Documenten
warn de moo r de leraar moet zich overbodig maken in gesprek met simon ophofen jan heerze in 1987 lanceerde uitgevenj van walraven in apeldoom een moedertaalmethode met een allerminst alledaags karakter een boek voor de bovenbouw waar alles in zit voor de onderbouw kenne n we ze al jaren die uitgaven waari n leze n en schnjven spreken en luisteren en non verbale expressie met elkaar in verbinding zijn gebracht de acties die in de jaren 70 de didactiekkolommen deden schudden moesten wel iete opleveren het waren de jaren van het grote gebeuren de jaren dat nog geloofd werd in de zegeningen van de mammoetwet dat grammatica en literatuurgeschiedenis ee n a l t e grot e aansla g betekende n o p he t bevattingsvermogen va n d e leerlin g e n d e neerlandistie k he t afle i tege n d e moedertaaldidactiek en zo ontstonden voor de lagere klassen van het voortgezet onderwijs in nederland en vlaanderen all in pakketten maar in de bovenbouw bleef het bij taaldaden die zich onderscheidden van literaire kunst en het spel en de knikkers enzovoorts nu is taal integraal waarove r we het in dit stuk willen hebben wel een titel om even hard voor weg te vluchten als voor al die andere geestloze bedenksels omdat een methode nu eenmaal een naam moet hebben maar dat kan toch niet de enige reden zijn waarom deze methode absoluut niet is aangeslagen in 4 jaar tijd werden er van deel 1 voor 4 havo vwo nog geen 1200 exemplaren verkocht en de bijbehorende handleiding zelf al een fraai boekwerk van 11 2 pagina s bereikte nog geen 50 collega s in 3 jaar bij het vervolgdeel bleef de verkoop dezelfde in die zin dat van het aparte havo deel voor de se klas in 3 jaar 516 exemplaren en van het vwo deel voor 5 en 6 640 exemplaren werden afgenomen gegevens van de uitgever aan schrijver dezes de al even uitgewerkte handleidingen bij deze delen haalden beide slechts een dozijn prutswerk slecht uitgeversbeleid da t laatste weten we niet maar prutswerk kunnen we deze imponerende serie boeken allerminst noemen er is in alle drie de gevallen door een team van drie of vier deskundigen aan gewerkt en dit had een mening deel 1 wat je bijvoorbeeld leert over het schnjven va n een verha lend opstel kun je ook gebruiken bij het maken van een boekbespreking of je leert bij spreken en schnjven rekenin g te houden met het publiek dat luistert of leest ook bij literatuurgeschiedenis lee r je daarom te letten op de wijze waarop een oude tekst inspeelde op de behoefte en verwachtingen van het vroegere pu bliek een integrate behandeling van de leerstof dus geen deeloefeningen nee dat zou geen zoden aan de dijk zetten ik heb evenwel de indruk dat van het gei n tegreerde taalonderwijs vooral de communicatieve kant is overgebleven en daar mee spoort de methode met de verlangens van de cven waarvan he t rapport zojuist is verschenen maar dat deze zich weer afzet tegen het literatuuronderwijs ik bedoe l onderwij s i n po zi e e n fictie al s zodanig daa r houd t telken s d e 39 integratie halt desalniettemin acht ik de opbouw van de bundels en de kwaliteit van de opgenomen teksten en opdrachten indrukwekkend de auteurs steunen op up to date kennis van zaken en ze houden daarbij hun gerichtheid op de leerlingen vol zie bijvoorbeeld ho e ze op p 12 6 en volgend e ove r d e middeleeuwe n schrijven zij houden de grote lijn aan en werken dan exemplarisch met illustra tieve voorbeelden vervolgens worden op pp 170 213 de middeleeuwen uitvoe riger aan de orde gesteld en op 221 242 de renaissance thema s uitgangspunt voo r d e ordening va n de drie delen i s het werken met thema s langzamerhand na het baanbrekend werk van jacques vos in de jaren 70 een vrij normale zaak geworden zowel bij nederlands als bij de vreemde talen daarmee loopt