De gammele glamour van het grammatica-onderwijs

Publicatie datum: 1988-05-01
Collectie: 18
Volume: 18
Nummer: 3
Pagina’s: 120-138

Documenten

de gammele glamour van het grammatica onderwijp onvrede en onduidelijkheid de onvrede met het grammatica onderwijs is groot zowel bij leerkrachten als bij leerlingen ze dateert ook niet van gisteren iedereen herinnert zich nog de verhitte polemieken die het advies van de aclo m advies commissie voor de leerplanontwikkeling moedertaal amper tien jaar terug ontketende de dis cussie draaide en draait nog steeds rond de geschiktheid van de leerstof rond de leerbaarheid ervan en in mindere mate rond de methodiek het is zonneklaardat grammatica in deze discussie het sleutelbegrip is en dat begrip is m i onvoldoende omschreven die vaagheid of rekbaarheid van ter minologie geeft aanleiding tot verwarring en tot slordige zelfs onzindelijke argu mentatie of wat dacht u van volgende reclametekst bij een nieuw vlaams oefenboek voor grammatica levertraan en spraakkunst lijken op mekaar ze zijn niet gemakkelijk om in te nemen maar goed voor de gezondheid en levensnoodzakelijk u schrijft toch ook niet ik wort boet betaalt dat 1s spraakkunst 2 in deze bijdrage wil ik proberen het begrip grammatica preciezer te omschrij ven door drie soorten te onderscheiden de schoolgrammatica de weten schappelijke grammatica en de interne of intuitieve grammatica vooral deze laatste zal ik uitvoerig besch rijven daardoor zal de schoolgrammatica in een heel ander daglicht komen te staan de interne grammatica elke taalgebruiker beschikt over een heel uitgebreide intuitieve kennis van de grammatica van zijn moedertaal op grond daarvan produceert hij taaluitingen die grammaticaal in orde zijn en voor zijn taalgenoten verstaanbaar dat onder scheid tussen competence en performance heeft de transformationeel ge neratieve grammatica ons heel duidelijk gemaakt met de term interne gram matica doel ik op een deel van die competence we kunnen ze omschrijven als het functioneel georganiseerd en virtueel bewust controleerbaar systeem van verbale vaardigheden spoelders van besien 1980 86 de snelle wer king van dat ntaalproduktiesysteem wijst erop dat die interne grammatica in ont zettend hoge mate geautomatiseerd is dat uiterst efficiente systeem leert elke taalgebruiker tussen pakweg 1 en 5 a 6 jaar d w z in de voorschoolse leeftijd dat gebeurt incidenteel en spelender wijs zonder van buitenuit gestructureerd onderwijsleerproces vonk 1988 18de p nr 3 120 in feite is dit een erg subversieve idee dat jonge kinderen op eigen houtje iets kunnen ieren zoiets ingewikkelds als een taal dan nog wel en dat ze die op de koop toe nog goed leren ook is dat misschien een van de redenen waarom zowel in het lager als in het secundair onderwijs weinig of geen rekening wordt gehouden met de intuitieve taalkennis van de leerling omdat het geen school kennis is het verwerven van die kennis moeten we ons ongeveer als volgt voorstellen een taalboodschap als heb je nog dorst of blijf eens van die sleutels af wordt opgevangen en begrepen via een soort distilleerproces wordt ze verder opgedeeld in categorieen en elementen tegelijkertijd wordt ook de formule er uit afgeleid we kunnen dit vergelijken met een raffinaderij waar de ruwe olie de crude gekraakt wordt d w z gesplitst in eenvoudiger verbindingen die dan via allerhande scheikundige processen verder verwerkt worden tot een aantal half afgewerkte produkten de interpretatiekennis van taal wordt m a w op een of andere manier getrans formeerd tot een systeem van regels en voorschriften dat vervolgens dienst doet als basis voor het construeren van begrijpelijke taaluitingen het is dan ook logisch dat het taalreceptievermogen het vermogen om taal te begrijpen bij kinderen ver vooruit is op het taalproduktievermogen ontdekkingsprincipes het stapsgewijs verwerven van die interne grammatica gebeurt aan de hand van zogeheten ontdekkingsprincipes verder op s dat zijn een soort van eenvoudige voorlopige regels die steeds weer voor herziening en verbetering vatbaar zijn een heel vroeg op in de ontwikkeling van kindertaal kan als volgt geformuleerd worden 3 op1 let op intonatie en accentuering in spraak lang voordat kinderen woorden produceren leren ze het melodisch patroon van hun moedertaal er bestaat immers een intense auditieve band tussen moeder en kind die kleine afstanden overbrugt en ook bij ontstentenis van licht blij ft bestaan die melodische persoon tot persoonrelatie wordt op zeer jonge leeftijd zeer diep verankerd en leidt bij normale kinderen tot vrijwel feilloze imitaties baby s melodieren vaak duidelijk zinsintonaties en voeren op die ma nier hele gesprekken met de verzorgende volwassene ze doen dat eveneens met andere kinderen al dan niet leeftijdgenoten en ook met zichzelf dat zijn dan de zgn bed time monologen waarin ze zowel imiteren als zelf variaties bedenken en die herhalen 4 121 volgende op s zouden er zo kunnen uitzien 0p2 let op systematische veranderingen in de vorm van de woorden op3 let op grammatische markeringen die betekenisverschillen aangeven op4 gebruik algemene regels en ga voorlopig voorbij aan uitzonderingen 0p5 let op woordeinde markeringen op6 let op de volgorde van woorden op grond van dergelijke op s leren kinderen stapsgewijs het hele stel regels en voorschri ft en van de grammatica van hun moedertaal zo hee ft op2 te maken met de morfologische procedes van verbuiging en vervoeging samen met 0p5 leidt dat tot het inzicht dat die procedes in het nederlands zoals