Publicatie datum: 1990-01-01
Auteurs: R.J. Oostdam, Y.W. Emmelot
Collectie: 08
Volume: 08
Nummer: 2
Pagina’s: 61-80
Documenten
r j oostdam y w emmelot argumentatieleer en het schoolvak nederlands 1 inleiding voor taalgebruikers is het belangrijk dat ze een mondeling en schriftelijk betoog kunnen opzetten dan wel andermans argumentatie adequaat kunnen analyseren en beoordelen het ligt voor de hand dat in het voortgezet onderwijs aandacht wordt besteed aan het aanleren van argumentatievaardigheden na het eindexamen zullen veel leerlingen immers de maatschappij ingaan of een vervolgopleiding volgen en daarvoor is het goed kunnen argumenteren een vereiste bij veel leerstofonderdelen binnen het schoolvak nederlands lijkt een beroep te worden gedaan op argumentatievaardigheden zoals bij kritisch lezen en luisteren discussieren het schrijven van betogende teksten samenvatten etc mede door de toenemende stroom publicaties over argumentatieleer in de vakliteratuur is de belangstelling voor dit vakonderdeel groeiende onder docenten nederlands vakdidactici onderwijsonderzoekers en schrijvers uitgevers van leermiddelen ondanks het belang van argumentatievaardigheden is nog nauwelijks iets bekend over de wijze waarop en de mate waarin deze vaardigheden in de verschillende schooltypen van het voortgezet onderwijs lbo mavo havo en vwo worden aangeleerd evenmin zijn er gegevens over het beheersingspeil van leerlingen ten aanzien van deze vaardigheden om meer zicht te krijgen op het onderwijsaanbod en het beheersingsniveau wordt door de stichting centrum voor onderwijsonderzoek sco van de universiteit van amsterdam het project aanbod en prestatiepeiling van argumentatievaardigheden in het voortgezet onderwijs uitgevoerd doelstellin gen van het project zijn 1 nagaan op welke wijze binnen het huidige onder wijs aandacht wordt gegeven aan leerstofonderdelen en oefeningen gericht op het aanleren en verbeteren van argumentatievaardigheden 2 nagaan in welke mate argumentatievaardigheden worden beheerst door leerlingen aan het eind van hun opleiding het onderzoek richt zich op het schoolvak nederlands omdat het syste matisch aanleren van argumentatievaardigheden vooral daar zal plaatsvinden wellicht dat ook docenten van andere vakken aandacht geven aan dit onder deel maar het zal daarbij vooral gaan om toepassing van de vaardigheden en niet om het systematisch trainen ervan in dit artikel wordt verslag gedaan van de resultaten van het onderzoek naar het onderwijs gericht op het aanleren en verbeteren van argumentatievaardighe den2 onder argumentatievaardigheden worden vaardigheden verstaan die betrekking hebben op het analyseren beoordelen en produceren van argumenta tie op grond van argumentatietheoretische literatuur o a braet 1979 van eemeren c s 1983 1984 schellens 1985 schellens verhoeven 1988 is een spiegel 8 1990 nr 2 61 80 aantal onderdelen geformuleerd die tot het leerstofdomein van de argumen tatieleer behoren zie 2 2 schema 1 om een beeld te krijgen van het onderwijsaanbod met betrekking tot argumenteren zijn drie deelonderzoeken uitgevoerd allereerst zijn enkele veelgebruikte methoden nederlands die zich richten op mondelinge en of schriftelijke taalvaardigheden geanalyseerd het ging daarbij om de vraag welke leerstof argumentatie methoden nederlands bevatten een dergelijke analyse geeft een goede indicatie van de gerichte instructie die in de praktijk ten aanzien van het aanleren van argumentatievaardigheden wordt gegeven ook al maken docenten vaak selectief gebruik van schoolboeken en vullen ze lacunes aan met eigengemaakt materiaal de gehanteerde methode bepaalt in hoge mate het gezicht van het gegeven onderwijs in de tweede plaats is een vragenlijst onderzoek uitgevoerd onder docenten nederlands naar het onderwijs met betrekking tot argumentatievaardigheden het onderwijsaanbod wordt immers niet alleen bepaald door de gebruikte methode nederlands met name docenten in de bovenbouw gebruiken soms helemaal geen methode of gaan er zeer selectief mee om tenslotte is onderzocht in hoeverre de centraal schriftelijke examens tekstverklaring de beheersing van argumentatievaardigheden toetsen3 eindexamens hebben een grote invloed op zowel het leerstofaanbod binnen methoden nederlands als het gegeven onderwijs in met name de bovenbouw van het voortgezet onderwijs aan de mate waarin toetsing van argumentatie vaardigheden in het eindexamen plaatsvindt kan afgelezen worden of beheer sing van deze vaardigheden een belangrijke doelstelling is voor het voortgezet onderwijs in de volgende paragrafen worden voor elk deelonderzoek de opzet en belang rijkste resultaten besproken paragraaf 2 bevat een samenvatting van de inhoudelijke analyses van de methoden voor een uitvoerige rapportage wordt verwezen naar publicaties elders oostdam emmelot 1988 emmelot oostdam 1989 de derde paragraaf geeft een overzicht van de resultaten van het vragenlijstonderzoek en in paragraaf 4 worden de analyses van de eind examens tekstverklaring besproken in de slotparagraaf wordt ingegaan op de huidige positie van het onderdeel argumentatieleer binnen het schoolvak nederlands 2 argumentatieleer in methoden nederlands 2 1 selectie methoden en wijze van analyse voor het voortgezet onderwijs lbo mavo havo en vwo is een tamelijk groot aantal methoden nederlands beschikbaar waarin aandacht wordt besteed aan mondelinge en schriftelijke taalvaardigheden het belangrijkste criterium om uit dit aanbod enkele methoden te selecteren was de frequentie van gebruik de selectie betrof methoden die aandacht besteden aan mondelinge en of schriftelijke vaardigheden waarbij kennis van de argumentatieleer al dan niet expliciet als onderdeel opgenomen van belang is of kan zijn deelmethoden die zich uitsluitend richten op bijvoorbeeld spelling en grammatica bleven buiten beschouwing voor de onderbouw van het lbo en mavo zijn de gebruiksfrequenties van 62 methoden nederlands ontleend aan de cito publicatie inventarisatie van leergangen in lbo en lbo mavo kuhlemeier 1986 voor het categoriale mavo en het havo en vwo is dit problematischer omdat voor die schooltypen geen officiele gegevens over de gebruiksfrequenties van schoolboeken beschik baar zijn om de gewenste gegevens boven water te krijgen zijn daarom uitgeverijen benaderd die wellicht geen precieze percentages konden noemen maar wel de duidelijke