‘De autonomie van het kanaal’; ‘Naschrift van de redactie’

Publicatie datum: 1984-01-01
Collectie: 02
Volume: 02
Nummer: 2
Pagina’s: 77-86
kritiek commentaar en beschouwing bernard schut de autonomie van het kanaal helge bonset naschrift van de redactie de autonomie van het kanaal toen ik hoorde van de oprichting van spiegel besloot ik nog voor het eerste nummer was verschenen een bijdrage in te zenden eveneens nog voor het verschijnen van het eerste nummer werd mijn bijdrage afgewezen het centrale argument luidde te weinig nieuwswaarde mijn artikel handelde over literatuuronderwijs op dat moment werd in levende talen een discussie gevoerd onder an dere naar aanleiding van mijn ideeen over literatuuronderwijs en de aanval daarop van harrie bekkering ik was en werd uitgenodigd voor het houden van lezingen over mijn opvatting over literatuur onderwijs ik was woedend waar haalde de redactie het recht van daan mijn artikel te weigeren mijn nieuwswaarde bepaal ik immers zelf wel wanneer ik weken lang zit te zwoegen achter mijn schrijftafel om zo scherp mogelijk te formuleren wat ik wil zeg gen denk ik klaarblijkelijk dat ik iets te zeggen heb enige weken later rolde het eerste nummer van spiegel in mijn bus het bevatte onder andere een artikel dat al eerder in leven de talen had gestaan en een bijdrage van helge bonset over norma le functionaliteit over nieuwswaarde gesproken dacht ik reageerde ik alleen maar rancuneus of stelde ik een terechte vraag waar haalt een redactie het recht vandaan een artikel te weigeren ik geef nog een tweede case in 1981 nodigde de redactieraad van de dcn camers twee moedertaaldidactici uit om een cahier samen te stellen over literatuurhistorie zij gingen aan het werk zochten auteurs aan deze schreven concepten en gingen na goed keuring op hun beurt aan de slag in 1982 leverden ze de kopij in de kopij bleef liggen tot 1983 deels door wisseling van de uitgever deels door wisseling van de wacht in de redactieraad de nieuwe redactieraad ging in de loop van 1983 aan het werk en nieuwe bezems vegen schoon het cahier zoals het er nu in door de redactie goedgekeurde kopij lag werd te licht bevonden uit gesteld een nieuwe redactie werd samengesteld de oude bedankte 77 spiegel 2 1984 nr 2 77 86 uiteraard met de opdracht ten dele nieuwe auteurs te werven waaronder vooraanstaande hooggeleerde vakwetenschappers en de niet afgewezen artikelen te laten herschrijven in dit geval zien we een nog veel zwaarder ingrijpen niet alleen worden bijdragen geweigerd terwille van de beoogde kwaliteit worden ook oudere afspraken genegeerd opnieuw dringt zich bij mij in ieder geval de vraag op waar haalt een redactie het recht vandaan om artikelen te weigeren ik vind dit een belangrijke vraag de uitwisseling van denken over onderwijs vindt zeker niet uitsluitend maar toch zeker in be langrijke mate plaats door middel van artikelen in tijdschriften de redacties van die tijdschriften kunnen door hun beleid deze uitwisseling beinvloeden zij kanaliseren deze en nemen derhalve een strategische positie in ik zelf zou deze twee voorbeelden makkelijk aan kunnen vullen wanneer alle schrijvers onder de lezers van spiegel hun ervarin gen op dit punt toe zouden voegen zou er naar ik aanneem een interessante materiaalverzameling ontstaan ik heb zelf de indruk dat het beleid van redacties de laatste jaren dominerender wordt en dat de vrijheid van de individuele auteurs de zenders in deze beeldspraak dienovereenkomstig af neemt een zelfde ontwikkeling is te zien bij het universitaire onderzoek ook daar en veel duidelijker zichtbaar neemt de vrijheid van de individuele onderzoeker af zijn veranderende maatschappelijke omstandigheden hier debet aan de ideeen van de literatuursocioloog vanheste bert brouwers betekenen mogelijk een antwoord op deze vraag hij merkt over de functie van het kanaal en de zender in het fictionele cc mmunica tieproces onder meer het volgende op vanheste 1981 pag 143 144 in werkelijkheid worden de communicatiemiddelen nog steeds be heerst door kleine groepen mensen in een geindustriali seerde maatschappij is de schrijver zo goed als verplicht