij niet duidelijk is wat bedoeld wordt met een ‘literaire context’. De twee eindtermen Interactie hebben betrekking op (7) gesprekken voeren afgestemd op doel, gesprekspartner(s) en context en (8) gesprekken voeren om tot kennisopbouw, begrip of een aanpak te komen. De eerste is een Beheersingsdoel, de tweede een Hybride doel. De formulering van de tweede eindterm Interactie is m.i. nodeloos ingewikkeld. In de concept- precies waar het ook hier om gaat, dus noem het dan ook zo. Behoudens de kritische noten hierboven vind ik dit een goede set eindtermen, die dekkend zijn voor de noodzakelijke inhouden van het domein Communicatie.

De eindtermen van het domein Taal

Het domein Taal bevat 7 eindtermen (vmbo 6), verdeeld over de subdomeinen Taal als Systeem en Taal in Beweging. Taal als Systeem bevat twee eindtermen: (9) inzicht tonen in zakelijke en literaire genres en (10) beoordelen van de overtuigingskracht van argumentatie. Beide zijn Beheersingsdoelen. Taal in Beweging bevat vijf eindtermen die betrekking hebben op (11) redeneren over de relatie tussen vorm en betekenis van taal, (12) inzicht tonen in en reflecteren op taalvariatie, (13) inzicht tonen in en reflecteren op het effect van keuzes in taalgebruik in verschillende contexten, (14) inzicht tonen in en reflecteren op de mogelijkheden en beperkingen van digitale communicatiemiddelen en (15) verbanden leggen tussen ervaringen, persoonlijke interesses en kwaliteiten, vervolgopleidingen en toekomst. 11 tot en met 14 zijn Hybride doelen, 15 is een Ervaringsdoel. Eindterm 11 geldt alleen voor havo/vwo.

De eindtermen van het eerste subdomein zijn m.i. zinnig, als ze tenminste ten dienste worden gesteld van het domein Communicatie, en niet het accent wordt gelegd op het aanbrengen en afvragen van losstaande kennis. Eindterm 12 is m.i. op zich zinnig. Maar als er geschrapt moet worden, kan het hier: er is een vrijwel gelijkluidend kerndoel. Eindtermen 13 en 14 zijn m. i. zinnig, als ze tenminste ten dienste worden gesteld van het domein Communicatie, en niet het accent wordt gelegd op het aanbrengen en afvragen van losstaande kennis. Tenslotte is er eindterm 15, waarvan je je slechts kan afvragen waarom hij aanwezig is in dit domein.

De bijzondere gang van zaken rond eindterm 11 van het domein Taal

Als er ergens geschrapt moet worden om de overladenheid van het examenprogramma tegen te gaan, is het wel eindterm 11, redeneren over de relatie tussen vorm en betekenis van taal. De totstandkoming van deze eindterm wordt ronduit komisch beschreven in het Toelichtingsdocument: ”De advieskring gaf aan dat zij de concepteindterm met betrekking tot inzicht in de relatie tussen vorm en betekenis van taal belangrijk achtte voor alle leerlingen. Daarbij gaf zij ook aan niet te weten wat de inhoud dan precies zou moeten zijn. Hiertoe raadpleegde de commissie experts, die aangaven dat het belangrijkste onderdeel het kunnen omgaan met taaladviesbronnen was.”(p. 62).

Kortom: de commissie bedenkt een eindterm zonder te weten wat de inhoud moet zijn, vraagt dat dan aan de advieskring die het ook niet weet maar het wel belangrijk vindt, waarna de commissie aan experts om hulp vraagt, die vervolgens aankomen met het omgaan met taaladviesbronnen. Alleen al deze dwaze gang van zaken rechtvaardigt het schrappen van eindterm 11, ook voor havo en vwo. Wat speelt hier? De commissie geeft als nadere toelichting op de eindterm dat ze van mening is “dat we van deze (havo- en vwo-leerlingen, HB) een bepaalde mate van taalkundig redeneren mogen verwachten: leerlingen doen daardoor meer inzicht op in taalkundige concepten.” (Toelichtingsdocument p.62). Nadere argumentatie waarom dit prioriteit zou moeten gaan krijgen in examenprogramma’s voor het voortgezet onderwijs is afwezig.

