Dat gelul van jou; meer over taalbeschouwing

Publicatie datum: 1973-01-01
Collectie: 04
Volume: 04
Nummer: 4
Pagina’s: 77-88

Documenten

dat gelul van jou meer over taalbeschouwin g wim van calcar herman meddens inleiding dit artikel heeft als onderwerp de taalbeschouwing zoals die is geintroduceerd op het afgelopen von kopgres het wil meer mensen bereiken dan de voorinformatie van de konferentie en daarom zal in korte trekken iets worden herhaald van wat in de syllabus te lezen stond verder willen wij in dit artikel ingaan op de diskussies die op en na de konferentie rond dit onderwerp gevoerd zijn deze diskussies gingen niet over de uitwerking van taalbeschouwing in de syllabus maar over de werking van taalbeschouwing heeft het zin en voor wie dan wel gerubriceerd ziet het artikel er als volgt uit 1 wat vooraf ging hoofdpunten uit de syllabus 2 van huis naar school 3 praktisch en ideologisch doel samenwerking taalkunde en taalbeheersing 4 dat gelul van jou 5 van school naar werk kansen voor wie voor wat taalbeschouwing in het lbo 6 organisatie en besluit 1 0 wat vooraf gin g een van de zeven onderwerpen op de von konferentie 1973 heette op weg naar een witte grammatika het hoeft in moer niet uiteengezet te worden dat het grammatika onderwijs in een moeilijke hoek zit uit een soort verlegenheid met deze erfenis uit het verleden wordt ze grotendeels op school weggemoffeld voor de meesten van ons geldt dan bovendien nog dat we wel gehoord hebben over en misschien gestudeerd hebben in een trans formationeel generatieve grammatika maar er nauwelijks greep op konden krijgen in het slop dus zou een von konferentie een mogelijk uitkomst kunnen brengen de organisatoren van stroom 6 de schrijvers van dit artikel hadden die pretentie maar niet de i ll usie dat nu ineen s iedereen zou weten waar het hee n moet de von konferentie was een eerste stap in dit artikel willen we verder gaan maar niet na een terugbli k op wat er tot nu toe gebeurde ook om hen te informeren die nog niets over taalbeschouwing hebben gelezen het gaat dus om een soort ve rv olgverhaal met daarboven cursief een korte inhoud gedrukt in de syllabus vooraf voor stroom 6 dit jaar heeft wim van calcar zijn ideeen over he t 77 grammatika onderwijs zo ver mogelijk uitgewerkt als werktitel had de stroom op weg naar een witte grammatika omdat deze titel toch veel associaties had met witte benzine en witte jenever dachten de organisatoren dat deze roep al te stunt achtig zou overkomen tenslotte ging het om een belangrijke zaak nog voor de konferentie werd de naam gewijzigd in geen grammatika van het nederlands maar een grammatika voor het onderwijs in de moedertaal na de diskussies tijdens de konferentie kwam er tenslotte als titel te staan op weg naar een grammatika voor het onderwijs in de moedertaal en het nederlands in grammatikale termen de tegenstellende nevenschikking was een aaneenschakelende nevenschikking geworden dit gehaspel met moedertaal en nederlands is geen haarkloverij geweest tenslotte is er nogal wat verschil tussen het algemeen beschaafd nederlands en de moedertaal van yvon gerrit of nico 1 1 opm e rking tuss e ndoo r veel wat in onze taalbeschouwing opgenomen is wordt allang door velen in de klas gedaan dat heeft twee effekten a de aansluiting zal niet zo daverend moeilijk zijn omdat het een en ander al in grote trekken bekend is of beoefend wordt b eigen beschouwingen aan de hand van taal in de praktijk naar inzicht en gevoel voor de klas gedaan vinden in onze taalbeschouwing een kader 1 2 enkele hoofdpunten uit de syllabu s de syllabus geen grammatika van het nederlands enz valt in drie delen uiteen het tweede en derde deel bevatten materiaal voor onze wijze van taalbeschouwen en enige toepassingen in de vorm van lesmodellen ons gaat het hier om het eerste deel de theo ri e in het eerste deel wordt allereerst in kort bestek een geschiedenis van de taalkunde gegeven er worden twee tendensen onderscheiden a grammatika s die willen helpen bij het goed leren van vreemde talen zoals grieks en latijn e n b grammatika s die zich wijden aan bespiegelingen over de taal als datgene wat de mens tot mens maakt de filosofische grammatika deze tak van grammatika beoefening steeds opnieuw gewantrouwd wint weer veld sinds de verschijning van chomsky s syntactic structure n 1957 de kritiek op de grammatika van toen is sedertdien dat deze grammatika s alleen de uiterlijke vorm van de