men risico s natuurlijk want jan heerze en ed veenstra mogen dan zo n jaar of vijf geleden samen de thema s hebben uitgezet sommige thema s blijken al gauw t e tijdgebonden he t eerste them a uit d e eerste bundel i s china de actualiteitswaarde daarvan is verbleekt door de gebeurtenissen in oost europa ik geef hier zeer beknopt met steekwoorden aan hoe deel 1 h v in elkaar zit het bestaat uit zes themagroepen of kavels met aan elk thema een aantal hoofdstuk ken gekoppeld 1 china met teksten lezen verhalen lezen teksten schrijven e n creatief schrij ven dit grijpt allemaal in elkaar en is inhoudelijk een goede explicitering van het integratie standpunt 2 nederland in andermans ogen met de opbouw van teksten fictie vs non fic tie 3 leven in de nieuwe stad me t thema en hoofdbewering i n fictionele tekste n met diverse uitwerkingen 4 opvoeding i kinderen zijn hinderen me t teksten in de tijd code creatief schrijven en een stukje globale literatuurgeschiedenis 5 verraad met aandacht voor personages verteltheorie en meer verdiepte litera tuurgeschiedenis van de middeleeuwen 6 vreemdelingen in nederland met literatuurgeschiedenis van de renaissance en creatief schrijven u hebt nu een beeld van de wijze waarop de verschillende vakonderdelen aan de leerstof zijn gerelateerd op dezelfde manier is dit gedaan in de vervolgdelen die overigens aanzienlijk zij n uitgedijd naar 404 voor havo 5 resp 528 bladzijden voor vwo 5 en 6 die dikmaker is vanzelfsprekend een geweldig nadeel voor de verkoop de boeken zijn loodzwaar want op fraai kunstdrukpapier gedrukt maar de talrijke illustraties foto s van schrijvers schema s speciaal vervaardigde teke ningen boekomslagen handschriften afbeeldinge n va n relevante kunstwerken e d zijn dat wel waard in het vervolgdeel havo 2 h bedoeld voor klas 5 treffen w e de volgende kavels aan 1 relaties met het verschil tusse n literatuu r en lectuur leestechnieken e n de geschiedenis van de verlichting 40 2 aan de grenzen van de werkelijkheid met leestechnieken de geschiedenis van de 19e eeuws e uteratuur incl romantiek verteltechniek bal en het begrip spanning 3 interieur met de moderne uteratuur in vogelvlucht niet functioneel binnen dit kavel lijkt mij 4 vluchten met doorwerking van de romantiek in decadentie en symbolisme een boekenforum en creatief schrijven 5 economie met uteratuur in en over de crisis en de crisis aardig verant woord 6 aanpassen met de vrouw en de uteratuur uteratuur na en over de tweede wereldoorlog alsmede over de jaren 60 in het vervolgdeel vwo 2 v bedoeld voor 5 en 6 gaat het zoals u zien kunt voor een deel over dezelfde onderwerpen terwijl er ook meer abstracte onderwer pen aan zijn toegevoegd 1 produktie en consumptie van boeken met leestechnieken consumptielectuur de uteratuur in de veruchting 2 jaloezie me t verteltechniek kijke n doo r anderman s ogen om z e minde r jaloers te maken lijkt me geforceerd ingebracht via de keuze van het verhaal het begrip spanning en creatief schrijven 3 lijden in leiden met de geschiedenis van de 19e eeuwse uteratuur incl ro mantiek nader uitgewerkt in twee vervolgen romantiek en biedermeier 4 sociale verschillen met taalgebruik e n sociaal milieu realisme e n natura usme heel goed verantwoord deze keuze in dit kavel en dialogen schrijven 5 psychologie met tekstanalyse en zelfbeeldvorming ficti e e n freu d en het schrijven van fictionele tegenover non fictionele teksten 6 oorlog met de uteratuur va n de historische avantgarde van futurism e to t modernisme en een uitwerking daarvan 7 vriendschap met de overige uteratuur tussen beide wereldoorlogen 8 televisie met grappige teksten kritisch lezen en literaire waardeoordelen 9 existentialisme met existentialistische uteratuur o m hermans reve mu usch