Behoeftenonderzoek

Publicatie datum: 1991-01-01
Auteur: Theo Bergen
Collectie: 22
Volume: 22
Nummer: 1
Pagina’s: 21-28

Documenten

tematisc h functioneel spreekvaardigheidscur recensi e riculum nog vee l wer k aan de winkel is dit zal echter meer het werk van methodenontwikke laars vakdidactici en leraren zijn dan van het cito het ciro pakket geef ik een zesmin theo bergen noot en literatuu r behoeftenonderzoe k rob godfried t99o stelt gesimuleerde situa ties zoals het schrijven van een brief over een verzonnen kwestie mijns inziens ten onrechte gelijk aan disfunctioneel onderwijs helaas k de glopper e van schooten de inhoud van geeft hij geen argumenten voor deze gelijkstel de examens nederlands voor havo en vwo am ling ik trek de vergelijking met autorijles nie sterdam sco i99o sco rapport 243 175 blz mand zal toch willen volhouden dat de huidige f2 0 praktijk van de autorijles disfunctioneel is omdat de leerling telkens met een gesimuleerde bestemming achter het stuur kruipt in plaats d oe l van h e t o nd e r zoek van echt ergens heen te willen rijden kees de glopper en erik van schooten van de bonset h functionele taalvaardigheid nader onder s co te amsterdam hebben een onderzoek uit zocht een antwoord op de vraag naar de waarde van gevoerd naar de inhoud van de examens ne het begrip functionele taalvaardigheid in relatie tot derlands voor havo en vwo de resultaten van communicatief taalonderwijs enschede sto 1989 het onderzoek moeten het wer k van de com cverr voortgangsverslag nr 3 voorlopige voor missie vernieuwing eindexamenprogramma s stellen eindexamenprogramma s nederlandse nederlandse taal en letterkunde vwo en taal en letterkunde voor vwo en havo in havo c v e n informatie verschaffen om twee levende talen 456 1990 p 5o6 5i7 concept eindexamenprogramma s samen te geest e van der a braet r oostdam het zal stellen wel altijd een stiefkind blijven over de benar het onderzoek heeft dan ook als doel om de positie van de mondelinge vaardigheden op inzicht te verschaffen in de re levantie van de de bovenbouw van havo vwo in levende inhoud van de huidige examens n ederlands talen 434 1988 p 506 512 voor havo en vwo en moet uitmonden in gelderen a van de validatie van analytische aanbevelingen voor de inhoud van vernieuwde beoordelingen van spreekprestaties in tijd examenprogramma s schrift voor taalbeheersing 8 1986 p 204 221 glopper k de e van schooien de inhoud van volgens de onderzoeksopdracht moest in het de examens nederlands voor havo en vwo am onderzoek vastgesteld worden wat de relevan sterdam sco i99o sco rapport 243 tie van de exameninhoud is voo r godfried r functioneel taalonderwijs in moer het volgen van een studie in het hoger beroeps 1990i4 p 140 149 onderwijs hbo of het wetenschappelijk on janssen t b triesscheijn gebruik inhoud en derwijs wo e n effectiviteit van taal en literatuurmethoden in neder het verrichten van werk of het volgen van een land en vlaanderen den haag stichting biblio bedrijfsopleiding direct na het behalen van een graphia neerlandica i99o diploma havo of vwo lammers h functionele taalvaardigheden in moer 1989 6 p 258 2 64 naast deze twee activiteitsgebieden is voor de noe x een vreemde eend in de bijt in moer relevantie van de exameninhoud ook nog geke r99o 6 p 208 212 ken naar de gebieden burgerschap en privele ved 199 1 i m oe r 21 voor het onderzoek zijn de volgende vraagstel in het kleinschalig vragenlijstonderzoek zijn lingen geformuleerd enkele vertegenwoordigers van dezelfde groe a welke kennis en vaardigheden op het gebied pen aangevuld met vakspecialisten op het ge van de nederlandse taal en letterkunde hebben bied van het onderwijs nederlands bevraagd havo en vwo abiturienten nodig over de wenselijke inhoud van de examens ne voor het volgen van een studie in het hso dan derlands zij kregen uitvoerige informatie over wel vw o de resultaten van het behoeftenonderzoek voor het verrichten van betaalde arbeid of het in het grootschalig vragenlijstonderzoek zijn volgen van een bedrijfsopleiding aansluitend dezelfde groepen als in het