Publicatie datum: 2004-01-01
Auteurs: R. van Onna, T. Vallen
Collectie: 35
Volume: 35
Nummer: 1
Pagina’s: 2-10
Documenten
ria van onn a aan gedegen inhoudelijke analyses n egatieve uitspraken van politici in de media over de ton valle n resultaten van nt2 onderwijs worden nauwelijks onderbouwd met onderzoeksgegevens die intussen wel steeds meer voorhanden zijn er zijn echter nog maar d e kun s t van h e t relatief weinig studies uitgevoerd naar de rol en de vaardigheden van leerkrachten in deze inschatten complexe vorm van onderwijs meestal wordt verwezen naar het lerarentekort of is er kritiek op de opleiding de didactische aanpak of inschatting taalvaardigheid leerling ver nascholi ng de complexiteit van het nt2 groot effectiviteit nt2 onderwij s onderwijs laat zich wat de rol van de leerkracht betreft moeilijk omschrijven zonder kennis van zaken en een goed zicht op de all edaagse waarom is het kunnen inschatten van de mondelinge praktijk van de klas alle schoolgaande of aan taalvaardigheid van leerlingen door de leerkracht van scholing deelnemende nt2 leerders hebben groot belang voor succesvol taalonderwijs t2 leren in gemeen dat ze in een institutionele omgeving een formele situatie als het onderwijs gebeurt op een gestuurde en structurele wijze het grotendeels doelbewust en intentioneel het is immers nederlands leren als tweede of misschien wel als de bedoeling dat de leerling zo snel en zo goed derde taal hun onderli nge verschi ll en zijn mogelijk nederlands leert want hij heeft die taal niet groot niet a lleen wat betreft leeftijd alleen nodig om te kunnen communiceren maar ook inte lligentie etnische en talige achtergrond en om de schoolse vakinhouden te begrijpen en te leren dergelijke maar ook de manier waarop ze de een leerkracht in een meertalige klas zal voortdurend nieuwe taal leren en het niveau dat ze dagelijkse inschattingen moeten kunnen maken van uiteindelijk zu ll en bereiken toch is iedereen in de taalvaardigheid van de leerling deze zijn van groot een schoolse context afhankelijk van de belang omdat het taalaanbod aan de leerling bij de deskundigheid van de onderwijsgevenden de start van de interactie hierop moet worden afgestemd effectiviteit van het nt2 onderwijs zal voor een uit een kleinschalig diepte onderzoek blijkt echter dat groot deel afh angen van het feit of leerkrachten leerkrachten de taalvaardigheid van hun leerlingen beschikken over voldoende kennis en overschatten hoe kan dit worden verklaard vaardigheden om dit specifieke onderwijs doeltreffend invulling te geven het gaat hier om een waaier van vaardigheden waarvan we er in de laatste jaren is er door de politiek veel dit artikel een uitlichten de vaardigheid van aandacht besteed aan de maatschappelijke positie leerkrachten om de monde li nge taalvaardigheid van de etnische minderheden dit gebeurde niet nederlands van jonge beginnende nt2 altijd op even verheffende wijze in het leerders adequaat in te schatten verkiezingsjaar 2002 stond dit thema prominent op de agenda en deden a lle partijen verwoede pogingen er politieke munt uit te slaan het het belang van een goede in schatting van debat werd vaak via de media gevoerd en bleek de taal vaardighei d grote nieuwswaarde te hebben naast kwesties waarom is het kunnen inschatten van de rond integratie ging het vaak over de mondelinge taalvaardigheid van leerlingen door tegenvallende resultaten van scholing en de leerkracht van groot belang voor succesvol onderwijs aan deze groepen waarbij met name taalonderwijs t2 leren in een formele situatie het onderwijs nederlands als tweede taal nt2 als het onderwijs gebeurt grotendeels in het middelpunt van de belangste ll ing stond doelbewust en intentioneel het is immers de hoewel er zeker nog steeds reden tot zorg is bedoeling dat de leerling zo snel en zo goed over de kwaliteit en de effectiviteit van dit mogelijk nederlands leert want hij heeft die taal onderwijs ontbreekt het in deze discussies veelal niet alleen nodig om te kunnen communicere n 200 i moer 2 maar ook om de schoolse vakinhouden te figuur 1 een voorbeeld begrijpen en te leren leerkrachten moeten dus zo concreet mogelijk weten wat