Analyse ‘Ik & Ko’ met betrekking tot woordenschat

Publicatie datum: 2003-01-01
Collectie: 34
Volume: 34
Nummer: 4
Pagina’s: 140-143

Documenten

eefje van der zalm een conclusie en worden aanbevelingen gedaan everdiene geerlin g uitgangspunten en werkwijze van ik ko ik ko heeft gestalte gekregen op basis van opvattingen over goed onderwijs aan jonge kinderen daarbij waren de belangrijkste uitgangspunten analyse ik ko de taalontwikkeling maakt deel uit van de brede ontwikkeling van jonge kinderen met betrekking to t betrokkenheid is een belangrijke voorwaarde voor taalleren woordenscha t in interactie met elkaar en met de leerkracht ontwikkelen kinderen hun taalvaardigheid de taalontwikkeling van alle kinderen staat zonder woordenschat geen mondelinge voorop differentiatie is dus noodzakelijk om taalvaardigheid onderwijs op maat te kunnen bieden in zowel homogene als heterogene kleutergroepen ik ko biedt systematisch en doelgericht in 2001 is bij uitgeverij zwijsen een methode voor taalonderwijs ingebed in de activiteiten die kleuters op de markt verschenen ik ko de inhoudelijk met elkaar samenhangen de methode is bedoeld voor meertalige groepen 1 en 2 van activiteiten zijn gekaderd binnen thema s uit het basisonderwijs met meertalige groepen worden de directe en minder directe leefomgeving zowel groepen met nt1 en nt2 leerders bedoeld van de kinderen zo wordt aangesloten bij al als ook groepen met uitsluitend meertalige leerlingen aanwezige kennis en ervaringen maar krijgen voor wie het nederlands een tweede of derde taal is kinderen ook de kans nieuwe ervaringen op eefje van der zalm en everdiene geerling analyseren te doen de kroon e a blz 17 op welke wijze in deze methode vorm wordt gegeven ik ko bestaat uit 18 thema s een thema neemt aan het domein woordenschatonderwijs drie a vier weken in beslag 36 weken op jaarbasis de 18 thema s worden in twee leerjaren aangeboden en kunnen in een de algemene handleiding de kroon e a 2001 willekeurige volgorde worden uitgewerkt elk blz 7 geeft aan dat de algemene doelstelling van thema bevat twaalf activiteiten zes activiteiten ik ko is het vergroten van de nederlandse voor de hele groep en zes activiteiten voor de taalvaardigheid en wel zo dat de kerndoelen van kleine groep de kroon e a blz 9 10 alle eind groep 2 voor alle kinderen gehaald thema s dienen aan de orde te komen ervan worden zie hie rvoor beernink 1997 binnen uitgaand dat een thema drie a vier weken duurt ik ko wordt gewerkt aan de ontwikkeling van zal dit neerkomen op gemiddeld twee de volgende taalvaardigheden mondelinge activiteiten per week voor de grote groep en taalvaardigheid woordenschat beginnende twee activiteiten per week voor de kleine groep geletterdheid en taalbeschouwing de nadruk de activiteiten in de grote groep komen in de ligt op mondelinge vaardigheden het vergroten plaats van de reguliere kring spel en van de mondelinge taalvaardigheid hangt echter expressieactiviteiten en zijn met nadruk niet als nauw samen met het niveau van de extra bedoeld het is zaak ervoor te zorgen dat woordenschat zonder woordenschat geen alle kinderen onder begeleiding van de mondeli nge taalvaardigheid dat betekent dat leerkracht de activiteiten in de kleine groep om de doelen te kunnen halen ook voldoende kunnen uitvoeren dit geldt met name voor de aandacht moet zijn voor woordenschat minder taalvaardige leerlingen de kinderen die onderwijs we beginnen met een toelichting op minder taalvaardig zijn hebben de meeste de uitgangspunten en werkwijze van de expliciete en intensieve begeleiding nodig de methode waarna de uitwerking van het domein kroon e a blz 21 24 bij elke activiteit is een woordenschat aan de orde komt tot slot volgt differentiatieschema opgenomen hierin staa n 2003 moer 140 concrete aanwijzingen per taalstadium deze 4 in het onderwijzen van nieuwe woorden is de aanwijzingen bevatten algemene richtlijnen voor viertak gebruikt aanbieden semantiseren differentiatie maar ook concrete voorbeelden consolideren en controleren van vragen en activiteiten om taal uit te lokken deze punten worden verder uitgewerkt we globaal gezien gaan de differentiatie hebben alleen deel 1 geanalyseerd en zijn ervan aanwijzingen in op drie lesaspecten de mate en uitgegaan dat dit deel representatief is voor de de aard van de hulp die geboden wordt de mate andere delen op basis van deel 1 hebben we van verwachte samenwerking en de soort vragen een conclusie getrokken over de gehele die gesteld kunnen worden