Criteria voor de beoordeling van de totaalmethodes Nederlands voor de eerste graad secundair onderwijs (B-stroom)

Publicatie datum: 1999-03-01
Collectie: 28
Volume: 28
Nummer: 4
Pagina’s: 48-57

Documenten

criteria voor de beoordeling van de totaalmethodes nederlands voorde eerste graad secundair onderwijs b stroom von k werkgroep schoolboeken zoals in het inleidend artikel van dit themanummer vermeld heeft de ju ry voor de b stroom de criterialijst voor de beoordeling van de methodes voor de eerste graad secundair onderwijs a stroom aangepast aan de doelgroep u zult merken dat heel wat criteria overeind zijn gebleven omdat die net zo goed voor dit type leerling gelden weliswaar op een aangepast niveau ingevuld een klein aantal criteria zijn geschrapt en er zijn ook enkele specifieke voor deze doelgroep toegevoegd ussen haakjes staan de ontwik criteria hebben omgesprongen is precies kelingsdoelen nederlands oone ver dezelfde als bij de drie jury s voor de metho meld en is waar mogelijk aangegeven des van de a stroom voor meer informatie hoe de criteria aansluiten bij de vakover verwijzen we dan ook naar de inleiding op schrijdende ontwikkelingsdoelen voos het artikel met de gelijknamige titel leren ieren en sociale vaardigheden sv a stroom elders in dit nummer de manier waarop de juryleden met deze categorie 1 vakinhouden belangrijk in de eerste drie vragen over de vaardigheden mag het woord leerstofele menten niet worden opgevat als leerstof die moet begrepen en eventueel gememoriseerd worden de vragen willen wel achterhalen of er in de methode aanzetten voorbeelden opdrachten en dergelijke worden geboden voor deze vaardigheden of er ook structurerende inzichtgevende elementen in dit verband worden gegeven i 28e jaargang nummer 4 maart april 1999 1 in welke mate bevat de methode de volgende leerstofelementen voor de mon delinge vaardigheden luisteren spreken kijken aandacht voor doelgericht luisteren naar voor hen bestemde tekstsoorten vermeld in odne 3 13 en 14 een uiteenzetting door de leraar over een leerstofonderdeel in de klas een dialoog polyloog met medeleerlingen met betrekking tot het school en klasgebeu ren een jeugdprogramma op radio en tv instructies in verband met het uitvoeren van handelingen voor onbekende lee ft ijdgenoten een telefoongesprek met een onbekende volwassene uitspraken in een discussie onder leeftijdgenoten oproe pen en uitnodigingen tot een activiteit voor lee ft ijdgenoten mondeling aangeboden ontspannende teksten voor leeftijdgenoten doel en publiekgericht spreken in verschillende situaties onder meer de tekstsoor ten vermeld in odne 17 vragen en antwoorden met betrekking tot leerstofonderde len in de klas instructies aan bekende lee ft ijdgenoten uitnodigingen aan een bekende volwassene tot deelname aan een activiteit inlichtingen geven of erom vragen in een telefoon gesprek met een onbekende volwassene de informatie die ze met betrekking tot een bepaald onderwerp thema of opdracht hebben verza meld aan de leraar en klasgenoten aanbieden gevoelens gewaarwordingen ver wachtingen in verband met het klasgebeuren tegenover een bekende volwassene verwoorden aan een gedachtewisseling in de klas deelnemen daarin een stand punt onder woorden brengen en toelichten doelgericht kijken zich bewust zijn van het kijkdoel en bereid zijn om doeltre ffend te kijken odne 2 taalgebruik in verschillende meer of minder formele communicatieve situaties odne 16 verschillende doelen in de monoloog dialoog polyloog bv verkrijgen of geven van informatie weergeven van de eigen mening overhalen tot handelen navertellen van odive 17 kenmerken van specifieke tekstsoorten odne 16 verbale en dramatische expressie odne 1 7 19 vood sv 1 12 2 in welke mate bevat de methode de volgende leerstofelementen voor de vaardig heid lezen belangrijk de volgende aandachtspunten gelden zowel voor zakelijke als fictionele teksten aandacht voor het lezen van verschillende voor hen bestemde tekstsoorten zoals vermeld in odne 21 22 en 23 schema s en tabellen de ondertiteling bij informatieve en ontspan nende televisieprogramma s studieteksten fictionele teksten brieven schri ftelijke oproepen of uitnodigingen tot actie instructies reclameteksten en advertenties t maart april 1999 nummer 4 28e jaargang informatieve teksten inclusief informatiebronnen verschillende manieren van lezen bv globaal zoekend voorspellend studerend lezen het hoofdonderwerp en de hoofdgedachte n van de tekst odne 22 de relatie tussen tekstelementen bv middel doel oorzaak gevolg algemeen voor beeld chronologisch verband zowel expliciet door middel van signaalwoorden als impliciet 0dne 22 de bedoeling en het referentiekader van de schrijver odne 