te doen om de een leerkracht werkt met jonge nt2 leerlingen nederlands te leren en hen leerlingen in het kader van het thema winter tegelijkertijd vakinhoudelijke kennis in brede er is aandacht besteed aan het begrip zin bij te brengen in het onderwijs is de winterslaap en nu knutselen de leerlingen een nederlandse taal immers doel en middel warm holletje voor een dier tijdens deze tegelijk dit proces waarbij de leerkracht activiteit vindt vanuit de leerkracht voortdurend inschattingen moet maken van wat doelbewuste interactie plaats door individuele leerlingen aan kunnen beperkt zich systematisch met elke leerling te bespreken dus niet tot de lessen nederlands maar vindt wat ze aan het doen zijn de leerkracht stelt gedurende de hele schooldag in all e vakken vragen de leerlingen reageren en de plaats t2 leren in schoolse contexten vindt leerkracht geeft feedback in het volgende vooral plaats via interactie tussen leerkracht en fragment tussen leerkracht en leerling latffi leerling en tussen leerlingen onderling all e wordt de interactie ook afgesloten leerlingen verwerven het nederlands als doeltaal deels in dagelijkse taal routines maar met name juf dit gaat vliege n via specifiek taalaanbod van de leerkracht het is juf gaat het hele huis dan vliegen latif noodzakelijk die interactie doelbewust te la ja plannen en zorgvuldig uit te voeren juf het hele huis van latif kan vliege n leerkrachten zu ll en er zich voortdurend van juf ik kan er een beetje doorheen kijken bewust moeten zijn dat juist hier voor de juf wat zit er allemaal in het huis leer li ng uitgelezen mogelijkheden liggen om de la dit en daaronde r taal te verwe rven vooral op zogenaamde zwarte juf dat is raam als je naar beneden kijkt scholen met soms nog slechts een enkele la ja deze hier leerling die van huis uit nederlands spreekt is juf okee het taalaanbod van de leerkracht van cruciaal juf dus dit huis dus dit holletje belang interactie of interactief onderwijs zijn moeten we eigenlijk ophangen inmiddels gangbare termen in de onderwijs ergens recent ontwikkelde taal reken en la ja zo pakt de vleugels beet wereldorientatiemethodes voor het juf ja zo daaraan basisonderwijs hanteren bijna als la dan lijkt het een eh vanzelfsprekend dit didactische uitgangspunt en la vliegen eh heeft vliegers begeleidingsdiensten hebben zich sterk gemaakt juf het heeft vleugels om te vliegen om deze benadering in het onderwijsveld te la echt dat lijkt het introduceren in het nt2 onderwijs is interactie la dan lijkt het ech t als taalverwervende activiteit redelijk ju f welk dier zou er in een vliegend nauwkeurig gedefinieerd zie ellis 1990 en holletje willen slapen wordt deze als belangrijke voorwaarde voor t2 la een kleine leren beschouwd juf een klein dier maar wat voor een interactie als taalverwervende activiteit bevat de klein die r volgende aspecten taalaanbod door de la weet je leerkracht taalproductie door de leerling en la kleine beer feedback op de taalproductie van de leerling la of kleine aap door de leerkracht voor succesvolle juf ja een kleine beer of kleine aap taalverwerving dient de interactie ook zoveel mogelijk daadwerkelijk te worden afgesloten dit voorbeeld laat niet alleen zien hoe taalverwervende interactie kan verlopen maar ook een ander aspect dat van belang is voor taalverwerving niet alleen de interactie zelf is belangrijk daaraan voorafgaand dienen d e 11 2004 1 moer 3 leerkrachten ook vrij nauwkeurig te weten over onvoldoende vaardigheden om dit leerproces zo welk taalvaardigheidsniveau een leerling optimaal mogelijk te laten verlopen beschikt alleen dan kan de geplande interactie succesvol verlopen om die inschatting te onderzoeksopzet maken hebben leerkrachten kennis nodig van de de vraag of leerkrachten de mondelinge taalontwikkeling van leerlingen in het algemeen taalvaardigheid van hun leerlingen adequaat en die van nt2 leerders in het bijzonder kunnen inschatten stond centraal in het wanneer de taaluitingen van de jonge leerling in kleinschalig diepte onderzoek dat door van bovenstaand fragment worden geanalyseerd is onna 2002 werd uitgevoerd in het kader van een redelijke nauwkeurige indicatie