in alle indo germaanse talen meestal plaats hebben in de vorm van veranderingen aan het einde van het woord b v huis huis je auto auto s speevspeel ttspeel de 0p3 leert kinderen eerder aandacht te schenken aan meervoudsvorming en aan verleden tijdsvorming dan aan het onderscheid de het deze dit enz fundamenteel voor het leren is 0p4 je aandacht toespitsen op enkele belang rijke onderdelen aspecten maakt leren een stuk makkelijker dat betekent wel datje aanvankelijk een aantal fouten maakt 5 zo produceren kinderen over generalisaties als potloten potloden koeen koeien driede derde geleesd gelezen en gedoet gedaan maar ook gezijn geweest en gezwaaien gezwaaid ook de constructie ik kan al niet fluiten ma tt hias 3 jr 5m gaat terug op dit op blij ft nog de fundamentele vraag hoe kinderen in staat zijn onderscheid te maken tussen wat wel en niet belangrijk is dat is een punt waar ik hier niet kan op ingaan 0p6 zorgt ervoor dat de woordvolgorderegels gerespecteerd worden zo zeg gen kinderen ne mooien auto en niet nen auto mooie en marianne haar zus en niet haar zus marianne of iets dergelijks 6 op die manier bouwt een kind reeds op zeer jonge leeftijd zijn eigengramma tica op door dagelijks gebruik wordt die voortdurend meer ve rf ijnd en genuan ceerd en dus ook steeds complexer terloops wil ik erop wijzen dat pogingen van volwassenen om grammaticale fouten te corrigeren door het kind straal ge negeerd worden toch beheerst hij tegen de tijd dat hij naar de lagere school gaat rond 6 jaar alle basisstructuren van de grammatica van zijn moedertaal daaruit volgt dat het moedertaalonderwijs op de lagere en ook op de middelba re school met deze kennis terdege rekening zal moeten houden wil het voor de leerling zinvol en nu tt ig zijn ik kom hier verder op terug hoe complex de interne grammatica van kinderen wel is wil ik verder toelich ten aan de hand van twee topics de tweewoordenzin en het gebruik van de werkwoordtijden 122 de grammatica van de tweewoordenzin gemiddeld rond de lee ft ijd van 18 maanden duikt in de kindertaal het bekende verschijnsel van de tweewoordenzin op deze op het eerste zicht lukrake juxta positie van losse woorden is in werkelijkheid opgebouwd volgens een aantal strikte regels hier ontstaat a h w de syntaxis binnen het bestek van dit artikel is het niet mogelijk de verschillende descriptiemodellen voor de syntaxis van de tweewoordenzin toe te lichten ik beperk mij tot de beschrijving opgesteld door schaerlaekens op basis van uitvoerige observaties van zes vlaamse kinderen schaerlaekens 1977 112 v in de woordenschat van deze kinderen zijn drie klassen te onderscheiden no mina verba en kwalificators adjectief adverbium negatie enz dat deze cate gorieen ook bestaan in de grammatica van het kind wordt duidelijk door de sys tematische keuze c q uitsluiting van bepaalde combinaties zo komt de com binatie verbum verbum nooit voor niettegenstaande het feit dat ze voor volwassenen verstaanbaar zou zijn op grond van deze woordklassen kunnen tweewoordenzinnen ingedeeld wor den in nomen nomenconstructies nomen verbumconstructies en construc ties met kwalificator dat leidt uiteindelijk tot negen zinstypes schaerlaekens 1977 116 nomen nomenconstructle 1 bestendigheidsrelatie auto papa dit is de auto van papa 2 toevalligheidsrelatie pop water de pop is in t water gevallen nomen verbumconstructle 3 subject verbumrelatie moeke vertellen mama moet vertellen 4 object verbumrelatie toren maken ik ga een toren maken 5 indirect object verbumrelatie boek schrijven ga je in een boek schrijven kwalificatorconstructles 6 ongedi ff erentieerde kwalificatie stoel kapot de stoel is kapot 7 demonstratie kijk poes zie je de poes daar 8 ontkenning bevestiging iteratie nee soep ik moet geen soep nog vertellen ik wil nog een verhaaltje 123 9 plaatsbepaling blokken in de blokken liggen in de doos uit deze beschrijving blijkt duidelijk dat jonge kinderen van ongeveer 2 jaar oud inderdaad een grammatica beheersen d w z een stel van regels voor de com binatie van woorden tot voorlopig korte zinnen daarmee kunnen ze al heel sterk in communicatie treden met de andere taalgebruikers rondom hen het hoeft geen betoog dat de tweewoordenzin in zijn totale context mate ri eel en psychologisch gehoord en geinterpreteerd moet worden dat geldt trouwens voor alle taaluitingen van kinderen de primitieve taalstructuur van de tweewoordenzin is tot op zekere hoogte te vergelijken met het chinees waar woorden naast in feite onder elkaar geplaatst worden de lezer moet zelf o m met behulp van vastevolgorderegels het syntactisch verband tussen de woorden leggen en zo de zin interpreteren een voorbeeld maakt dit duidelijk tsin helemaal hsin geloven shu boeken pu niet nu slaaf wu zonder shu boeken de nederlandse vertaling luidt beter zonder boeken dan alles geloven wat er in staat 7 de tijden van het werkwoord naast een modale hebben werkwoordvormen ook een temporele betekenis ze geven aan dat de werking die het werkwoord uitdrukt in het verleden in het heden of in de toekomst plaatsheeft een juist gebruik van deze vormen is slechts mogelijk als de taalgebruiker voldoende tijdsbesef ontwikkeld heeft hoe en wanneer die cognitieve ontwikkeling bij kinderen precies gebeurt is erg moeilijkte achterhalen voor het overgrote deel moet ze afgeleid worden uit het 124 taalgebruik van kinderen meer bepaald uit werkwoordvormen en bijwoorden van tijd zo gebruiken driejarigen geregeld de woorden gisteren morgen straks enz waarbij die termen zeker in de aanvang slechts een vage aanduiding zijn van de tijd die voorbij is c q nog moet komen gisteren is zowel de dag die aan vandaag voorafging als een tijdstip van enkele weken zelfs maanden geleden getuige volgende uitspraak van gisteren als het nog sneeuwde hebben wij een sneeuwman gemaakt van voor met een stok els 3 jr 3 m deze zinwerd uitgesproken half oktober de sneeuw waarnaar verwezen wordt dateert van het begin van datzelfde jaar voor morgen geldt mutatis mutandis hetzelfde ik moet graag mee naar span je morgen matthias 3 jr 6 m straks wordt vrij vlug gebruikt voor de zeer nabije toekomst straks komt de omi matthias 3 jr besef van gelijktijdig heid blijkt uit het juiste gebruik van ondertussen en van toen zinnen even eens rond de leeftijd van drie jaar werkwoorden komen aanvankelijk alleen in de infinitiefvorm voor b v in de tweewoordenzin maar reeds dan kunnen ze zowel naar toekomst als naar ver leden verwijzen terwijl ook de modale betekenis duidelijk aanwezig is b v wens hoe de verdere differentiering van werkwoordvormen precies gebeurt is bij mijn weten voor het nederlands nog niet systematisch onderzocht uit gerap porteerde en uit eigen observaties meen ik voorzichtig te mogen stellen dat na de infinitief achtereenvolgens de imperatiefvorm de 3de persoon g t t en het voltooid deelwoord aan de beurt komen over de volgorde waarin verleden en toekomstvormen optreden bestaat geen eensgezindheid waar het mij om gaat is het feit dat het jonge kind zich heel snel de verschillende tijdvormen van het werkwoord eigen maakt en ze adequaat ge bruikt getuige daarvan onderstaand lijstje uitspraken van matthias een kleuter van 3 jaar en half 8 presens 1 den dubbeldekker sta ginder se 2 dat duurt nog eventjes 3 de meneer geeft ne vis aan den ijsbeer 4 ik ben een mooi huisje aan t bouwen present continuous preteritum 5 daar was ne mooien auto 6 sinterklaas had geen bollekes 7 mijn pet zat op de grond 8 de trommel slaat toen wij aankwaamden 125 pe rf ectum 9 ze heeft niks gekregen 10 ik ben naar marianne haar zus geweest 11 wij hebben die specialen auto gezien 12 t heeft niet gebotst futurum 13 ik zal eens een huisje bouwen 14 ik ga toch een huisje bouwen 15 de boze wolf ga lang verdrinken in t water 16 ik ga n en nummer draaien imperatief 17 nie aan de radio komen 18 geef dat hier de trommel slaat in zin 8 is een le tt erlijk citaat uit een kinderliedje groot sol daatje klein soldaatje de verleden tijd van slaat is zo goed als zeker nog niet gekend de vorm aankwaamden illustreert hoe het kind bezig is de regels van de verleden tijdsvorming te leren hij weet blijkbaar dat er twee systemen bestaan nl klankwisseling en toevoeging van de n te n en past ze hier alle twee toe en hij kiest de fonologisch juiste de opmerkelijk is dat deze kleuter reeds zeergoed het gebruiksonderscheid prete ritum perfectum kent hetze lf de geldt voor de keuze tussen zullen en gaan voor de vorming van het futurum over tien jaar zal dit kind op school moeten leren dat v t betekent dat de handeling toestand overgang op een ogen blik in het verleden plaatsvond 9 het schoolboek heeft het dan over de o v t en zwijgt in alle talen over de v t t en het veelvuldig gebruik ervan om te verwijzen naar wat voorbij is over futurum vormen wordt ofwel met geen woord gerept ofwel wordt enkel de vorm met zullen vermeld 10 de logica hiervan ontsnapt mij volkomen zo zijn er in de kindertaal nog heel wat boeiende ontwikkelingen aan de gang ik noem het gebruik van de negatie ik lust geen graag bier of ik kan al niet fluiten matthias 3 jr 6 m de modaalwerkwoorden ik moet graag mee naar spanje morgen matthias id het persoonlijk voornaamwoord jij bent niet ik ik ben ik en jij bent jij 11 de vraagzinnen jonge kinderen kunnen niet over weg met of vragen ze interpreteren die als ja nee vragen en beantwoorden ze op die manier wat nogal eens tot misverstanden en erger leidt op zeer korte tijd wordt de hele nederlandse grammatica geleerd en dat betekent veel meer dan het povere afkooksel dat de schoolgrammatica ervan overgehouden heeft wie aandachtig kindertaal beluistert vanuit dit perspectief hoort veel meer dan leuke of poetische uitspraken waarmee hovink bestsellers gevuld worden kinderen zijn voortdurend bezig om met de taalmiddelen waarover ze beschik 126 ken de wereld rondom zich te conceptualiseren en daarover met anderen te communiceren tegelijkertijd exploreren en oefenen ze heel intens hun moe dertaal en verwerven ze het complex systeem van taalstructuren en hun ge bruiksregels omdat dit alles incidenteel geleerd wordt en buiten onze directe controle valt hoeven we dat niet zo flagrant te negeren die ontwikkeling obser veren en eraan deelnemen en tegelijk het denk werk erachter vermoeden en bevroeden is een fascinerende en leerrijke bezigheid voorlopig besluit interne grammatica is een realiteit zij wordt door kinderen op zeer jonge leeftijd stap voor stap verworven kleuters van 3 jaar staan al vrij ver en rond 5 a 6 jaar is een fundamentele basis gelegd h all the basic structures used by adults to generate their sentences can be found in the grammar of nursery children menyuk 1977 het spreekt voor zich dat het jonge kind geen bewuste taalanalytische houding aanneemt maartoch verwe rft hij een zeer complex systeem van regels en voor schriften dat hij a h w abstraheert uit het taalaanbod en dat hij onmiddellijk pro duktief kan gebruiken wij hebben hierwaarschijnlijkte doen met een in eerste instantie vrijwel onbewust automatisch uitgelokt abstractieproces dat de intrin sieke structuur van de