Criteria voor de beoordeling van totaalmethodes Nederlands voor de eerste graad secundair onderwijs (B-stroom)

Publicatie datum: 2007-04-01
Collectie: 36
Volume: 36
Nummer: 4
Pagina’s: 35-44

Documenten

35 criteria voor de beoordeling van totaalmethodes nederlands voor de eerste graad secundair onderwijs b stroom von k werkgroep schoolboeken bij de eerste beoordelingsronde heeft een ad hoc von k werkgroep criteria voor de beoordeling van totaalmethodes nederlands van de a stroom opgesteld 1 voor de b stroom hebben de toenmalige juryleden die criteria aangepast aan de doelgroep vonk 25 4 ook die criteria hebben we hier en daar bijgeschaafd en aangevuld het gaat hier net zoals bij de criteria voor de a stroom om een update waarbij we de meest recente verworvenheden hebben geintegreerd zoals portfolio bzl alternatieve evaluatievormen en website ussen haakjes staan de ontwik wijzingen werden grondig herzien en lopen kelingsdoelen nederlands odne ver nu meer parallel met die voor de a stroom meld en is aangegeven hoe de criteria voor meer toelichting bij de manier waarop kunnen aansluiten bij de vakoverschrij de juryleden met de criteria zijn omgespron dende ontwikkelingsdoelen vood milieu gen verwijzen we naar het artikel met de educatie me gezondheidseducatie ge gelijknamige titel voor de a stroom elders opvoeding tot burgerzin ob sociale vaar in dit nummer digheden sv en leren leren ll de ver categorie 1 vakinhouden in de eerste drie vragen over de vaardigheden mag het woord leerstofelementen niet worden opgevat als leerstof die moet begrepen en eventueel gememoriseerd worden de vragen willen wel achterhalen of er in de methode aanzetten voorbeelden opdrachten en dergelijke worden geboden voor deze vaardigheden of er ook structurerende inzichtgevende elementen in dit verband worden gegeven april 2007 nummer 4 36e jaargang 36 1 in welke mate bevat de methode de volgende leerstofelementen voor de monde linge vaardigheden luisteren spreken kijken aandacht voor doelgericht luisteren naar voor hen bestemde tekstsoorten vermeld in odne 3 13 14 een uiteenzetting door de leraar over een leerstofonderdeel in de klas een dialoog polyloog met medeleerlingen met betrekking tot het school en klasgebeuren een jeugdprogramma op radio en tv instructies in verband met het uitvoeren van handelingen voor onbekende leeftijdgenoten een telefoon gesprek met een onbekende volwassene uitspraken in een discussie onder leeftijdgenoten oproepen en uitnodigingen tot een activiteit voor leeftijd genoten mondeling aangeboden ontspannende teksten voor leeftijdgenoten doel en publiekgericht spreken in verschillende situaties vermeld in odne 17 vragen en antwoorden met betrekking tot leerstofonderdelen in de klas instructies aan bekende leeftijdgenoten uitnodigingen aan een bekende volwas sene tot deelname aan een activiteit inlichtingen geven of erom vragen in een telefoon gesprek met een onbekende volwassene de informatie die ze met betrekking tot een bepaald onderwerp thema of opdracht hebben verzameld aan de leraar en klasgenoten aanbieden gevoelens gewaarwordingen verwach tingen in verband met het klasgebeuren tegenover een bekende volwassene verwoorden aan een gedachtewisseling in de klas deelnemen daarin een standpunt onder woorden brengen en toelichten doelgericht kijken zich bewust zijn van het kijkdoel en bereid zijn om doel treffend te kijken odne 2 taalgebruik in verschillende meer of minder formele communicatieve situaties odne 16 verschillende doelen in de monoloog dialoog polyloog bv verkrijgen of geven van informatie weergeven van de eigen mening overhalen tot handelen navertellen van odne 17 kenmerken van specifieke tekstsoorten odne 16 verbale en dramatische expressie odne 17 19 vood me 2 11 ge 7 sv 3 16 2 in welke mate bevat de methode de volgende leerstofelementen voor de vaar digheid lezen de volgende aandachtspunten gelden zowel voor zakelijke als fictionele teksten aandacht voor het lezen van verschillende voor hen bestemde tekstsoorten vermeld in odne 21 22 23 schema s en tabellen de ondertiteling bij informatieve en ontspan nende televisieprogramma s studieteksten fictionele teksten brieven schrifte lijke oproepen of uitnodigingen tot actie instructies reclameteksten en adver tenties informatieve teksten inclusief informatiebronnen 36e jaargang nummer 4 april 2007 37 verschillende manieren van lezen bv globaal zoekend voorspellend stude rend lezen het hoofdonderwerp en de hoofdgedachte n van de tekst odne 