De commissie modernisering moedertaalonderwijs en de latitudinaliteit

Publicatie datum: 1976-01-01
Collectie: 07
Volume: 07
Nummer: 3
Pagina’s: 168-169

Documenten

de commissie modernisering moedertaalonderwijs en de latitudinalitei t koos hennephof de commissie moet aandacht schenken aan het lat i tudinale aspect van het moede rt aalon derwijs zo luidt samengevat besluit iie van de instellingsbeschikking van de cmm ja nuari 1974 het is niet moeilijk het spoor hie rv an terug te volgen sinds het von kongres van 1972 kreeg het begrip enige bekendheid de meeste von leden weten dat latitudinaliteit iets te maken heeft met de wijze waarop de leraar in andere vakken dan nederlands gebruik maakt van de moedertaal dat het te maken heeft met zaken als verbale interactie het stel len van vragen het gebruik van een vaktaal het lezen van schoolbordteksten en het maken van pro efwerken maar de beide subkommissies van de cmm d ie zich sinds 1974 met la titudin a liteit bezig hielden vonden dit toch te weinig te weinig althans om van daaruit aan de stichting leerplanontwikkeling voorste llen te kunnen doen tot samenwerking van de cmm met andere commissies voor leerpl a nontwikkeling want ook dat stond in besluit iie van de inste ll ingsbes c hikking wa t veronde rstelt dit n a m elijk dat je kunt aang ev en welke doelstell i ngen ten aanzien van de moede rtaalontwikkeling van 4 16 jarigen opgeno men moeten of kunnen worden in leerpla nnen van andere vakken en in welke leerplan nen deze taaldoelen moeten of kunnen worden opgenomen de eerste subcommissie van d e cmm die zi c h hiermee bezig hield dacht dat communi catieve taalvaardigheden die ook bij het moede rt aalonderwijs gerealiseerd worden zouden kunnen worden opgenomen bij specifieke v a kdoelen een leerling zou b ijv niet alleen de verschillen tussen de ontw i kkeling van europa en afrika moeten kennen maar er ook in een bepaalde situatie over moeten kunnen praten hij zou niet alleen natuurkund i ge ver schijnselen moeten kunnen waarnemen maar ook aan derden op begrijpelijke wijze hier over schriftelijk vers lag moeten kunnen uitbrenge n door het expliciet opnemen van der ge lijke doelen moet dan worden bereikt dat de leraar in dat va k ook expliciet de betrokken vaardigheden aan de leerling lee rt en niet st i lzwijg e nd ervan uitgaat dat praten over en vers lag ui tbreng en al tot de verwo rv enheden van een leerling behoren de tw eede subcommissie van de cmm die zich met het probleem van de l atitud i naliteit bezig hield was erg huive rig voor deze interpret a tie van het begrip zij meende hierin een z ekere expansi edrift van het vak nederl a nds te signalere n waarop de andere leerpl ancom missies vast niet zitten te wachten haar gedachten gingen in twee richtingen 1 de voorname rol van de moedertaal als voertuig voor onderwijzen en ieren is er de oor zaak van dat specifieke vaardigheden en houdingen t a v taal vaak impliciet worden on derwezen buiten de moedertaallessen de manier bijv waarop bij sommige vakken gebruik wordt gemaakt van teksten een tekst lezen vanuit het perspectief van de erop volgende vra gen bevordert alleen de vaardigheid cursorisch en localiserend lezen van teksten en daar 168 door als het hierbij blijft een oppervlakkige weinig kritische manier van omgaan met tek sten deze kijk op latitudinaliteit geeft aanleiding tot vragen als welk verband bestaat er tussen bepaalde leeractiviteiten in andere vakken dan nederlands en de ontw i kkeling van de taal vaardigheid van leerlingen wat is het verband tussen het verbale gedrag van de leraar en het taalgedrag van de leerlingen of bij uitbreiding wat is het verband tussen het verbale gedrag van de leraar en de leerresultaten van de leerlingen in zijn vak over dit soo rt vragen is echter nog te weinig te zeggen om al adviezen te kunnen geven ten behoeve van de leerplanontwikkeling van andere vakken 2 latitudinal iteit kan ook te maken hebben met datgene wat elk vak aan specifieks bij draagt aan de moede rt aalontwikkeling van de leerling specifiek betekent dan wezenlijk verschillend van wat in het moedertaalonderwijs gebeu rt ten aanzien van dit aspect is het onmogelijk me er te formuleren dan hypotheses bijv het vak wiskunde beinvloedt de taalontwikkeling van een leerling op een specifieke wijze door dat het hem dingen leert die hij niet bij het vak nederlands lee rt zoals de taal van de de ductieve redenering specifieke zinsconstructies als dan verbindingen b ijv eenduidi ge formuleringen kortom een specifieke taal die het wiskundi g handelen en denken be geleidt het vak geschiedenis daarentegen ontwikkelt het taalgebruik van de inductieve re denering di t soort hypotheses zo u eerst getoetst moeten worden voor men er conclusies ui t kan trek ken betreffende specifiek talige doelen in enig vak anders dan nederlands de tweede subcommissie voelde dan ook veel meer voor onderzoek n aar dit soo rt aspecten van lat i tudinaliteit zij vond het te vroeg voor concrete bijdragen aan de leerplanontwik keling bij andere vakken de plenaire vergadering van de cmm van 29 april j was van oordeel dat de tweede sub commissie toch maar eerst moest proberen het eerste uitgangspunt uit te werken in hoe verre kan de leraar bu i ten het moedertaalonderwijs expliciet bijdragen aan de moedertaal ontwikkeling van zijn leerlingen met name zou moeten worden nagegaan op welke ma nier de leraar in het b a sisonde rwij s bij het onderwij s in andere vakken tevens de taalvaar digheid van zijn leerl i ngen k an vergroten in september a s zal de plenaire cmm opnieuw bekijken of hieruit e e n onderzoeksproject valt af te leiden 169