te geven haar doctoraalscriptie voor de opleiding tot van diens mondeling taalniveau een leerkracht nt2 expert aan de universiteit van tilburg in in een meertalige klas zal voortdurend deze het schooljaar 2001 2002 waren 15 leerkrachten dagelijkse inschattingen moeten kunnen van jonge nt2 leerlingen bereid om aan de maken deze zijn van groot belang omdat het hand van een door van onna en schuurmans taalaanbod aan de leerling bij de start van de 2002 ontwikkelde vragenlijst hun kennis en interactie hierop moet worden afgestemd vaardigheden inzake taalverwerving en bovendien ligt in een succesvolle interactie het taalonderwijs te laten onderzoeken het betreft taalaanbod van de leerkracht net boven het leerkrachten van twee basisscholen een in taalniveau dat de leerling al beheerst op die rotterdam en een in tilburg op beide scholen manier wordt de leerling immers een stapje is het percentage nt2 leerlingen hoog de verder geholpen in zijn taalontwikkeling het leerkrachten gaven een oordeel over de vakmanschap van de leerkracht zou garant volgende aspecten van de mondelinge moeten staan voor dit nauwkeurig afstemmen taalvaardigheid van hun leerlingen spreken natuurlijk kan de leerkracht voor deze begrijpend luisteren klankonderscheiding niveaubepaling ook gebruik maken van formele articulatie receptieve en productieve taaltoetsen als de tak taaltoets alle woordenschat grammaticale regels en leerlingen verhoeven vermeer 2001 taalbeschouwing elke leerkracht werd bevraagd dergelijke toetsen zijn echter niet bedoeld en over vijf random gekozen leerlingen die geschikt voor dagelijks gebruik maar ze minimaal een aantal maanden en maximaal worden periodiek als diagnostisch instrument twee jaar in hun groep zaten in een dergelijke gebruikt om het taalvaardigheidsniveau van periode zouden leerkrachten een adequate leerlingen in kaart te brengen en om te kunnen inschatting van de mondelinge taalvaardigheid bepalen welke onderdelen extra aandacht nederlands moeten kunnen maken in figuur 2 behoeven leerkrachten moeten de dagelijkse is een voorbeeld opgenomen van een onderdeel taaluitingen van de leerling kunnen uit de vragenlijst de leerkrachten gaven eerst interpreteren herkennen en plaatsen op hun een oordeel over de taalvaardigheid van de taalontwikkelingslijn uiteraard maken niet alle leerling op een of meerdere vijfpuntsschalen en leerlingen gelijktijdig dezelfde ontwikkelingen daarbij een passend voorbeeld vervolgens werd door de leerkracht moet dus ook kunnen hen gevraagd naar de taalontwikkeling in het differentieren al met al gaat het bij de alledaagse nederlands van de leerling tot nu toe en naar inschatting van taalvaardigheid om een een handelingsvoorstel hiermee wordt bedoeld complexe leerkrachtvaardigheid waarvoor een op welke manier de leerkracht de leerling zou leerkracht gedegen kennis en inzicht moet willen helpen bij de volgende stap van hebben van het construct taalvaardigheid hij taalverwerving op deze manier kon de moet weten uit welke deelaspecten leerkracht laten zien in hoeverre hij beschikt taalvaardigheid bestaat en welke ontwikkelingen over kennis en vaardigheden van nt2 leerlingen daarin achtereenvolgens doormaken onderwijs op de bevraagde onderdelen hij moet zich ook bewust zijn van de cruciale rol die hij speelt in het taalverwervingsproces van leerlingen leerkrachten lijken dit niet altijd voldoende te beseffen of beschikken over 2004 1 moer 4 figuur 2 onderdeel uit de vragenlijs t samengevoegd tot een gezamenlijk bestand om de antwoorden te kunnen normeren en spreken interpreteren is voor een uniforme maat de leerling kan verbaal duidelij k gekozen daarvoor is de indeling van het helemaal niet o o o o o heel goed cito leerlingvolgsysteem gekozen die vaak maken wat hij zij wil gebruikt wordt in het basisonderwijs daarin de leerling kan een logisch en samenhangend worden vijf niveaus onderscheiden varierend verhaal vertelle n van niveau a zeer goed tot en met niveau e helemaal niet o o o o o heel goed zeer zwak vervolgens zijn de scores op de kun je van beide een voorbeeld van geven hogere niveaus a t m c samengevoegd en zijn hoe is de ontwikkeling van het spreken