zijn manuscript uit handen te geven het te bezorgen aan een uitgever in het literaire communicatieproces wordt een kanaal ingescha keld dat grotendeels ontsnapt aan de greep van de individuele schrijver zodra de uitgever het manuscript ontvangt wordt het een potentiele koopwaar de uitgever en later de boekhandel zullen het onvermijdelijk omfunctioneren zij treden niet op als neutrale bemiddelaars die de boodschap doorgeven zij grijpen in ze vervormen de boodschap de uitgever selecteert slechts een gering percentage van de manuscripten wordt uitgegeven censu reert erkende schrijvers mogen daar weinig last van hebben de butanten des te meer plaatst het werk in een nieuwe context een sprekende titel op een artistieke omslag in een literaire 78 serie de mededeling van ervaringen de poging om door middel van literatuur te reageren op toestanden en er tegen in te gaan wordt ondergeschikt gemaakt aan het winststreven soms gebeurt dat op een doorzichtige wijze in de massaliteratuur soms langs subtielere wegen op dit debuut wordt verlies geleden over een paar jaar levert deze of een van de debutanten van nu waarschijn lijk een bestseller af of het uitgeven met geringe winst van dit soort boeken verhoogt de status van de uitgeverij en dus de totale winst de aangeduide omfunctionering komt neer op een om kering van waarden de gebruikswaarde wordt onderworpen aan de ruilwaarde het boek wordt een ding waarvan de waarde in geld wordt uitgedrukt het wordt verdinglijkt verzakelijkt ver vreemd ik hoor u nu tegenwerpen boeken mogen wellicht als koopwaar be schouwd kunnen worden maar op artikelen en tijdschriften wordt toch geen winst gemaakt hoewel nog te bezien valt of en in hoe verre dit dan het geval is vanheste stelt hiertegenover niet alleen het literaire boek maar alle mensen en dingen zijn ver vreemd en verzakelijkt inmiddels blijft het een feit dat de arbeidsdeling zich in de westerse landen de nuanceringen daar gelaten voltrokken heeft binnen het kader van kapitalistische structuren en verhoudingen de sterkste de slimste de sluwste de gemeenste de man met de meeste durf het meeste talent of het meeste geluk ging tot de elite behoren die de leiding nam van het ontwikkelingsproces de motor van de vooruitgang was het eigenbelang in de meest bekrompen betekenis van prive bezit en particuliere macht het hebben het bezitten verzelfstandigde werd een doel in plaats van een middel werd de hoofdbehoefte die de veelzijdige ontwikkeling verdrong de relatie met zichzelf met de medemens met de groep en de samenleving met de natuur werd verzakelijkt werd gereduceerd tot een hebben relatie de mens werd tot een waar herleid de arbeidende mens wordt een ar beidsfactor verwisselbaar en anoniem die door zijn arbeid ont menselijkt wordt vervreemd die zijn arbeid niet anders kan zien dan als bron van bezit van geld waarmee hij achteraf zijn ver vreemde behoeften kan bevredigen pag 145 146 ik heb wat uitgebreidere citaten opgenomen voor het geval dat u niet vertrouwd bent met deze denkwereld over de schrijvers van literatuur merkt tenslotte vanheste het volgende op verreweg de meeste literatoren zitten onverdroten als kleine ambachtslie den op hun werkkamer maandenlang te schaven en te vijlen aan een in zelfstandigheid gerealiseerd handwerk aan een persoonlijk gepresteerd antwoord op de eigen situatie gesprekken met schrij vers en de aandachtige lectuur van hun werk bevestigen dat het hen nog steeds in de eerste plaats om het antwoord te doen is om de communicatie met de lezer tijdens het schrijfproces blijft de gebruikswaarde de communicatie dus voorop staan com merciele motieven gaan meestal pas later meespelen als het schrijven voltooid is en het manuscript naar een uitgever gezon 79 den wordt pag 161 literatoren zijn in de visie van vanheste anachronismen relicten uit een pre industriele samenleving de theoretische verklaring die vanheste hier geeft met betrekking tot de fictionele communicatie kan mijns inziens helpen om onze eigen situatie te begrijpen tot voor zeer kort waren wij als wetenschappelijke onderzoekers relicten uit een pre industriele samenleving en ongelooflijk in enkele jaren is daar radicaal een eind aan gemaakt ik zie wanneer ik daar op wil letten dat werkelijk dagelijks om mij heen universitair onderwijs is een kwestie van input en outputfinanciering voor onderzoek geldt voorwaardelijke financiering produktie en kwantificering het meest schrijnend is het te zien bij afslanking concentratie en taakverdeling of welke misleidende benamingen ook gebruikt wor den in plaats van bezuiniging waarbij de kwaliteit van mensen hun gebruikswaarde immers geen rol speelt en slechts de kwanti teit hun ruilwaarde telt maar dit terzijde de theorie van vanheste laat zich mijns inziens niet alleen door trekken naar ontwikkelingen in het wetenschappelijk onderwijs maar is ook toepasbaar op het redactionele beleid van tijdschrif ten vanzelfsprekend omdat het tijdschrift een aspect is van het totale proces van wetenschappelijke communicatie ik denk met brouwers dat schrijven een vorm van zelfrealisatie is een poging om greep te krijgen op de werkelijkheid die al leen dan slaagt wanneer lezers er iets aan hebben en dus mee doen brouwers spreekt in dit verband van voorbereidende praxis natuurlijk spelen factoren als ijdelheid carrieremakerij mee maar ondergeschikt denk ik en ik vind dat redacties van tijd schriften in deze communicatie tussen schrijvers en lezers een bemiddelende rol dienen te hebben een redacteur behoort geen arbiter te zijn en zeker geen censor maar bemiddelaar van deze bemiddelende rol zijn criteria voor de beoordeling van bijdragen af te leiden criteria die betrekking hebben op de vraag hoe help ik de auteur met het zo goed mogelijk formuleren van zijn boodschap criteria kortom met betrekking tot de lees baarheid criteria met betrekking tot de inhoud als nieuwswaarde belang wekkendheid zijn niet ter beoordeling van de redactie die legt de lezer zelf wel aan is de rol van de redactie hiermee een passieve ik meen van niet allereerst verwacht ik dat een dergelijke rolopvatting van een redactie enorm stimulerend zal werken bovendien sluit een derge lijke benadering niet uit dat een redactie stimulerend optreedt 80 wanneer dat nodig is vergelijk de integere leraarsinvloed van ten brinke het bovenstaande is sterk generaliserend ik ga niet in op aller lei vragen die dit oproept over inhoudelijke kwesties bijvoor beeld als plagiaat halve waarheden toch wil ik een uitzonde ring maken wanneer geestverwanten een tijdschrift oprichten om het duurder te zeggen wanneer de aanhangers van een paradigma zich in een tijdschrift verenigen ligt de zaak anders ik vind dan ook dat de redactie van moer meer recht van spreken heeft en de lezers meer recht op eenzijdigheid dan die van levende talen en spiegel ik ben de redactie van spiegel dankbaar dat ze deze overwegin gen in haar rubriek kritiek commentaar beschouwing plaatst en niet persoonlijk opvat dat was ook niet mijn bedoeling ik wilde de aandacht vestigen op een ontwikkeling die ik ongewenst vind dat ik daarbij van bepaalde ideologische vooronderstellin gen uitga dat ben ik mij wel bewust bilthoven 15 oktober 1983 bibliografie vanheste bert literatuursociologie theorie en methode van gorcum assen 1981 81 82 helge bonset naschrift van de redactie in zijn bijdrage de autonomie van het kanaal stelt schut dat een tijdschriftredactie een bemiddelende rol dient te hebben tussen schrijvers en lezers en dat zij zich bij het beoordelen van bijdragen dient te beperken tot het criterium leesbaarheid het hanteren van andere criteria zoals nieuwswaarde bij de beoordeling van bijdragen brengt schut via vanheste in verband met afslanking concentratie en taakverdeling in het universitai re onderwijs in het algemeen en voorwaardelijke financiering in het bijzonder het leggen van dit verband lijkt ons niet juist het is schuts goed recht om voorstander te zijn van een louter bemiddelende redactie het is niet zijn goed recht ons een koers toe te schrijven die wij tot op heden niet gevaren hebben wij zullen dit nader toelichten de redactie van een tijdschrift als het onze kan onzes inziens op dit moment drie verschillende koersen varen 1 de redactie bemiddelt louter tussen schrijver en lezers