taal in kaartbrengt spoelders van besien 1980 86 de ontwikkeling van de syntaxis en van de taalvaardigheid in het algemeen houdt vanzelfsprekend niet op als het kind zes jaar is of het natuurlijk ontwik kelingsproces en het leerproces op school elkaarwederzijds versterken dan wel ontkrachten zal zeer sterk afhangen van de mate waarin het taalonderwijs op school de facto inhaakt op de reeds verworven kennis en vaardigheid van het jonge kind of de schoolgrammatica die nu algemeen in voege is dat doet of zelfs kan doen du rf ik zeer sterk te betwijfelen wetenschappelijke grammatica een tweede soort grammatica is de wetenschappelijke grammatica dat is een wetenschap die probeert te beschrijven wat voor elementen een taalsysteem bevat en hoe volgens welke vaste regels deze elementen aan eikaar warden geregen tot begrijpelijke taaluitingen het object van de wetenschappelijke grammatica is dus de taal zoals die door sprekers schrijvers gebruikt wordt dat object wordt echter herleid tot een verza meling zinnen een niet te onderschatten reductie van die geisoleerde zinnen wordt dan de interne systematiek beschreven waar bij geen rekening wordt gehouden met allerlei contextuele factoren die het taal gebruik beinvloeden recente deelwetenschappen als sociolinguistiek psy 127 cholinguistiek pragmatiek en argumentatieleer richten hun aandacht precies op deze totnogtoe verwaarloosde aspecten van taalgebruik we hebben hier dus duidelijk te maken met een theoretische wetenschap de vragen die zij zich stelt en trachtte beantwoorden komen niet voort uit de prak tijk van het taalgebruik evenmin heeft zij directe oplossingen te bieden voor praktische problemen van datzelfde taalgebruik binnen deze wetenschap bestaan verschillende richtingen ik beperk mij hier tot een heel korte schets was de grammatica tot einde vorige eeuw vooral pre scriptief normatief nu stelt zij zich duidelijk descriptiefop naast de traditionele grammatica d w z een grammatica naar het model van de klassieke talen ont wikkelden zich andere denkrichtingen en dus andere grammatica s de struc turalistische de transformationeel generatieve de case grammatica de for mele en de functionele grammatica wetenschappelijke grammatica s zijn in feite niks anders dan verschillende po gingen om de complexe interne grammatica van de gewone taalgebruiker op een zodanige manier te representeren dat we er een duidelijk er zicht op krij gen daartoe wordt een model een voorstellingswijze ontworpen die enerzijds zo goed mogelijk de realiteit het effectieve taalgebruik weergeeft en ander zijds deze complexe realiteit tot op zekere hoogte herleidt tot een overzichtelijk inzichtbevorderend schema naargelang van de keuze van beschrijvingsmid delen ontstaan dan ook verschillende voorstellingen dat geldt ook voor andere wetenschappen zo tracht b v de geneeskunde met behulp van de moderne technologie door te dringen in het menselijk hoofd en in kaartte brengen wat er zich daarbinnen bevindt afspeelt recente technieken op dit vlak zijn m r i magnetic resonance imaging een combinatie van radio golven en een sterk magnetisch veld p e t positron emission topography het in beeld brengen van radio isotopen d s a digital subtraction angiogra phy een techniek om opnamen met x stralen te verduidelijken en c d computed topography een techniek die toelaat een driedimensionaal beeld te tekenen van het inwendige van het menselijke hoofd met precieze locatie van b v een tumor bij al deze technieken speelt de computer een belangrijke rol o m om de beelden in te kleuren uit deze verschillende onderzoeks en be schrijvingsmethodes resulteren erg verschillende beelden toch gaat het tel kens om een menselijk hoofd 12 op een gelijkaardige manier is de wetenschappelijke grammatica bezig de in terne grammatica in kaartte brengen en het is zonder meer duidelijk dat de we tenschap zich hier voor een moeilijke misschien we i onmogelijke taak geplaatst ziet kan de complexe realiteit van de levende taal wel exhaustief in een gram matica gevat worden ik citeer een deskundige de ultieme spraakkunst in die zin dat volledigheid in de informatie aangaande syntactische en morfologische verschijnselen gepaard gaat met inzichtgevende beschrijvingen van het hele 128 taalgebeuren van de hele procedure die een taalgebruiker doorloopt als hij een zin vormt met het doel die in een communicatiecontext in te passen lijkt onder getekende vooralsnog een utopie wellicht blijft ze lf s een dichte benade ring van dat ideaal nog in lengte van dagen onbereikbaar de schutter 1986 taalgebruikers hebben in feite een veel meer ingewikkelde en uitgebreide ge bruikskennis van grammatica dan dat men hen op school hee ft proberen wijs te maken ik wil dat aan de hand van enkele voorbeelden duidelijk maken 1 het modaalwerkwoord kunnen in de zin martens kan morgen naar de koning gaan onderscheiden de schu tt er van hauwermeiren 1983 verschillende betekenissen nl a het is mogelijk dat martens morgen naar de koning gaat epistemische modaliteit b martens heeftde toelatingom morgen naar de koning gaan deontische modaliteit c martens is in staat om morgen naar de koning te gaan facultatieve modaliteit m i bestaat er zelfs nog een vierde betekenis enige context is dan wel nodig b v d als die partij zo en zo handelt dan moet martens morgen wel naar de koning gaan imperatieve modaliteit 2 het koppelwerkwoord reeds in 1934 stelde langeveld dat het koppelwerkwoord heel onbevredigend gedefinieerd werd de leerling moest en moet nog steeds in feite enkele krak kemikkige