kleinschalig vra op het behalen van een diploma ttnvo dan wel genlijstonderzoek bevraagd met het zelfde vwo doel maar op grotere schaal en zonder infor in het kader van hun burgerschap matie over de resultaten van het behoeften b hoe relevant zijn de huidige examenprogram onderzoek ma s nederlands voor havo en vwo gemeten aan de resultaten van het onder a bedoelde be het b e hoefteno nd erzoe k hoeftenonderzoek c welke aanbevelingen kunnen voor de inhoud de constructie van de vragenlijst naar de be van vernieuwde examenprogramma s neder hoefte aan kennis en vaardigheden op het ge lands voor havo en vwo geformuleerd wor bied van het nederlands is grondig aangepakt den en levert een zeer omvangrijke vragenlijst op in feite worden globale doelen op het gebied o p zet va n h e t onde rzoe k van kennis en vaardigheden op het gebied van het nederlands geformuleerd aan kennis en het onderzoek bestaat uit drie fasen vaardigheden bestaat behoefte wanneer het een grootschalig vragenlijstonderzoek naar de gebruik ervan frequent is of wanneer de beheer behoefte aan kennis en vaardigheden op het sing tekorten vertoont het gebruik is geope gebied van het nederlands het behoeftenonder rationaliseerd door vragen te formuleren die zoek betrekking hebben op de frequentie waarmee een kleinschalig vragenlijstonderzoek naar de een beroep gedaan wordt op bepaalde kennis wenselijke inhoud van de examens het kleinscha of vaardigheden het tekort is geoperationa ligpanelonderzoek liseerd door een combinatie van twee vragen een grootschalig vragenlijstonderzoek naar de een vraag naar de mate en een naar het belang wenselijke inhoud van de examens hetgrootscha van beheersing van kennis en vaardigheden ligpanelonderzoek tekorten bestaan bij onvoldoende beheersing van belangrijk geachte kennis of vaardigheden tijdens het behoeftenonderzoek is gepeild bij de vragenlijst omvat een kennis en vaardig abiturienten xnvo en vwo die gerekend vanaf heidsdomein dat in drie hoofdonderdelen is 1988 een vijf of tien jaar geleden examen de opgesplitst de n taalvaardigheid onderverdeeld in taaltaken en docenten uit het x so en het vwo taalvaardigheden vertegenwoordigers van bedrijven en instellin taalbeschouwing of kennis over taal en taalge gen die havo en vwo gediplomeerden zon brui k der verdere opleiding in dienst nemen dan wel het lezen van en kennis over literatuur een bedrijfsopleiding aanbiede n de indeling van de glopper van schooien een groep hoog opgeleide ontwikkelde ne 1990 p 4 t7 volgend bespreek ik de vragen derlander s lijst aan de hand van de noemers taaltaken taal docenten nederlands aan scholen voor ha v o vaardigheden taalbeschouwing en literatuur en v wo taaltaken de gekozen taalta k en zijn geba seerd op een matrijs die negen dimensies bevat zoals mondeling dan wel schriftelijk taalge bruik tekstfunctie genre taaltaken en een aan 22 moer 1 99 1 i 23 een korte samenvat hoe vaak hoe goed hoe belangrijk ting van een tekst 0 dagelijks 0 zeer goed 0 uiterst be langrijk schrijven b v een voor 0 wekelijks 0 goed 0 belangrijk een actiegroep bestemde 0 maandelijks 0 redelijk 0 enigszins belangrijk korte samenvatting van 0 ieder kwartaal 0 matig 0 niet zo erg be langrijk een artikel in de krant 0 jaarlijks 0 slecht 0 onbelangrij k 0 zelden of nooit 0 zeer slech t afbeelding i de vragen over de taaltaak een korte bij de indeling die wesdorp heeft voorgesteld samenvatting van een tekst schrijven voor de vier vaardigheden voor de vaardig heden samenvatten zijn ad hoc categorieen onderscheiden die betrekking hebben op selec tal andere onderscheidingen die bij mondeling tief volledig en kort lang samenvatten voor en schriftelijk taalgebruik wordt gemaakt de vaardigheid argumenteren zijn de onder de matrijs leverde tot taaltaken op welke scheidingen van oostdam couzijn gevolgd bevraagd werden binnen het activiteitsgebied dit leverde 36 aspecten van taalvaardigheid op studie en werk door de toevoeging van vier bij elk aspect werd gevraagd naar hoe goed en taaltaken het schrijven van een sollicitatiebrief hoe belangrijk