se lecteert niet uit binnenkomende bijdragen ze neemt in princi pe alles op wat aan bijdragen binnenkomt ze legt slechts het criterium aan van leesbaarheid en helpt de auteur aan dit criterium te voldoen voorzover dat nog niet het geval is dit is de door schut voorgestane koers 2 de redactie bewaakt journalistieke kwaliteit en selecteert daarop uit binnenkomende bijdragen ze bekijkt bijdragen niet alleen op leesbaarheid maar ook op journalistiek in brede kring aanvaarde criteria als nieuwswaarde passendheid in het blad betrouwbaarheid en verifieerbaarheid van informatie enz hoewel ze bij een aantal bijdragen de auteur zal kunnen helpen aan deze criteria te gaan voldoen voorzover dat nog niet het geval is selecteert de redactie op grond van de cri teria ook uit de binnenkomende bijdragen ten eerste omdat de plaatsruimte in het blad beperkt is ten tweede omdat in som mige gevallen begeleiding van een auteur tot het gewenste re 83 sultaat de krachten van de redactie te boven kan gaan 3 de redactie bewaakt wetenschappelijke kwaliteit en selecteert daarop uit binnenkomende bijdragen ze legt behalve journa listieke criteria ook nog als norm aan dat de bijdrage door een forum van wetenschappers geacht wordt van voldoende we tenschappelijke kwaliteit te zijn dat forum zal aan bijdragen kritische vragen stellen als heeft de auteur de relevante literatuur verwerkt verantwoordt hij de in het onderzoek ge volgde werkwijze maakt hij het belang van de onderzoeksresul taten duidelijk een dergelijk forum wordt meestal in de vorm gegoten van een redactieraad bestaande uit formeel gekwalifi ceerde gepromoveerde wetenschappers redactie en redactie raad selecteren op grond van bovengenoemde criteria uit de binnenkomende bijdragen ook een passievere meer achteraf kwaliteitsbewakende rol van de redactieraad is goed denkbaar uiteraard is het ook hier mogelijk dat auteurs begeleid worden om aan bovengenoemde criteria te gaan voldoen de koers door de redactie van spiegel tot op heden gevolgd is koers 2 journalistieke kwaliteit bewaken de koers die door schut in verband wordt gebracht met afslanking concentratie en taakverdeling in het wetenschappelijk onderwijs is koers 3 we tenschappelijke kwaliteit bewaken en opschroeven schut gooit beide zaken op een hoop en schrijft ons motieven toe die in feite geen enkele rol hebben gespeeld het duidelijkst moge dit blijken uit de historie van zijn eigen bijdrage voor spiegel die is niet afgewezen op grond van wetenschappelijke criteria de redactie heeft zich hier niet over gebogen maar op grond van het journalistieke criterium nieuwswaarde zoals schut zelf ook memoreert schuts lezing voor een lekenpubliek op het gebied van de moedertaal en literatuurdidactiek werd door ons niet publikabel geacht als artikel in een tijdschrift voor lerarenopleiders moedertaalonderwijs en wij zagen ook geen mogelijkheid de auteur de nieuwswaarde van deze lezing voor dit publiek te laten verhogen zonder hem te vragen een geheel nieuw artikel te schrijven het zou schut gesierd hebben wanneer hij in de autonomie van het kanaal deze toedracht wat exacter vermeld had schuts bijdrage heeft intussen wel gezorgd voor discussie over de diverse koersen in de redactie en daarvoor zijn we hem dankbaar de redactie kiest op dit moment voor het blijven volgen van koers 2 hoewel met koers 1 bij enkele redactieleden wel degelijk affiniteit bestaat een deel van de redactie vraagt zich af of in de toekomst het directe belang van spiegelauteurs vdn leden niet gediend zal zijn bij een keuze voor koers 3 en dus bij de in stelling van een redactieraad al wordt daarmee ten dele het hoofd gebogen voor door schut terecht genoemde zaken als afslan 84 king concentratie en taakverdeling in het wetenschappelijk on derwijs ten dele de redactie hangt namelijk met van der leeuw zie elders in dit nummer meer de bestreden reproduk tie opvatting aan dan bij schut en vanheste het geval lijkt te zijn de keuze voor welke andere koers dan ook dan de huidige zal overigens niet plaatsvinden zonder fiat van het vdn bestuur en daarmee van de leden van de vdn loenen a d vecht februari 1984 85 86