truukjes leren om deze woordsoort te herkennen tordoir 1979 rekent dit dan ook tot wat zij de grammaticale struikelblokken noemt de essentie van het koppelwerkwoord is in feite maar te vatten via de logica enkele zinnen maken dit vlug duidelijk 1 mijn buurman is een hongaar 2 lood is een metaal 3 ouagadougou is de hoofdstad van burkina faso de logische transcriptie van deze zinnen is als volgt 1 x e h dat betekent mijn buurman x is een element van de verzameling hongaren h 2 pb m dat betekent de klasse van alle loden voorwerpen pb plumbum is besloten in de klasse van alle metalen voorwerpen 3 x1 y1 dat betekent het eerste element is gelijk aan het tweede ele ment 129 enkel in deze laatste zin betekent is werkelijk is gelijk aan identiteit deze zinsconstructie is dan ook perfect omkeerbaar 13 in haar pogingen om het gewone taalgebruik te beschrijven en te verklaren stoot de wetenschappelijke grammatica telkens weer op taalverschijnselen en mechanismen die voorde taalgebruiker eenvoudig zijn en schijnbaar moeite loos verlopen maar waarvan de beschrijving vaak erg moeilijk en ingewikkeld is m a w het beschrijven van zgn eenvoudige taaluitingen leidt vaak tot het construeren van ingewikkelde weinig doorzichtige schema s en structuren die slechts met behulp van een nieuw ontworpen moeilijke terminologie kunnen beschreven worden een mooi voorbeeld daarvan is de bijwoordelijke bepaling hoeveel soorten zijn er nu eigenlijk in het nederlands de schutter van hauwermeiren houden het op 15 van calcar 1974 noemt er liefst 31 de lezer kan er zelf nog enkele spraakkunsten op naslaan en dan het gemiddelde berekenen een ander merkwaardig voorbeeld is het onpersoonlijk werkwoord b v het tocht hier daarin kunnen drie grondtypes onderscheiden worden met resp 11 5 en 11 varianten d w z een totaal van liefst 27 verschillende constructies van es van caspel 1973 ik verwijs verder naar de terechte kritiek van g de schutter op de ans die de traditionele indeling van de woordsoorten een indeling die helemaal niet pro bleemloos is zonder enige kritiek overgenomen heeft de schutter 1986 tenslotte nog een boeiend voorbeeld de vorming van bijvoeglijke naamwoor den afgeleid van landennamen moeten we het nu hebben over de sri lankase cfr indiase de sri lankese cfr canadese of de sri lankaanse cfr af ri kaanse politie en wat doen we met zimbabwe burkina faso qatar e d de schoolgrammatica de schoolgrammatica bestaat er traditioneel in dat men leerlingen het begrip penapparaat en de terminologie van de grammatica welke tracht bij te brengen voornamelijk door middel van woordleer en zinsleer en oefeningen daarop die schoolgrammatica is in zekere zin een gevulgariseerde wetenschappelijke grammatica net zoals er vulgariserende lectuur bestaat over de relativiteits theorie holografie kernfusie enz het fundamentele verschil echter tussen deze disciplines en de schoolgrammatica is dat elke taalgebruiker in feite be schikt over en ampel gebruik maakt van het object van de wetenschappelijke grammatica terwijl zijn kennis van de relativiteit de holografie en dies meer van een heel andere aard is men kan zich dus terecht afvragen waarom een schoolgrammatica nodig is 130 ik meen dat we hier de kern van het probleem raken aan taalgebruikers die over een ontzettend uitgebouwde interne grammatica beschikken wordt een flauw afkooksel aangeboden van de wetenschap die er niet in slaagt die interne gram matica volledig te beschrijven die schoolgrammatica wordt dan onvermijdelijk een gesimplificeerde en daardoor onjuiste voorstelling van taalregels en voor schriften die indruist tegen de veel fijnmaziger gestructureerde interne gram matica van de taalgebruiker dat alles kan alleen maar vervreemdend werken deze situatie is historischte verklaren de wetenschap grammatica is gegroeid en ontwikkeld binnen de studie van de klassieke talen om latijnse en griekse teksten te begrijpen moest de lezer inzicht verwerven in de interne taalstructuur ervan de grammatica dat systeem van taalbouwregels werd afgeleid uit een corpus van teksten op dezelfde manier en volgens hetzelfde stramien werden spraakkunsten voor de moedertaal opgesteld daarbij werd om historisch begrijpelijke redenen helemaal geen rekening gehouden met de interne grammatica van de moeder taalgebruikers die vreemde talenaanpak is tot op vandaag heel duidelijk terug te vinden in het grammatica onderwijs van de moedertaal enkele voorbeelden ter illustratie 1 een eerste voorbeeld betreft de vormen van het werkwoord heel courant zijn oefeningen van het volgende type 1 vul de goede vorm in gebruik alleen de v t begrijpen 1 lk er helemaal niks van schieten 2 de soldaten met losse flodders denken 3 anneke dat ze te laat kwam e dam e a taal totaal deel 5b j dijkstra groningen s d wat leert de leerling hier in feite de vorming van de v t dat hee ft hij toch geleerd toen hij zo n 3 a 4 jaar was toen heeft hij trouwens ook geleerd datje ook met de v t t naar het verleden kunt verwijzen en dat de keuze tussen o v t en v t t niet helemaal vrij is dit type van oefening is een zuivere kopie van drill oefeningen i v m werk woordvormen in het vreemdetalenonderwijs getuige volgende oefening uit een leerboek spaans ponga vd la forma correcta de la palabra indicada a vivir hace algunos arios tenia un amigo que b decir en granada el siempre que no c pensar trasladarse a otro sitio porque d ser granada la ciudad espariola que e gustar mas le de todos espanol para todos tomo 2 max hueber munich 1974 tussen haakjes wil ik hierbij opmerken