Opvallend is ook de opmerking op p. 67 van het Toelichtingsdocument: “De commissie wil met dit hybride doel (eindterm 11, HB) ruimte bieden voor een andere benadering van grammatica (curs. HB) dan nu vaak het geval is.” Heeft de commissie de impliciete bedoeling om grammatica te introduceren in de examenprogramma’s havo en vwo, bijvoorbeeld in de vorm van het door Coppen en Van Rijt gepropageerde ‘grammaticaal redeneren’? Interessant gegeven is dat in een grootschalige raadpleging door de Werkgroep Onderzoek en Didactiek Nederlands van Levende Talen eindterm 11 door vwo-docenten als de op een na onbelangrijkste werd aangegeven, en door havo-docenten als de op twee na onbelangrijkste. Hier sluit ik me van harte bij aan.

De eindtermen van het domein Literatuur

Het domein Literatuur bevat 4 eindtermen (vmbo 3), verdeeld over Literatuur als Systeem en Literatuur in Beweging. Literatuur als Systeem bevat éen eindterm: (16) inzicht tonen in het gebruik van literaire middelen bij de interpretatie van literaire teksten. Dit is een Beheersingsdoel. Literatuur in Beweging bevat drie eindtermen: (17) de eigen literaire ontwikkeling evalueren aan de hand van literaire teksten; (18) verbanden leggen tussen literatuur, maatschappij en cultuur en (19) inzicht tonen in historische Nederlandstalige literatuur. 17 is een Ervaringsdoel, 18 een Hybride doel en 19 een Beheersingsdoel. 19 geldt alleen voor havo en vwo. Eindterm 16 vind ik een zinnige eindterm, als niet het accent wordt gelegd op het aanbrengen en afvragen van losstaande kennis.

Ook eindterm 17 vind ik zinnig, maar hij roept vragen op. In de toelichting op deze eindterm worden de aantallen te lezen boeken aangegeven: 4 tot 6 voor vmbo-bb, 6 tot 8 voor vmbo-kb en vmbo-gl/tl, 8 tot 10 voor havo, en 12 tot 14 voor vwo. Het is voor de hand liggend dat deze boeken bevraagd zullen worden in het schoolexamen. Waarom is hier dan sprake van een Ervaringsdoel en geen Beheersingsdoel? De genoemde aantallen betekenen een verzwaring ten opzichte van de huidige eisen, vooral voor vmbo, waar in het huidige examenprogramma helemaal geen aantallen boeken worden genoemd. Hier zou verlichting kunnen worden aangebracht in de voor vmbo en havo overladen examenprogramma’s. Eindterm 18 is ook zinnig.

Toch, als er geschrapt moet worden met het oog op overladenheid, valt de aanwezigheid van deze eindterm voor vmbo te heroverwegen. Tenslotte eindterm 19: deze vormt voor havo een verzwaring ten opzichte van het huidige examenprogramma doordat in de toelichting “het lezen van een selectie literatuur uit de Nederlandstalige literatuurgeschiedenis tot 1945, in hertaling of bewerking” verplicht wordt gesteld. Deze verplichting bestaat nu niet; het huidige examenprogramma havo stelt onder het kopje Literatuurgeschiedenis alleen “De kandidaat kan een overzicht geven van de hoofdlijnen van de literatuurgeschiedenis, en de gelezen literaire werken plaatsen in dit historisch perspectief”. Ook deze verzwaring van het havo-examenprogramma zou in het kader van overladenheid moeten worden heroverwogen.

In het bovenstaande heb ik vooral suggesties willen doen om de naar mijn mening overladen examenprogramma’s voor vmbo en havo te verlichten.

Deze bijdrage is eerder verschenen bij Neerlandistiek.

Meer lezen over de vakvernieuwing

Auteurs:

Helge Bonset

Helge Bonset (1944) was leraar Nederlands, docent taalbeheersing, vakdidacticus Nederlands en leerplanontwikkelaar Nederlands. Hij is medeauteur van de didactiekboeken Nederlands in de onderbouw(1992- heden) en Moedertaaldidactiek(1980-1986). Momenteel is hij hoofdredacteur van Levende Talen Tijdschrift en betrokken bij de website Het Taalonderwijs Nederlands Onderzocht van de Nederlandse Taalunie.

Delen: