Biegels ‘Anderland’ in de klas

Publicatie datum: 1991-01-01
Collectie: 01
Volume: 01
Nummer: ?
Pagina’s: 15-27

Documenten

warn de moor ank hendrick s biegels anderland in de klas 1 inleiding in het juni nummer van tsjip maakten wij een analyse van zuidland de verha lenbundel waarvoor p thomfise na de nodige commotie de ako literatuurprijs in ontvangst mocht nemen enkele maanden daarvoor op 6 maart werd bij ge brek aan stennis rond de keuze en misschien ook omdat het jeugdboek toch altijd nog minder serieus wordt genomen dan de grote literatuur bijn a onopgemerkt de libris woutertje pieterse prijs uitgereikt aan paul biegel voor zijn boek an derland een brandaan my the behalve de gebruikelijke lorprijzingen op compositie stijl en thematiek vermeldt het juryrapport de volgende grote verdienste net is geschikt voor oudere jonge lezers een leeftijdsgroep waarvoo r niet veel en niet bijster veel goede boeken ge schreven worden paul biegel negeert met anderland het vermeende verschil tussen kinderboek en literatuur even tussen haakjes dez e mededeling va n de jury representeert een opvatting ook de twee eerdere winnaars van de woutertje pieterseprijs imme dros en margriet heijmans werden door de jury onder lei ding van jan blokker uitbundig geprezen om de literaire kwaliteiten waardoo r hun werk voor jong en oud interessant zou zijn biegel is geen onbekende als prijswinnaar in 1965 toen thom6se nog leerde le zen en schrijven o p de lagere school werd het sleutelkruid al uitgeroepen tot beste kinderboek van het jaar hij kreeg een gouden griffel voo r de kleine ka pitein in 1973 ontving hij de staatsprijs voor al zijn kinderboeken en de nienke van hichtumprijs voo r de twaalf rovers als bewerker van reinaart de vos 1972 bleef hij dichtbij het origineel in anderland voegde hij aan zijn sterk e verbeeldingskracht de rijke fantasie toe die uit zoveel van zijn werken spreekt 2 context net als de grieken in de tijd va n homerus waren de oude kelten een volk van mondelinge overlevering talloze avonturenverhalen werden van generatie op ge neratie doorverteld steed s aangepast aa n de tijd steed s aangevuld me t eigen fantasieen slechts weinig verhalen zijn late r aan het schrift toevertrouwd e6n van die verhalen i s het verhaal van de wonderreis va n de christelijke monni k brandaan 2 1 ouder e versie s neerlandici zullen vertrouwd zijn met de brandaan legende zoals deze laatstelijk in de uitgave van oskamp1 is weergegeven en ingeleid het gaat dan concreet om een toelichting op de reis van sente brandane dat de ierse monnik brandaan de zee bevoer had eigenlijk te maken met een religieus doel in de vroege ierse kerk kende men de peregrinatio pro deo de ballingschap ter wille van god deze 15 beweging is terug te voeren op het kluizenaarschap dat bijvoorbeeld doo r anto nius werd gezocht om te verzaken aan het aardse bestaan met zijn welvaart en materialisme zoals in matth 19 21 wordt gevraagd wil men volmaakt zijn en in de hemel komen nu kende ierland geen woestijn en daarom zochten de pelgrims hun terra deserta vaak op eilanden plaatsen waar zij tot hun dood wilden blijven en begraven worden men kon die vinden in de meren de shannon en de atlanti sche oceaan en de monniken trokken verden naar usland naar groot briuannie en tot in noord italie toe en stichtten er nederzettingen kloosters kluizen voor de ierse schrijvers aantrekkelijke stof oskamp aanleiding en doel waren gege ven maar waar het de gebeurtenissen tijdens de eigenlijke reis betrof konden zij hun fantasie de vrije loop laten p 7 in de literatuur werd de terra deserta veelal vervangen door de terra repromissionis dat is een land vergelijkbaar me t het aards paradijs het land van belofte bij oskamp vindt men de ontwikkeling van het verhaal van brandaan beschre ven hij licht ons in over de laujnse vita brendani een leven en de navigatio sancti brendani abbatis een queeste die de aanloop vormden voor de middel duitse reis waarop de diverse duitse en nederlandse versies berusten oskamps uitgave i s gebaseerd o p het comburgse handschrif t va n plm 1370 maartj e draak arrangeerde in 1949 de tekst op basis van dit en het hulthemse handschrift van plm 1410 daa r kwam nogal wat kritiek op die zij in een fel rekenschap achteraf nil 1966 van zich afschoof2 en oskamp heeft de veiliger weg gekozen was de hoofdfiguu r va n d e latijns e vita en navigatio ee n vroo m man die vasthield aan zijn doel het eiland der geloften der heiligen te bereiken brandaan zoals hij in de reis van sente brandane uit de twaalfde eeuw op reis gaat is een ongelovige thomas zijn reis is in zekere zin een straf hij wil niet geloven dat er twee aardse paradijzen zijn een waarin hijzelf leeft en een onder de aarde waar het nacht is als het bij hem dag wordt dat er vissen zijn zo groot als een eiland waarop bomen groeien en dat judas het zondags wat minder zwaar heeft dan door de week en woedend gooit hij het boek in het vuur en beweert dit alles slechts te zullen geloven wanneer hij het met eigen ogen heeft gezien een engel van god berispt hem daarvoor hij moet uit varen gaan om de geloochende wonderen de teekenen ons heeren zelf te gaan zien en het verbrande boek te herschrijven hij komt op pijnlijke wijz e va n loochenin g to t erkenning he t gaa t du s om gelogenstraft ongeloof zoals oskamp citeert maar een boetvaardige zondaar is brandaan niet integendeel vasthoudend gaat hij de duivel te lijf en hij wint al tijd dat komt omdat hij de hulp van god inroept en zo de genade verwerft wie zich niet tegen de viant verzet wordt verdoemd en van dat lot der verdoemden hebben ons in de beeldende kunst bruegel en bosch schokkend bedoelde voor beelden gegeven die al wekken ze door hun scabreusheid ook de lachlust iets huiveringwekkends hebben het is jammer dat oskamp niet de moeite nam of het misschien beneden zij n waardigheid achtte om van de reis van sente brandane een samenvattng te ma ken waarin de verschillende elementen van het verhaal tot hun recht komen daar hadden we voor een tekstbestuderende benadering van de reis meer aan gehad dan 16 aan de vele bladzijden waarin het ene handschrift met het andere en de nederlandse tekst met de duitse wordt vergeleken en dan nog wel op allerlei details nu werd het discours uitsluitend gevoerd met degenen die het 2284 regels tellende gedicht al geleze n hebben nie t d e leraren maa r d e vakgeleerden al s w e on s we l herinneren was dit niet het doel dat ornee en wijngaards beide stoere werkpaar den in het veld va n d e didactiek zij n inmiddel s overleden me t hun klassie k letterkundig pantheon voor ogen hadden wat dit betreft heeft de docent die zich wil verdiepen in deze puike stof veel meer aan de uitgave van maartje draak uit 1949 en de zeer interessante catalogus bij de expositie de wereld van sint brandaan uit 1986 samengesteld onder redactie van de eminente mediaevist w p gerritsen3 draak formuleert als de beste en weet enorm veel te vertellen over de achtergrond van het verhaal legt de relatie met zeemansverhalen met de ierse immram maeldufn pakt uit over theoriesn duidt het 12e eeuws verhaal in de context van wat ze noemt de kruisvaartroman tiek gerritsen informeert ons met zijn prozavertaling opgenomcn in de wereld van sint brandaan direkt over de inhoud van het verhaal bovendien gaat hij in op de eerder genoemde navigatio en de reis van sint brandaan en trekt hij de lijn van de middeleeuwen tot aan de nieuwe tijd door wat betreft de fascinatie voor de omzwervingen van de ierse heilige daarnaast vindt men in dit mooie boek een levendige beschrijving van de ierse achtergronden brandaan kerk kloosterleven schriftelijke documenten het verhaal van maeldufn door keltologe doris edel en een iconografisch e verkenningstoch t doo r miek e d e kreek di e he t nodig e kopieerbare materiaal oplevert waarmee elk betoog over dit onderwerp verle vendigd kan worden mediaevist paul wackers attendeerde ons bovendien op de nieuwe vertaling die willem wilmink in de pen heeft i n madoc het tijdschrift voo r medievistiek 5 3 oktober 1991 vertelt gerritsens werkgroep brandaan over de wijze waarop deze werkgroep met wilmink heeft samengewerkt om niet alleen een spannende maar ook een correcte vertalin g o p tafel t e krijgen telken s volg t op enkele vertaalde regels het commentaar van de deskundigen en de verwerking daarvan in de verbeterde tekst een stukje filologenwerk dat minstens voor de leraar het le zen waard is maar dat ons inziens ook in de bovenbouw van het vwo gesmaakt kan worden om te weten i n welke mate paul biegel de teekenen des hemels heeft benu t voor zijn anderland volgt hier een aantal curieuze zaken die brandaan op zijn reis tegen kwam een reuzenhoofd dat niet gedoopt wil worden draken en vliegende herten een heel bos op de rug van een geweldige vis allerlei monsters gekwclde zielen paradijselijke zalen een leverzee met magneetberg monniken die door god zelf worden gespijzigd boetende kluizenaars judas aan een zijde brandend op een hete steen terwijl zijn andere zijde bevroren is een luilekkerland engelen met zwijnhoofden di e luisteren naar de naam walscherande en onzijdig wille n blijven moch t het in de hemel tot opstand komen een man die de zee wil uit scheppen of de monc die een breidel stal en door de duivel werd meegenomen 17 als je bijvoorbeeld ove r dit laatste voorval leest is de neiging groot meer te gaan vertellen over de direktheid waarmee de middeleeuwer de duivel te lijf ging tussen brandaan en de duivel wordt voortdurend onderhandeld en met lijfelijk e trues gewerkt als brandaan hem niet de monnik wil teruggeven laat de duivel een fikse sluipscheet die de monnik niet in een geur van heiligheid plaatst en zovoorts 2 2 voorgangers het verhaal van sint brandaan boeide tot in onze tijd in bij het omslag in dit nummer schreven we over het merkwaardige boek van creston5 in 1976 bouwde de ierse historicus en zeevaarder tim severin een crucchan dat is een boot van hout en leer zoals de oude ieren gebruikten hij noemde die brendan reisde tus sen 18 mei en 1 5 juli 197 6 van ierland via de far or naar ijsland en ondernam tussen 8 mei en 26 juni 197 7 de tocht van ijsland naar amerika me t zijn on derneming bewees severin twee dingen dergelijke tochten zijn me t primitieve middelen inderdaad mogelijk geweest en veel fantasie uit de verhalen blijkt op werkelijkheid te berusten hij schreef er bovendien een fascinerend boek over in 1978 bij hutchinson wynberg south africa verschene n met fotomateriaal ui t de national geographic en fraaie pentekeningen 6 paul biegel meldt in zijn korte inleiding dat hij zich door het reisverslag van se verin heeft laten inspireren bij het schrijven van zijn eigen brandaanverhaal 3 literaire analyse we willen wijzen op de aspekten die ons zijn opgevallen en weten dat we daarbij niet volledig kunnen zijn in dit geval lijkt het ons nuttig aandacht te schenken aan de auteursintentie biegel is immers niet de eerste die de brandaan legende als uitgangspunt neemt voor een eigen verhaal de thematiek de structuur en de uitwerking van biegels intentie op de stijl om het overzichtelijk t e houden ge ven we eerst een korte samenvatting van het verhaal 3 1 het verhaal het verhaal speelt zich af aan het ierse strand tijdens het golven tellen vindt de tamelijk onnozel e jongen die door een primitieve gemeenschap van vissers als malle wordt aangesproken op het strand een drenkeling het is bran groot sterk en imponerend in de ogen van de gepeste malle een soort god als bran enkele dagen later bijkomt van zijn uitputting blijkt hij bovendien een geweldig vertel ler te zijn hij vertelt bij stukjes en beetjes over ijs op het water over een voge leiland over een vuurberg en over anderland anderland riep de held dat is de naam he anderland waar geen kou is en geen kilte geen mist geen regen geen winter geen honger anderland waar de koeien en de schapen gebraden rondlopen en de beken van schuimend bier over de stenen bruisen waar de vrouwen jong zijn en mooi en willig 18 waar de tanden niet uit je bek rotten en je voeten niet verkreupelen i n een spleet p 32 malle en zijn dorpsgenote n luistere n vo l ontzag naa r bran als hij er niet is nemen ze zijn verhalen nog eens door laten stukken weg en fantaseren er nieuwe bij een mooie illustratie van het ontstaan van een mythe anderland gaat ook over verlangen verlangen naar het onbekende anderland of bran anderland echt heeft gezien blijft i n het midden wij vermoeden dat zijn paradijs ligt waar hij de vrouw achterliet van wie hij hield wei probeert hij malle ervan te weerhouden om uit te varen naar het onbekende westen uiteindelijk is het toch datzelfde ver langen dat malle meesleept naar de onbekende oneindigheid 3 2 auteursintenti e wat biegel met het verhaal wilde blijkt uit zijn inleidinkj e al s hij severin ci teert andermaa l kwamen de nuchtere feiten boven en kon een begrijpelijke in terpretatie worden gegeven aan de wilde fantasiefin ui t de vertelling en behalve dat hij wilde laten zien hoezeer de fantasiesn op werkelijkheid berustten heeft hij inspiratie gevonden in de ierse kerstening en het ontstaan van pure mannenge meenschappen van hun kloosters bronnen van ascese en spirituele kracht een opdracht aan een vriend zou op een behoefte aan zulk een mannengemeenschap in onze tijd kunnen wijzen 3 3 de thematiek met deze auteursintentie hangt ons inziens samen de nadruk die de auteur legt op de groeiende vriendschap tussen de aangespoelde vreemdeling bran en de manke jongen di e door de gemeenschap i s uitgestoten maa r wel de eerste i s die de vreemdeling ontmoet malle is juist met een droom afgescheept de droom die de gemeenschap zegt te koesteren van de terugkeer van nuca de man die van de berg afsprong e n vogel en halfgod werd hij ziet de kletsnatte kerel die uit de zee komt gestrompeld een verkeerd gestapelde plaggenhoop zo zakt deze in elkaar en mall e denkt dat het nuca is maar dit is brandaan of bran zoals biegel hem noemt hun ontmoeting is erotisch geladen zo koud als het water de natte haren op zijn borst leken wel wat op veren maar het was toch gewoon naar schubben zaten nergens de rimpelige punt van zijn piemel stak als een garnaal uit een scheur in zijn broek en zijn tenen waren blauw rood gewoon een drenkeling een dooie p 13 malle is de boodschapper nuca is gekomen maar de oude iarnan weet beter ik ken dat gezicht maar waarvan p 15 en hij herinnert zich die gek van wie hij de naam niet meer weet maar die bezeten wa s van zijn verlange n naa r de overkant een boot bouwde en met een heel stel gekken zeventien om te begin nen later kwamen er drie bij aan de tocht begon hoofdstukken lan g moet de drenkeling hete socp naar binnen slurpe n voor hij weer een beetje mens is zeven dagen lang pas in hoofdstuk 7 is hij te spreken voor de jongen en noemt zijn naam 19 hoe belangrijk de rol van de jongen is blijkt wanneer men het perspectief in het oog houdt typerend is bijvoorbeeld da t we hem in hoofdstuk 2 1 in het vizier krijgen wanneer het beroerd weer is en enkele mannen bij het vuur kruipen dan komt malle naderbij en luistert hun gesprek af wij doen dat met hem later als de vrouwen komen om de mannen te bevredigen voelt malle zich in de steek gelaten wanneer hij bran net als de andere mannen van deze mannengemeen schap aan de gang ziet zijn hel d la g daar me t zijn blot e bille n omhoog boven o p een va n de meisjes snuivend in haar hals dat hoorde niet de held was van hem het andere meisje zat ernaast zonder kleren dat mocht helemaal niet en hij be gon haar weg te duwen maar ze duwde terug en krabde en bran draaide zijn hoofd om en riep hee jongen hee jongen pak haar maar daar word je man van maar ze spuugde naar hem en zei dat ze geen malle aan d r lijf wou en bran lachte toen holde malle naar buiten het rotspad af tot op het strand en daar ging hij op een harde koude steen zitten jammeren zachtjes jammeren als een dier om een vaag besef van ontoereikendheid p 62 die laatste regel dat lijkt ons een wezenlijk thema van dit verhaal een vaag be sef van ontoereikendheid thema 1 het beheerst de hele gemeenschap die naar de overkant verlangt of er bang voor is het beheerste bran die naar anderland wilde hij worstelt bovendien nog met het verlangen naar de vrouw die hij ooit ergens heeft ontmoe t en tenslotte met pijn i n het hart heeft achtergelaten het beheerst malle maar hij overwint tenslott e zij n onzekerhei d e n gaat erop af door dit vertoon van moed ook als hij dit bekocht zou hebben me t de dood wordt hij ook zonder veel nadruk de hoofdpersoon van het verhaal ook de vriendschap tussen een man en een jongen lijkt ons een thema van bete kenis dat direkt aansluit bij de auteursintentie en mogelijk bij de opdracht voor rolf van ulzen thema 2 en in de wijze waarop beide thema s worden opge roepen zien we het thema dat eveneens naar biegels auteursintentie verwijst de relatie tussen werkelijkheid e n de weergave daarvan in de mondelinge overleve ring thema 3 3 4 de structuur opmerkelijk i s de structuur van dit verhaal dat biegel een verhaal van ruim tachtig bladzijden verdeelt over liefst vijfendertig hoofdstukje s beteken t automa tisch een sterk fragmentarische verteltrant er zijn drie vertelstromen elk met een eigen karakter ten eerste is er een versie van de geschiedenis van bran die wordt tezamen met het verhaal over de wijze waarop hij eerst als een vreemdeling terstond als een held en halfgod wordt gepushed om over zijn wonderlijke reis te vertellen gere aliseerd in de hoofdstukjes 8 9 11 14 17 20 23 24 26 27 29 30 32 33 34 35 vertellijn 1 ten tweede heeft biegel heel veel aandacht voor de wijze waarop de gemeenschap reageert op wat ze hoort we noemen dat een of andere vorm van commentaar van wat in de tragedie een koor is het is dit commentaar dat de werkelijkheid 20 verandert in een mythe zie daarvoor de hoofdstukken 5 10 13 16 18 21 26 27 32 34 vertellijn 2 bovendien is het koor op de achtergrond aanwezig bij de heel subtiel groeiende verstandhouding tussen de man en de jongen en deze derde vertellijn is de meest spirituele en ontroerende ze geeft de diepte aan een verhaal dat zonder deze lijn zou bestaan uit geestige dialogen dwaze commentaartjes verdachtmakingen roddei en in de kern van dat alles de spannende geschiedenis die bran als verteller in de kring ten beste geeft d e begripvolle en bijna tedere verstandhouding tussen de man en de jongen wordt na de confrontatie in 2 zichtbaar in de hoofdstukjes 7 12 14 15 19 22 grote erkenning jij bent een echte kelt he 24 25 grote ontzetting bra n vrij t me t een vrouw mall e zie t da t me t afschu w aan 28 naschok z e mogen nie t aan m e zitten en ook nie t aan u 31 weggaan moet je waarheen geeft niet 33 34 en 35 van de arme jongen is nooit meer iets vernomen hoe ver hij heeft kunnen roeien in welke richtingde wind de golven de stromingen zijn boot heb ben geduwd of hij ergens is aangespoeld of toch het paradijs heef t gevonden anderland waar hij misschien wel het meest naar verlangde p 89 het is deze vertellijn 3 die we ons inziens als de belangrijkste moeten beschou wen 3 5 de stijl en vertelvariaties het verhaal begint met een scene die ons bijbleef de jongen i s eigenlijk voo r gek gezet door zijn omgeving ze hebben hem naar het strand gestuurd om de golven van de zee te tellen letterlijk gekkenwerk maar de jongen vindt er een oplossing voor die nog redelijk lijk t ook zoveel handen in het zand als er vijf golven zijn alleen de opkomende vloed maakt de zin ervan slechts tijdelijk wij doen het dikwijls het begin van een roman of verhaal lezen en meteen het slot en ook hie r is gestreefd naa r symmetric malles verlangen naa r anderland i s vertaald in zijn handeling van het begin het tellen van de golven de golventeller op weg om de verste de laatste de uiteindelijke golf te be reiken en te kunnen zeggen hoeveel het er zijn duim wijs mid ring ping duim wijs mid p 90 deze fragmenten late n zien hoezeer biegel zich heeft ingeleefd in de de persona ges in de reis van sente brandane komt wel een mannetje voor dat de zee wil meten maar dat is niet meer dan een idioot hier wordt de gestalte geloofwaardig in deze vertellijn 3 domineert de beschrijving malles beleving van de gebeur tenissen is vooral een innerlijke aangelegenheid in dialoogflarden speel t zich zijn contact met de held af in vertellijn 2 is de dialoog zeer dominant en net als in vertellijn 1 zij n de dialogen heel swingend geestig fel nooit vervelend met de nodige krachttermen en bastaardvloeken want ja heel in de verte herinneren de mannen di e d e vertellend e hel d omringe n toc h aa n monniken a l i s e r nik s vrooms aan hen met name de vertelsessies in vertellijn 1 6 n de commentaren in vertellijn 2 dagen uit tot dramatisering tot theater vertellijn 3 laat zich contra 21 puntisch heel goed uitwerken tot zowel toneel als film en heel anderland zou een prachtfilm met veel sfeer en beweging kunnen opleveren in dit vertellen en het commentaar ontstaat de mythe nog 66t bra