koplopers op de markt in het derde leerjaar van scholen voor lbo en lbo mavo worden de volgende methoden het meest gebruikt taalcirkel taalactiviteiten abc en func tioneel nederlands de lbo versie op het mavo en de onderbouw van het havo en vwo zijn de methoden functioneel nederlands opbouw en taal goed populair in de bovenbouw van het havo en vwo zijn de belangrijkste methoden taaldaden en over en weer het vervolg op opbouw van deze methoden zijn steeds alle delen uitgesplitst naar schooltype in de analyses betrokken het ging daarbij om de meest recent verschenen versies alle geselecteerde methoden zijn geanalyseerd aan de hand van een beschrij vingsmodel dat grotendeels is afgeleid van de beschrijvingsmodellen voor schoolboeken van van meerem 1982 en de dcn commissie kreeft 1982 het gehanteerde model valt uiteen in een algemeen en een specifiek gedeelte het algemene gedeelte betreft een globale karakterisering van de methode waarbij de verhouding tussen de verschillende vakonderdelen binnen de methode aan bod komt welke vakonderdelen komen aan de orde in welke volgorde en in welke mate en de wijze waarop de presentatie van de leerstof plaatsvindt thematisch projectmatig etc vervolgens is gekeken naar de behandeling van de leerstof argumentatie als apart onderdeel of geintegreerd het specifieke gedeelte richt zich op de al dan niet systematische aandacht binnen de methode voor het onderdeel argumentatieleer 2 2 samenvatting inhoudelijke analyses de methoden voor het lbo besteden geen of weinig aandacht aan argumenta tieleer in taaicirkel wordt geen argumentatieleerstof aangeboden de methode taalactiviteiten bevat incidenteel een stukje argumentatieleerstof d w z er wordt met een minimaal aantal woorden uitgelegd wat een conclusie is en wat het verschil is tussen een feit en een mening in functioneel nederlands lbo worden enkele argumentatieve begrippen uitgelegd zoals argumenten en tegen argumenten feiten en meningen in alle geselecteerde methoden nederlands voor het mavo havo en vwo wordt in meer of mindere mate aandacht besteed aan argumentatieleer hieronder wordt eerst het aanbod van argumentatieleerstof in de boeken voor het mavo en de onderbouw van havo en vwo besproken vervolgens komen de delen voor de bovenbouw aan bod mavo en onderbouw havo vwo functioneel nederlands fn bevat leerstof over feiten en meningen conclusies en samenvattingen en tekstsoorten en doelen deze leerstof staat in dienst van de vakonderdelen tekstbegrip en schrijven in taalgoed tg vormt argumenta tieleerstof in de onderbouw een onderdeel van de afdeling communicatie 63 hierin wordt zowel op schriftelijk als op mondeling niveau wat theorie gegeven over het argumenteren en wordt dit ook mondeling meningen beoordelen en schriftelijk betogend opstel geoefend in over en weer o w tenslotte wordt al in het tweede leerjaar voor alle schooltypen begonnen met de cursus argumentatieleer aan de orde komen meningen en feiten argumenten en bewijzen conclusies verder worden in de afdeling verbanden en verbindings woorden bepaalde relevante argumentatieve verbanden behandeld nl voor beeld bewijs en samenvatting conclusie bovenbouw havo en vwo de delen voor de bovenbouw van havo en vwo bieden argumentatieleer als apart vakonderdeel aan meer of minder geisoleerd van de andere vakonderde len een uitzondering hierop vormt taaldaden td waarin argumentatieleer in dienst staat van het onderwijs in schriftelijke taalbeheersing en als zodanig geintegreerd aan de orde komt in het onderstaande schema wordt van onderscheiden onderwerpen uit de argumentatieleer aangegeven of er in de methode wel of geen aandacht aan wordt besteed dit overzicht dient ertoe om een globaal beeld te geven van de verschillen tussen methoden met betrekking tot het al dan niet behandelen van bepaalde onderwerpen uiteraard is dit overzicht een simplificatie van de werkelijkheid de inhoudelijke relatie tussen standpunt en argument soorten argumentaties wordt bijvoorbeeld in fn uitgebreid behandeld zowel het analyseren als beoordelen komt aan de orde terwijl in td slechts sprake is van het behandelen van soorten alineaverbanden al dan niet argumentatief schema 1 overzicht van onderwerpen uit de argumentatieleer in de boven bouw per methode en schooltype fn o w tg td havo vwo havo vwo havo vwo havo vwo herkennen feiten meningen herkennen standpunten argumenten onderschikkende argumentatie meervoudige geschillen verzwegen elementen analyse argumentatiestructuur soorten argumentatieschema s herkennen drogredenen beoordelen argumentatie in de bovenbouw concentreert de aandacht voor argumentatieleer zich bovenal op het herkennen en analyseren van argumentatie daarbij worden in de delen voor het vwo fn uitgezonderd ook meervoudige geschillen behandeld dit zijn geschillen waarin ten opzichte van twee of meer verschillende proposities standpunten worden ingenomen in de methoden fn en o w vwo versie worden ook verzwegen elementen behandeld d w z redeneringen waarin het standpunt of een argument niet geexpliciteerd wordt in alle methoden komen 64 bij het analyseren van redeneringen soorten argumentatieschema s aan de orde zoals doel middel argumentaties en verklarende argumentaties het beoordelen van argumentatie is gereserveerd voor het vwo de methode fn vormt hierop een uitzondering het beoordelen van argumentatie komt ook uitvoerig aan bod in de delen voor het havo aangezien juist de delen voor de bovenbouw veel aandacht besteden aan leerstof argumentatie en docenten in de bovenbouw niet altijd een methode gebruiken of er zeer selectief mee omgaan is het zeer de vraag in hoeverre leerkrachten die leerstof ook in de klas behandelen door middel van het vragenlijstonderzoek is hierover meer informatie verkregen 3 het vragenlijstonderzoek 3 1 opzet en steekproef de vragenlijst voor het onderwijsaanbod is voorgelegd aan docenten nederlands die in het schooljaar 1988 1989 lesgaven in de examen en voorlaatste klassen van het lbo mavo havo en vwo voor dit vragenlijstonderzoek is op basis van het scholenbestand van het ministerie van onderwijs en wetenschappen per schooltype een aselecte steekproef getrokken van 300 scholen aangezien een aantal vragen betrekking had op het gegeven onderwijs in het lopende schooljaar konden docenten pas aan het einde daarvan benaderd worden met als nadeel dat de afname plaatsvond in een vrij drukke periode in de onderstaande tabel is per schooltype de respons op de steekproef weergege ven tabel 1 steekproefaantallen n en respons r vragenlijstonderzoek absolute aantallen en percentages steekproef anonieme respons totaal n r r abs lbo 300 115 9 124 41 3 mavo 300 89 7 96 32 0 havo 300 91 1 92 30 7 vwo 300 100 2 102 34 0 de gemiddelde respons over alle schooltypen is 35 procent een vergelijking van de resultaten van het vragenlijstonderzoek betreffende de leeftijd van docenten en de signatuur van scholen met de gegevens van het cbs over het schooljaar 1987 1988 liet zien dat de responsgroep in hoge mate representatief is 65 3 2 algemene kenmerken van het onderwijsaanbod in de onderstaande tabel is weergegeven hoeveel procent van het onderwijs in het voorlaatste leerjaar besteed wordt aan de onderdelen taalvaardigheid grammatica spelling en literatuur de lbo en mavo docenten zeggen ruim driekwart procent van de onderwijstijd voor taalvaardigheid en grammatica spel ling in te ruimen literatuur krijgt op deze schooltypen weinig aandacht op het havo en vwo wordt beduidend meer tijd uitgetrokken voor literatuur maar ook op deze schooltypen wordt veel van de beschikbare tijd besteed aan taal vaardigheid 40 45 de onderdelen grammatica en spelling nemen op het lbo en mavo een zeer belangrijke plaats in zelfs op het havo en vwo zijn dit niet te verwaarlozen onderdelen tabel 2 besteding onderwijstijd aan taalvaardigheid en literatuur in het voorlaatste leerjaar gemiddelde percentages en standaardafwijkingen lbo n 124 mavo n 95 havo n 92 vwo n l l s d s d s d s d taalvaardigheid 55 1 14 8 51 2 15 0 43 1 14 5 44 4 14 7 literatuur 14 1 7 7 17 8 9 4 40 0 12 2 41 5 14 0 grammatica spelling 29 4 13 0 27 0 12 0 16 0 16 0 11 5 8 3 verreweg de meeste docenten gebruiken voor het taalonderwijs tenminste een schoolboek lbo 99 mavo 98 havo 98 vwo 93 de meest gebruikte schoolboeken voor het lbo en mavo zijn zie tabel 3 functioneel neder lands taalgoed taaicirkel en taalactiviteiten op het havo en vwo zijn dit over weer taalgoed en taaldaden deze resultaten komen overeen met de gegevens van het cito en uitgevers over het gebruik van schoolboeken 66 tabel 3 gebruikte schoolboeken per schooltype in de bovenbouw percentage docenten dat betreffende methode gebruikt d gemiddeld percenta ge tijd in het voorlaatste schooljaar besteed aan taalonderwijs waarbij met het schoolboek gewerkt wordt t en s d lbo n 123 mavo n 94 havo n 89 vwo n 92 d i s d d t s d d t s d d t s d fn mhv 21 3 66 3 233 7 9 61 0 28 8 2 0 60 0 14 1 fn cd 14 6 53 2 34 4 6 4 66 0 30 7 fnflbo 30 9 73 3 21 7 o w mhv 5 3 59 5 28 5 27 0 40 9 17 6 21 6 37 4 21 0 o w cd 0 8 75 0 0 0 1 1 60 0 0 0 tg mhv 17 0 68 7 16 4 22 5 69 7 20 7 13 0 63 0 24 1 tc ibo 31 7 74 9 15 4 tc lm 3 2 86 0 10 4 tc mhv 21 3 72 9 17 6 3 4 60 0 18 0 3 9 62 5 17 1 ta 25 2 67 9 14 1 7 5 72 6 30 2 td 15 7 30 4 12 0 35 9 37 4 20 9 opbouw 1 6 82 5 3 5 17 0 53 8 16 0 overig 39 0 38 9 32 2 33 0 36 7 25 3 31 5 33 4 20 4 27 2 29 9 14 8 examens 26 0 15 6 11 5 20 2 10 4 5 9 23 6 18 7 8 3 36 3 22 6 19 9 uit tabel 3 is tevens af te lezen dat de methode een belangrijke rol speelt in het taalonderwijs docenten besteden een groot gedeelte van de tijd voor taalonderwijs aan het werken met of uit de methode in afwijking van het onderwijs in het voorlaatste leerjaar gebruiken docen ten in de examenklassen naast het schoolboek ook vaak examenbundels op het havo en vwo gebruikt circa eenvijfde van de docenten zelfs helemaal geen schoolboek meer en wordt hoofdzakelijk geoefend met examenbundels tabel 4 tabel 4 mate waarin het onderwijs in de examenklas afwijkt van het onderwijs in de voorlaatste klas percentages lbo mavo havo vwo n 124 n 94 n 92 n 98 onderwijs blijft hetzelfde 16 9 14 9 15 2 24 5 meer oefening met examenbundels 65 3 50 0 54 3 54 1 hoofdzakelijk oefening met examenbundcls 8 9 7 4 22 8 18 4 overig 8 9 27 7 7 6 3 1 ook in de voorlaatste klassen is het schoolboek niet allesbepalend want de meeste docenten gebruiken naast het schoolboek ook ander lesmateriaal lbo 83 mavo 85 havo 88 vwo 89 over het algemeen bestaat dit uit zelf verzameld materiaal krante artikelen e d en zelf ontwikkelde leerstof oefenin gen ook nemen veel docenten leerstof en oefeningen over uit verschillende 67 schoolboeken 33 behandelde leerstof argumentatieleer daar argumentatieleerstof voornamelijk stof voor de bovenbouw van havo en vwo is zijn in de vragenlijst voor deze twee schooltypen vragen opgenomen over het gebruik van de gehanteerde methode nederlands per methode is een lijst van voorkomende leerstofonderdelen opgenomen per leerstofonderdeel is steeds gevraagd of docenten het betreffende onderdeel deels of geheel behan delen en of het onderdeel getoetst en nuttig gevonden wordt op deze wijze is informatie verkregen over het al dan niet behandelen van leerstofonderdelen uit de methode hieronder wordt per methode kort besproken welke leerstofonderdelen argu mentatieleer in de bovenbouwdelen behandeld worden en welke onderdelen door docenten worden behandeld respectievelijk nuttig worden gevonden functioneel nederlands in de fn delen voor het vierde leerjaar ligt de nadruk op het analyseren in argument conclusie relaties in de delen voor het vijfde en zesde leerjaar is de afdeling argumenteren gericht op het analyseren en beoordelen van verschil lende soorten redeneringen beoordeling geschiedt aan de hand van tamelijk abstracte beoordelingsvragen die de leerlingen moeten stellen bij de argumen ten de stap van argument en naar conclusie en bij de conclusie zelf in fn wordt ook argumentatieleerstof aangeboden in dienst van dan wel geintegreerd bij andere vakonderdelen het herkennen van argumentatie aan de hand van ali nea tekstverbanden en signaalwoorden komt aan de orde bij tekstbegrip en samenvatten ook worden regels en richtlijnen gegeven voor het voeren van een discussie en het verdedigen van een stelling waarbij argumentatievaar digheden een belangrijke rol spelen het onderdeel schrijven tenslotte bevat opdrachten om brieven te beoordelen op argumentatie fn wordt slechts door 7 van de 89 docenten gebruikt in de bovenbouw van het havo maar is dan ook pas vanaf 1987 op de markt dit gebruik betreft vooral het deel voor het vierde leerjaar het vijfde deel waarin ook het beoordelen van argumentatie aan de orde komt wordt door slechts drie docenten gebruikt het onderdeel argumenteren wordt door 3 van de 7 gebruikers van fn deels behandeld en door 4 geheel de betreffende docenten beoordelen het onderdeel als zeer nuttig toetsing vindt echter nauwelijks plaats op het vwo wordt fn in de bovenbouw door slechts 2 docenten van de 92 gebruikt een te verwaarlozen aantal over en weer in o w wordt op havo niveau weinig toegevoegd aan de in de onderbouw behandelde leerstof er wordt voornamelijk leerstof herhaald op vwo niveau ligt de nadruk op het analyseren van argumentatie maar ook het herkennen van onlogische of oneerlijke redeneringen komt aan de orde het stapsgewijs beoordelen van redeneringen zoals in fn en td wordt niet behandeld op het havo wordt o w veel gebruikt nl door 24 van de 89 docenten dit betreft met name het basisboek voor 4 en 5 havo het examenboek 5 havo wordt slechts door 6 docenten gebruikt argumentatieleerstof is vooral te vinden in het onderdeel redeneringen van de gebruikers behandelt 79 dit 68 onderdeel geheel en 8 deels het onderdeel wordt zeer nuttig bevonden en door 50 van de docenten getoetst o w wordt door 22 van de 92 vwo docenten gebruikt in bijna alle gevallen worden beide bovenbouw boeken gebruikt het onderdeel waarin argumentatieleerstof behandeld wordt redeneringen wordt door het merendeel van de docenten behandeld 55 geheel en 27 deels het onderdeel wordt nuttig gevonden en door 59 van de o w gebruikers getoetst taai goed in de methode tg wordt op havo niveau weinig toegevoegd aan de in de onderbouw behandelde leerstof nieuw is het onderdeel oordelen het is merkwaardig dat dit onderdeel dat volgens de auteurs de aanloop tot de argumentatieleer vormt op havo niveau aan de orde komt daar er in de havo editie geen sprake is van een cursus argumentatieleer er is uitsluitend leerstof over drogredenen opgenomen die naar behoefte door de docent kan worden aangeboden de echte cursus argumentatieleer is in tg gereserveerd voor vwo leerlingen voor het vierde leerjaar staat na het onderdeel oordelen leerstof over drogredenen en intimideren op het programma in het deel voor het vijfde leerjaar wordt het analyseren van argumentatie behandeld op een nogal gecom pliceerde wijze argumentatieleer wordt gekoppeld aan leerstof over proposities voor het zesde leerjaar is nauwelijks nieuwe leerstof argumentatie opgenomen het systematisch beoordelen van redeneringen zoals in de methode fn en td komt in tg niet aan de orde de methode tg staat voor het havo op de tweede plaats door 20 van de 89 docenten gebruikt het onderdeel oordelen op te vatten als voorbereiden de leerstof argumentatie wordt alleen in deel 5 behandeld dit deel wordt slechts door 13 docenten gebruikt van de gehele groep taai goed gebruikers behandelt 15 dit onderdeel geheel en 25 deels het onderdeel wordt over het algemeen nuttig bevonden en door 15 getoetst in de bovenbouw van het vwo wordt taai goed weinig gebruikt nl slechts door 12 van de 92 docenten het onderdeel argumentatieleer wordt door de meeste docenten behandeld 42 geheel en 33 deels het onderdeel wordt nuttig gevonden de helft van de docenten toetst het ook taaldaden in td komt leerstof argumentatieleer aan de orde in het kader van het onder wijs in schriftelijke taalbeheersing in de havo editie wordt niet diep op de argumentatieleer ingegaan argumentatiestructuren worden behandeld in het kader van signaalwoorden en alineaverbanden voorts komen compositiepa tronen aan de orde in de vwo editie wordt uitgebreid aandacht besteed aan argumentatieleer in het kader van samenvatten komt het analyseren van argumentatie aan de orde in het kader van kritisch lezen wordt een procedure gegeven voor de beoordeling van argumentatie de theorie over alineaverban den compositiepatronen en argumentatiestructuren wordt op produktief niveau vertaald in richtlijnen voor de opbouw van een zakelijk opstel en een handlei ding voor het maken van een samenvatting td wordt door 14 van de 89 havo docenten gebruikt de op havo niveau behandelde onderdelen argumentatiestructuren en compositiepatronen worden 69 door vrijwel alle docenten geheel behandeld getoetst en zeer nuttig gevonden op het vwo heeft td het grootste marktaandeel deze methode wordt door 33 van de 92 docenten gebruikt het onderdeel kritisch lezen bevat leerstof ten aanzien van het analyseren en beoordelen van argumentatie dit onderdeel wordt door 30 van de gebruikers geheel en door 21 deels behandeld de helft van de docenten slaat dit onderdeel dus over toch wordt het betreffende onderdeel nuttig tot zeer nuttig bevonden minder dan de helft van de docenten die het onderdeel behandelen toetsen het ook samenvattend kan gesteld worden dat docenten die de geanalyseerde school boeken gebruiken waarin het vakonderdeel argumentatieleer een plaats heeft gekregen de leerstof of delen daarvan ook in de klas behandelen het onder deel argumentatieleer wordt over het algemeen nuttig gevonden toetsing van het onderdeel varieert naast het schoolboek maken docenten vaak gebruik van zelf ontwikkeld materiaal voor een aantal leerstofonderdelen argumentatieleer is gevraagd of docenten hiervoor zelf ontwikkeld materiaal gebruiken de antwoorden op deze vraag geven een indicatie welke leerstof argumentatieleer docenten van de verschillende schooltypen belangrijk vinden zie tabel 5 tabel 5 leerstofonderdelen waarvoor eigen materiaal wordt ontwikkeld percentages lbo mavo havo vwo n 103 n 82 n 81 n 91 het herkennen van feiten meningen 48 5 39 0 40 7 48 4 het heikennen van argumenten bewijzen 38 8 35 4 39 5 47 3 het herkennen van conclusie samenvatting 49 5 35 4 38 3 49 5 het analyseren van een betoog 27 2 18 3 37 0 51 6 het beoordelen van een beloog 23 3 18 3 24 7 31 9 onderdelen waarvoor de helft of meer van de lbo docenten zelf materiaal ont wikkelt zijn het herkennen van feiten meningen en het herkennen van conclusies samenvattingen daarnaast ontwikkelt ruim een derde van de lbo docenten materiaal voor het herkennen van argumenten bewijzen voor de hiervoor genoemde onderdelen wordt door ruim een derde van de mavo docenten eveneens eigen materiaal gebruikt ruim een derde van de havo docenten ontwikkelt materiaal voor herkennen feiten meningen herkennen argumenten bewijzen herkennen conclusie en betooganalyse op het vwo wordt voor alle leerstofonderdelen door een groot gedeelte van de docenten eigen materiaal ontwikkeld 70 3 4 belang van verschillende taaloefeningen bij verschillende taaloefeningen wordt een beroep gedaan op argumentatievaar digheden spreek en luisteroefeningen waarbij deze vaardigheden een rol spelen zijn samenvatten van betogende luistertekst discussie debat voeren samenvatten en beoordelen en betogende spreekbeurt in tabel 6 is af te lezen hoeveel procent van de docenten bepaalde mondelinge en schriftelijke taaloefe ningen geven en hoe vaak ze dit laten doen tabel 6 percentage docenten dat een bepaalde spreek en luistervaardig heidsoefeningen geeft en het aantal malen per jaar dat men deze oefeningen laat maken mediane waarden lbo n l 8 mavcvn 86 havo n 75 vwo n 84 mediaan mediaan mediaan mediaan betogende luistertekst 64 8 10 60 5 3 25 3 4 28 6 3 informatieve luistertekst 88 0 10 76 7 4 34 7 3 28 6 3 samenvatten betogende luistertekst 38 9 7 25 6 3 5 3 8 21 4 2 samenvatten informatieve luistertekst 39 8 10 30 2 3 9 3 2 17 9 2 samenvatten discussie 15 7 10 15 1 3 22 7 4 19 0 3 discussie debat 41 7 10 38 4 10 50 7 4 47 6 3 beoordelen discussie 11 1 10 12 8 5 24 0 4 26 2 3 twee gesprek 24 1 2 22 1 2 20 0 2 11 9 2 spreekbeurt met standpunt 31 5 2 33 7 1 36 0 2 32 1 1 informatieve spreekbeurt 49 1 2 61 6 1 52 0 1 50 0 1 voor lbo en mavo docenten zijn de populairste spreek en luisteroefeningen luisterteksten discussie debat en de informatieve spreekbeurt met name de betogende en informatieve luistertekst wordt door veel docenten gegeven uit de tabel wordt duidelijk dat docenten over het algemeen wel dezelfde soort opdrachten geven maar dat het aantal keren dat een bepaalde opdracht wordt gedaan per schooltype aanzienlijk verschilt docenten van het havo en vwo richten zich met name op de betogende in formatieve luisterteksten discussie debat en de betogende en informatieve spreekbeurt met name de discussie en de informatieve spreekbeurt zijn populair veel havo en vwo docenten ca 25 laten ook discussies beoorde len dit gemiddeld drie vier keer per jaar van de lees en schrijfoefeningen is de tekstverklaring op alle schooltypen een absolute topper zie tabel 7 vrijwel alle docenten laten vele keren per jaar een tekstverklaring maken ditzelfde geldt op het havo en vwo en in mindere mate op het mavo voor het schrijven van een betogende tekst en op het vwo voor de samenvatting het is duidelijk dat de grote aandacht voor deze oefenin gen veroorzaakt wordt doordat ze deel uitmaken van het eindexamen aangezien het schrijven van een betogende tekst op het mavo en met name het havo vwo door veel docenten wordt gedaan komen ook specifieke deeloefe ningen gericht op aspecten van het schrijven van een betogende tekst op deze 71 schooltypen veel voor dit geldt voor oefeningen m b t de structuur en het selecteren ordenen van gegevens voor betogende teksten opmerkelijk is dat veel lbo docenten regelmatig ca 10 keer per jaar oefeningen laten doen met betrekking tot de structuur van betogende teksten een derde tot ruim veertig procent van de docenten besteedt aandacht aan het beoordelen van betogende teksten op het lbo en het vwo wordt dit zelfs ongeveer tien maal per jaar gedaan wat docenten hierbij precies doen blijft onduidelijk tabel 7 percentage docenten dat een bepaalde lees en schrijfvaardig heidsoefeningen geeft en het aantal malen per jaar mediane waar den lbc n 120 mav n 90 havo n 89 vwo n 95 mediaan mediaan mediaan mediaan tekstverklaring 96 7 20 98 9 12 5 98 9 20 85 3 12 oef structuur van betogende teksten 45 8 10 56 7 10 77 5 10 87 3 10 oef inhoudelijke relaties 21 7 10 31 1 10 38 2 10 40 0 20 oef verwijs en verbindingswoorden 69 2 10 74 4 10 78 7 10 67 4 10 oef herkennen publiek 24 2 9 35 6 8 40 4 10 42 1 5 oef herkennen versch tekstfuncties 49 2 10 62 2 10 53 9 10 58 9 10 select ordenen geg betogende tekst 24 2 10 51 1 3 67 4 3 71 6 4 beoordelen betogende teksten 30 0 10 30 0 5 43 8 5 40 0 10 schrijven van betogende teksten 35 0 4 5 77 8 3 96 6 4 97 7 3 5 samenv navertellen betogende teksten 29 2 9 5 28 9 5 36 0 5 94 7 6 voor de taken het schrijven van een betogende tekst en het houden van een betogende spreekbeurt is aan docenten gevraagd in welke mate ze enkele opgesomde aspecten laten meewegen in hun beoordeling daarvan bij deze taken wordt door lbo mavo docenten veel aandacht gegeven aan formulering van het standpunt en de opbouw en structuur van het betoog naast deze aspecten besteden havo vwo docenten ook veel aandacht aan het gebruik van signaalwoorden vwo docenten besteden aan de formulering van het standpunt en de opbouw en structuur van het betoog zelfs zeer veel aandacht tenslotte is aan docenten gevraagd hoe het cijfer voor het eindrapport in de voorlaatste klas wordt samengesteld gevraagd werd steeds of een bepaald onderdeel meetelt en zo ja hoe zwaar het betreffende onderdeel meeweegt in het eindcijfer uitgedrukt in een percentage de antwoorden op deze vraag zijn goede indicatoren van wat docenten werkelijk belangrijk vinden bovendien zullen onderdelen die meewegen bij het vaststellen van het rapportcijfer ook aandacht krijgen in de lessen in tabel 8 zijn de resultaten terug te vinden 72 tabel 8 samenstelling rapportcijfers aantal docenten dat onderdeel laat meewegen in het rapportcijfers d en weging van het onderdeel uitgedrukt in een percentage van het cijfer w en s d lbo n l 19 mavo n 86 havo n 88 vwo n 96 d w s d d w s d d w s d d w s d tekstverklaring 95 0 25 4 12 6 97 7 19 4 7 9 98 9 22 7 8 8 65 6 16 0 6 3 betogende tekst 23 5 7 3 3 6 46 5 8 5 4 5 86 4 12 1 7 4 86 5 12 9 7 2 informatieve tekst 29 4 7 2 3 8 45 3 7 5 2 7 48 9 10 1 5 7 51 0 9 4 4 8 verhalende tekst 35 3 7 9 4 9 57 0 8 5 4 3 44 3 7 8 3 6 43 8 8 4 3 8 functionele tekst 32 8 10 2 6 4 38 4 10 6 5 7 12 5 8 0 3 3 26 0 8 8 4 6 betogende spreekbeurt 19 3 6 1 3 4 19 8 8 0 2 6 21 6 8 6 3 1 19 8 6 4 3 4 inform spreekbeurt 38 7 7 8 4 7 46 5 9 6 5 0 17 0 9 4 4 3 25 0 8 2 4 5 veihal spreekbeurt 14 3 6 0 4 9 17 4 7 3 2 7 29 5 9 9 6 3 21 9 7 3 3 5 discussievaardigheid 15 1 6 4 2 7 10 5 8 5 6 2 6 8 6 0 4 7 13 5 7 7 3 4 luistervaardigheid 63 0 9 3 3 2 52 4 9 2 2 9 21 6 7 7 3 0 18 8 9 3 4 8 voorleesvaardigheid 48 7 8 5 3 2 58 1 7 8 3 1 21 6 6 8 3 5 15 6 5 8 2 7 spellingvaardigheid 96 6 17 0 8 5 96 5 14 8 6 0 84 1 10 7 4 8 59 4 9 5 5 3 woordkennis 87 4 13 5 7 3 84 9 14 1 7 7 51 1 8 9 4 0 29 2 7 4 5 4 grammatica ontleden 92 4 13 8 6 7 87 2 13 9 5 7 30 7 8 1 3 6 10 4 9 4 2 6 