taal beschrijven terwijl de taal meer is dan de vorm en de plaats van haar elementen klanken of woorden de taal is uiting van de menselijke geest taalbeschouwing is beschouwing van datgene wat de mens tot mens maakt de ver werving van taal door een kind is de verwe rv ing van datgene wat het kind tot mens maakt taalverwe rv ing is een wezenlijk deel van zijn mens wording na deze zeer beknopte geschiedenis van de taalkunde volgt een overzicht van het grammatika onderwijs in nederland vanaf 1806 gesteld wordt dat de schoolgramma 78 tika steeds meer tot een weet en leerboek is verworden omdat zij als een grammatika voor het onderwijs geen eigen ontwikkeling volgde elke gekonkretiseerde grammatika bleef een kopie van de gymnasiumgrammatika op haar beurt een kopie van de univer sitaire wetenschappelijke grammatika daar bleef ze aan gebakken als oorzaak van de neergang van deze schoolgrammatika wordt de demokratisering van het onderwijs aangewezen daardoor namen ook meer leden van de lagere maatschappelijke dus ekonomisch meer uitgebuite klassen deel aan meer onderwijs vanuit hun andere achtergrond of maatschappelijk milieu konden ze echter weinig aan met de milieu gebonden gymnasiumgrammatika het gevolg was dat het steeds minder aantrekkelijk werd het nut van de grammatika op school te verdedigen de syllabus doet dat weer onbeschaamd op goede gronden en vanuit een nieuw perspectief om de diskussie te heropenen haalt de syllabus alle argumenten aan die pleiten voor grammatika onderwijs en zet hij alle argumenten kontra daartegenover een konklusie is dat in beide groepen van argumenten het grammatika onderwijs welles nietes een rol speelt in de verwerving van een goede stijl een goed begrip van teksten een stijl zonder grammatikale fouten een juiste spelling het aanleren van vreemde talen samengevat betekent dit dat de nederlandse grammatika door voor en tegenstan ders nog steeds beschouwd wordt als al dan niet een hulp voor zowel de geschreven taal die t o v de gesproken taal een vreemde taal is als voor een vreemde taal in het algemeen dat zij deze hulp biedt wordt door de syllabus niet veroordeeld wel veroor deeld wordt dat de grammatika s van het nederlands niet geschreven zijn voor het onderwijs in het nederlands zoals eertijds de klassieke grammatika s waarvan ze zijn afgekeken wel voor het onderwijs in het grieks en latijn wat gebeurt er immers een kind uit een bepaald geografisch en vooral sociaal milieu wordt gekonfronteerd me t a abn spreektaal en b abn schrijftaal gezien onze maatschappij moeten veel kinderen een dubbele hindernis nemen in een aantal milieus spreekt men geen abn en is schrijven een zeldzaamheid welnu het kind de leerling wordt de wetenschappelijke grammatika het surrogaat daarvan aangeboden als steun en toeverlaat maar zoiets heeft geen enkele zin ook al zouden de schrijvers van zo n grammatika het een en ander weten van het effekt dat de konfrontatie met de abn schrijf en spreektaal op het kind heeft zij houden er geen rekening mee evenmin met het nieuwe taalverwervingsproces dat plaats gaat hebben noch met de beginselen die daarin een rol spelen toch is het op die beginselen dat een grammatika voor het onderwijs gebaseerd zou moeten zijn voor een goed begrip van die beginselen verwijst de syllabus naar het taalverwervings proces bij kleine kinderen daar gaan we nu verder op in 79 2 van huis naar schoo l praten over het taalverwervingsproces in de eerste vier levensjaren van het kind en de volgende schooljaren vraagt kennis van de beginselen volgens welke dat proces plaats vindt daar kunnen we achter komen door de volgende twee vragen te stellen a wat is de aard van het taalaanbod dat de omgeving het kind aanreikt b hoe vormt het kind daaruit zijn taal de ontwikkeling van het gedrag dus ook van de taal is een gevolg van rijping en leren rijping de ontwikkeling volgt haar eigen snelheid betrekkelijk onafhankelijk van de omgeving leren prikkeling door de omgeving blijft onontbeerlijk rijping betekent dat het organisme zelf het een en ander bijdraagt aan de feitelijke ontwikkeling leren betekent dat deze rijping niet plaats heeft zonder het milieu de rijping kent kritische periodes d w z dat er bepaalde periodes zijn waarin het organisme a h w klaar staat om iets bepaalds te leren het een en ander op zijn tijd maar dan wel op een juiste tijd te rechter tijd de geluiden die het kind in zijn allereerste fase 0 3 mnd voortbrengt