en argumentatieregels een goede combinatie en 10 alles moest anders met de vijftigers gar d sivik barbarber en podium poszie zoals u ziet is het aandeel van de uteratuur en alles wat daarmee samenhangt het literaire systeem in deze methode rijkelijk vertegenwoordig l over het verschil tussen de havo leerling en de vwo er lijkt goed nagedacht te zijn bij de opdrach ten ook in de handleidingen valt veel te waarderen jammer is dat de produktief creatieve opdrachten grotendeels gei soleerd zijn van de literatuurgedeelten jam mer ook dat in deel 1 geen enkele aandacht word t geschonken aa n d e betere jeugdliteratuur terwijl late r wel het verschil tussen lectuu r en uteratuur wordt geprofileerd de auteurs vragen ten onrechte weinig of niet naar de persoonlijke leeservaringen van de leerlingen zodat deze wel de indruk moeten krijgen dat er steeds sprake zou kunnen zijn van 66n juiste interpretatie van een verhaal een 41 gedicht of een toneelfragment de opdrachten vragen terecht naar kennis inzicht en vaardigheden maar ze lijken het belang van een positieve attitude en het be vorderen van een individuele leeservaring niet te dekken met de vragen waarmee we bleven zitten reisden we af naar apeldoom om er ten huize van redacteur jan heerze 56 met deze en met simon ophof 44 van ge dachten t e wissele n ove r d e methode opho f blijk t i n he t bijzonde r verantwoordelijk te zijn voor alles wat met de literatuur te maken heefl zijn co auteurs liesbeth hooijberg willy van wetter en ingrid verheggen verzorgden de andere onderdelen het nieuwe lyceum van hoogbergen dat was de oorzaak van de kavels in deze methode twee jaar voor deel 1 uitkwam i n alle kranten hot news dat snel afkoelde simon ophof t wa s vla k voo r w e gingen volleyen i k ston d ne t i n mij n hemd en toen zeg ik tegen jan goh je zou eigenlijk verhaalanalys e en litera tuurgeschiedenis in e6n methode moeten kunnen combineren jan vond dat we dan maar eens een keertje moesten gaan praten en dat deden we samen met de taalkundig georignteerde liesbeth hooijberg jan heerze wim bos uitgever van walraven had op dat moment ook een plan om een taalmethode te maken waar alles in zou moeten kunnen en zo heeft het integreren van taalkunde en letterkunde ons vanaf het prille begin voor ogen ge staan dat hebben we willen doorwerken tot in de laatste hoofdstukken die voor bereiden op het eindexamen dat kun je bijvoorbeeld zie n aan het 2e havo deel maar ook aan het 2e vwo deel waar we eindigen met drie instructiekavels ge richt schrijven te r voorbereiding op de stelopdracht solliciteren met het oog op de toekomst en pure examentraining in de adviezen die we voor het mondeling formuleren integrere n we het geleerde uit de communicatietheorie met de eisen die gesteld worden aan het lezen voor de lijst ja jullie stimuleren daar de leerlingen om hun examen ten dele in eigen hand te nemen door zich ook mentaal op dejuiste wijze voor te bereiden en de gelegen heden waar te nemen om te laten zien wat ze kunnen simon ophof natuurlijk i s het combineren va n de aardigste tekste n me t de meest geschikte thema s of kavels het kernprobleem bij het maken van zo n serie boeken vaak waren het toch de thema s die de richting van de tekstkeuze bepaal den daar vind je dan je beperking en je selectie zo is bijvoorbeeld bi j litera tuurgeschiedenis van de verlichting de boekproduktie als uitgangspunt gekozen en dan blijft automatisch het drama liggen maar de kavels zijn wel van een verschillende soort leven in de nieuwe stad is vergelijkbaar met vreemdelingen in nederland maar wel een ander type dan op voeden en weer anders dan jaloezie het laatste type kennen we wel van de drie maandelijkse bladen bumper tikker en oiepzee 42 ophof toen we de renaissance