25 de functie van vormelijke kenmerken zoals beeld lay out indeling in alinea s odne 22 het beoordelen van de gelezen tekst odne 25 het gebruik van informatiebronnen en systemen bv woordenboek encyclopedie bibliotheek odne 21 vood ll 2 3 5 6 7 3 in welke mate bevat de methode de volgende leerstofelementen voor de vaardig heid schrijven belangrijk de volgende aandachtspunten gelden zowel voor zakelijke als creatieve schrijfopdrachten aandacht voor doel en publiekgericht schrijven van een aantal tekstsoorten zoals vermeld in odne 26 27 en 28 in een voorgestructureerd kader notities maken voor hun leeftijd bestemde formulieren invullen een oproep uitnodiging aan bekende leeftijdgeno ten een instructie aan bekende leeftijdgenoten een stuk met informatie over hen zelf voor al of niet nader bekenden antwoorden op vragen van bekende volwasse nen over op school verwerkte inhouden een verslag aan bekende volwassenen over een gegeven schoolse opdracht taalgebruik in verschillende meer en minder formele communicatieve situaties odne 31 de passende taalgebruiksconventies in verband met spelling interpunctie uiterlijke verzorging lay out structuur formeel informeel taalgebruik odne 30 tekstopbouw en samenhang zoals tekststructuren een logische lijn odne 28 beoordelen en herschrijven van eigen teksten odne 29 vood ll 5 8 sv 1 4 in welke mate bevat de methode de volgende leerstofelementen voor het onder deel fictie belangrijk onder fictie verstaan we alle vormen van fictionele teksten zowel gedrukt bv jeugdroman strip gedicht als audiovisueel bv theateropvoering luister spel op de radio televisiefeuilleton film 28e jaargang nummer 4 maart april 1999 aandacht voor leesbevorderende activiteiten waardoor het lezen van fictionele teksten wordt gestimuleerd genietend lezen leesplezier odne 25 de esthetische functie van communicatie b v humor de expressieve functie van communicatie bv humor in conflictsituaties het denken en handelen van personages de situatie de relatie tekst werkelijkheid de waarde van de tekst voor henzelf en voor anderen odne 25 expressief lezen odne 19 doelgericht kijken zich bewust zijn van het kijkdoel en bereid zijn om doeltreffend en gericht te kijken v000 ll 7 sv 1 12 5 in welke mate bevat de methode de volgende leerstofelementen voor het onder deel taalbeschouwing belangrijk onder taalbeschouwing verstaan we reflectie ter ondersteuning van de eigen taalvaardigheid en reflectie op bepaalde taalverschijnselen aandacht voor reflectie ter ondersteuning van de eigen taalvaardigheid odne 8 20 25 31 reflectie vanuit een concrete context op volgende aspecten van het taalsysteem odne 5 inzicht in de woordvorming en de mechanismen van de taal om de woordvoor raad aan te vullen zinsdeelsoorten herkennen onderwerp werkwoordelijk gezegde de functie van verwijswoorden essentiele elementen van de communicatiesituatie zender ontvanger boodschap kanaal zinvolle en creatieve oefeningen voor woordenschat spelling grammatica d w z geintegreerd en in een concrete context ingebed odne 30 woordenschat in verband met schooltaal en vaktaal odne 10 de rol en waarde van taalnormen in de maatschappij odne 17 20 30 31 v000 ll 2 3 sv 1 6 in welke mate bevat de methode leerstofelementen voor de remediering van achterstanden opgelopen in de basisschool odne 2 3 4 5 7 a luistervaardigheid b spreekvaardigheid c leesvaardigheid d schrijfvaardigheid maart april 1999 nummer 4 28e jaargang 7 in welke mate bevat de methode leerstofelementen die aanze tt en tot nadenken en of communiceren over cultuurpatronen cliches stereotypen culturele achtergronden enz rolmodellen jongen meisje man vrouw leerling leraar enz relaties eigen leefwereld vrienden gezin school vood sv 1 12 8 in welke mate bevat de methode leerstofelementen voor de vakoverschrij dende eindtermen a sociale vaardigheden sv b leren leren ll categorie 2 didactische aanpak 9 in welke mate leert de leerling strategisch handelen odne 15 18 24 29 a mondelinge vaardigheden receptief en productief spreken luisteren kijken b lezen c schrijven aandacht voor de voorkennis en ervaringen van de leerlingen de orientatie op de context en op de taak de voorbereiding van een taak o a door te werken met eenvoudige communica tieplannen doel publiek bestemmeling situatie inhoud en vorm een gestructureerde en planmatige uitvoering de evaluatie van het taalgebruik product of het eigen handelen proces reflectie op het taalgebruik de communicatieve situatie en het eigen handelen v000 ll 2 3 5 8 sv 12 10 in welke mate is de leerstof gericht op de transfer van kennis en vaardigheden aandacht voor systematische integratie van vaardigheden bv mondelinge en schriftelijke commu nicatie luisteren en spreken