22 de relatie tussen tekstelementen bv middel doel oorzaak gevolg algemeen voorbeeld chronologisch verband zowel expliciet door middel van signaal woorden als impliciet odne 22 de bedoeling en het referentiekader van de schrijver odne 25 de functie van vormelijke kenmerken zoals beeld lay out indeling in alinea s odne 22 het beoordelen van de gelezen tekst odne 25 het gebruik van informatiebronnen en systemen bv woordenboek encyclo pedie bibliotheek odne 21 zakelijk tekst onderwijs vanuit verschillende talige en culturele perspectieven met betrekking tot de keuze van thema s teksten de formulering van vragen en opdrachten illustraties vood me 5 10 ge 6 11 ob 5 6 8 sv 16 ll 2 3 5 7 3 in welke mate bevat de methode de volgende leerstofelementen voor het onder deel fictie onder fictie verstaan we alle vormen van fictionele teksten zowel gedrukt bv jeugdroman strip gedicht als audiovisueel bv theateropvoering luisterspel op de radio televisiefeuilleton film aandacht voor leesbevorderende activiteiten waardoor het lezen van fictionele teksten wordt gestimuleerd genietend lezen leesplezier odne 25 het leren verwoorden van de eigen leeservaring het creatief leren verwerken van de eigen leeservaring bv in een tekening of collage of door de leeservaring associatief te verbinden met een lied of gedicht de aanzet tot het maken van een leesportfolio literatuurmap fictiedossier de waarde van de tekst voor henzelf en voor anderen odne 25 doelgericht kijken zich bewust zijn van het kijkdoel en bereid zijn om doel treffend en gericht te kijken vood me 1 2 3 5 ge 1 12 ob 5 6 8 sv 1 12 16 ll 7 4 in welke mate bevat de methode de volgende leerstofelementen voor de vaar digheid schrijven de volgende aandachtspunten gelden zowel voor zakelijke als creatieve schrijfop drachten april 2007 nummer 4 36e jaargang 38 aandacht voor doel en publiekgericht schrijven van een aantal tekstsoorten vermeld in odne 26 27 28 in een voorgestructureerd kader notities maken voor hun leeftijd bestemde formulieren invullen een oproep uitnodiging aan bekende leeftijd genoten een instructie aan bekende leeftijdgenoten een stuk met informatie over henzelf voor al of niet nader bekenden antwoorden op vragen van bekende volwassenen over op school verwerkte inhouden een verslag aan bekende volwassenen over een gegeven schoolse opdracht taalgebruik in verschillende meer en minder formele communicatieve situaties odne 31 de passende taalgebruiksconventies in verband met spelling interpunctie uiterlijke verzorging lay out structuur formeel informeel taalgebruik odne 30 tekstopbouw en samenhang zoals tekststructuren een logische lijn odne 28 beoordelen en herschrijven van eigen teksten odne 29 vood me 10 ge 2 5 8 5 in welke mate bevat de methode de volgende leerstofelementen voor het onder deel taalbeschouwing onder taalbeschouwing verstaan we reflectie ter ondersteuning van de eigen taal vaardigheid en reflectie op bepaalde taalverschijnselen aandacht voor reflectie ter ondersteuning van de eigen taalvaardigheid odne 8 20 25 31 reflectie vanuit een concrete context op volgende aspecten van het taalsysteem odne 5 inzicht in de woordvorming en de mechanismen van de taal om de woord voorraad aan te vullen zinsdeelsoorten herkennen onderwerp werkwoordelijk gezegde de functie van verwijswoorden essentiele elementen van de communicatiesituatie zender ontvanger bood schap kanaal zinvolle en creatieve oefeningen voor woordenschat spelling grammatica d w z geintegreerd en in een concrete context ingebed odne 30 woordenschat in verband met schooltaal en vaktaal odne 10 de rol en waarde van taalnormen in de maatschappij odne 17 20 30 31 taalbeschouwingsonderwijs vanuit verschillende talige en culturele perspec tieven bv cliches en stereotypen verschillen en overeenkomsten die samenhangen met etnische en culturele achtergrondkenmerken vood me 5 ob 5 6 8 sv 16 ll 1 3 7 36e jaargang nummer 4 april 2007 39 6 in welke mate bevat de methode leerstofelementen voor de remediering van achterstanden opgelopen in de basisschool odne 2 3 4 5 7 a luistervaardigheid b spreekvaardigheid c leesvaardigheid d schrijfvaardigheid 7 in welke mate bevat de methode leerstofelementen die aanzetten tot nadenken en of communiceren over cultuurpatronen cliches stereotypen culturele achtergronden enz rolmodellen jongen meisje man vrouw leerling leraar enz relaties eigen leefwereld vrienden gezin school vood sv 1 12 8 in welke mate bevat de methode leerstofelementen voor de volgende