krijgen van zijn omgeving een bepaalde betekenis zelf zijn ze nog niet expressief d w z het persoonlijke en het maatschappelijke dat het geluid kan hebben is een element dat wordt ingebracht door de ouders of het milieu het geluid voortgebracht door het kind wordt betekenis gegeven door de wereld van de volwassenen en daarmee gevormd het milieu socialiseert het kind neemt het op in de volgende fase 4 9 mnd ontwikkelt het geluid zich tot kommunikatief instru ment het onderhoudt het kontakt met de volwassene die zich op een zekere licha melijk niet te overbruggen afstand bevindt beloning in de vorm van toenadering bevestigt deze vorm van kommunikatie in deze periode spelen eveneens een rol een aantal driften die onmiddellijk relevant zijn voor het taalverwervingsproces manipula tie en onderzoek in de periode van aanpassing die volgt 9 12 mnd worden de spontane klankuitingen van het kind aangepast aan de taal vorm van de omgeving deze aanpassing staat niet in funktie van de inhoudelijke kommunikatie maar betreft de klanken de woordvorm vervolgens het accent ook de melodie de klank zal het later verraden als behorend tot dit of dat milieu het accent leert hem wat belangrijk is en de melodie prent hem in wat de gelding is van de informatie eenheid die hem later zal worden aangeboden klank accent en melodie zullen later worden ingevuld met betekenissen ze zijn a h w kader in de daarna volgende periode 10 19 mnd gaat het kind over op de z g eenwoordzin waarmee het de voor hem waarneembare omgeving behandelt zijn taal is nog zeer situationeel ruimte en tijd gebonden er kan bovendien sprake zijn van eenrichtings verkeer het kind heeft andere woorden voor hetzelfde dan de ouders bovendien begrijpt het meer dan het kan zeggen de laatste fase 19 20 mnd is aangebroken wanneer het kind los komt van zijn gebondenheid aan tijd en ruimte en heeft ontdekt dat een ding een naam heeft het leert niet dat alles een naam heeft want wat er is voor een kind hangt af van zijn ontwikkeling immers alleen wat het losmaakt van zijn omgeving of wat voor hem wordt losgemaakt b v door zijn ouders daarvan weet het dat het een naam heeft 80 dat laatste is opnieuw zeer belangrijk de onderscheidingen worden losgemaakt door het milieu of het m il ieu stimuleert de los making welnu die onderscheidingen krijgen namen in de opvulling of inhoud van die naam speelt het milieu een grote rol zij bepaalt de semantiek van het kind al heeft het kind nu de beschikking over de menselijke taal zijn taal verschilt nog wel van die van de volwassene vanuit het standpunt van deze laatste zijn er in de kinder taal weglatingen is er sprake van een andere volgorde wordt systematisch gebruik gemaakt van omschrijvingen of wordt er gekontamineerd dit zijn geen fouten ze passen immers in de ontwikkeling naar de taal der volwassenen als zodanig zijn ze funktioneel expliciete nadrukkelijke verbeteringen moeten dan ook vermeden worden omdat ze toch niet helpen en hoogstens tot wrevel leiden hier is het gezegde van toepassing goed voorbeeld doet goed volgen het kind leert hoe het moet omdat zijn ouders een voorbeeld zijn dus een ouder hoeft niet te gaan verbeteren als een kind zegt u zegde dat toch het hoort zelf wel te rechter tijd dat de ouders iets zeiden belangrijker dan een opsomming van de verschillen tussen kinder en volwassene taal is het antwoord op de vraag waarom die verschillen er zijn een mogelijk antwoord is dit de geestelijke en lichamelijke ontwikke ling van het kind is nog niet af aan het organisme zijn noodzakelijke beperkingen opgelegd het gevolg is dat slechts het belangrijkste voor de inhoud van de mededelingen gegeven wordt deze inhoud is bovendien niet ingewikkeld omdat de werkelijkheid van het kind nog niet ingewikkeld kan zijn het kind gaat nog helemaal op in zijn eigen werkelijkheid dat blijkt b v uit het feit dat jonge kinderen nog niet verte ll en de taal heeft voor hen dan ook nog geen vertellende geen afstand nemende funktie taal is aanvankelijk een handeling die zich in belangrijkheid niet van andere handeli ngen onderscheidt b v het kind grijpt naar een pop zegt pop staat op de tenen valt jengelt roept mama en krijgt tenslotte de pop in een latere fase ve rvallen grijpen op de tenen staan vallen jengelen en zegt het kind idealiter mama ik kan niet bij mijn pop komen een aantal han de lingen is ver vangen door taal samenvattend het kind wordt tegenover zijn omgeving