Publicatie datum: 1982-01-01
Auteur: Jan Griffioen
Collectie: 13
Volume: 13
Nummer: 3
Pagina’s: 43-47
Documenten
jan griffioe n autonomie e n normale functionaliteit visie in een van de vorige afleveringen vroegen wij om reacties op het artikel van bernard schut over literatuuronderwijs de hiervolgende bijdrage is een antwoord op die vraag jan griffioen gaat in op de verwantschap tussen de begrippen normale functionaliteit en autonomie maar wijst ook op het verschil dat gemaakt moet worden bij het hanteren van die begrippen 1 inleidin g paragraaf 2 begint met na te gaan hoe men nor male functionaliteit nf naar mijn oordeel moet i n zijn jongste artikel over literatuuronderwijs zien het begrip dreigt een begripsui tb reiding te heeft schut 1981 het begrip autonomie inge krijgen die niet verantwoord is lijfd bij het begrip normale functionaliteit n u is in paragraaf 3 wordt autonomie behandeld en in het niet onjuist dat bij beide leitmotive de wind paragraaf 4 worden de conclusies samengevat d it uit dezelfde hoek waait centraal in beide geval verhaal gaat niet over literatuuronderwijs d aarop len immers staat de zelfbeschikking van de leer kom ik uitvoeriger terug in een in 1982 te ver lingen d e meest recente publikatie over dit on schijnen opvolger van zeggenschap g riffioen der w erp bevestigt dit nog eens maar dat ze vrij d amsma 1978 wel kan ik hier vast onthullen wel identiek zijn zoals schut op pag 26 beweert dat we mijns inziens heel goed om de eigen lec gaat te ver i k maak dan ook graag van de door tuur van de leerlingen heenkunnen dat we er ook de redactie van moer geboden gelegenheid om te omheen moeten en dat we leerlingen van de lite reageren gebruik daarbij geef ik er de voorkeur raire kunst dingen moeten laten zien waar ze uit aan de verschillende standpunten scherp tegen el zichzelf niet op zouden komen kaar af te zetten de ontwikkeling van de didac tiek van het n ederlands is er geenszins bij gebaat 2 norm al e en schoolse fun ction alit eit als bepaalde verschillen toegedekt worden zoals schut doet i ntegendeel het aanscherpen van ver mijn hoofdbezwaar tegen het begrip nf geldt schillen kan een impuls en een uitdaging voor on niet zozeer de inhoud als wel de wijze waarop het derwijs onderzoek en ontwikkeling op dit terrein in z n algemeenheid gehanteerd wordt vooral betekenen uiteraard door de leidse werkgroep moedertaal 43 didactiek lwm 1980 daarover gaat deze para denk dat ik zo binnen de hierboven gegeven defi graaf andere kritische aantekeningen vindt men nitie blijf terwijl bovendien beter de aansluiting bij braet 1981 van calcar e a 1979 van calcar bij roggema 1969 tot stand komt dat het hier sturm 1980 en griffioen 1982 bij gaat om dingen waar je niets aan hebt en die in lwm 1980 pag 20 vind je de volgende def i ni oninteressant zijn is een noodzakelijk gevolg van tie van normale functionaliteit het betekent dat het ontbreken van zelfbeschikking zoals de litera je je onderwijs zo inricht dat je leerlingen er iets tuur over vervreemding genoegzaam laat zien van leren dat ze naar eigen oordeel a op ko rte blauner 1964 rowan 1976 niet geheel ten on termijn praktisch kunnen gebruiken b en of rechte denkt ten brinke 1976 dat nf een be boeiend vinden wanneer onderwijs niet normaal langrijke bijdrage levert in de bestrijding van mo functioneel is noemt ten brinke het schools tivatieproblemen functioneel als men dat zo leest lijkt het nu zijn verschijnselen zelden absoluut zwart of alsof de schoolse functionaliteit er volledigheids absoluut wit zo zijn ze ook zelden geheel nf of halve aan toegevoegd is maar niet deel uitmaakt totaal sf het beste lijkt het mij de twee uiter van de definitie volgens mij zit daar een pro sten in hun verhouding tot elkaar te zien gegeven bleem het principe is tot een absolute norm ver een bepaalde vraagstelling zodra men zich af heven en niet langer het dialectisch principe zoals vraagt of een stuk onderwijs functioneel is moet het wellicht oorspronkelijk bedoeld is men normale tegen schoolse functionaliteit afwe in de school vinden talloze rituelen plaats die ty gen nf is geen absolute norm maar een norm pisch bij de school behoren dat wil zeggen je die men voortdurend moet afzetten tegen zijn te vindt ze in geen andere institutie terug bijvoor gendeel sf het is een leidraad bij het denken en beel d discussieren over onderwijs dat gegeven is en ge de leraar stelt vragen niet omdat hij iets niet geven wordt een leidraad waarin sf en nf zich weet maar omdat hij wil