vakoverschrijdende ontwikkelingsdoelen 2 a sociale vaardigheden sv b leren leren ll categorie 2 didactische aanpak 9 in welke mate leert de leerling strategisch handelen odne 15 18 24 29 a mondelinge vaardigheden receptief en productief spreken luisteren kijken b lezen c schrijven aandacht voor de voorkennis en ervaringen van de leerlingen de orientatie op de context en op de taak de voorbereiding van een taak o a door te werken met eenvoudige communicatieplannen doel publiek bestemmeling situatie inhoud en vorm een gestructureerde en planmatige uitvoering de evaluatie van het taalgebruik product of het eigen handelen proces reflectie op het taalgebruik de communicatieve situatie en het eigen handelen vood ge 10 sv 12 ll 2 3 5 8 april 2007 nummer 4 36e jaargang 40 10 in welke mate is de leerstof gericht op de transfer van kennis en vaardigheden aandacht voor systematische integratie van vaardigheden bv mondelinge en schriftelijke communicatie luisteren en spreken systematische integratie van de verschillende vaardigheden luisteren spreken kijken schrijven en lezen met andere vakonderdelen bv fictie taalbeschou wing intercultureel taalonderwijs de toepassing van kennis deelvaardigheden in communicatieve situaties totaal vaardigheden verbanden tussen functionele voor hun leefwereld maatschappelijk relevante en studievaardigheden dwarsverbanden en integratie met andere vakken wat vaardigheden inhouden tekstkeuze betreft de keuze voor de juiste strategie vood ge 1 12 sv 1 12 ll 2 3 5 10 11 in welke mate is de leerstof leerlinggericht opgebouwd aandacht voor de motivering van leerlingen o a door hen op de hoogte te brengen van de leer doelen door een aantrekkelijke en gevarieerde tekstkeuze aangepast aan hun leeftijd door realistische en functionele communicatieve situaties ervaringsgericht onderwijs d w z aansluiten bij de leefwereld objectief en de belevingswereld subjectief van de leerlingen wat de keuze van thema s teksten voorbeelden en situaties betreft werkvormen die zelfstandig en ervaringsgericht werken bevorderen voortdurende stimulering en aantrekkelijkheid vood me 1 2 5 7 ge 2 9 11 13 ob 7 13 sv 1 15 ll 2 3 7 9 10 12 in welke mate bevordert een geleidelijke opbouw de taalvaardigheids ontwikkeling van de leerling a mondelinge vaardigheden receptief en productief spreken luisteren kijken b lezen c schrijven aandacht voor systematische herhaling verdieping en uitbreiding duidelijke structuur en dosering cumulatieve opbouw waarbij de complexiteit van de leerstof geleidelijk toeneemt aandacht voor leerlijnen passende keuze uit inductieve eerst oefeningen en observaties en dan theorie en deductieve leeractiviteiten eerst theorie en dan oefeningen of toepassingen afwisseling tussen deelvaardigheden en totaalopdrachten vood ll 2 7 36e jaargang nummer 4 april 2007 41 13 in welke mate houdt de methode rekening met het leerproces dat de leerling volgt leren leren aandacht voor gids of structuur die de leerling door de methode loodst het maken van onderscheid tussen hoofd en bijzaken bv schematiseren samenvatten het leggen van dwars verbanden en inzicht in structuren zelfstandig en teamgericht leren werken bv voldoende instructies uitleg toetsmateriaal aanwijzingen om het eigen werk te evalueren reflectie op de taak en op het leerproces de leerresultaten probleemoplossende methodes ankerpunten voor de leerkracht om het leerproces op te volgen vood sv 12 16 ll 1 10 categorie 3 gebruiksvriendelijkheid in deze categorie gaat het om de gebruiksvriendelijkheid van de leerlingenboeken vragen 14 17 en de handleiding voor de leraar vragen 18 22 leerlingenboeken 14 in welke mate zijn uitleg instructies en dergelijke helder en begrijpelijk geformuleerd a leerlingenboek b werkboek 15 in welke mate bevat de methode gevarieerde oefeningen bevatten het leerlingenboek en het werkboek gevarieerde oefeningen gesloten open individueel tweetal groepjes klas affectief cognitief deductief inductief kort omvangrijk bevat het werkboek verdiepings en uitbreidingsoefeningen bevat het werkboek remedieringsmateriaal voor nieuwe leerstofonderdelen 16 in welke mate bevat de methode gevarieerde onderwerpen thema s april 2007 nummer 4 36e jaargang 42 17 in welke mate is de methode origineel en lichtvoetig a leerlingenboek b werkboek bevat het leerlingenboek werkboek creatieve en originele oefeningen en voor beelden is het leerlingenboek werkboek ook relativerend bv humor cartoons zijn er andere dan problematiserende onderwerpen is er ruimte