methode beschouwing ad 1 aanbod van de woorden zoals al eerder gezegd worden in ik ko de de handleiding vermeldt dat er zo n 1500 volgende domeinen uitgewerkt mondelinge woorden expliciet aangeboden worden i n de taalvaardigheid woordenschat beginnende literatuur komt naar voren dat in groep 1 tot en geletterdheid en taalbeschouwing in ik ko met 4 aan allochtone kinderen minstens 1500 ligt de nadruk op de mondelinge taal woorden per jaar aangeboden moeten worden vaardigheid gezien het belang van om de achterstand met nederlandstalige woordenschat als een van de belangrijkste kinderen niet groter te laten worden vermeer factoren voor schoolsucces is met belangstelling 2001b blz 135 i n ik ko worden in twee jaar gekeken naar de wijze waarop woordenschat tijd 1500 woorden aangeboden onderwijs is vormgegeven zoals krashen zegt naast kernwoorden komt in elke activiteit nog als je op reis gaat neem je een woordenboek een aantal andere woorden themawoorden en mee geen grammatica deze uitspraak typeert extra woorden aan bod dit betekent dat in elk ook de belangrijke plaats die de woordenschat thema gemiddeld 70 themawoorden herhaald inneemt binnen het geheel aan kennis die men aan bod komen van een taal kan hebben in het verleden lag de alle aangeboden woorden uit deel 1 zijn geteld nadruk meer op de structuur van de taal de hierbij hebben we het onderscheid tussen kern laatste jaren heeft de communicatieve functie en extra woorden aangehouden vervolgens van taal meer nadruk gekregen de te leren taal hebben we de frequentie van elk afzonderlijk is op school de instructietaal de omvang van de woord bekeken uit de analyse blijkt dat in woordenschat is van invloed op de prestaties op deel 1 bestaande uit drie thema s 297 woorden het gebied van lezen schrijven luisteren en worden aangeboden gegeneraliseerd naar de spreken hoe meer woorden gekend worden zes delen van ik ko 18 thema s betekent dit des te gemakkelijker is het om nieuwe woorden dat er een expliciet aanbod is van zo n te leren 1800 woorden volgens de handleiding zijn de onderstaande van de 297 woorden in deel 1 behoren er 79 tot punten uitgang geweest bij het vormgeven van de extra woorden en dus 219 tot de het woordenschatonderwijs in de methode themawoorden dit betekent dat er inderdaad 1 er worden zo n 1500 woorden uitdruk zo n 70 themawoorden per thema aangeboden kingen expliciet aangeboden naast worden overigens is het de vraag of een aanbod kernwoorden komt in elke activiteit nog een van 1500 woorden voldoende is aantal andere woorden themawoorden en extra woorden aan bod dit betekent dat in ad 2 de keuze van woorden elk thema gemiddeld 70 themawoorden de woorden zijn grotendeels afkomstig uit herhaald aan bod komen taalplan kleuters deze is weer gebaseerd op de 2 de woorden zijn grotendeels afkomstig uit woordenlijst voor 4 tot 6 jarigen als naar de taalplan kleuters dat gebaseerd is op de keuze van de woorden gekeken wordt blijkt dat woordenlijst voor 4 tot 6 jarigen woorden als in en op vaak herhaald worden 3 de woorden worden veelvuldig herhaald dit zijn woorden die in taalplan kleuters zowel binnen het thema als over de thema s aangeboden worden is de keuze om de heen woorden uit taalplan kleuters te halen ee n 2003 4 moer 141 goede deze woorden behoren namelijk tot de behoren tot de extra woorden twee extra woorden die van belang zijn voor woorden worden drie keer aangeboden dit neveninstromers wellicht is de kans aanwezig komt overeen met de informatie uit de dat kleuters met een grotere maar onvoldoende handleiding dat extra woorden beschouwd woordenschat geen baat hebben bij de kunnen worden als extra aanbod er wordt niet aangeboden woorden de woorden die vaak expliciet bij stilgestaan herhaald worden lijken bekend te zijn en de naast het feit dat er wellicht onvoldoende woorden die onbekend lijken te zijn worden woorden aangeboden worden blijken de nauwelijks herhaald deze kleuters met een woorden tevens onvoldoende herhaald te grotere maar onvoldoende woordenschat worden de herhaling is sterk afhankelijk van de behoren echter eveneens tot de doelgroep als leerkracht zelf bij twee activiteiten per week uit naar de woorden die tenminste zeven keer ik ko is de kans daarom groot dat de woorden aangeboden worden gekeken wordt blijken er te weinig geconsolideerd worden de kans dat grote verschillen te zijn in het tijdstip waarop de woordenschat van kleuters toeneemt is leerkrachten vinden dat woorden receptief dan daarmee klein wel