onafhankelijker in de mate waarin deze ontwikkeling slaagt doorzet in die mate bevrijdt het kind zichzelf maakt het zich onafh an kelijk van zijn direkte omgeving de taal krijgt immers een steeds groter a an deel in de behande li ng van de werkelijkheid zodanig dat deze beh andeling abstrakter losser afstandelijker wordt deze bevrij ding gaat ten koste van de eigen tijdloze beleving en ten gunste van de maatschappe lijke wereld het kind maakt zich los m b v de taal om opgenomen te worden in de wereld van de volwassenen en als volwa ssene kijkt men vertederd naar het kind dat opgaat in het hier en nu voor wie een dag nog heel lang duurt en voor wie verdriet en vreugde absoluut zijn de beknoptheid van zeggen verdwijnt de inhoud wordt opge offerd aan de vorm er is m eer vorm nodig voor dezelfde inhoud aangezien deze inhoud losser gemaakt is van de omgeving door grotere mate van uitleg het een en ander wordt uitd ru kkelijk gezegd en niet a an de situatie de gemeenschappelijk of eigen beleefde omgeving overgelaten opvallend bij dit alles is de geweldige inbreng van het milieu in de persoon v an d e 81 ouders in alle fasen van de taalverwe rving deze inbreng is voor een groot deel en in de meeste m ilieus onbewust de ouders zetten zich niet aan de taak hun kind eens hun taal te leren evenmin hen die taal goed te leren ondanks ontbreken van direkt ingrijpen ontwikkelt de taal zich overal in elk milieu op dezelfde uiterlijke wijze en met overal dezelfde uitkomst de taal van de volwassenen de school daarentegen grijpt bewu s t in zij zal het kind ns het nederlands leren dat van algemenere toepassing is dan de huis tuin en keukentaal van de ouders zij zal het kind ook ns leren schrijven de abn schrijftaal maar als je zo bewust ingrijpt dien je wel te weten wat je doet dat ouders het niet weten is best het leren gaat vanzelf in afhankelijkheid van en passend bij het milieu maar dat de school het niet weet is niet best het leren blijkt niet vanzelf te gaan de leraar dient zich dan ook af te vragen wat bied ik aan nederlands aan hoe bied ik het aan en wanneer ve rv olgens wat is mijn houding tegenover het leerproces tegenover de fouten die gemaakt worden dus hoe grijp ik in het is pas de laatste 10 20 jaren dat de wetenschap zich met dit soort problemen bezighoudt in nederland met name binnen het abc ritp dat werkzaam is op een aantal basisscholen in de volksbuurten van amsterdam onderzoekers en praktijkwerkers leraren werken gezamenlijk aan de beantwoording van de vragen die we hierboven stelden dit zou natuurlijk ook moeten gebeuren bij het voo rtgezet onderwijs opvall end i s verder dat de taal zich vanaf het begin ontwikkelt als een kommunikatief in strument waarvan hante ri ng geleerd moet worden dat leren wordt beloond aan gezien de wereld van het milieu beter behandelbaar blijkt als je de taal van je m il ieu praat je moet wel als je mee wilt doen maar later op school wie vindt welke taal in wat voor situaties belangrijk van wie moet het zo nodig wat nodigt leerlingen uit waarin vindt hij zijn bevestiging wat krijgt hij voor al zijn moeite want dit mogen we niet vergeten het kind heeft al een eigen wereld waarv an hij de taal spreekt hij kan zich redden nu wordt hem gevraagd zich in een wijdere omgeving te laten opnemen waa rvan hij de taal nog niet kent opnieuw waarom zou hij het doen tenslotte is opvallend dat manipulatie en onderzoek twee driften zijn die ook een rol spelen in het taalverwe rvingsproces we spreken dan van taalbeschouwing met haar twee komponenten omgaan spelen of handelen met taal enerzijds en onderzoek anderzijds dat maakt dan ook de grond uit van de samenwerking van taalbeheerser en taalkundige hun aktiviteiten zijn van het begin af aan in de natuurlijke taalverwe rving zelf verbonden 3 praktisch e n ideologisch doel samenwerking taalkunde en taalbeheersin g het taalverwervingsproces is erg ingewikkeld en we hebben er maar weinig weet van m n hoe het na het vijfde jaar verder gaat twee verschillen met de eerste taalverwerving vallen in het oog in plaats van het natuurlijke groeiproces komt een zeer bewuste uitbouw de taal ontwikkeling wordt op school zeer systematisch ter hand genomen 82 het kind wordt voor het eerst gekonfronteerd met de kultuurtaal het abn en of de schrijftaal krachtens haar opdracht moet de school zorg dragen voor de verdere ontwikkeling van het kind het gezin is niet meer toereikend en de school leidt de leerling