dit aspect is hetgeen dus 72 vra voorlezen kijken en of luisteren naar informa gen opleverde een voorbeeld van een item is tieve programma s op radio en t v en kijken weergegeven in afbeelding 2 en of luisteren naar amusementsprogramma s op radio en t v werd dit aantal uitgebreid tot taalbescho u wing bij dit hoofdonderdeel ios deze werden bevraagd binnen het acti werden vragen over de kennis over taal en taal viteitsgebied burgerschap over elke taaltaak gebruik gesteld aangesloten wordt bij de drie werden aan de respondenten drie vragen ge perspectieven van waaruit taalbeschouwing steld gevraagd werd naar de frequentie waar gegeven kan worden het formele het seman mee een taaltaak uitgevoerd wordt de mate van tische en het pragmatische perspectief daar beheersing van die taak het belang dat aan de naast is ook het historische perspectief opge beheersing ervan gehecht wordt nomen in de vragenlijst zijn een achttiental zowel voor de drie activiteitsgebieden als kennisgebieden onderscheiden zoals fonetiek voor de groepen respondenten werden versies zinsbouw taalfilosofie sociolinguistiek psy van de vragenlijst gemaakt deze opzet leverde cholinguistiek retorica schrijfprocedures ge 3 1 5 vragen op een voorbeeld van een item is sprekstechnieken spel l ingsregels interpunc weergegeven in afbeelding i tieregels aan elk kennisgebied is een item gewijd waarover twee vragen werden gesteld taalvaardi g h e den 700i de taalvaardig het hoofdonderdeel taalbeschouwing omvat heden is een indeling gemaakt in zes onderde dus 36 vragen een voorbeeld van een item is len schrijven lezen spreken luisteren samen weergegeven in afbeelding 3 vatten en argumenteren deze onderdelen zijn weer verder ingedeeld waarbij aangesloten i s lit e ratuur dit onderdeel bevat het lezen van literatuur en de kennis over literatuur en aanverwante zaken de doelstellingen van het afbeelding 2 de vragen over de taalvaardigheid literatuuronderwijs bleken in vijf categorieen telefone ren te kunnen worden ingedeeld deze zijn telefo n eren het met vreemden spreken via h oe goed h oe be l a n grijk de telefoon 0 goed 0 belangrij k 0 matig 0 enigszins belangrijk 0 slecht 0 onbelangrij k 1991 1 moer 23 leer va n de zinsbouw o f gra mm at ica de hoevee l k e n nis hoe b elan g ri j k grammatica houdt zich bezig met de struc 0 veel 0 belangrij k tuur van zinnen de traditionele school 0 weinig 0 enigszins belangrijk grammatica bestaat uit zinsontleding en 0 geen 0 onbelangrijk woordbenoemen de modern e grammatica onderzoekt de regels die aan de opbouw van zinnen ten grondslag liggen het bevorderen van leesplezie r afbeelding 3 de vragen over leer van de zinsbouw het aanbrengen van kennis over de literatuur ofgrammatica geschiedenis het leren analyseren van literatuu r het geven van informatie over literatuu r en een beheersvraag hoe goed het grootste het leren lezen van de taal van historische wer tekort bestaat wanneer een taak uiterst belang ken rijk gevonden wordt en zeer slecht beheerst verder worden er drie perioden onderschei wordt het tekort is het kleinst bij zeer goede den voor 188o i88o 1945 na 1945 bij elke beheersing en het ontbreken van het belang periode werd xnvo en vwo gediplomeerden gevraagd naar het lezen van en de kennis over h et klein sc h al ig panel o nd erzoek literatuur en achtergronden daarnaast werd gevraagd naar enkele met literatuur verwante voor het kleinschalig panelonderzoek werden onderwerpen in afbeelding 4 zijn enkele vra twee vragenlijsten geconstrueerd die vragen gen weergegeven hierbij kan nog opgemerkt bevatten over de wenselijke samenstelling van worden dat voor elke periode de items op over de examens schoolonderzoek en centraal eenkomstige wijze zijn geformuleerd over schriftelijk nederlands voor havo en vwo i n het hoofdonderdeel literatuur werden in totaal de vragenlijsten is het vakgebied nederlands 63 vragen gesteld op overeenkomstige wijze opgesplitst als in de vragenlijst voor het behoeftenonderzoek met deze vragenlijst die in totaal maximaal daarnaast werd in een resultatenboekje een 