dat de spaanse oefening heel wat zinvoller is zij bestaat uit een doorlopende tekst zodat er een duidelijke context is en er moet gekozen 131 worden tussen de twee verledentijdsvormen nl preterito of imperfecto 2 een voorbeeld i v m woordvorming en woordenschat is volgende opgave voor zeventienjarigen gebruik opnieuw de keuzewoorden en zeg het nu met een woord zo heel sterke draad ijzersterke draad 1 helemaal naakt 2 een erg gladde weg 3 een heel net hemd 4 heel vers fruit 5 heel helder water 6 uiterst fijn weefsel 7 een heel lief kind 8 een erg domme jongen e veys e a taalstap deel 5b dnb pelckmans kapellen 1986 ook hier wordt buiten enige context gewerkt wie zegt of schrijft zoiets tegen wie met welke bedoeling in welke situatie precies het ontbreken van al die elementen maakt dit tot een schoolse oefening en dat is nog niet alles in de handleiding vindt de leerkracht ook nog de juiste oplossingen hier gaan we 1 spiernaakt 5 kristalhelder 2 spiegelgladde 6 ragfijn 3 kraaknet 7 poeslief 4 kersvers 8 oliedomme de leerling die in 2 spekglad schrijft is dus fout volgens de school als hij het juiste woord van brouwers raadpleegt hee ft hij voor 1 de keuze tussen poe delnaakt moedernaakt bloednaakt piernaakt en het prachtige padde moedernaakt niks daarvan het schoolboek zegt spiernaakt en daarmee basta voor nummer 4 geeft dezelfde brouwers plukvers ovenvers inktvers kers vers roomvers krimpvers melkvers kweekvers vriesvers en tenslotte als voorde samenstellers van dit schoolboek leerkrachten neder lands een heel lief kind kan vervangen worden door een poeslief kind dan schort er m i iets aan hun taalgevoel poeslief heeft toch duidelijk negatieve connotaties waarom de leerling ze lf geen neologismen laten bedenken wat dacht u b v van zoenlief 3 een laatste voorbeeld betreft zinsleer een 12 jarige krijgt volgende gege vens over het meewerkend voorwerp drukvet van mij j p je zoekt de pv n a werkwoordgroep het ond het l v of het gez daarna is er soms nog een zinsdeel woord woordgroep verbinding dat bij de handeling betrokken is dit zinsdeel heet meewerkend voorwerp m v het meewerkend voorwerp m v wordt dikwijls ingeleid met voor of aan deze woordjes kunnen meestal weggelaten worden dan moet je hat m v 132 soms op een andere plaats zetten soms ontbreekt aan of voor doorgaans kun je ze er dan wel voor plaatsen j andriessen e a nieuwe taal groeit deel 6a plantyn deurne 1983 men kan dit toch bezwaarlijk een oplossingsmethode noemen het is een heu ristiek die zoveel vaagheden soms doorgaans meestal bevat dat hij nauwe lijks betere resultaten oplevert dan gissen en missen met deze enkele voorbeelden schoolboeken staan er bol van heb ik willen aantonen dat de schoolgrammatica en de schoolse aanpak van deze oefenin gen compleet voorbijgaan aan de interne grammatica van de taalgebruiker ik vrees zelfs dat het effect op langere termijn zoals bij het spellingonderwijs negatief is 14 de schoolgrammatica is blijkbaar een complete mismatch tussen de interne grammatica enerzijds en de wetenschappelijke grammatica anderzijds zij is hopeloos achterop tegenover beide men kan zich terecht afvragen waarom ze blijft bestaan als we aannemen dat taalgebruikers inderdaad over een uitgebreide en complexe interne gramma tica beschikken dan moet het grammatica onderwijs zich daartegenover kun nen legitimeren concreet betekent dit dat het een aanwijsbaar nuttig effect moet hebben op de taalvaardigheid van de leerling onderzoek op dit terrein heeft echter dat effect niet kunnen vaststellen ik verwijs naar tordoir wesdorp 1979 ik wil mijn fundamentele twijfel over dat nuttig effect verduidelijken aan de hand van een op het eerste zicht misschien vreemde vergelijking het lanceren van een frisbee een schijf die met een draaibeweging weggeslingerd wordt het juist uitvoeren van die lanceerbeweging is precisiewerk een kleine draai in de heupen een lichte schouderbeweging ook een ietsje met de elleboog een plotse en fikse polsbeweging al die deelbewegingen zijn exact gecoordineerd worden uitgevoerd met de precies vereiste hoeveelheid kracht terwijl de vin gers de schijf zelf stevig maar niet krampachtig vasthouden tenslotte laten de vingers de schijf ineens en op het juiste ogenblik los het duurt een hele tijd eer jonge kinderen deze complexe beweging goed beheersen maar eens geleerd wordt ze snel geautomatiseerd en spelenderwijs uitgevoerd stel nu dat we deze beweging aan jonge kinderen willen leren door nog veel uitvoeriger dan hierboven deze beweging te ontleden en haa rf ijn te beschrij ven in al haar onderdelen een complete fysiologische beschrijving zou een ongelooflijke klus zijn alleen al de juiste terminologie van de betrokken spieren is een hoofdstuk apart voeg daar nog aan toe de precieze coordinatie in de tijd de juiste hoeveelheid kracht en de verdeling ervan enz het zal wel voor iedereen duidelijk zijn dat een anatomisch correcte beschrij ving als we ze al voor mekaar zouden krijgen totaal onbruikbaar is in een prak tische cursus hoe lanceer ik een frisbee 133 zelfs een vereenvoudigde beschrijving b v met nederlandse namen voor de spieren zal geen aarde aan de dijk brengen ten eerste leer je dergelijke dingen niet op die manier ten tweede is deze beweging niet helemaal nieuw ze bevat een aantal deelbewegingen die het kind reeds beheerst b v vasthouden wer pen draaien enz in de realiteit leren kinderen dit dan ook vrijwel zonder instruc tie proberen proberen proberen en ondertussen bijleren hoe mank deze vergelijking ook mag zijn toch verduidelijkt