binnen in de maatschappij het kan natuurlijk ook door ouders zelf gebeuren maar daar gaat het nu niet om die school maakt gebruik van een algemene kultuurtaal die voor de meeste kinderen een nieuwe taal is die twee talen moedertaal en kultuurtaal kunnen botsen zeker daar waar het rode potlood en het plaatjesstempel nog glorierijke dagen beleven van mezelf weet ik nog dat het allereerste woord dat ik op een leesplankje maakte s j e m was en dat was natuurlijk fout maar een natuurlijke fout sommige kinderen zullen met die nieuwe taal relatief weinig moeilijkheden hebben omdat hun moedertaal al dicht tegen het abn aanligt er worden hun bovendien meer situaties aangeboden waari n taal op a ll erlei wijzen gebruikt wordt niet alleen voor het aangeven van een kopje thee maar ook voor het bespreken van de politiek of een boek daardoor funktioneert telkens weer een ander deel van de kultuurtaal overeen komstig het kultuur onderwerp andere kinderen moeten dit missen en dus een veel grotere sprong maken en blijven maken niet alleen dat het dan moeilijker is die nieuwe taal te leren maar ook het feit dat die nieuwe taal verder van je moedertaal afstaat betekent dat die nieuwe taal in diskrediet raakt en men terugvalt op de moedertaal het sociaal of geogra fisch dialekt na een jaar komt er iets anders bij de leerlingen gaan schrijven voor sommige leer lingen ligt de schrijftaal niet ver van de moedertaal af hun eigenste moerstaal wordt dus gewoon in praktisch rechte lijn door ontwikkeld de kinderen van de ekonomisch uitgebuite klasse hebben een dubbele sprong te maken van moedertaal naar spreektaal abn en van spreektaal abn naar schrijftaal van daar dat de titel van de sy ll abus luidt geen grammatika van het nederlands maar een grammatika voor het onderwijs in de moedertaal tijdens de konferentie is echter heel duidelijk naar voren gekomen dat we niet mogen blijven sta an bij de moedertaal als iem an d in de maatschappij voor vol wil me e tellen d an moet hij abn praten nu kun je ideologisch stellen dat de maatschappij sociale en geografische dialekten maar moet accepteren en niet moet diskrimineren de werkelijk heid is dat de maatschappij dit wel doet en bovendien de kultuurtaal heeft haar recht van bestaan in die zin dat de moedertaal niet alle begrippen kan uitdrukken en niet alle situaties behandelen hieruit volgt het praktisch doel als praktisch doel heeft ze een funktie in het taalverwe rvingsproces zij is het middel dat het onderwijs gebruikt in de systematische uitbouw van of het vertrouwd maken met het nederlands en de eigen moeder taal dat middel komt niet uit de lucht vallen al in het eerste taalverwe rv ingsproces speelt taalbeschouwing een wezenlijke rol taalbeschouwing kan de overgang van de moedertaal naar kultuurtaal geleidelijk en gericht laten verlopen geleidelijker dan de grammatika oude stijl omdat de taal beschouwing elke taaluiting tot onderwerp kan hebben de kreet ojeetje is voor de grammatika in engere zin weinig intere s sant maar voor de taalbeschouwing wel maa r 83 ook gerichter zodra het tenminste gaat om een grammatika voor het onderwijs en niet om zo maar een grammatika taalbeschouwing heeft naast een praktisch ook een ideologisch doel het ideologisch doel van taalbeschouwing is voor ons dat mensen bewust hun taal beschouwen opdat zij bewust zullen handelen in taal weten wat je aanricht alsje zegt dat gelul van jou weten wat anderen daarmee aanrichten weten wat je ermee aanmoet je wilt dat mensen bewust handelen als ze praten en middels taal inzicht in hun eigen wereld verwerven het ideologisch doel van taalbeschouwing hangt overigens samen met dat van taalbeheersing zoals dat bij diskussietechniek b v een rol speelt hier vinden ook de taalbeschouwers en taalbeheersers elkaar op d witte lelie lerarenopleiding te amsterdam in een integratie op ideologisch niveau gezamenlijk begeleiden zij een kursus sociolinguistiek in het 2e en 3e jaar met als centrale thema s hoe gebruiken wij en anderen onze taal wat geven wij aan nederlands op school en waarom 4 0 dat gelul van jo u als voorbeeld van een mogelijkheid van taalbeschouwing in de praktijk kunnen we de uitdrukking dat gelul van jou nemen er zijn dan taalbeschouwend twee belangrijke vragen a wat kun je er taalbeschouwend over konstateren b waarom zouden we aan taalbeschouwing doen 4 1 wat kun je er taalbeschouwend over konstateren sociolinguistisch de uitdrukking wordt vaak