tot de percentages van de leerlingen berekend die nu toe verlopen zijn daarin opvallende door hun leerkrachten op die niveaus zijn aspecten te noemen ingeschat uiteraard is dit een willekeurige maat wat is de volgende stap in de ontwikkeling die echter noodzakelijk is om de inschattingen van spreekvaardigheid die je gaat zetten met van elkaar te onderscheiden in figuur 3 staan de deze leerling scores op c niveau en hoger van de oordelen van de leerkrachten op de diverse onderdelen om de inschattingen van de leerkrachten te van de vragenlijst het is duidelijk dat de kunnen beoordelen is het van belang deze te leerkrachten hun leerlingen positief inschatten relateren aan hardere toetsgegevens daarom wat betreft mondelinge taalvaardigheid werden bij al deze leerlingen ook onderdelen wanneer we de inschatting van de passieve van de tak verhoeven vermeer 2001 woordenschat als voorbeeld nemen dan afgenomen de tak is een genormeerde en betekent dit dat de leerkrachten de prestaties van gevalideerde taaltoets die in het basisonderwijs vijftig procent van hun leerlingen op deze gebruikt wordt om het taalvaardigheidsniveau deelvaardigheid met de vijfpuntsschalen van jonge leerlingen vast te stellen verder is inschatten op c niveau of hoger ze kunnen door de leerkrachten ook een inschatting van de hierbij voor bijna vijfenzeventig procent van de taalvaardigheid van hun vijf leerlingen gemaakt leerlingen een adequaat voorbeeld geven en aan de hand van het observatie instrument voor achttien en een half procent van de grammaticale taalvaardigheid verhoeven leerlingen de ontwikkeling tot nu toe goed vermeer 1989 de ingevulde vragenlijsten zijn weergeven de leerkrachten kunnen voor met de leerkrachten individueel besproken en twintig procent van hun leerlingen figuur 3 deze aanvullende interviews zijn opgenomen op blijkt dat de leerkrachten het invullen van de audiocassette vragenlijst moeilijk vonden met name waar gevraagd werd naar de ontwikkeling tot nu toe onderzoeksresultaten en het geven van een zinvol handelingsvoorstel de oordelen van de leerkrachten werden voor de betreffende leerling figuur 3 scores in percentages van de inschattingen c niveau en hoger behaald door de leerkrachten n 15 van beide basscholen toelichting in de vragenlijst is voor tekstbegrip geen voorbeeld gevraagd en bij woordvorming is niet naar de ontwikkeling tot nu toe gevraagd vijfpuntsschalen voorbeeld ontwikkeling handelingsvoorstel spreken 65 73 5 37 5 29 5 klankonderscheiding 68 36 23 14 5 klankarticulatie 71 48 45 5 25 passieve woordenschat 50 74 5 18 5 20 woordomschrijving 45 60 17 5 24 woordvorming 49 5 45 5 18 5 tekstbegrip 62 5 24 26 5 2004 1 moer 5 figuur 4 laat zien dat met behulp van het observatie instrument grammaticale taalvaardigheid de leerkrachten een nog positievere inschatting geven van de mondelinge taalvaardigheid van hun leerlingen figuur 4 scores in percentages inschattingen c niveau en hoger vijfpuntsschalen observatie instrument en resultaten tak van beide basisscholen eigen inschatting observatie instrument resultaten tak toet s vijfpuntsschalen grammaticale van de leerlinge n vragenlijst taalvaardigheid n 50 spreken 65 50 klankonderscheiding 68 83 50 klankarticulatie 71 78 5 42 passieve woordenschat 50 67 5 8 woordomschrijving 45 54 10 woordvorming 49 5 59 5 2 tekstbegrip 62 5 76 34 in figuur 4 is ook het verschil te zien tussen de mogelijke oorzaken van de oversc h atting inschattingen van de leerkrachten vijfpunt door de leerkrachten sschalen en observatie instrument grammaticale taalvaardigheid en de resultaten van de self fulfill ing prophecy leerlingen op de tak toets detak scores zijn een van de onderzoeksvragen was of er voor alle deelvaardigheden aanzienlijk lager dan mogelijk sprake zou kunnen zijn van een self de leerkrachten hebben ingeschat de fulfilling prophecy effect good brophy inschatting met de vijfpuntsschalen laat een 1994 daarmee wordt kortweg bedoeld dat overschatting van de leerlingen zien die voor de leerlingen onderwijsresultaten boeken die in lijn verschillende deelvaardigheden minimaal 15 zijn met de verwachtingen die leerkrachten van en maximaal 47 5 bedraagt