n zijn mond opendoet heet het al tir was een vis het strand opgekropen en voor de ogen van de malle veranderd in een kerel p 20 en daarbij is deze mannengemeenschap zeer ontvankelijk voor de mythe zie deze mooie passage het vlees dat na zeven dagen uit de kuip kwam was formidabel je zag me teen dat daar een held stond een echte ze hadden hem nog niet rechtop ge zien en nauwelijks verscheen hij in de zaal of iedereen schoot overeind om zijn plaats aan te bieden met open mond bleven ze staan kijken naar de for midabele schreden waarmee hij zitten en ze bleven maar overeind in onze kere afwachting of er nog iets ging gebeuren een verandering in vis bijvoor beeld of i n vogel of een opstijging of gewoon een verbrijzelin g me t een slag van een hunner schedels p 20 21 hoe geestig het verhaal vaak is blijkt uit de zinnen die meteen op deze passage volgen de geweldenaar opend e zijn mon d om t e spreken is er nog soep vroeg hij de tekst vraagt concentratie van de lezer maar in de commentaren doet het er ei genlijk helemaal niet toe wie precies aan het woord is een voorbeeld wanneer malle zo doodongelukkig is omdat bran aan het vrijen i s geslagen en weg is gehold naar het strand zoeken de mannen en vrouwen de volgende morgen ver geefs naar beiden de held was verdwenen pas na een hele tijd merkte colbran dat de malle ook ontbrak moet jelui ze niet zoeken dan welnee wijf die komen wel terug die zijn samen wandelen samen die jongen is niet van hem weg te slaan knechtje o op zo n manier wel jammer jammer dat hij er nou niet is ik had wel verhalen van hem willen horen ikookja en ik wij allemaal nieuwsgierige wijven zijn jullie hij vertelt niet zo veel hoor niet zo veel niet zo veel noem je dat niet zo veel vuur uit de onderwe reld waarin ze bijna verbran d zijn een monsterwalvis die hun schip bijna heeft opgehapt een berg van puur ijs midden in zee doje geesten die akelig zingen en en en andere toverdingen en wat zeg je allemaal wat zeg je allemaal hun schip opgehapt hou eens even je bek wijf ik hou jij je bek dove kwartel wij willen t horen vertel jij het maar craig hun schip is helemaal niet opgehapt 22 d r is anders niks van over dat komt van hier op de rotsen gelopen aan onze kust dat monster was heel ergens anders nou ja maar net scheelde niet veel p 62 63 we hopen voldoende duidelijk te hebben gemaakt dat biegel zijn voomaamste intentie heel sterk heeft gerealiseerd in intertextueel opzicht hebben wij associa ties gehad met de reis van odysseus die wel het doel voor ogen had maar toch eindeloos met wonderlijke gebeurtenissen te maken kreeg voor hij eindelijk bi j penelope tenigkeeit maaitje draak herlezend constateerden we dat zij zelfs haar interessante beschouwingen over de reis van sinte brandaan opent met een be spiegeling van de wijze waarop odysseus aangeland bij de phaeaken inspeelt op de fantasie van zijn toehoorders zij kennen de wereld achter de einder niet zoals odysseus haar heeft leren kennen en staan open voor alle wonderlijke verhalen zo ook de luisteraars in de verhalen van 1001 nacht de zee de eilanden ze zijn telkens opnieuw verrassend ook vonden we letterlijk het eiland der gelukzaligen dat bij a roland hoist in de westerzee gelegen is het touw waarmee brans geliefde vrouw hem probeerde vast te houden is een bekend motief in de immrama letterlijk rondvaarten een genre dat bloeide in de oud ierse literatuur8 en dat vertelt over zulke reizen langs wonderbaarlijke eilanden soms tot in otherworld roland hoist herdichtte in 1928 zo n immram in de zeetocht van bran zoon van febel verzameld werk prozal vergelijkt men anderland metde reis van sente brandane dan kan men moeilijk meer spreken van een variant gelogenstraft ongeloo f e n genade de twee be langrijke ideesn achter de middeleeuwse versie zijn hier totaal niet van belang de thema s die biegel koos passen veel meer bij onze tijd de vergelijking van beide verhalen is overigens een echte uitdaging 4 didactische analyse en hier begint ook onze didactische analyse het zal uit het voorafgaande duide hjk zijn dat een historische benadering zie 7 interessant is want wanneer komt in onze lessen een mythe aan bod meestal als we het hebben over verschillende