onder elkaar gebruikt als je het tegen iem an d zegt dan heb je een vrije houding t o v hem of haar het is een zeer sterke afwijzing psycholingui stisch de sterke afwijzing is zo sterk dat hij bij de ander een deur dicht slaat linguistisch dat gelul van jou dat ge emmer van jou wat is hier de struktuur van dat ge van jou van hem welke woorden kunnen bij ge ingevu ld worden dat is een uitdrukking 4 2 en waarom doen we het bovenstaande praktisch je kunt wijzen op het in het abn gebruikelijke je moet nu eens ophouden met dat gepraat of nu kan ik je niet meer volgen deze formule ri ngen laten diskussie toe je kunt nu verder praten uitpraten praten tot het einde van de zwak ste het praktisch doel kan dus zijn er aan meewerken dat leerlingen in plaats van dat gelul van jou in een abn situatie zeggen je moet eens ophouden met dat gepraat dit geldt ook omgekeerd als een politikus zegt nu kan ik je niet meer volgen dan moet de leerling weten dat hij in feite bedoelt dat gelul van jou ideologisch de gebruiker weet wat hij zegt hij kent de scherpte van zijn afwijzing wanneer het tegen hem wordt gebruikt kan hij bedachtzaam reageren met b v zo ken ik er nog een of dat is geen argument of zullen we een wedstrijd doen in 84 dat ge van jou ook weer weten dat als jij tegen iemand zegt dat gelul van jou en iemand reageert met een van bovenstaande argumenten dat dan jouw gerechtvaar digd wrevelig gevoel genegeerd wordt je weet dat je nu scherper moet formuleren wat je daar nu zegt is niet zo want er weet van hebben dat het gaat om de spanning tussen verbloemen en openhartigheid over verbloemingstendensen in het abn spreken ook weten dat dat gelul van jou niet in alle omstandigheden een deur dicht slaat soms kan een dat ben ik niet met u eens een veel ve rnietigender effekt hebben elke situatie heeft zijn eigen taal 4 3 de taalvaardighei d je kunt er eerst over praten en dan gaan spelen maar het kan ook andersom ideeen om te manipuleren met taal aan de hand van deze uitdrukking zijn b v de leraar maakt van een verhaaltje over bv nico die een mop vertelt aan gerrit deze reageert met ach dat gelul van jou de leerlingen kunnen opschrijven hoe ze denken dat nico reageert ze kunnen het verhaal ook verder afmaken de re sulta ten zijn uitgangspunt bij de besprekingen verkennen v an mogelijkheden je kunt dat gelul van jou zingen je kunt de accenten verleggen het kan een andere melodie krijgen het op vele wijzen in vele omst an digheden zeggen de leraar kan van daa ru it een stukje drama opbouwen behalve om het plezier worden leerlingen lijfelijk gekonfronteerd met de werking en niet werking van deze uitdrukking in diverse situaties op dezelfde gronden kan men o ok het volgende doen men kan er baldadig mee aan d e gang het schreeuwen en herhalen er kan gesubstitueerd worden dat gelul van jou dit geetter aan hem zo n geklooi met tante marie welk een gezanik in oom pie t afh an kelijk van de situatie kunnen er synoniemen gekozen worden in de trant van wie zegt wat men leert daarmee de stereotiepen herkennen en ontmaskeren wat zegt de agent zeg mannetje je denkt toch zeker niet dat ik dat geloof he dat moet je op het buro nog maar eens komen vertellen wat zegt de agoog ik begrijp u volkomen er is a ll een een klein puntje als u me niet kwalijk neemt dat ik daar even op inga waarover ik nog even nadenk wat zegt de meester en wat de psycholoog in welk verband waarom gebruikt men sterotiepen jargon deze voorstellen zijn een poging oefening baart ook in deze kunst 5 van school naar werk kansen voor wie p voor wat taal beschouwing in het lbo als we nu de doelste l ling van taalbeschouwing geformuleerd hebben betekent dat nog niet automatisch dat het dus verantwoord is deze vorm in de school te beoefenen hoe noodzake l ijk jij het als leraar ook kunt vinden op grond van deze doelstel ling lijkt het mij zinnig dat taa l beschouwing gedaan wordt 85 maar de leerling moet het ook willen hij moet de dubbele praktisch ideologisch doelstelling van taalbeschouwing ook willen realiseren de leerling moet enerzijds abn willen leren anderzijds moet hij nieuwsgierig zijn naar de taalwaarheid nieuwsgierigheid is de basis voor filosofie maar heeft zelf ook weer een basis namelijk de materiele situatie waarin iemand verkeert deze bepaalt de mate en de soort nieuws gierigheid de materiele situatie omvat de situatie van het milieu of de klasse de situatie ook van de persoon zelf samen met alles