wilden onderbrengen vonden we als geschiktste kavel vreemdelingen in nederland zo konden we veel aandacht aan bredero be steden in elk kavel zit ook een verhaal uit deze tijd maar niet hooft en evenmin vondel terwijl vondel toch minstens zo n bekende immigrant was als bredero ophof je kunt nou eenmaal met literatuurgeschiedenis niet encyclopedisch t e werk gaan tenminste niet wanneer je zoals wij verschillende doelen tegelij k wilt dienen je wilt de leerlingen confronteren me t een aantal belangrijke auteurs maar dat kan binnen de beperkte tijd nooit met iedereen en je wilt ze laten zien dat er een wisselwerking bestaat tussen tekstproduktie in een bepaalde tijd en de maatschappelijke verhoudingen maar dan is vondel toch een kwetsbare plek in je verdediging hij paste prachtig binnen het thema van de vreemdelingen hij scherpt met zijn barok het beeld aan van de renaissance dat je wilt oproepen en hij is ook nog eens een dichter van wie veel meer gedichten evergreens zijn dan bij bredero het geval is al of niet ten onrechte dat wil ik nu niet laten gelden enja je kunt toch niet beweren dat lucifeh niet een stuk is dat mils goed verklaard in zijn religieuze context be hoorftot het beste dat de nederlandse zeventiende eeuwse literatuur heeft opgele verd en in elk geval paste vondel volgens mij meer in je kavel dan huyghens die niet eens een migrant was maar wel functioneert als vertegenwoordiger van de renaissance leg dat eens uit heerze huygens en bredero schreven erover maar vondel heeft nu eenmaal niet zoveel voor leerlingen leesbare teksten geproduceerd ophof en we vonden het eigenlijk leuker om minder gebruikelijke teksten op te nemen dan kinderlyck of het stockske van oldebarneveldt en die lijn hebben we in heel veel kavels aangehouden heerze ik denk dat het uitgangspunt van de maatschappelijke relevantie van de teksten in de tijd waarin ze ontstonden voor ons het belangrijkste uitgangspunt is geweest voor de keuze en dat dit ook steeds in het boek naar voren komt ophof bovendien wordt in het kavel vreemdelingen niet ingegaan op de bete kenis van de auteurs als zodanig het gaat er om teksten die de maatschappelijke verschijnselen illustreren maarje pretendeert wel een overzicht van de literatuur te geven heerze dat is ingebed in zoiets als de cultuurgeschiedenis en de sociale ontwik kelingen in de tijd en wij vinden de aandacht daarvoor dan relevanter voor de leerlingen om te onthouden samen met de teksten jullie zeggen inje inleiding dat de boeken meer stofbevatten dan een docent kan verwerken met de klas maar dat dit is gedaan om de ene leerling wat meer aan te bieden dan de ander hoe zien jullie dat aanbieden in de praktijk 43 heerze ik zie drie mogelijkheden al s we wat extra s doen kan dit bestaan uit iets wat helemaal nie t in het boek staat bijvoorbeeld muziek en dat met een hele klas of dat je in het verlengde van wat volgens het boek in de klas gelezen wordt een complete tekst gaat lezen thuis lezen en gedeeltelijk i n de klas be spreken dat zou bijvoorbeeld kunne n met een bulkboek of een grote lijster het kan zijn bij individuele activiteiten dat leerlingen alleen of in koppels een tweetal boeken voorbereiden en daar een boekenforum over houden daar komen de niveauverschillen tot uiting en het kan zijn dat leerlingen op grond van wat ze in onze boeken lezen kiezen voor hun lijst niet alleen omdat het ene boek moeilijker is en het andere makkelijker maa r omdat het thema hun aanspreekt achterin een der boeken staat een lijst met titels waar ze uit kunnen kiezen ophof als je al differentieert denk ik dat de docent titels kiest die aansluiten op de belangstelling va n de klas als ze bijvoorbeeld i n havo 5 he t hoofdstukj e literatuur in vogelvlucht hebben gehad hebben