literatuurgeschiedenis 11 a nn c i 85 2 19 4 10 0 91 7 19 1 8 9 literatuur analyse 68 9 h 7 5 9 779 120 6 2 73 9 15 1 6 7 75 0 17 5 7 8 samenvatten 14 8 9 3 4 1 91 7 18 7 6 4 overig 17 6 20 0 11 9 15 1 11 5 5 6 19 3 18 7 9 3 17 7 18 3 10 6 het onderdeel tekstverklaring wordt door vrijwel alle docenten van het lbo mavo en havo meegeteld in de samenstelling van het eindcijfer op het vwo is het percentage docenten dat het onderdeel meeweegt een stuk lager 66 niet verwonderlijk omdat het daar geen examenonderdeel is op het lbo mavo en havo is de tekstverklaring het meest zwaarwegende onderdeel bij de samen stelling van het rapportcijfer bij het onderdeel schrijven van betogende informatieve verhalende en functionele teksten zijn een aantal interessante verschillen tussen de schoolty pen aanwezig een klein percentage van de lbo docenten 24 laat het schrijven van betogende teksten meetellen voor het rapportcijfer op het mavo is dit percentage een stuk groter 47 voor havo vwo docenten is het schrijven van betogende teksten een belangrijke opdracht circa 86 van de docenten laat dit onderdeel voor ongeveer 12 meewegen bij het onderdeel informatieve teksten schrijven is een soortgelijke ontwikkeling te constateren maar het percentage docenten dat dit onderdeel laat meewegen is een stuk lager op alle schooltypen laat men verhalende teksten schrijven dit geldt met name voor veel mavo docenten 57 het schrijven van functionele teksten is vooral populair op het lbo en het mavo en minder op het havo vwo op het lbo mavo wordt aan het schrijven van functionele teksten ook relatief veel gewicht toegekend de informatieve spreekbeurt wordt op het lbo mavo door betrekkelijk veel docenten meegewogen het percentage docenten op deze schooltypen dat een betogende en of verhalende spreekbeurt beoordeelt is beduidend lager op het 73 havo vwo laat men weinig spreekbeurten houden de havo docenten die dit echter wel doen laten het cijfer voor de spreekbeurt overwegend zwaarder meewegen voor het rapport dan docenten van de overige schooltypen het onderdeel discussieren wordt op alle schooltypen door slechts een klein percentage van docenten beoordeeld voor het rapport wel wordt dit onderdeel betrekkelijk veel geoefend vgl tabel 6 tenslotte is in de tabel af te lezen dat alle vrijwel alle vwo docenten 92 de samenvatting zwaar laten meewegen bijna een vijfde van het eindcijfer wordt bepaald door het cijfer voor de samenvatting 4 argumentatieleer en het eindexamen tekstverklaring op het eindexamen moeten voor het onderdeel tekstverklaring beschouwende betogende teksten geanalyseerd worden het herkennen van standpunten en argumenten het analyseren van de betoogstructuur en de inhoudelijke verban den tussen standpunt en argument en en het beoordelen van argumentatie zijn hiervoor belangrijke vaardigheden voor het analyseren van het examen tekstverklaring zijn diverse classifica tieschema s voorhanden o m kreeft 1985 davis 1968 en wesdorp 1972 het schema van davis is gebaseerd op deelvaardigheden toepassing van dit schema op tekstverklaringvragen levert problemen op het is lang niet altijd duidelijk op welke vaardigheid een vraag een beroep doet bovendien doen sommige vragen een beroep op meerdere vaardigheden ook levert het schema van davis geen inzicht op in argumentatie deel vaardigheden dit laatste geldt eveneens voor de schema s van wesdorp en kreeft bestudering van literatuur over examenvragen tekstverklaring leidde tot de constatering dat er verschillen de vraagtypen d w z vragen die naar inhoud ingedeeld kunnen worden in een aantal steeds terugkerende soorten te onderscheiden zijn zie taaldaden havo vervolgens is een classificatieschema ontwikkeld waarin vraagtypen centraal staan per vraagtype kan nu aangegeven worden of er mede een beroep gedaan wordt op argumentatievaardigheden de volgende vraagtypen worden onderscheiden 1 reproduktievraag 2 combinatievraag 3 gedachtengangvraag 4 samenvattingsvraag 5 functievraag 6 evaluatievraag 7 toepassingsvraag per vraagtype zijn nog een aantal ondercategorieen onderscheiden die hier buiten beschouwing blijven reproductie vragen zijn vragen naar verwijs en signaalwoorden en vragen naar feiten die door de tekst expliciet worden beantwoord de reproduktie vraag betreft het met begrip terugzoeken in de tekst bij dit type vragen wordt geen beroep gedaan op argumentatievaardigheden onder de categorie combinatie vragen vallen vragen waarbij het gaat om het leggen van oorzaak gevolg kenteken analogie en anderssoortige verbanden tussen zinnen alinea s of tekstfragmenten het evalueren van inhoudelijke verbanden tussen uitspraken is zowel van belang bij niet argumentatieve als argumentatieve relaties gedachtengang vragen betreffen het kunnen afleiden uit de tekst van niet expliciet gegeven relaties tussen ideeen gedachten feiten etc en het zelf leggen van relaties tussen inhoudelijke kenmerken van de tekst en evt het in de vraag gestelde zoals vragen naar overeenkomsten en verschillen het 74 kunnen analyseren van de opbouw van de tekst cq de argumentatiestructuur is noodzakelijk voor het beantwoorden van dit type vragen onder samenvattingsvragen worden verstaan vragen m b t de hoofdgedachte van een alinea tekstfragment of tekst deze vragen doen geen overduidelijk beroep op argumentatievaardigheden functievragen zijn vragen over de functie van een alinea of tekstfragment met betrekking tot de opbouw van de tekst bij dit vraagtype gaat het om het analyseren van de betoogstructuur in termen van bijvoorbeeld inleiding argu mentatie conclusie argumentatievaardigheden spelen een belangrijke rol bij dit vraagtype bij evaluatie vragen gaat het om tekstoverstijgende relaties nl het achter halen en beoordelen van de beweegredenen van de schrijver met betrekking tot de opbouw van het betoog en de inhoud van het betoog en het vergelijken en beoordelen van tekstgedeeltes door de lezer inhoudelijk en het beoordelen van de opbouw van het betoog ook bij dit vraagtype wordt een beroep gedaan op argumentatievaardigheden onder het type toepassingsvragen tenslotte vallen vragen waarbij overeen komsten of verschillen moeten worden aangegeven tussen de opvatting van de schrijver en de mening van een andere schrijver vaak moeten bij dit vraagtype standpunten geidentificeerd worden aan de hand van dit schema voorzien van een uitvoerige toelichting en voorbeeld