hen hebben dit lijkt in dit onderzoek niet het uit deze resultaten blijkt dat de leerkrachten de geval de leerkrachten hebben weliswaar hoge taalvaardigheid nederlands van hun jonge verwachtingen van de mondelinge taalvaar leerlingen flink overschatten ze hebben tijdens digheid nederlands van hun leerlingen maar de interviews aangegeven dat ze het heel deze leiden vooralsnog niet tot resultaten die moeilijk vonden de vragen over de mondelinge daarmee overeenkomen de leerlingprestaties taalvaardigheid van de leerlingen te wat betreft mondelinge taalvaardigheid beantwoorden naarmate er sterker een beroep nederlands zijn over het algemeen zwak tot werd gedaan op kennis en vaardigheden die matig bovendien kan er omdat te veel typerend zijn voor het nt2 onderwijs aan leerlingen worden overschat nauwelijks sprake jonge leerlingen moesten de leerkrachten vaker zijn van een bewuste of onbewuste het antwoord schuldig blijven uit nadere gedifferentieerde aanpak op basis van een analyses bleek dat de gebruikte instrumenten verschillend verwachtingspatroon voldoende valide zijn dat gold dus ook voor de binnen het onderzoek zelf ontwikkelde attitude vragenlijst i n het resterende deel van dit artikel uit de antwoorden van de leerkrachten blijkt wordt met de nodige omzichtigheid gezocht dat ze een positieve attitude hebben ten aan naar mogelijke verklaringen voor de zien van de capaciteiten van de jonge leerlin overschatting van de taalvaardigheid van de gen om de nederlandse taal te leren van deze leerlingen door hun leerkrachten jonge leerlingen zijn nog maar weinig toetsre sultaten beschikbaar daardoor maar ook in algemene zin zijn de capaciteiten van de leer 2004 i moer 6 li ng nog minder scherp omlijnd dan in latere krachtattitudes naast de attitude van de leer leerjaren het geval zal zijn het oordeel van de krachten vormt ook het slechts in beperkte leerkrachten is daarom nog weinig uitgekristal mate beschikken over voldoende kennis en liseerd er vond wel enige ordening plaats bin vaardigheden met betrekking tot het nt2 nen de groep leerlingen wat betreft hun uit onderwijs deels een verklaring voor de over eenlopende niveaus van mondelinge taalvaar schatting van de mondelinge taalvaardigheid digheid daarmee krijgen de leerlingen welis van de leer li ngen een aantal leerkrachten van waar een relatieve positie ten opzichte van beide scholen was zich voordat ze aan het pro andere leerli ngen in de groep me ryem is ject meewerkten nauwelijks e rvan bewust dat beter dan jamal maar minder goed dan monde li nge taalvaardigheid zoveel deelaspecten rana maar hiermee is nog geen beoordeling bevat slechts enkele van de vijftien leerkrach van de taalvaardigheid in absolute zin gegeven ten gaven aan dat het hen aan kennis en vaar hiervoor is of een deskundig oordeel van de digheden wat betreft nt2 onderwijs ont leerkracht noodzakelijk of de taalvaardigheid breekt de overigen meenden voldoende oplei van de leerli ng moet worden gemeten met een ding en ervaring met meertalige leer lingen te objectieve toets zowel een al te positief beeld hebben om adequate inschattingen van de taal van de taalvaardigheid van de leerli ngen zou op vaardigheid nederlands van de leer li ngen te deze manier tijdig kunnen worden bijgesteld kunnen maken als ook de onderwijsdoelen die behaald kunnen worden daardoor zou ook de onrealistische practical professional knowledge positieve beeldvorming over de mondelinge er is een discrepantie tussen het feit dat nogal taalvaardigheid van de leerli ngen doorbroken wat leerkrachten menen over voldoende kennis kunnen worden deze beeldvorming vormt en vaardigheden te beschikken enerzijds en de een onderdeel van de attitudes die de leer resultaten van hun inschattingen anderzijds op krachten ten aanzien van hun leerlingen heb zoek naar verklaringen hiervoor dook in de ben de notie attitude vormt een sleutelbegrip literatuur de notie practical professional knowledge in de sociale psychologie en wordt veelvuldig op een begrip uit etnografisch onderzoek van gebruikt om gedrag van mensen te voorspe ll en anderson levitt zie kroon sturm 1996 te interpreteren of te verklaren meertens