2 Begeleiding van de leerling

Publicatie datum: 1983-01-01
Auteur: Kernredactie
Collectie: 14
Volume: 14
Nummer: 3-5
Pagina’s: 41

Documenten

r 2 begeleiding van de leerlin g in de vorige eerste afdeling hebben we vastgesteld dat de aansluitingsproblemen niet alleen door het maken van leerstofafspraken op te lossen zijn daarom laten we nu die leerstofkwestie voor lopig rusten en richten we ons op de begeleiding van de leerling in de periode van de overgang b o vo o ns u itgangsp unt is dat die begeleiding zo moet zijn dat de persoonlijke ontwikkeling van de leerling bij de overgang bo v o op natuurlij k e w ijze door l oopt o nder persoonlijke ontwikkeling verstaan we dan niet alleen die van de cognitieve vaardigheden maar ook de sociaal emotionele en de fysieke ontwikkeling veel leerlingen hebben het gevoel dat het voortgezet onderwijs weinig stimulerende biedt voor die sociaal emotionele ontwikkeling daan van alten komt tot die conclusie na een enquete te heb ben gehouden in een vijftal brugklassen het aardige is dat die leerlingen heel duidelijk aangeven wat zij in de omgang met vooral de leraren missen het teko rtschieten van het vo kan ook tot ernstige gevolgen leiden lees maar het verhaal dat otto slok over het opvang ce ntrum voor spijbelaars in amsterdam ve rtelde aan sander van gange ten en peter kokke gelukkig zijn er ook voorbeelden te geven van pogingen om de overgang voor het kind beter te la ten verlopen veel energie is de laatste jaren gestoken in het ontwerpen van een beter rapportage systeem dat een kind meeneemt van het bo naar het vo addie gerritsen heeft er enkele onder zocht en geeft er haar oordeel over helaas maakt het voo rtgezet onderwijs nog niet altijd opti maal gebruik van deze systemen en de daaruit voo rtvloeiende gegevens dit laatste kan niet gezegd worden van de leon van gelder middenschool in groningen neel de goede rapporteert over de wijze waarop hier een systeem van continue leerlingbegeleiding is op gezet extra moeilijk hebben leerlingen van niet nederlandse afkomst het met die overgang van bo naar vo taalgebruik en situaties zijn in het vo vaak complexer dan in het bo in den haag heeft de inspectie hiervoor een helaas tijdelijke voorziening getroffen de zogenaamde doorstromingsbe geleiding twee leerkrachten begeleiden hier surinaamse kinderen vanaf de zesde klas tot en met de derde klas van het vo zoveel aandacht als zij voor die kinderen opbrengen zou eigenlijk in het hele vo gewoon moeten zijn kernredactie 41