genres als fabel sprookje parabel etc men zou biegels boek kunnen lezen om leerlingen aan de lijve te laten ondervinden wat sagen en mythen zij n en hoe ze ontstaan 1 ook springt uit de analyse naar voren hoe bijzonder de structuur is van dit verhaal met zijn drie vertellijnen volgens ons mag je daar niet aan voor bijgaan 2 uitgaande van die structuur is er ook alle reden om de vertelwijze in de drie vertellijnen t e bekijken dat is een bijdrage aan de ontwikkeling van het gevoel voor verschillende vertelstijlen 3 deze drie elementen van de leerstof zouden wij vooral via zorgvuldige bestudering en vergelijking van enige hoofds tukken uit het boek inzichtelijk wille n maken wij concretiseren onze ideegn puntsgewijs en uiteraard ter keuze afhankelijk va n de tijd en de aandacht die men aan het boek wil besteden 23 1 introductie hoofdstuk 1 ka n uitstekend als introductie van het verhaal gebruikt worden en dan wel op een leerlinggerichte manier we bieden deze tekst aan voorlezen of als kopie tekst 1 en vragen bijvoorbeeld 1 wat is het voor een jongen 2 welke handeling typeer t hem 3 ho e beoordee l j e hem negatie f o f positief e n waarom 2 betrokkenheid individuele schrijfopdracht vervolgens zouden wij de leerlingen meteen het slothoofdstuk 35 op een tweede kopie tekst 2 willen geven vraag als je dit laatste hoofdstukje heb t gelezen geef dan in twintig regels een samenvatting van een binnen dit begin en einde passend verhaal gebruik gerust je fantasie maar probeer het logisch te houden als de leerlingen deze synopses af hebben laten we er een aantal horen de be doeling van de opdracht is nun verwachting van wat komt te scherpen mocht een complete tekst van het verhaal beschikbaar zijn dan kan nu gevraagd worden het verhaal thuis te lezen zo niet dan blijven w e werken met tekstclu sters 3 structuuranalyse groepswerk in de tweede les zouden we met de hele klas aan het werk kunnen gaan in groepen van vijf to t zes leerlingen elke groep houdt zich bezig met 66n der vertellijn combinaties en gaat na hoe het ene hoofdstuk waarin bran vertelt vertellijn 1 zich qua inhoud verhoudt tot het andere waarin de vissers zijn verhaal op hun manier analyseren en becommentarigren vertellijn 2 wat blijft er over van het verhaal wat laten ze weg en wat fantaseren ze erbij daarna brengen de groepen in pleno verslag uit van hun bevindingen en wel in zulk een volgorde dat daarmee brans geschiedenis als geheel aan de orde komt de combinaties zijn de hoofdstukken 1 4 16 17 18 20 22 23 26 27 30 32 zodat vijf verschillende groepen een functionele bijdrage kunnen leveren en dat werkt motiverend het probleem is hetzelfde maar de tekst telkens anders aan de docent de taak de overeenkomsten zichtbaar te houden en de hele verhaal lijn die zo ontstaan is samen te vatten 4 luister en schrijfopdracht de docent leest nu hoofdstuk 2 tot en met 7 voor biz 10 19 lezing 10 minu ten en vraagt de leerlingen om het gehoorde inhoudelij k z o precies mogelij k maar in de ik vorm op te schrijven met de jongen als verteller en de aangespoe lde man als herstelde toehoorder na een kwartier worden enige leerlingen uit genodigd hu n versie te geven in het klassegesprek zo u men na kunnen gaan welke versie dichter en welke verder van het verhaal af komt uiteraard kan men de opdracht ook heel anders varisren houdt de lijn va n het verhaal vast maar fantaseer er rustig op los 5 personages klassegesprek schenk zeker aandacht aan vertellijn 3 de relatie die tussen de jongen en bran ontstaat zet de voornaamste hoofdstukken di e op deze lijn betrekking hebben zie boven bij elkaar en vraag de leerlingen die passages aan te strepen die vol 24 gens hen het meeste vertellen over de gevoelens die de man en de jongen voor elkaar hebben 6 dramatisering tenslotte zouden we een geweldige kans missen wanneer we niet een paar sterke dialogen uitkozen en die als basis namen voor een dramatisering van het verhaal men zou hier het materiaal kunnen gebmiken dat eerder was gemaakt voor op dracht 3 het is dunkt ons prima wanneer dezelfde groepjes met die tekst aan de slag gaan met name in het commentaargedeelte hebbe n de spelers praktische problemen op te lossen als wie zegt