voor genieten handleiding voor de leraar 18 in welke mate ondersteunt de handleiding de leraar in didactisch opzicht wordt de onderwijsvisie achter de methode geexpliciteerd bevat de handleiding suggesties voor de didactiek worden er alternatieven geboden bv werkvormen leerstof oefeningen materiaal geeft de handleiding achtergrondinformatie in verband met de behandelde leson derwerpen die de leraar ondersteunt bij het voorbereiden en geven van de lessen geeft de handleiding suggesties voor vakoverschrijdende leermomenten 19 in welke mate zet de handleiding aan tot leren buiten de klas geeft de handleiding suggesties voor klaslokaaloverstijgende activiteiten zoals bv bibliotheekbezoek stadswandeling interviewopdrachten 20 in welke mate streeft de handleiding naar efficiente tijdsbesteding is er voldoende materiaal ondersteunt de handleiding differentiatie bv diagnostische tests uitbreidings oefeningen worden er suggesties gegeven in verband met het maken van een jaarplan en een timing zijn er modeloplossingen bij de oefeningen 21 in welke mate voorziet de handleiding in gepaste evaluatiemogelijkheden worden er modellen van toetsen opgenomen zijn de toetsen representatief voor de methode leveren de toetsen voldoende informatie over de leervorderingen van de individuele leerling 36e jaargang nummer 4 april 2007 43 stimuleert de handleiding tot permanente evaluatie van door de leraren en de leerlingen bv het aanleggen van dossiers of portfolio s bevat de handleiding gebruiksklare voor elke leerling fotokopieerbare evaluatie formulieren voor het evalueren van productieve en receptieve vaardigheden bevat de handleiding gebruiksklare opvolgingskaarten voor remediering bevat de handleiding verschillende hedendaagse evaluatievormen procesgerichte evaluatie peerevaluatie 22 in welke mate bevat de handleiding mogelijkheden voor het uitwerken van studiewijzers met het oog op begeleid zelfstandig leren categorie 4 uiterlijke vormgeving 23 in welke mate zorgt de uiterlijke vormgeving van de handleiding en of het leerlingenboek ervoor dat de leraar snel inzicht krijgt in de opbouw aandacht voor inzicht in doel van de les kern van de leerstof opbouw organisatie en duur van de les verband met voorgaande en volgende lessen 24 in welke mate zorgt de uiterlijke vormgeving van het leerlingenboek ervoor dat leerlingen snel inzicht krijgen in de opbouw aandacht voor een gebruiksaanwijzing zodat de leerlingen weten hoe de methode in elkaar zit en hoe ze het kunnen gebruiken eventueel legenda voor gebruikte symbolen een helder overzicht van de leerstof bv inhoudsopgave een uitgebreide index zodat leerlingen de uitleg van een handeling of bepaald begrip zelf makkelijk terug kunnen vinden een duidelijke markering van de kern van de leerstof 25 in welke mate is de vormgeving van het leerlingenboek functioneel en duide lijk zijn eventuele tekeningen illustraties en foto s functioneel wordt er gebruik gemaakt van verhelderende schema s visualiseren van de leerstof is er sprake van een heldere zichzelf wijzende lay out bv duidelijk onder scheid tussen theorie uitleg instructie oefening april 2007 nummer 4 36e jaargang 44 zijn er voldoende witruimten zijn lettergrootte en lettertype goed leesbaar wordt de kern van de leerstof gemarkeerd door de lay out is de vormgeving van het leerlingenboek eigentijds en aantrekkelijk 26 in welke mate is er bij de uitwerking rekening gehouden met de eigenheid van het publiek aandacht voor dikte van het leerlingenboek en werkboek kostprijs van de methode lay out 27 in welke mate is eventueel audiovisueel materiaal en computermateriaal functioneel en duidelijk 28 in welke mate is de website functioneel en duidelijk 29 in welke mate is de methode in zijn geheel leerlingenboeken en handleiding verzorgd uitgegeven en stevig noten 1 de oorspronkelijke von k werkgroep schoolboeken die deze criterialijst in 1996 opgesteld heeft bestond uit wilfried de hert veerle geudens rita rymenans voorzitter jo van den hauwe en luc vercammen voor de b stroom zijn deze criteria aangepast door toenmalige juryleden miek cleerbout katrien de vlaemynck gio de weerd erik herbosch en luc wyns voorzitter 2 het niet voorkomen van de vood gezondheidseducatie burgerzin en milieu educatie is geen vergetelheid de werkgroep heeft echter enkel leren leren en sociale vaardigheden geselecteerd op basis van hun brede integratie mogelijkheden in de methodes de andere vood zijn eerder inhoudsgebonden 36e jaargang nummer 4 april 2007