productief beheerst moeten worden zo zijn er woorden waarvan 94 van de leerkrachten ad 4 het onderwijzen van nieuwe woorden van mening is dat kleuters aan het begin van in het onderwijzen van nieuwe woorden is de groep ldeze receptief behoren te kennen viertakt gebruikt aanbieden semantiseren bijvoorbeeld bal en spelen er zijn echter ook consolideren en controleren de eerste drie woorden waarvan 21 van de leerkrachten van fasen worden gehanteerd tijdens het aanbieden mening is dat kleuters aan het eind van groep 2 van nieuwe woorden er wordt geen aandacht deze receptief behoren te kennen bijvoorbeeld besteed aan de controle van de woorden tussen en winnen onduidelijk is wat de reden is voor de keuze van de frequentie van con c lu sie en aa nb evelingen aanbieden van woorden we hebben alleen deel 1 geanalyseerd en zijn ervan uitgegaan dat dit deel representatief is ad 3 herhaling van de woorden voor de andere delen op basis van deel 1 de woorden worden veelvuldig herhaald zowel hebben we een conclusie getrokken over de binnen het thema als over het thema heen de gehele methode zoals we eerder aangaven methode doet geen uitspraak over het aantal hangt het vergroten van de mondelinge keer dat een woord herhaald wordt er staat taalvaardigheid nauw samen met het niveau van alleen veelvuldig nieuwe woorden dienen de woordenschat zonder woordenschat geen vaak herhaald te worden en er moet variatie zijn mondelinge taalvaardigheid niet alle woorden in de oefeningen en de werkvormen bossers lijken geschikt voor de doelgroep die de 1995 en verhullen en verhullen 1994 geven methodemakers voor ogen hebben de woorden aan dat nieuwe woorden zeven keer herhaald die vaak herhaald worden lijken bekend te zijn moeten worden appel en vermeer 1994 en de woorden die onbekend lijken te zijn nuanceren dit woorden kunnen aangeboden worden nauwelijks herhaald kleuters met een worden in een schema van 4 1 1 1 het onvoldoende woordenschat maar met een nieuw te leren woord wordt de eerste keer vier grotere woordenschat dan neveninstromers keer in een andere context aangeboden en lijken echter onvoldoende baat te hebben van de wordt daarna nog drie keer bij andere aangeboden woorden daarnaast worden activiteiten herhaald woorden onvoldoende keren aangeboden de als gekeken wordt naar het aantal keer dat herhaling is sterk afhankelijk van de leerkracht woorden in de lessen terugkomen blijkt dat zelf ook ontbreekt het controleren van de slechts 20 woorden in zeven of meer lessen woorden voor het controleren zou een herhaald worden en dus 277 woorden zes keer woordenschatlijst gemaakt kunnen worden van of minder van deze 277 woorden worden er tenminste alle kernwoorden met behulp van 78 slechts een keer aangeboden alle woorden deze woordenlijst kan de leerkracht de woorden die een of twee keer aangeboden worden in ieder geval receptief controleren we 2003 moer 142 adviseren echter de methodemakers na te kroon k de e a ik kq themahandleiding 1 tot denken over uitbreiding van het aantal woorden en met 6 tilburg zwijsen 2001 en het vormgeven van de viertakt ik ko is schrooien w a vermeer woorden in het echter een aanwinst voor kleutergroepen basisonderwijs 15000 woorden aangeboden aan vanwege de aandacht voor het vergroten van de leerlingen tilburg tilburg university press mondelinge taalvaardigheid als het woorden 1994 schatonderwijs beter uitgewerkt wordt komt dit verhullen m s verhullen woorden leren de mondelinge taalvaardigheid ten goede woorden onderwijzen handreiking voor leraren in het basis en voortgezet onderwijs hoevelaken literatuur cps 1994 beernink r e a een blauwdruk voor methoden verhullen m woordenschat in r appel voor taalonderwijs aanwijzingen voor het red nederlands als tweede taal in het ontwikkelen van methoden voor nederlandse taal basisondenvijs zutphen thieme meulenhoff voor het basisonderwijs enschede slo 1997 2001 bossers b woordenschat in j hulstijn red vermeer a de ontwikkeling van mondelinge nederlands als tweede taal in de volwassenen vaardigheden in r appel red nederlands educatie amsterdam meulenhoff educatief als tweede taal in het basisonderwijs zutphen 1995 thieme meulenhoff 2001a damhuis r e a woordenlijst voor 4 tot 6 jarigen vermeer a taaldoelen leerstof en toetsing in een streeflijst voor kleuters rotterdam r appel red nederlands als tweede taal in het projectbureau ovb 1992 basisonderwijs zutphen thieme meulenhoff kroon k de e a ik ko algemene handleiding 2001b tilburg zwijsen 2001 200 3 moer 1 43