486 vragen bevat werd het behoeftenonder overzicht gegeven van de bevindingen van het zoek uitgevoerd opgemerkt moet worden dat behoeftenonderzoek de respondenten werd niet alle vragen aan iedere doelgroep werden gevraagd deze bevindingen in hun oordeel te voorgelegd betrekken over wat de inhoud zou moeten zijn de steekproeftrekking is zorgvuldig opgezet van de eindexamens nederlands voor havo en helaas bleek dat de response gemiddeld op v wo 29 procent uitkomt in het totaal ongeveer in het totaal deden 59 respondenten 24 voor 1334 respondenten het hoogste percentage is de eindexamens havo en 35 voor de eindexa 43 procent vwo abiturienten op het activitei mens vwo aan het panelonderzoek mee be tengebied studie het laagste percentage is halve een veertiental vakspecialisten hadden 12 procent werkgevers op het activiteitenge deze respondenten ook aan het behoeftenon bied werk non response onderzoek maakt derzoek deelgenomen duidelijk dat er geen systematische uitval heeft er treden verschillen op tussen het oordeel plaatsgevonden waardoor de generaliseerbaar van het xnvo panel en het vwo panel met be heid van de gegevens geen gevaar loopt trekking tot de evaluatiefunctie van het examen de resultaten betreffen steeds twee typen en het belang van de verschillende vakonderde scores gebruikscores en tekortscores een ge len voor het havo panel is de evaluatiefunctie bruikscore is de gemiddelde waarde van de ant van het examen vooral gericht op studie bur woorden van de responsegroepen op een fre gerschap en werk voor het vwo panel is de quentievraag hoe vaak een tekortscore is de evaluatiefunctie van het examen vooral gericht gemiddelde waarde van een combinatie van op studie op de evaluatie van het gegeven on de antwoorden op een belang hoe belangrijk derwijs en op cultuuroverdracht wat betreft d e 24 moer 1 99 1 i k e nn es over l it eratuur versc henen voor 1880 e n over ac htergron d e n h oev eel kenn is bezit u over de ond e rstaande onderwerpe n hoe b e la ngrijk vindt u het om kennis over deze onderwerpen t e be zitten h et leven en de opvattinge n h oeveel kenni s hoe belan grijk van schrijvers uit de periode 0 veel 0 belangrij k voor 1880 0 weinig 0 e nigszins b e langrij k 0 geen 0 onbelangrij k de wijze waarop in deze h oevee l k e nn is hoe belangrijk periode literaire w e rken 0 veel 0 b e langrijk geproducee rd e n verspreid 0 weinig 0 enigszins be langrijk worden de rol van uit 0 geen 0 onbelangrijk gevers literaire blade n etc ke nn is o v er litera tuu r v er sc henen na 1945 en ove r ac iit e rg r o nd eiy hoeveel kennis bezit u ov er de onderstaande on derwerpen hoe belangrijk vindt u het om kennis over deze onderwerpen te bezitten het leven en de o p v att i ngen h oe veel kennis hoe belangrijk van sc hrijvers uit de periode 0 veel 0 belangrij k na 1945 0 weinig 0 enigs zins belangrijk 0 geen 0 onbelangrij k a n der e m e t lite ra t uur v e rwa nte onderwerpen hoeveel kennis b e zit u over de o nder st aande onde rwerpen h o e belangrijk vind t u het om kennis over deze onderwe rp en te bezit ten het nederlands uit vroeger hoeveel kennis hoe belangrijk ti j d e n woorden zegs en 0 veel 0 belangrijk schrij fwijz e n van het neder 0 wei nig 0 e ni gs z in s belangrijk lands uit de middeleeuwen 0 geen 0 onbelangrij k e n uit de 16e 1 7 e 1 8 e en 19e eeuw vakonderdelen wordt door beide panels het afbeelding 4 enkele vragen over het hoofdonder meeste belang gehecht aan schrijven vervol deelliteratuu r gens aan lezen en spreken luisteren staat bij het xnvo panel op de vierde plaats literatuur op de vijfde en taal wing bestaat bij beide panels meer twijfel beschouwing op de zesde plaats bij het vwo vervolgens worden de resultaten per vakon panel staat literatuur op de vierde plaats luiste derdeel verder uitgesplitst de resultaten laten ren op de vijfde plaats en taalbeschouwing op verschillen zien in de beoordelingen van vak de zesde plaats onderdelen tussen beide panels hoewel ook de beide panels zijn van mening dat de vakon verschillen binnen panels aanzienlijk zijn derdelen