ze m i een en an der kinderen ieren taal gebruiken volgens een eigen ontwikkelingsgang cfr de ontdekkingsprincipes van slobin een wetenschappelijke beschrijving van wat zij bezig zijn te verwerven helpt hen geen ene moer vooruit integendeel wie zoon of dochterlief theoretische frisbeelessen geeft zal bedrogen uitkomen zoon of dochterlief zal het niet ieren of wel maardan op eigen houtje ondanks de lessen van papa wat dan wel en hoe wat moet er dan met het grammatica onderwijs gebeuren ik formuleer enkele uitgangspunten 1 de leerstof van grammatica moet beperkt worden tot wat de leerling op ver schillende leeftijden echt nodig heeft ik denk hier b v aan de grammaticale ter men en begrippen die in de lagere school gekend moeten zijn ten behoeve van de werkwoordspelling infinitief persoonsvorm tegenwoordige en verleden tijd enz zo n afgewogen grammatica die zowel logisch als leerpsychologisch ge structureerd is is te vinden in eigenwijzer zie pepermans van herck 1985 ik kom daar verder op terug 2 het grammatica onderwijs zal heel sterk rekening moeten houden met de reeds aanwezige weliswaar niet geexpliciteerde grammaticale kennis van de taalgebruiker de interne grammatica in het hierboven genoemde boek eigen wijzer hebben we getracht ons heel strikt aan dit principe te houden de hele aanpak van dat onderwijs moet dan veranderen het gaat niet echt om nieuwe leerstof wel om het bewustmaken en tot op zekere hoogte expliciteren van wat in feite reeds gekend is 3 grammatica doet een beroep op heel wat abstractievermogen piaget heeft ons geleerd dat dat zich ten vroegste rond 13 jaar ontwikkelt daaruit volgt m i de stelregel hoe ouder de leerling hoe meer grammatica hij aankan of die grammatica dan ook effectief aan alle leerlingen moet worden gegeven is voor mij zeker geen uitgemaakte zaak 4 de schoolgrammatica zal inhoudelijk grondig moeten veranderen de leer stof zal niet langer een verzameling zinnen mogen zijn maar wel de betekenis 134 opdracht 23 lees je graag stripverhalen hier volgt een stuk uit de zonnetempel een boek uit de reeks de avonturen van kuitje eerst lezen dan de vragen beantwoorden iq met in fnfn ridding lb weten wear mon tin die oat is builen ewoon kf j ien l y veter wn je dij oehr ly rope die lids word ons door en fworgen bij zonsopgang do memel eronden schoen ra stfnaiien naar de lntahruq hemen 1k jou verder r brengen jij begre pen t lncabrug zonsopganq jy nu verder jen 4nel ia jou goede raad ge i lb jou lrleine indiaan ach zien verdedigen j held ven jfj niet op zoek naar jou vriend gaan 9oed j j hlil moedig nsoet jij anders vele ge varen lopen r num wie bent u noe weet ud r 1 ir44 fit r i lr 41440 1vi l 1 lli weten jen or jy losge mt jammer voor jou haakte wagon herinneren naar els jij tacit vertrek lij zoenreel ge uage edheb hen wil jij dit nemen ben nw r jij nietel ye riub nijl goed gewar op hebben lrj mar my luiste afstand houden en ekken ren jqmt uit herg de zonnetempel 1 spreekt iedereen in het verhaal nederlands zoals het hoort wie niet 2 waarom denk je dat herge de man die de kuifjesstrips tekende die persoon zo laat spreken 3 kan je ook zeggen wat er precies misloopt in dat gebrekkige nederlands 4 zet de gebrekkige nederlandse zinnen uit het stripverhaal om in gewoon of be hoorlijk nederlands 5 wat heb je precies gedaan om deze opdracht uit te voeren pepermans van herck 1985 34 35 135 en het gebruik van taal waarbij inzichten uit psycho en sociolinguistiek argu mentatieleer pragmatiek enz niet langer genegeerd kunnen worden met de term daalbeschouwing wordt o m dat bedoeld aanzett en voor een dergelijk taalbeschouwingsonderwijs liggen her en der verspreid ik denk b v aan de manier waarop het verkleinwoord behandeld wordt in nijmeegse werkgroep1985 geen verkapte spellingles maar een les over de verschillende zes betekenissen van het verkleinwoord het curricu lum taalbeschouwing van het stedelijk lager onderwijs antwerpen bevat gelijkaardige dingen een aantal goede lesideeen i v m grammatica zijn te vinden in pistoor 1984 o m over de categorie ze lf standig naamwoord over de woordsoorten enz ook de computer biedt op dit vlak mogelijkheden een programma als tekst creatief zie palmans 1987 gaat in feite over tekstcohesie maar daarbij moet de leerling een beroep doen op heel wat grammatische kennis ik wil tenslo tt e een heel concreet voorbeeld geven uit het reeds genoemde eigenwijzer waarin geprobeerd is de nodige grammaticale begrippen aan te brengen op een laag abstractieniveau de methode richt zich tot 10 a 12 jari gen de congruentie tussen onderwerp en persoonsvorm wordt als volgt aange leerd de leerling krijgt voorgaande bladzijde uit de kuifjesstrip de zonnetem pel met daarbij een aantal opdrachten in plaats van de relatie pv ond echt aan te ieren geven we de leerling een bewuste en functionele afwijking ervan en vragen hem die rechtte zetten die opdracht kan de leerling uitvoeren precies op grond van zijn impliciete of intui tieve grammaticale kennis nadat de opdracht is uitgevoerd wordt de leerling gevraagd om te zeggen wat hij gedaan heeft die formulering mag echter in zijn eigen woorden gebeuren pas verderop wordt zijn gebruikskennis geexplici teerd en geetiketteerd het begrip is dan reeds verworven enkel het etiket is nieuw conclusie taalgebruikers en dus ook leerlingen beschikken over een ontze tt end com plexe inte rn e grammatica zo complex dat de wetenschappelijke grammatica er vaak nauwelijks of niet in slaagt systeem in te onderkennen niemand zal het in zijn hoofd halen om die