wat daardoor bepaald wordt ver leden heden en toekomst nu zijn er veel leerlingen die niet in een zodanig materiele situatie verkeren dat ze nieuwsgierig zijn naar de taalwerkelijkheid en evenmin hun moedertaal willen ontwik kelen tot abn filosoferen past binnen de traditie van het gymnasium een vrachtwagenchauffeur hoeft dat niet en als je niet in de situatie verkeert dat het spreken van abn een levensbehoefte van je is dan zal je het niet willen leren spreken schrijven althans het interesseert je niet ik denk hierbij speciaal aan de groep leerlingen van het lbo de school biedt hen uitzicht op beroepen die uitgebuit worden in die beroepen wordt hen geen oordeel gevraagd nadenken is het voorrecht van de betere banen taalbeschouwing zal enthousiast ontvangen worden op vwo en havo top maar m n over de kansen in het lbo moeten we niet te optimistisch zijn en wat kunnen we daar nu aan doen niks maar laten we na dit negatieve antwoord eens kijken naar het laatste moer nummer van 1972 waar de funktie van taalbeheersing in het lbo centraal stond in de inleiding schrijft de redaktie dat je taal in het lbo niet als probleem kunt isoleren omdat het taalonderwijs maar een onderdeeltje is van het probleem van het lbo dat het nl opleidt zoethoudt totdat de leerling werkende jongere wordt en daarmee gaat behoren tot de maatschappelijke klasse die het meest wordt uitgebuit het artikel van frans van de pieterman geeft de hele problematiek weer in de koppen boven het artikel de technische school een vicieuze cirkel taal als faktor van diskriminatie hij schrijft dan ook dat als er ooit een rechtvaardige middenschool zou komen deze middenschool eenvoudig niet zou kun nen funktioneren als niet in de maatschappij wezenlijke dingen veranderen hij schrijft letterlijk niet diskriminerend onderwijs dat opleidt voor een diskriminerende maat schappij lijkt nog frustrerender dan het huidige kategoriale systeem toch zal de vicieuze cirkel ergens doorbroken moeten worden misschien zijn frustraties wel heil zaam hoe moeilijk het ligt blijkt wel uit de moeilijke positie van de leraren avo aan de lts zij moeten maar zien hoe zij inhoud moeten geven aan het avo pakket vakken die voor leerlingen en kollega s toch al iets verdachts hebben en bovendien nog vakken die ze geleerd hebben te onderwijzen op een manier die mislukt is bij de groep waaraan ze les moeten geven in het artikel wordt voor het taalonderwijs m n gepleit voor het aansluiten van de leraar bij het sociaal dialekt van de leerling zodat van daaruit dan een link gelegd kan worden naar de kultuurtaal de nadruk zou dan moeten vallen op mondelinge taal 86 beheersing en op taalweerbaarheid tegenover verbaal geweld gestimuleerd en beleefd in rollenspel drama het maken van hoorspelen enz ik kan de gestelde prioriteiten niet beoordelen maar wel zal de leraar enerzijds mogelijkheden moeten weten aan te bieden waardoor er duchtig met taal gemanipu leerd wordt anderzijds is er de nabespreking waarmee het gebied van de taalbe schouwing betreden kan worden of dat lukken zal in de situatie van het lbo ik ben er niet erg optimistisch over de materiele situatie staat lijnrecht tegenover de materiele situatie waarin taalbeschouwing gedijt dat blijkt ook al weer uit karakteristiek die frans van de pieterman geeft in de vraag hoe schept hij de leraar een sfeer waarin dit mogelijk wordt in een situatie waarin het tonen van emotie onmiddellijk als aanstellerij wordt gezien een optimistischer geluid horen we uit de praktijk van anita koster en paul van engelen in hetzelfde nummer die hun ervaringen met dramatische expressie binnen het lbo weergeven zij leggen een direkt verband tussen de schoolsfeer en het al dan niet aanslaan van dramatische expressie op die scholen welnu ook de school is een onderdeel van de materiele situatie van de leerling naast het gezin het milieu en de toekomstige werkkring dat is dan ook een punt waar de vicieuze cirkel door ons als leraren doorbroken kan worden in de school nieuwsgierigheid wordt bepaald door de materiele voorwaarden die de sociale situatie uitmaken waarin iemand verkeert uit het stuk van anita koster en paul van engelen is te lezen dat niet alleen de toekomst de status van werkende jongere een rol speelt maar ook dat deel van het heden dat school heet de school is 66k een realiteit binnen de sociale situatie en niet totaal hulpeloos zij kan proberen milieu en school gebeuren op elkaar te