schrijven en lezen zeer zeker in het eindexamen moeten worden opgenomen dit geldt ook voor literatuur over de opname in het eindexamen van luisteren en taalbeschou 1 99 1 i moer 2 5 h et grootsc h alig p ane londe r zoek wat moet i n d e nie u we exa me ns in het grootschalig panelonderzoek hebben i68 de resultaten van de drie studies moeten een respondenten de vragenlijst over het havo antwoord geven op de vraag welke vakonder examen beantwoord en 203 die over het vwo delen in de nieuwe eindexamens moeten wor examen de respondenten zijn geworven onder den opgenomen er wordt geen onderscheid de deelnemers uit het behoeftenonderzoek er gemaakt tussen xnvo en vwo omdat de on bestaan grote overeenkomsten tussen de resul derzoeksresultaten daartoe onvoldoende aan taten van beide panelstudies wel nemen do leiding geven centen nederlands vergeleken met de andere schrijven de onderzoeksresultaten suggereren panelleden afwijkende standpunten in dat de relevantie van de examenprogramma s havo en vwo docenten nederlands zijn als het om de opnamen van het onderdeel vergeleken met de overige groepen duidelijk schrijven gaat verbeterd kan worden door de minder geporteerd voor de opname van spre bepaling op te nemen dat schrijven niet alleen ken luisteren en taalbeschouwing in het cen in het c s e maar ook in het s o getoetst dient te traal schriftelijk eindexamen c s e en het worden schoolonderzoek so lezen de onderzoeksresultaten laten de vraag in beide panels geven docenten nederlands open of lezen in het c s e en het s o getoetst vergeleken met de overige panelleden aan spre moet worden de onderzoekers pleiten ervoor ken en luisteren minder en aan literatuur meer de toetsing zowel in het c s e als het so te laten gewicht in het eindexamencijfer dezelfde trend plaatsvinden doet zich voor bij de verdeling van de onder spreken de onderzoeksresultaten geven geen wijstijd over spreken luisteren en literatuur aanleiding om iets aan de bepaling te verande docenten hechten sterker dan de overige ren dat spreken alleen in het so getoetst moet panelleden aan de beschouwende en de argu worden mentatieve tekstfunctie en minder sterk aan de luisteren hoewel de onderzoeksresultaten niet rapporterende en de directieve functie eenduidig zijn over de noodzaak om luisteren docenten vinden vergeleken met andere op te nemen in het examen gaat het te ver panelleden stukken en proza belangrijker dan om het onderdeel luisteren uit het examenpro formulieren aantekeningen en brieven do gramma te schrappen de onderzoekers menen centen vinden ook de opname in het c se of s o dat aan de bepaling dat luisteren alleen in het van gesprekken monologen en toespraken so getoetst moet worden niet hoeft te verande minder belangrijk ren vergeleken met andere panelleden hechten taalbeschouwing de onderzoeksresultaten ge docenten minder sterk aan de opname in het ven geen eensluidend antwoord op de vraag of cse en so van vrijwel alle taalbeschouwings taalbeschouwing als vakonderdeel in de exa onderdelen menprogramma s opgenomen moet worden docenten vinden daarentegen vergeleken de onderzoekers zijn van mening dat de rele met andere panelleden de opname in het cse vante taalbeschouwingsonderdelen beter bij de en so van vrijwel alle letterkunde onderdelen toetsing van taalvaardigheid ondergebracht belangrijker kunnen worden en dus niet als apart onderdeel bij schrijven hechten de docenten voor het in de examenprogramma s moet worden opge c se en het s o meer aan handschrift en minder nomen aan typevaardigheid en vaardigheid in tekst literatuur deonderzoeksresultatenbevestigen verwerking bij het lezen geldt dat zij voor het overduidelijk dat literatuur als vakonderdeel c s e en s o minder belang toekennen aan het in de examenprogramma s opgenomen moet lezen met een speciaal doel bij spreken en luis blijven voor de toetsing lijkt het so de aange teren hechten zij voor het c s e en het s o minder wezen plaats er hoeft wat dit betreft niets aan aan alle onderscheiden vaardigheden de examenprogramma s te veranderen voorlezen de