vragen heeft er een proefscoring van tien examens door twee beoordelaars plaatsgevonden naar aanleiding van deze proefscoring is het classificatieschema bijgesteld en de toelichting verbeterd vervolgens heeft er wederom een scoring plaatsgevonden door twee beoordelaars ditmaal van negen examens uit de beoordelaarsovereenstemming 84 bleek dat het schema goed bruikbaar was cohens kappa 78 uiteindelijk zijn vrijwel alle eindexamens lbo mavo en havo eerste tijdvak vanaf 1980 tot en met 1988 door een beoordelaar die ook bij de proefscoring betrokken was geanalyseerd per schooltype is nagegaan in welke mate de onderscheiden vraagtypen voorkomen in de eindexamens tekstverklaring de resultaten staan in onder staande tabel onder c niveau wordt verstaan de oude lbo examens tot 1986 een mavo c examen en de nieuwe lbo mavo c examens met d niveau wordt bedoeld de oude mavo examens en de nieuwe lbo mavo d examens 75 tabel 9 scoring eindexamens tekstverklaring uitgesplitst naar schooltype en vraagtype absolute aantallen en percentages n aantal gescoorde vragen lbo mavo c lbo mavo d havo n 528 n 237 n 165 abs abs abs vraagtypen reproduktie 98 18 6 28 11 8 2 1 2 combinatie 59 11 2 11 4 6 11 6 7 gedachtengang 256 48 5 93 39 2 57 34 5 samenvatting 49 9 3 41 17 3 31 18 8 functie 16 3 0 21 8 9 24 14 5 evaluatie 31 5 9 27 11 4 25 15 2 toepassing 19 3 6 16 6 8 15 9 1 gedachtengangvragen komen op alle schooltypen het meeste voor bijna de helft van alle c niveau examenvragen en bijna 40 van alle d niveau examen vragen behoren tot dit type op c niveau staan reproduktie combinatie en samenvattingsvragen op respectievelijk de tweede derde en vierde plaats vragen waarbij argumentatievaardigheden centraal staan zoals functie en evaluatievragen komen zeer weinig voor op d niveau is de samenvattingsvraag 17 het meest voorkomende vraagtype na de gedachtengangvraag ook reproduktievragen komen op dit niveau nog tamelijk veel voor 12 evalua tievragen 11 en functievragen 9 komen vaker voor dan op c niveau voor het havo treedt een duidelijke verschuiving op ten gunste van vragen waarbij een beroep gedaan wordt op argumentatievaardigheden de samenvat tingsvraag op de tweede plaats met 19 wordt direct gevolgd door de evaluatievraag 15 en de functievraag 14 5 twee vraagtypen waarbij duidelijk sprake is van argumentatievaardigheden reproduktievragen komen in examens voor dit schooltype nauwelijks meer voor 5 samenvatting en discussie op grond van de resultaten van de drie uitgevoerde deelonderzoeken is een beeld verkregen van het huidige onderwijsaanbod in het voortgezet onderwijs met betrekking tot het onderdeel argumentatieleer de inhoudelijke analyses van de schoolboeken tonen aan dat onderdelen uit de argumentatieleer een plaats hebben in methoden voor het mavo havo en vwo de methoden voor het lbo ta tc fn lbo besteden geen of nauwelijks aandacht aan dit onderdeel in de delen voor het mavo en de onderbouw havo vwo is de aangeboden leerstof van een zeer elementair niveau met uitzondering van de methode o w waarin al vanaf het deel voor het tweede leerjaar op systematische wijze leerstof argumentatieleer wordt aangeboden in de delen voor de bovenbouw is een vrij grote plaats ingeruimd voor een 76 onderdeel argumentatieleer zowel fn als o w bevatten afzonderlijke leer blokken argumenteren de methode td besteedt eveneens aandacht aan leerstof argumentatieleer maar behandelt deze geintegreerd bij de onderdelen tekstanaly se samenvatten en schrijven in tg wordt vanaf het vijfde leerjaar een apart onderdeel argumentatie onderscheiden binnen de afdelingen communicatie havo editie en taalbeschouwing vwo editie de opgenomen onderdelen argumentatieleer in methoden concentreren zich op de analyse van argumentatie de beoordeling van argumentatie komt zeer summier aan bod en dan voornamelijk in de vwo delen met uitzondering van td staat de opgenomen leerstof betrekkelijk op zichzelf binnen een methode terugverwijzingen naar behandelde leerstof in het kader van andere vakonder delen vindt weinig plaats er wordt klaarblijkelijk verondersteld dat transfer plaatsvindt naar andere onderdelen zoals het schrijven van betogende teksten samenvatten en tekstverklaring uit het vragenlijstonderzoek komt naar voren dat de gebruikte methode nederlands een belangrijke plaats inneemt in de lessen nederlands waarbij circa de helft van de onderwijstijd besteed wordt aan taalonderwijs de opvatting dat docenten vooral op het havo en vwo het grootste gedeelte van hun lessen inruimen voor literatuur vindt geen steun in de onderzoeksresulta ten het moedertaalonderwijs in het voortgezet onderwijs is voor een groot gedeelte taalvaardigheidsonderwijs ruim 90 van de docenten gebruikt in de voorlaatste klas tenminste een schoolboek voor het geven van taalonderwijs ook in de examenklassen blijft het schoolboek die prominente plaats vervullen daarbij moet worden opge merkt dat ongeveer 20 van de havo vwo docenten in de examenklas hoofdza kelijk werkt met examenbundels en dat ruim de helft opgeeft er meer mee te oefenen dan in de voorlaatste klas de meeste docenten gebruiken een van de schoolboeken die inhoudelijk zijn geanalyseerd opgenomen leerstof argumentatieleer in deze methoden wordt over het algemeen geheel of deels doorgewerkt docenten oordelen ook vrij positief over deze onderdelen men vindt het onderdeel klaarblijkelijk zinvol dit blijkt eveneens uit het gegeven dat betrekkelijk veel docenten eigen materiaal ontwikkelen ten aanzien van bepaalde onderdelen uit de argumentatie leer zoals het herkennen van feiten meningen het herkennen van argumenten bewijzen het herkennen van conclusie samenvatting het analyseren beoordelen van een betoog taaloefeningen waarbij duidelijk een beroep wordt gedaan op argumentatie vaardigheden nemen een belangrijke plaats in de nadruk ligt overwegend op lezen en schrijven maar veel docenten geven ook zeer regelmatig spreek en luisteroefeningen het gaat dan met name om het luisteren naar een betogen de informatieve tekst het houden van een informatieve betogende spreekbeurt en het voeren van een discussie debat het is opvallend dat vrij veel docenten van alle vier de schooltypen de leerlingen een discussie debat laten voeren dat wijst op het belang dat men eraan toekent en de bereidheid er tijd aan te besteden maar het wil zeker niet zeggen dat er ook gericht onderwijs in