betrekken met de aantekening dat het ene milieu gemakkelijker bij de school te betrekken is dan het andere en als het niet lukt als niets lukt een niet diskriminerend onderwijs voor een wel diskriminerende maatschappij is beter dan een diskriminerend onderwijs voor een diskriminerende maatschappij want het eerste levert een frustratie op het tweede niets vanuit 6nze sociale situatie zijn we bang voor frustraties want frustraties heten ongezond daarom spreek ik liever van wrijvingen tussen onze overtuiging de behoeften van de leerlingen en een diskrimine rende maatschappij wrijvingen kunnen tot iets leiden goed of slecht je kan ze niet vermijden wij willen ze niet vermijden 6 organisati e en besluit een grammatika voor het onderwijs w at geven wij aan nederlands op de scholen van moedertaal tot abn of ku ltuurtaal d at zijn slechts drie van de vele zinnen die we intussen verbruikt hebben in de uitwer king van onze ideeen over taalbeschouwing maar ideeen worden pas echt aardig alsje er iets mee doet d at ge l dt ook voor de ideeen die we in dit stuk gepropageerd hebben dat dit mogelijk is bewijzen de aktiveringsprogramma s van het a bc ritp waarvan de achterliggende opvattingen nauw verwant zijn aan de onze zie literatuur 5 het von kongres 1973 zie literatuur 3 de aktiviteiten van een van ons aan de leraars 87 opleiding waaraan we verbonden zijn zie literatuur 2 en handleiding voor kreatief taalbeschouwen zie literatuur 8 wat onze eigen aktiviteiten betreft die vormen pas een begin dat wij niet alleen kunnen afmaken we zijn niet meer dan aangevers want alleen samenwerking met mensen in het veld kan van aardige ideeen iets stoffelijke iets tastbaars maken dat ook aardig is vandaar het volgende plan tot organisatie van de taalbeschouwing op nieuwe wegen en in een nieuw kader we zetten grammaticom definitief op in een 2 maandelijkse publikati e behelzende notities opmerkingen ideeen en uitgewerkte lessen taalbeschouwing voor de praktijk en vanuit de praktij k voorlopig onder redaktie van de schrijvers van dit artike l geschreven door leraren aan kleuter basis en voortgezet onderwijs van huishoud school tot en met universitei t wie belangstelling heeft als lezer of als lezer en schrijver geeft zich op bij de auteurs van dit stuk zie achter in dit nummer van moer ook scholen kunnen gramma ticom toegestuurd krijgen vermeld moet worden als wat men beschouwd wil worden als lezer als schrijver als lezer en schrijver wie zich niet opgeeft krijgt niets helaas voor hem en het onderwijs voor 1 oktober hoort iedereen definitief of grammaticom wegens voldoende belangstelling kan blijven verschijnen op deze wijze kunnen we gezamenlijk werken aan een grammatika voor het ond e rwi js i n h e t n e d e r la nds e n d e mo e d e rt aa l noo t abc advies en b egelei dingscentrum voor h et on derwijs in amsterd am ritp researc h instituu t voor de t oegepaste psychologi e aan de universi teit van amster dam literatuur 1 charlotte buhler psych ol ogie in d e mo derne wereld amster dam 1964 2 w van calcar naar een grammatica voo r het ond erwij s in het ne d erl an ds en d e moe d e r taal am sterdam 1 973 uitgave van d witte lelie 3 grammaticom 1 on der redacti e va n w van calcar en h m eddens amstelveen m ei 1973 4 e r hilgard en r c atkinson intro d uction to psych ology new y ork 196 7 5 c hu lsenbeck en c van calcaz red ak tiveringsprogramma a bc ritp deel 1 van d e nu 10 d el ige serie ik kom van huis ik ga naar sc hool am sterd am 1 9733 6 anita koster en paul van engel en d ra m atische expressie bij het beroepson derwijs h e t is alleen maar praten en beel den uit doen m oer 1 972 4 7 m j langeveld o ntwi kkelingsp sychologie be kno pte en systematische inl ei ding groningen 1969 8 h me dd ens en w van calcar t aalbeschouwing op doodlopend e wegen ha ndleiding voor creat ief taalbesch ou we n amsterd am 1973 in eigen be heer 9 a nann inga b oon de nken en taal groningen 1 958 1 0 frans van d e piete rm an d e technische school een vicieuze c irk el taal als fak tor van di skrimi n atie m oer 1972 4 1 1 b th tervoort e a psycholingu istiek 1 972 aula 4 81 1 2 b j uij lings s yntactische verschijnselen bij onvoorb ereid sp reken assen 1 956 voo r verd ere literatuur zi e syllab us en n a info rmatie va n het vo n k ongres 1973 adres van de auteurs wim van calcar schepenenlaan 13 amstelveen 020 43 08 58 h er man medde ns wester markt 271 amster dam 020 22 21 7 5 88