controleren of een leer in een voortdurend dialectische verhouding be ling iets wel weet vinden het is geen kwestie van dit is wel nf de leerlingen krijgen titels op het wel en wee dat niet maar wel van meeren minder die dia van de consumptiemaatschappij discriminatie lectiek is erg belangrijk zij voorkomt dat stand demonstreren voor de vrede en moeten daarbij punten gecanoniseerd worden wat de aanhangers een verhandeling schrijven van nf zouden moeten doen is duidelijker die leerlingen moeten zinnetjes ontleden die ze dialectiek laten zien en er duidelijk uit werken zelf nooit gebruiken omdat hun eigen taalgebruik de lwm 1980 doet dat bijvoorbeeld wel in al oneindig veel gecompliceerder en gevarieerder haar stuk over monoloog maar in het hoofdstuk is over grammatica onderwijs blijft die dialectiek leerlingen leren dat je fotocopieren met een c nagenoeg afwezig en fotokopie met een k schrijft niet alleen moet het dialectisch karakter van nf leerlingen leren dat vondel de prins onzer hersteld worden ook moeten de pretenties van dichters was en zien nooit een toneelstuk van de nf tot haar juiste proporties teruggebracht wor ze man den de plaats waar nf speelt is de klas alleen daar kan al dan niet met inachtneming van het die schoolse rituelen worden volgens mij geken oordeel van de leerlingen beslist worden wat merkt door drie eigenschappen interessant is en van praktisch belang omdat al 1 ze zijn sterk gericht op kennis leen daar vastgesteld kan worden wat leerlingen 2 die kennis dient niet zichzelf kundes of atti nodig hebben waar ze zitten wat ze prettig vin tudes maar afvraagbaarheid vandaar dat het den en wat hen boeit daarbuiten kunnen er ver ook zinloze kennis mag zij n moedens over uitgesproken worden en het is ook 3 die afvraagbaarheid is nodig om alles wat in goed dat die uitgesproken worden anders was school gebeurt onder controle te houden een boek als moedertaaldidactiek lwm 1980 onmogelijk en bovendien vormen die vermoe schools functioneel is derhalve alles wat op zin dens de elementen van de discussie tussen allen loze en oninteressante maar afvraagbare kennis is die betrokken zijn bij de bepaling van object en gericht en de leerling de verantwoordelijkheid doelstelling van het vak nederlands in het voort voor het eigen leren geeft noch onderwijst i k gezet onderwijs maar echte beslissingen kunne n 44 buiten de klas niet genomen worden plooiing van het zelf en van de ander maar de an soms krijgt men het gevoel dat nf tot een uni der vormt ook de grenzen van de autonomie hij verseel criterium wordt verheven ik kreeg dat ge beperkt de ongebreidelde vrijheid essentieel voel bijvoorbeeld toen het een uitgangspunt voor voor de autonome mens is dan ook dat hij zich het beleid van de von werd en nog sterker toen onvrij weet en nie tt emin verantwoordelijk dat van calcar e a 1979 en van calcar sturm hij zich dat bewust is en ernaar handelt het hier 1980 hun loodzware geschut op nf rich tt en ik sta ik en ik kan n iet anders kan aldus de vrije kreeg die indruk toen een aantal vakdidactici in keuze van een autonome mens zijn overigens is 1977 aan de cmm de hantering van nf als crite autonomie al evenmin als nf een absoluut be rium aanbeva l ik krijg d i e indruk uit het begin grip het staat in een constante dialectische ver van schuts art ikel waarin alles in het keurslijf houding tot zijn tegendeel heteronomie als men van nf wordt gewrongen en vervolgens nf zelf spreekt en denkt over autonomie gaat het ook de leidraad b i j uitnemendhe i d voor curriculum over heteronomie en omgekeerd men kan dit ontwikkeling wordt misschien is het niet zo be paar zien als het positief en negatief van eenzelf doeld maar het moet duidelijker worden dat nf de foto thu i shoo rt in de microsituatie en ten onrechte ik laat dit in dit verband nu verder rusten op een daaruit getild wordt niet alleen ten onrechte toevoeging na waarom kies ik voor autonomie maar ook tot schade van zichzelf want de tegen het antwoord op die vraag heeft iets irrationeels standers gooien maar al te gemakkelijk met het zoals elke keuze voor een waarde dat heeft ik badwater het kind weg denk dat hier menselijke waardigheid in het ge ding is althans een opvatting daarover ik citeer 3 autonomi e adorno 1971 p 81 de enige werkelijke kracht tegen het principe van auschwitz zou au het is jammer dat schut 1981 zich bij de gelijk tonomie zijn de kracht tot nadenken tot schakeling van autonomie en normale functiona zelfbeschikking tot niet meedoen in deze zin is