anderson levitt heeft onder meer onderzoek von grumbkow 1992 het is geen eenduidig verricht naar de manier waarop het aanvanke of observeerbaar fenomeen maar een theore lijk leesonderwijs in frankrijk gestalte krijgt in tisch construct waarmee het handelen van dat onderzoek kreeg zij een goed beeld van mensen in dit geval leerkrachten mogelijk wat de cultural knowlegde van het aanvankelijk deels verklaard zou kunnen worden dit con leren lezen wordt genoemd daarmee wordt de struct is geintroduceerd om een verbinding te kennis bedoeld die door jonge leerkrachten leggen tussen niet obse rveerbare ideeen en wordt opgedaan en gedeeld met andere leer gevoelens van een persoon en diens observeer krachten ongeacht de methodische aanpak die baar gedrag in dit onderzoek bestaat het bij het aanvankelijk leesonderwijs gehanteerd gedrag van de leerkrachten uit de inschattingen werd bleken nagenoeg alle leerkrachten uit te die ze maken van de mondelinge taalvaardig gaan van een aantal identieke onuitgesproken heid van hun jonge leer li ngen attitudes zijn aannames over het proces van het aanvankelijk gebaseerd op ervaringen en dat geldt dus ook leren lezen deze waren niet expliciet beschre voor deze leerkrachten ten aanzien van hun ven in leerplannen of voorgeschreven ze waren leerli ngen die zijn verwo rv en in socialisatie er gewoon een voorbeeld ter verduidelijking processen en daartoe behoren ook opleiding de meeste leerkrachten werkten tot eind stage of werkervaring de attitudes van de november aan de hand van globaalwoorden leerkrachten ten aanzien van het onderwijs aan daarna werd het decoderen van woorden geint meertalige leerli ngen spelen wellicht een rol bij roduceerd dit gebeurde niet omdat de metho de genoemde overschatting van de leerli ngen de dat zo voorschreef blijkbaar ging iedereen maar het is niet eenvoudig een directe relatie te uit van dezelfde aanname dat eind november leggen tussen die overschatting en de leer de tijd voor het leren decoderen van woorden 200 i m oer 7 door leerlingen is aangebroken het is eigenlijk van de school en het team de houding en het niet aannemelijk dat dit ook een juiste didacti gedrag van de collega s die al langer in de sche keuze is want niet iedere leerling zal op betreffende onderwijssituatie werkzaam zijn hetzelfde moment toe zijn aan het decoderen fungeren vaak als na te volgen voorbeeld de van woorden zo bleken soortgelijke aannames jonge leerkracht zal zich in het groepsproces te bestaan voor het indelen van de klas in lees aanpassen aan de onderwijssituatie op de groepjes en de beoordeli ng van zwakke lezers school daarmee wordt de homogeniteit van ook werden veel overeenkomsten gevonden in deze onderwijssituatie versterkt en bestendigd de manier waarop deze leerkrachten de leer naarmate een leerkracht meer beschikt over problemen van hun leerlingen interpreteerden kennis en ervaring zal hij beter in staat zijn de oorzaak werd met name gezocht bij de een eigen stempel te drukken op de onderwijs leerli ngen zelf of bij sommige zwakke leer li n situatie gen in problematische gezinssituatie slechts bij een leerling gaf de leerkracht aan dat het onjuis te inprenting schoolsysteem een rol bij de leesproblemen i n hoeverre zou nu practical professional speelde omdat veel leerkrachten van oordeel knowledge een verklaring kunnen bieden voor zijn dat leerproblemen van de leerlingen hun de overschatting van hun leerlingen door de oorzaak vinden in gezinsproblemen wordt leerkrachten in ons onderzoek en welke deze imp li ciete kennis met andere leerkrachten processen doen zich daar dan mogelijk bij voor gedeeld wordt er naar gehandeld en wordt als de zittende leerkrachten op een school de deze gedeelde kennis doorgegeven aan de vol mondelinge taalvaardigheid van hun leerlingen gende generaties leerkrachten anderson overschatten zoals in dit onderzoek het geval is levitt geeft aan dat van belang is te weten wat dan wordt dit op zich onjuiste oordeel leerkrachten denken als ze doen wat ze doen overgedragen op nieuwe collega s als deze het begrip practica professional knowledge betreft nieuwe of jonge leerkrachten onvoldoende in datgene wat de