moeilijke theoretische grammatica verplichte leer stof te maken voor alle leerlingen maar de schoolgrammatica past evenmin in deze context ze is t o v de weten schappelijke grammatica een lauw en flets afkooksel vaak erg verouderd en 136 ze sluit absoluut niet aan bij de intuitieve grammaticale kennis van de zelfs jon ge taalgebruiker als we de wetenschappelijke grammatica vergelijken met ruimtesondes als de mariner 11 en 12 die we op verkenning stuurden naar sa turnus die staat dan voor de interne grammatica dan lijkt het wel of de school grammatica dezelfde tocht wil ondernemen per fiets en in korte broek nu er een nieuw leerplan in de maak is voor het vrij lager onderwijs hoop ik dat er ook op het vlak van de spraakkunst terdege rekening zal gehouden wor den met de beginsituatie van de leerling of zal dit ook deze keer een loze slogan blijven in het brt magazine aktueel van 25 september 1987 zei prof boon i v m bodemerosie na duizend jaar ploegen zeggen wij ineens aan de landbouwers niet meer ploegen die verandering vergt tijd zo zeg ik en vele anderen met mij na enkele eeuwen grammatica onderwijs geen schoolgrammatica meer ook die verandering zal tijd vergen alleen moeten we ons ervan bewust zijn dat het niet om bodem maar wel om leerlingerosie gaat en die kunnen we ons nog minder permi tt eren p s hoelang zal de boer nog voortploegen jef pepermans p a uia departement didactiek en kritiek universiteitsplein 1 2610 wilrijk noot 1 dit artikel is de tekst van een lezing gehouden op het schoolvak nederlands in antwerpen ufsia op 24 oktober 1987 zie ook conferentieverslag van het schoolvak nederlands ufsia centrum voor didactiek 1987 p 174 194 nvdr zie ook vonkjes 2 moeyaert c m paardekoper p c oefenboek bij de kleine nederlandse spraakkunst dnb pelckmans kapellen 1987 het toedienen van levertraan dateert uit de naoorlogse periode toen rachitis frequenter voorkwam het innemen van levertraan is nu achterhaald de gezonde bestanddelen ervan zijn vitamine a en d die kunnen ook via voedingswaren in voldoende mate worden ingenomen de redenering is verder onzindelijk omdat de term grammatica dubbelzinnig gebruikt wordt dit soort sofisme heet amfibologie een repliek ad rem hierop luidt hoeveel spraakkunst heb je nodig om ik wort goet betaalt foutloos te schrijven 3 de op s werden in lichtgewijzigde vorm overgenomen uit nijmeegse werkgroep 1985 4 op de conferentie werd dit geillustreerd met recente geluidsopnamen van 3 vlaamse kinderen tussen 13 en 17 maanden oud 5 fout is in feite een verkeerde kwalificatie watje nog niet kent kan je niet fout maken een betere aanduiding is ontwikkelingskenmerk 6 alle voorbeelden zijn eigen observaties 7 overgenomen uit chinese woorden van wijsheid samengesteld door mou tan elmar delft s d 137 8 eigen observaties 9 f soors e a gedifferentieerd nederlands 1 plantyn deume 1981 51 andere ook meer recente schoolboeken behandelen deze materie op vrijw el iden tieke manier 10 het futurum ontbreekt in het reeds geciteerde gedifferentieerd nederlands 1 in een zeer re cent schoolboek wordt over het futurum het volgende gezegd om de toekomst uitte drukken gebruiken we de infinitief van het werkwoord voorafgegaan door de persoonsvorm van het werkwoord zullen h bousset e a melopee plantyn deume 1987 58 11 het laatste voorbeeld is overgenomen ut schaerlaekens 1977 de andere zijn eigen observa ties 12 op de conferen tie werden deze verschillende beelden via kleurtransparant getoond ik ver wijs de geinteresseerde lezer naar het artikel medicine s new vision in national geographic magazine van januari 1987 13 uchtgewijzigd overgenomen uit van den toom 1973 14 ik heb zeer sterke vermoedens dat slecht schrijven heel wat te maken heeft met schools gram matica onderwijs ik hoop het ooit te kunnen aanduiden bibliografie adviescommissie voor de leerplanontwikkeling moedertaal advies over het gramatica onderwijs in de lagere school staatsuitgeverij s gravenhage 1978 calcar w i m van een grammatica voor het onderwijs in het nederlands en de moedertaal van gorcum assen 1974 daems fr welke taalbeschouwing op school een probleemstelling in werkblad voor neder landse didactiek jg 8 nr 2 3 maart 1980 1 23 de schu tter g ans boekbespreking in vonk 1986 1 58 63 de schutter g p van hauwermeiren de structuur van het nederlands de sikkel malle 1985 es g a van p p j van caspel bijzondere toepassingen van de grondstructuren de onpersoonlijke verbindingen rijksuniversiteit groningen archief voor de nederlandse syntaxis 1973 menyuk p language and maturation m i t press cambridge massachusetts 1977 nijmeegse werkgroep taaldidactiek aan de basis wolters noordhoff groningen 1985 palmans j ed 4de softwarecatalogus dubbelsymposium en praktijkbeurs computers onderwijs uia wilrijk luc diepenbeek 1987 pepermans j p van herck eigenwijzer nieuwe methode voor werkwoordspelling acco leuven amersfoort 1985 pistoor e r kie ft e postma lesideeen wolters noordhoff g ro ningen 1984 schaerlaekens a m de taalontwikkeling van het kind een orientatie in het nederlandstalig onderzoek wolters noordhoff g roningen 1977 spoelders m f van besien verliest de school haar zinnen enkele stellingen bij een pedagogische gramma tica in werkblad voor nederlandse didac ti ek jg 8 nr 2 3 maart 1980 83 88 toom m c van den nederlandse taalkunde het spectrum utrecht antwerpen 1973 tordoir a de grammatica moet haar waarde nog steeds bewijzen in moer 1979 5 3 10 tordoir a h wesdorp het gramma tica onderwijs in nederland svo reeks nr 17 staats uitgeverij s gravenhage 1979 138