liteit beroept op de eerste druk van zeggenschap autonomie tenslotte een politiek begrip afkom griffioen 1975 als hij griffioen damsma stig overigens uit de kritische theorie van de 1978 griffioen 1980 of griffioen 1982 had ge frankfu rter schule al onttrekt het zich aan raadpleegd zou hij beter geweten hebben in ie partijpolitiek het staat voor het verzet tegen een der geval mag het citaat uit een nota van het hierarchische samenleving een samenleving waar sectiebestuur nederlands van levende talen niet in onderscheid gemaakt wordt tussen meer en op mijn rekening geschreven worden want ten minder machtigen en waarin ruimte is voor on aanzien van d i e nota was ik mijn handen in on derdrukking een samenleving waarin het machts schuld en wens i k die ook in onschuld te wassen evenwicht wordt bewaard door macht en confor ik zou terwille van de beknoptheid autonomie misme beide in optima forma aanwezig in en hier willen omschrijven als het vermogen om de door de bureaucratie er zitten nog meer kanten kracht van de rede aan te wenden dat wil zeg aan die autonomie filosofische psychologische gen in een samenvloeien van gevoel en verstand en sociaal psychologische en levensbeschouwelij zelfstandig te oordelen te willen en te handelen ke ik laat die nu rusten omdat het ons in dit het tegendeel is heteronomie een gedachteloos verband te doen is om autonomie als opvoedings zich afhankel ijk maken en volgen van een ueber doel voorzover het onderwijs erbij betrokken is ich een leider een autoriteit die gevolgd wordt wie autonomie als opvoedingsdoel en derhalve als zonder dat men zich nog tegenover de eigen po leitmotiv in het onderwijs kiest moet het han tentiele rede verantwoordt belangrijk is dat de den en voeten geven dat wil zeggen omzetten in kracht van de rede ook tot overgave aan de an didactische handelingsorientaties ik heb ge der aan god kan leiden zonder dat daarmee meend dat aldus te moeten doen in het nieuw te sprake is van heteronomie integendeel de wer verschijnen boek over de didactiek van het ne kelijke overgave berust op een redelijke keuze om derlands zich gewonnen te geven om vanuit de eigen auto 1 het bestrijden van het gedachteloze denken nomie de oversteek naar de ander te maken au door leren reflecteren op het eigen taalgebruik tonomie heeft dan ook wezenlijk met andere daardoor worden metadenken en bewustzijn van schepselen te maken zij is gericht op de ont de situatie waarin men verkee rt bevorderd bo 45 vendien worden de leerlingen in dat reflecteren dat alleen maar zinvol is als duidelijk wordt wel verantwoordelijk gesteld voor hun eigen leren en ke didactische voorkeuren ermee behartigd wor hun eigen taal handelen het principe van de re den als dat mondelinge taalvaardigheid is of dif flectiviteit ferentiatie binnen klasseverband kan men even 2 de zelfstandigheid wordt bevorderd door de goed een ander leidend principe kiezen zelfwerkzaamheid in complete communicatieve voor de volledigheid nog het volgende de didac situaties in groepswerk in schrijf en leesgroe tische praktijk wordt natuurlijk niet alleen be pen de leerlingen lopen dan niet aan de leiband paald door pedagogische en onderwijskundige en van de leraar en bovendien raken ze vertrouwd daarachter weer levensbeschouwelijke overwegin met het principe van de keuzevrijheid principe gen maar ook door de eigenaardigheden van het van de zelfwerkzaamheid vak zelf c q nederlands de moeilijkheid is dat 3 keuzevrijheid wordt voortdurend gerealiseerd dat eigenlijk geen vak is het heeft geen eigen in in keuzeprocessen in de klas en in de groepen de houd zoals biologie en geschiedenis taal is een leerlingen raken al werkend vertrouwd met het symboolsysteem en een symboolsysteem gaat al verschijnsel dat onbeperkte vrijheid niet moge tijd over wat anders in ons geval het volle le lijk is maar dat er marges zijn waarbinnen keuzes ven bij nederlands gaat het dan ook niet om het gemaakt kunnen worden het onvrij maar ve rant leren dat maar om het leren hoe kortom om het woordelijk is hier in optima forma aanwezig leren van vaardigheden die verwerft men alleen 4 tenslotte wordt verantwoordelijkheid onder maar door voortdurend het symboolsysteem in al wezen door participerende evaluatie een vorm z n modaliteiten te gebruiken en over dat gebruik van beoordeling waarin leraren en leerlingen in na te denken dat men daarbij nog heel wat te samenwerking tot een beoordeling van de kwali weten komt over dat symboolsysteem is mooi teit van de resultaten komen meegenomen