leerkracht moet weten of wat staat zijn om deze oordelen op hun hij weet om onderwijs te kunnen geven het realiteitswaarde in te schatten of te weerleggen gaat hierbij met andere woorden om het bijvoorbeeld als gevolg van gebrek aan kennis weten hoe het moet of wat denken leerkrach en of ervaring dan blijven de onjuiste ten eigenlijk als ze doen wat ze doen het inschattingen in stand en bestaat er mogelijk de betreft hier de praktische professionele kennis kans dat de leerlingen ook door de nieuwe van het onderwijs die in de praktijk wordt leerkrachten overschat worden wanneer echter opgedaan practical professional knowledge is dus een lerarenteam van een basis school over gedeelde kennis die door leerkrachten op een voldoende kennis en vaardigheden wat betreft school wordt gebruikt om de daar geldende nt2 onderwijs beschikt dan kunnen nieuwe onderwijssituaties te interpreteren en nieuwe te collega s deze specifieke kennis en vaardigheden scheppen daartoe behoren ook all erhande snel opdoen bijvoorbeeld door middel van overtuigingen waarden en verwachtingen over collegiale consultatie of in coachingsgesprekken het onderwijs en de onderwijssituatie dan zou practical professional knowledge kunnen leerkrachten worden opgeleid in opleidingsin leiden tot gedeelde adequate kennis en stituten als de pabo maar wanneer ze hun vaardigheden en daarmee tot positieve resultaten bevoegdheid eenmaal hebben verworven wor in het nt2 onderwijs niet alleen de meertalige den ze verder gevormd en ingevoerd in hun leerlingen zijn daarbij gebaat ook de nieuwe werksituaties de socialisatie in het beroep van leerkracht zal zich meer competent en minder leerkracht vindt in hoge mate plaats op de onzeker voelen wat het taal onderwijs uiteraard werkvloer de school nieuwe of jonge leer ten goede zal komen krachten verwerven de kennis dus zoals er gehandeld wordt werkendewijs binnen de de tot dusver besproken mogelijke oorzaken beroepsgroep en toegespitst op de specifieke van de overschatting van de taalvaardigheid van situatie van hun school en gaan zo deel uitma de leerlingen kunnen in sterkere mate een rol ken van de manier van denken en handelen gaan spelen naarmate de leerkrachten vaste r 2004 1 m oer 8 ingroeien in de schoolcultuur en daarmee als enkele leerkrachten in dit onderzoek zijn zich het ware wennen aan het lage taalvaardig daarvan bewust blijkbaar treedt er door het heidsniveau van de leerlingen het lage gebruik van toetsen een zekere na scholende gemiddelde wordt dan de relatieve maat werking op uiteraard moeten dergelijke toet vermeer 1999 en naarmate de leerkracht sen ook gewoon gebruikt worden waarvoor ze minder contact heeft met of weet heeft van de facto zijn bestemd een betrouwbare diagno gemiddeld of hoog in het nederlands taal se geven van het taalvaardigheidsniveau vaardige leerlingen elders zal het moe il ijker zijn nederlands aan de hand daarvan kunnen leer om zich er van bewust te zijn en te blijven dat krachten hun eigen inschattingen controleren het gemiddelde op de eigen school slechts een en zonodig bijstellen leerkrachten moeten relatieve maat is een leerli ng die dan iets boven echter ook leren de mondelinge taalvaardigheid het lage gemiddelde van de eigen school van hun leerlingen zelf in te schatten want scoort wordt dan al snel als uitstekend zeker bij jonge leerlingen ontwikkelt deze zich beschouwd ook in ons onderzoek lijkt dit van voortdurend en snel een leerkracht met kennis toepassing voor de leerkrachten die immers van taalontwikkelingsprocessen zal beter in over onvoldoende kennis beschikken van het staat zijn om vorderingen te signaleren de leer construct mondelinge taalvaardigheid een ling beter te ondersteunen en zonodig leerpro ander gevolg van het gebrek aan kennis van het cessen bij te sturen het gebruik van toetsen nt2 onderwijs bij de leerkrachten is dat er vaak kan daarbij een ondersteuning zijn maar deze sprake is van een weinig genuanceerd beeld van lenen zich niet voor dagelijks gebruik zoals al de taalvaardigheid van de leerlingen wanneer eerder is opgemerkt het is bovendien de vraag een leerkracht het idee heeft dat een leerli ng of het zinvol is om