onderzoeksresultaten geven wei nig steun aan de opname van een afzonderlijk onderdeel voorlezen voorlezen scoort noch 26 moer 1 99 1 i qua tekort noch qua gebruik erg hoog andere de uitvoering van het onderzoek is mis gegaan onderdelen van spreekvaardigheid lijken de vooral de tegenvallende respons lijkt mij on voorkeur te verdienen het examenprogramma danks de geruststellende resultaten van het zou op dit punt veranderd moeten worden non response onderzoek een probleem bij dit onderzoek ik heb de sterke indruk dat de om de onderzoekers besluiten hun rapport met vang van de vragenlijst de respons gedrukt aanbevelingen voor de inrichting van het eind heeft de onderzoekers vragen nogal wat van examen voor elk vakonderdeel afzonderlijk zij de motivatie van de respondenten en lopen geven met betrekking tot de taaltaken en de hierdoor te veel risico waarom is er naast taalvaardigheden aan wat op basis van de be de keuze voor afzonderlijke doelgroepen per vindingen uit het behoeftenonderzoek en de activiteitengebied ook niet gekozen voor een beide panelonderzoeken in het s o en wat in steekproef uit de items het cse getoetst zou moeten worden vooral door de gekozen opzet van het onderzoek de onderdelen spreken en luisteren komen in zijn de beschikbare gegevens zeer omvangrijk aanmerking voor verandering de vraag waar elke onderzoeker mee worstelt de onderzoekers merken op dat de voortzet is dan hoe de grote lijn van het onderzoek vast ting van de huidige praktijk waarin spreekvaar te houden en de relevante gegevens van de digheid vooral in samenhang met het onderdeel minder relevante gegevens te onderscheiden literatuur wordt getoetst duidelijk ongewenst de auteurs kiezen voor de presentatie van hun is de toetsing van spreekvaardigheid zou eens gegevens voor een hoog aggregatieniveau dit grondig moeten worden aangepakt betekent dat zij afzien van verschillen met be voor het onderdeel luisteren zou het vooral trekking tot de doelgroepen en de drie acti moeten gaan om het luisteren in gesprekken viteitengebieden de gegevens worden dus op waarbij een combinatie met spreken voor de de eerste plaats opgeteld en gemiddeld over de hand ligt of om het luisteren naar monologen verschillende doelgroepen en op de tweede en of toespraken er zou een duidelijke keuze plaats over de drie activiteitengebieden door gemaakt moeten worden tussen monologische deze werkwijze ontstaat er mijns inziens een en dialogische luistervaardigheid kiest men wanverhouding tussen de gedetailleerde en voor dialogische luistervaardigheid dan ont fijnmazige opzet van het behoeftenonderzoek komt men er niet aan om ook de problematiek en de uiteindelijke vrij globale gegevens uitge van de gespreksvaardigheid hierbij te betrek drukt in gemiddelden ondanks deze ingreep ken ook de toetsing van luistervaardigheid blijft het toch nog moeilijk om het overzicht zou eens grondig moeten worden aangepakt over de grote hoeveelheid gegevens te bewaren bovendien zijn de antwoorden van de verschil evaluatieve opmerkingen lende responsgroepen niet gelijkwaardig waardoor het probleem van de weging van de de informatie die de studie oplevert gaat ge antwoorden zich voordoet de ongewogen ge bruikt worden om te beslissen hoe de ver middelden die nu worden gepresenteerd met als nieuwde eindexamenprogramma s nederland argument om de overzichtelijkheid van de gege se taal en letterkunde voor het xnvo en vwo vens te bewaren doen geen recht aan de nuan zouden moeten zijn deze studie levert de em ceringen die er tussen de responsgroepen zijn pirische basis voor zo n beslissing interessant is de vraag hoe de leden van beide het onderzoek biedt veel empirisch materiaal panels denken over het onderwijs nederlands dat kan worden gebruikt bij de discussies over vooral de opvattingen van docenten en vakspe de inrichting van het s o en het c se in die zin cialisten zijn van belang het is jammer dat de zal de c v en tevreden zijn kees de glopper en onderzoekers de panelleden niet hun eigen op erik van schooien hebben hun taak naar beho vattingen over de vakonderdelen