welke claus hoe stellen we ons op hoe zaten die mensen te luisteren hoe stelden ze hun houding bij zodra bran ver trokken was en hoe reageert malle op de discussie 7 historische benadering vanzelfsprekend ku n je als docent na kennis genomen te hebben van de litera tuur die wij hier in onze literaire analyse noemden ook de historische benadering laten gelden en anderland nemen als uitgangspunt voor een introductie van de sage en de mythe die het verhaal ons inziens minder is dan een sage de legende en de parabel a l die vormen van vertellen i n de kring die wij langzamerhand kwijt zijn geraakt en waarnaar we nu over zo n breed front op zoek zijn hier doet men er goed aan naast een tekenend fragment uit de middelnederlandse tekst bijvoorbeeld van het eiland dat een vis blijkt of van de monnik die de brei del steel t e n doo r brandaa n ui t d e klauwen va n d e duivel word t gered d e vertalingen van bertus aafjes en willem wilmink op te nemen zondcr filologie te bedrijven kan men dan laten zien wat er met taal gebeurt en hoe verschillend twee dichters die een halve eeuw na elkaar dezelfde tekst aanpakken te wcrk gaan aafjes zoekend naar de meest esthetische vorm wilmink dirckt en ccnvoudig en daarin zijn beide dichters trouw aan hun poetica niet voor niets hebbe n w e ook het werk van de mediaevisten genoemd van draak en gerritsen binnen dit bestek moeten we het bij deze verwijzing laten het mooie illustratiemateriaal in beide bundels laat zich op dia of video zetten en die mogelijkheid zou leraar en leerlingen kunnen verleiden tot het makcn van een diageluidserie over het brandaan verhaal bovenstaande opdrachten passen het beste in de lessen nederlands toch zijn het niet alleen docenten moedertaa l die biegels meesterwerkje i n hun les zouden kunnen gebruiken er zijn franse engelse en duitse versies van brandaans ge schiedenis en het verhaal van een drenkeling op de kust van ierland die daar het verhaal vertelt van zijn tocht naar het westen roept bij elke classicus het beeld op van odysseus die in boek 5 van de odyssee aanspoelt op het eiland va n de phaeaken en daar na de ontvangst in boek 6 door nausikaa in verdere boeken het verhaal vertelt van zijn zwerftochten n a de beeindiging van de trojaanse oor log wij vinden dat je als classicus heel goed de overstap kunt maken van een griekse naar een keltische mythe om te laten zien hoe archetypisch dergelijk e verhalen zijn zeker als je ook nog eens oogje waagt aan de verhalen uit de 1001 nacht 25 in ons juni nummer thomese s ziddland deze keer paul biegels anderland als pnjswinnaar in ons volgende nummer in het voorjaar komt een andere pnjswin naar aan bod zijn er nog meer landen voorhanden 26 aanvulling bij tsjip 1 3 december 1991 tot onze spijt heeft de computer ons in de steek gelaten bij het reproduceren van de voetnoten bij het artikel biegels anderland in de idas wij achten het onze plicht u te voorzien van dit addendum in te voegen op p 26 noten 1 hp oskamp de reis van sente brandane naar de versie in het comburgscke handschrtft klassiek letterkundig pantheon zutphen z j 1971 2 zi e pp 247 259 va n de reis van sinte brandaan uitgave inleidin g e n commentaar door dr maaitje draak herdicht door bertus aafjes amsterda m 1978 1985 3 wp gerritsen doris edel mieke de kreek de wereld van sint brandaan hes uitgevers utrecht 1986 4 mado c is verkrijgbaa r op het reactie adres drift 13 3512 b r utrecht lo s nummer f 5 issn 0922 369 x 5 journal de bord de saint brendan a la recherche du paradis prdsente et comment par robert yves creston editions de paris paris 1957 6 ti m severin the brendan voyage drawing s b y trondu r patursson hutchinson of south africa wynberg 1978 7 zie ook bregje boonstra heer bran in nrc handelsblad 1 april 1991 zij opent haar recensie van biegels boe k me t een verwijzing naa r de toegenome n aandacht voor de verteller in de kring meestervertellers op tv de vertelfestivals in amsterdam en het project van uitgeverij lemniscaat waarin de volksverhalen van verschillende i n nederland aanwezig e culturen thematisc h bijeengebrach t worden 8 jan van der vegt brandaan in anderland in documentatieblad kindr en jeugdliteratuur 15 1991 pp 22 24