discussietechnieken wordt gegeven waarschijnlijk gaat het bij deze oefenvorm om korte groepsdiscussies naar aanleiding van een onderwerp of een gelezen tekst de meest populaire lees en schrijfoefeningen zijn de tekstverklaring 77 het schrijven van een betogende tekst en op het vwo de samenvatting gezien de huidige opzet van het eindexamen is dit geheel volgens verwachting ook aan allerlei deeloefeningen met betrekking tot het schrijven van een betogende tekst geven veel docenten aandacht het gaat dan in de eerste plaats om oefeningen gericht op de structuur en het ordenen selecteren van gegevens voor het schrijven van betogende teksten een derde van de docenten besteedt ook aandacht aan het beoordelen van betogende teksten meestal zal die beoordeling niet schriftelijk maar mondeling plaatsvinden in de vorm van een klassikale discussie de verkregen antwoorden op de vraag over de samenstelling van het rapportcijfer ondersteunen de resultaten betreffende de gegeven taaloefeningen de tekstverklaring is op het lbo mavo en havo het zwaarstwegende onderdeel op het vwo geldt dit voor de samenvatting het aandeel van de verschillende typen schrijfoefeningen in de samenstelling van het rapportcijfer vertoont per schooltype een interessante accentverschuiving op het lbo mavo worden overwegend meer verhalende dan betogende teksten geschreven op het havo vwo verliest de verhalende tekst duidelijk terrein daar is de betogende tekst veruit de belangrijkste schrijfopdracht bij ruim driekwart van de docenten bepaalt dit onderdeel ruim een tiende van het rapportcijfer veel docenten van het lbo mavo laten de luister en spreekvaardigheid meetellen bij het bepalen van het rapportcijfer een klein percentage havo vwo docenten laat deze onderdelen meewegen het huidige centraal schriftelijk eindexamen bestaat voor het lbo mavo en havo uit een naar keuze functionele betogende beschouwende of vrije schrijfop dracht en een tekstverklaring op het vwo wordt in plaats van de tekstverkla ring een samenvatting gemaakt bij het examenonderdeel samenvatten gaat het om het maken van een informatieve samenvatting van een betogende beschou wende tekst argumentatievaardigheden spelen bij het schrijven van een betogende tekst en de samenvatting een grote rol zodat in zekere zin gespro ken kan worden van toetsing van deze vaardigheden op grond van het belang dat havo en vwo docenten toekennen aan het schrijven van een betogende tekst is het zelfs goed verdedigbaar dat de vrije schrijfopdracht op deze schooltypen als keuzemogelijkheid uit het eindexamen verdwijnt de analyses van de examens tekstverklaring laten zien dat bij veel vragen mede een beroep gedaan wordt op argumentatievaardigheden gezien de aard van de taakstelling is dit niet opmerkelijk voor het verklaren van betogende beschouwende teksten is het kunnen analyseren van de argumentatie een voorwaarde de verdeling van de verschillende vraagtypen over de examens per school type verschilt nogal het havo examen kent de meest evenwichtige verdeling van verschillende vraagtypen ieder examen tekstverklaring bevat een aantal standaardtypen vragen bij de lbo mavo examens is dit veel minder het geval op alle schooltypen zijn de gedachtengangvragen duidelijk oververtegenwoor digd functie en evaluatievragen waarbij argumentatievaardigheden centraal staan komen met name op het lbo en het mavo weinig voor de argumentatieleer kan een belangrijke hulpdiscipline zijn voor het taalvaar digheidsonderwijs een aantal inzichten uit de argumentatietheorie is door schrijvers van schoolboeken vertaald in leerstof argumentatieleer en de resulta 78 ten van het vragenlijstonderzoek laten zien dat docenten het vakonderdeel belangrijk vinden en behandelen het lijkt dan ook gerechtvaardigd de argu mentatieleer een vaste plaats te geven in het curriculum meer gerichte toetsing van argumentatievaardigheden binnen het eindexamen zal hiertoe bijdragen en is gezien het belang van argumentatievaardigheden voor het moedertaalonder wijs wenselijk noten 1 dit project is mogelijk gemaakt door subsidie van het instituut voor onder zoek van het onderwijs svo 2 over de prestatiepeiling is deels gerapporteerd in oostdam couzijn 1989 3 in deze studie is de analyse van het eindexamen beperkt gebleven tot het onderdeel tekstverklaring over het examenonderdeel schrijven is informatie beschikbaar uit ander onderzoek wolf 1986 het onderdeel samenvatten op het vwo betreft een betogende beschouwende tekst het is duidelijk dat hierbij mede een beroep gedaan wordt op argumentatievaardigheden herken nen standpunt argumenten analyseren betoogstructuur bibliografie braet a de retorische analyse van zakelijke teksten interne publicatie rul 1979 davis f b research in comprehension in reading in reading research quar terly 3 1986 499 545 eemeren f h van r grootendorst t kruiger argumentatieleer 1 het analyseren van een betoog groningen wolters noordhoff 1983 eemeren f h van r grootendorst t kruiger argumenteren groningen wolters noordhoff 1984 emmelot y w r j oostdam argumentatieleer in schoolboeken nederlands voor het voortgezet onderwijs sco rapport 196 amsterdam 1989 kreeft h het beschrijven en beoordelen van schoolboeken met behulp van aandachtspunten in beoordeling van schoolboeken dcn cahier nr 11 groningen wolters noordhoff 1982 kreeft h een beschrijvingsschema voor tekstbegripvragen arnhem cito 1985 kuhlemeier j b inventarisatie van leergangen in het lbo en lbo mavo arnhem cito 1986 meerem l m van leermiddelen beschrijven amsterdam ritp 1982 oostdam r j y w emmelot argumentatieleer in opmars een analyse van enkele veelgebruikte methoden nederlands voor het voortgezet onderwijs in levende talen 435 1988 588 593 oostdam r j m j couzijn argumentatie in de peiling instrumenten voor het meten van receptieve argumentatievaardigheden in tijdschrift voor taalbeheersing 11 1989 3 177 196 schellens p j redelijke argumenten een onderzoek naar normen voor kritische lezers diss ruu 1985 schellens p j g verhoeven argument en tegenargument een inleiding in 79 n beoordelin8 van betogende teksten leiden martinus nijhoff wesdorp h het toetsen van tekstbegrip arnhem cito 1972 wolf t kenmerken van schrijfopdrachten een analyse van de schrijfopdrach ten in de meest gebruikte leerboeken nederlands in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs amsterdam sco rapport 76 1986 80