hebben laten ren vervuld zij hebben op een consistente wij expliciteren het lijkt mij een goede zaak om ze de onderzoeksinstrumenten geconstrueerd met een aantal deskundigen op het gebied van hun steekproeven van respondenten zorgvuldig de nederlandse taal en letterkunde en op grond samengesteld en de resultaten beschreven van literatuur ter zake uitgangspunten te kiezen de onderzoekers geven duidelijk aan wat bij en deze uitgangspunten te operationaliseren o p 1991 1 moer 2 7 het concrete niveau van de examens voor havo recensi e en vwo de confrontatie van deze theoretische benadering met het empirisch materiaal voor komt dat de mogelijke dominantie van de prin cipes bruikbaarheid en haalbaarheid die in het hilde hacquebord empirisch materiaal liggen besloten een te gro te rol spelen bij de opzet van de vernieuwde systematiek i n examens de functie van het kleinschalige panelonder het tweede taalonderwij s zoek is mij niet duidelijk geworden was deze studie bedoeld als een voorstudie of moet het als een volwaardig onderzoek worden be schouwd de auteurs behandelen het klein schalig panelonderzoek als een volwaardige piet litjens nederlands als tweede taal een hand studie dit betekent dat de resultaten van beide boek voor de volwasseneneducatie amersfoort en panelstudies als een crossvalidatie beschouwd schede ncco slo 199 0 f2 5 mogen worden als dit het geval is moeten de overeenkomsten en de verschillen tussen beide panelstudies goed op een rijtje gezet worden het volwassenenonderwijs in het nederlands ten slotte de auteurs kondigden aan dat zij in als tweede taal kenmerkt zich door een grote een vervolgrapportage met meer toetsende ge verscheidenheid aan doelgroepen doelstellin gevens zullen komen ik vind dat zij daartoe gen en te onderwijzen taalvaardigheidsniveaus ook verplicht zijn de lezer moet zich behoor veel docenten hebben te maken met cursisten lijk inspannen om zich door de berg gegevens groepen die telkens weer anders van samenstel heen te worstelen en dat ligt toch niet alleen ling zijn en vrijwel altijd blijken de deelnemers aan de leesvaardigheid van de lezer de studie tijdens de cursus zich zeer verschillend te ont leent zich voor technieken als multidimensio wikkelen nu zijn er inmiddels redelijk veel nele schaling en vraagt om het toepassen van behoorlijke leermiddelen op de markt maar multivariate analyses met deze statistische geen enkele daarvan zal een bepaalde doel procedures kunnen de onderzoekers nagaan of groep in een bepaalde cursus op maat bedienen het stramien dat zij nu a priori op de data leggen de docent moet het materiaal selecteren en ook empirisch houdbaar is zij moeten mijns daarbij zijn eigen leer plan trekken het boek inziens op zoek gaan naar de onderliggende van piet litjens wil docenten hierbij een hand structuur die aan hun gegevens ten grondslag reiking bieden en voorziet daarmee in een be liggen zo n empirische toetsing van de resulta hoefte het wil bijdragen tot de continuiteit en ten van het behoeftenonderzoek en van de beide samenhang in het tweede taalonderwijs in de panelstudies zou het denken over de vernieu volwasseneneducatie maar ook in het voort wing van de inhoud van het onderwijs in de gezet onderwijs kan dit handboek voor de nederlandse taal en letterkunde voor het havo tweede taaldidactiek goed gebruikt worden en het vwo een stap verder kunnen brengen litjens weet wat er in de praktijk speelt het de vernieuwing in de examenprogramma s is boek is voor een groot deel tot stand gekomen een stap die daarna gezet kan worden in nascholingscursussen die litjens heeft ver zorgd voor onderwijsgevenden in de volwas seneneducatie door wie het materiaal is aan gedragen dat in het boek wordt uitgewerkt de toegankelijkheid van het boek buiten een dergelijk cursusverband is echter niet optimaal in de laatste twee delen worden vele voorbeel den gegeven van analyses van mondelinge en schriftelijke taalgebruik van t2 lerenden die volgens litjens de basis vormen voor een cur susontwerp en een op de cursisten toegesnede n 28 moer 1 991 1