maar het is niet waarschijnlijk dat die kennis de structuur van de wetenschappelijke autonomie is dus niet een principe dat in de discipline zal aannemen microsituatie speelt het moet daarvoor juist nog ve rtaald worden en met bovengenoemde vier 4 conclu si e richtlijnen hebben we geprobeerd dat te doen men ziet dat autonomie als didactisch principe we hebben gezien dat nf voortdurend in relatie werkelijk grondig verschilt van nf het pragma tot sf gezien moet worden dat het begrip een tisme daarvan vindt men in het autonomieprinci pragmatisch karakter heeft en bestemd is voor de pe nauwelijks terug als grondslag van zeggen microsituatie autonomie is van oorsprong een schap vind ik het in tegenstelling tot wat schut politiek en sociaal psychologisch begrip dat voor vindt dan ook te vaag daarin zijn niet de didac de microsituatie onderwijskundig en pedagogisch tische consequenties getrokken die getrokken hanteerbaar gemaakt moet worden het is duide moesten worden dezelfde betekenisloosheid lijk dat de aanhangers van nf verwantschap ver dreigt als het zonder meer tot uitgangspunt van tonen met hen die autonomie nastreven maar de een beleid c q van de sectie nederlands van le begrippen die zij in het vaandel voeren zijn niet vende talen wordt gebombardeerd ik denk dat identiek 46 verkeerde oplossing voor een belangrijk probleem in noten nieuw nederlands jrg 1 1981 n r 1 p 3 4 voor de kritische opmerkingen bij een eerdere versie brinke s ten the complete mother tongue curriculum van deze tekst dank ik h bonset h damsma a j a tentative survey of all the relevant ways of teaching the mother tongue in secondary education gron i ngen evenboe r b prins b veldkamp en h wolters bonnet verweij 1982 p 41 historisch gesproken 197 6 kan het streven naar normaal functioneel onderwijs calcar w van e a de gevaren van een keuze voor de notie normale functionaliteit als beleidspunt voor de waarschijnlijk het best geplaatst worden i n de tradi von interne publikatie van de von 197 9 tie van democratiseringsbewegingen we proberen leerlingen een situatie te b ieden waarin ze meebeslis ca lcar w van j stu rm tactiek e n s tr a teg ie i n ee n politiek belei d in moer 1980 5 p 19 2 8 sen over inhoud en verloop van hun werk en ze zo griffioen j zeggen schap grondslagen en een uitwer doende een alternat i ef voor te leven voor de hu i dige king van een didactiek van het nederlands in het voort verv reemding leerl i ngen leerstof en de huidige onge gezet onderwijs groningen 197 5 lijkwaard ige verhoudingen leraar leerlingen naast andere onderwijsvernieuwende beweg i ngen d i e stre griff i oen j h damsma zeggenschap grondslagen en een uitwerking van de didactiek van het nederlands ven naar emancipatorische onderwijsinhouden en in het voortgezet onderwijs groningen 1978 2 naar het doorbreken van het klassekarakter van het onderwijs hopen wij vanuit ons werk een bijdrage te gr i ffioen j supervisie van beginnende leraren gron i n gen 1980 di ss rug mogen leveren aan een beter onderwijs in een dia logisch socialistische maatschappij gr i ffioen j autonomie en het vak nede r lands i n leidse werkgroep moedertaald i dactiek red moeder ik sluit me in dit opz i cht aan bij hoeben 1981 die taalonderwijs in ontwikkeling muiderberg 1982 te ver wijst op het bevruchtende karakter dat het bestaan sch ijnen van concurrerende theor i een kan hebben ik heb de indruk dat er nog een ander verschil i s n a hoeb en w th j g praktijkgericht onderzoek en de melijk dat bij nf het accent meer gelegd wordt op groei van kenn is een studie naar het kritische vermogen van praktijkgericht onderzoek aan de hand van de analy inhouden bij autonomie meer op procedures werk se van een curriculumonderzoek s gravenhage 1981 wijzen diss rug svo 46 le idse werkgroep moedertaald i dactiek moedertaald idac tiek muiderberg 198 0 l iteratuur roggema j de schoolse school een orienterend onder zoek naar kenmerken van de school als organ isatie assen adorno th w opvoed ing tot mondigheid utrecht 1969 diss antwerpen 197 1 blauner r alienation and freedom the factory work rowan j the power of the group london 1976 psy erand his industry chicago london 196 4 chological aspects of society book 3 bonnet h h verweij taalbeheersingsonderzoek en schut b een visie op l i teratuuronderwijs en een leer planmodel voor literatuuronderwijs in moer 1981 6 normaal funct i oneel moedertaalonderwijs in levende p 24 35 tale n 1982 nr 368 p 27 4 3 braet a het beginsel van normale functionaliteit een 47