voortdurend te toetsen een goed is dan wordt dit van toepassing geacht methode onafhankelijke toets kan vorderingen over de hele linie wordt een leerling meten over een langere periode of geeft bij daarentegen als zwak gekwalificeerd dan wordt voorbeeld informatie over het instapniveau van nauwelijks onderkend dat er ook deelvaardig de leerling uit de resultaten van een toets is heden zijn die wel beheerst worden in het het wel mogelijk handelingsadviezen voor de onderwijs aan jonge meertalige leerlingen lijkt dagelijkse praktijk te destilleren maar ook dan soms de neiging te bestaan meer op de inhoud moet de leerkracht evengoed beschikken over van de boodschap van de leerling te letten dan vaardigheden om die te concretiseren voor de op wijze waarop deze wordt geformuleerd het leerkrachten in ons onderzoek is structurele gevolg daarvan is dat aan het laatste aandacht geboden voor het vergroten van hun onvoldoende eisen worden gesteld expertise en vaardigheden inzake mondelinge taalvaardigheid nederlands daarop moet de tot slot en ins chatten en toet s en en school beleid voeren bijvoorbeeld in de vorm coaching van schoolbreed taalbeleid het ontwikkelen uit het onderzoek kwam nog het volgende las van leerkrachtvaardigheden is waarschijnlijk het tige dilemma naar voren moeten leerkrachten meest effectief als de leerkracht direct en con de mondelinge taalvaardigheid van hun leerlin creet reflectie krijgt op zijn handelen op leer gen zelf adequaat kunnen inschatten of kunnen ling en groepsniveau het is daarom zinvol ze daarvoor maar beter gebruik maken van zowel jonge als ervaren leerkrachten regelmatig objectieve toetsen verhoeven en vermeer en nauwgezet te observeren tijdens hun hande 1989 zijn terecht van oordeel dat er zeer len in de klas en dit met hen te bespreken hoge eisen aan leerkrachten worden gesteld om daardoor is het mogelijk om meer zicht te tot een juiste diagnose van de taalvaardigheid krijgen op wat leerkrachten denken als ze doen wat nederlands van hun leerlingen te komen en zij ze doen pleiten daarom voor meer ondersteuning daar bij verder merken zij op dat de leerkrachten die gebruik maakten van de tak toets zich daardoor meer bewust werden van de structuur en de verwerving van het nederlands ook 2004 1 m oe r 9 literatuur doctoraalscriptie tilburg faculteit der anderson levitt k m cultural knowledge fo r letteren 2002 teaching first grade an example erom france onna m j h van i t j m schuurmans in spindler g spindler l red interpretive vragenlijst voor de leerkracht voor de eigen ethnography of education at home and abroad inschatting in met het timmermansoog hillsdale london erlbaum 1987 p 171 192 doctoraalscriptie tilburg faculteit der ellis iz instructed second language acquisition letteren 2002 oxford cambridge ma basil blackwell verhoeven l a vermeer diagnose van 1990 kindertaal nederlandse taalvaardigheid van good th l j b rophy looking in classrooms autochtone en allochtone kinderen tilburg sixth edition new york harper collins zwijsen 1989 college publishers 1994 verhoeven l a vermeer handleiding bij de kroon s j sturm davut canan en de taaltoets alle kinderen arnhem citogroep schildpad over taal onderwijs in een 2001 meertalige klas in spiegel 14 nr 1 1996 p vermeer a pygmalion in de klas onderzoek 27 53 naar de bevooroordeeldheid van leraren bij verhoeven l a vermeer handleiding bij de de inschatting van de taalvaardigheid van hun taaltoets alle kinderen arnhem citogroep autochtone en allochtone leerlingen in e 2001 huls en b weltens red artikelen van de meertens r w j von grumbkow red derde sociolingui stische conferentie delft sociale psychologie groningen wolters eburon 1999 p 487 495 noordhoff heerlen open universiteit 1992 onna m j h van met het timmermansoog 2004 1 moer 10
Gerelateerd:
- Fictie in de basisvorming, een leerplan
- Een spiegelcurriculum voor communicatief taalonderwijs: een veldaanvraag nader beschouwd
- Verscheidenheid in eenheid en eenheid verscheidenheid. Twaalf docenten Nederlands over hun literatuuronderwijs in de bovenbouw van havo en vwo.
- Het afleiden van woordbetekenissen uit context: een poging deze vaardigheden te trainen.