ze een indruk van de literaire ontwikkelingen in de twintigste eeuw dan valt er te kiezen tussen verhalen over crisis e n d 6 crisis enerzijd s e n tekste n va n dichter s e n schrijver s di e ui t de werkelijkheid vluchtten neo romanuci etc anderzijds heerze eerlijk gezegd toen ik begon met de methode had ik ook even moeite mij los te maken van het knuvelder syndroom zal ik maar zeggen van de nei ging o m volledig t e zijn wan t ja je wild e toch dat de leerlingen a roland hoist kennen en zo maar ze moeten iets kunnen met de teksten die je ze voor legf maar waarom dan in het eerste deel bij vreemdelingen in nederland alsje het hebt over de renaissance die aandacht voor emblemata zijn dat nou typisch teksten voor leerlingen heerze als je daar niet zo enthousiast over bent kan ik dat wel begrijpen maar hier speelde de gebondenheid aan het kavel een rol ophof kinderen lope n natuurlijk vas t op de subscriptio bij het emblema die zijn nog in heel kleine lettertjes gedrukt ook maar wat ze wel leuk vinden is dat je je hersens moet gebruiken om de samenhang tussen tekst en beeld te begrij pen zoals bij de politieke prent nu een kritische buitenstaander moet wel haast concluderen datjullieje het wel heel moeilijk hebt gemaakt door die kruisbestuiving van kavel en de chronologische lileratuurgeschiedenis die taal integraal bij stukjes en beetjes lardeert want er valt onverraiidelijk veel waardevols door de zeef omdat dat waardevolle niet bin nen een averthuishoort ophof maafals leerlingen door die beperking tot thema s meer samenhang zien in het geheel van de literatuur en de samenleving waar ze uit voortkomt dan ben je toch een stuk verder gekomen dat er een tijdsbeeld wordt opgebouwd vond ik bijvoorbeeld in het kavel vreemdelingen in nederland goed gelukt 44 maar dan zouje ook van de huis tuin en keukenpoezie van voder cats kunnen gebruiken ophof zeker o ja maar ik heb bij he m niets gevonden da t aansloot bij het thema van de vreemdelingen en dat thema sluit naar onze mening aan bij een onderwerp waarmee we de leerlingen toch wilden confronteren als opmaat zou je kunnen zeggen naar een discussie over het vreemdelingenprobleem waar heel eu ropa nu van zindert mag je wel zeggen o ja dan zijn we wel pedagogisch be zig dat erken ik ten voile ik heb zelfaltijd de neiging om als ik iets wil duidelijk maken van de over gang van de oude tijden naar de nieuwe tijden om te kijken naar de ontwikkelingen in het mensbeeld en dan zetje de renaissance scherper in profiel door deze te vergelijken met de middeleeuwen enfin dat zijn begrippen waar elke docent mee spelen kan denk ik heerze ik denk dat dit ook principieel ligt wij wilden ons van meetafaan be perken in wat we aan literatuurgeschiedenis aanboden maar wel met de bedoeling om via die beperking te werken aan het inzicht in verbanden en aan het ontstaan van een literaire smaak dat leerlingen de samenhang zien tussen economisch politieke en literaire ontwikkelingen lijk t ons belangrijker da n dat zij antwoord kunnen geven op een hele serie vragen over teksten en figuren die niet zoveel met elkaar te maken hebben ophof door de verhaalanalytische en de literair historische lijn t e plaatsen in een communicatief kader dat voor alles geldt menen we te beantwoorden aan de vraag naar de ontwikkeling van de literaire smaak en met name zetten we daar voor de toon in het begin van de methode waar we werken aan het belang van het waarde oordeel geen waarde oordeel dat hangt op de meningen van grole des kundigen maar een waarde oordeel waartoe de leerling gaandeweg zelf in staat is die zijn gebaseerd op de argumenten voor de literaire kritiek van mooy vandaar ook de schema s voor het kunnen maken van een analyse en van een boekbespre king later komen voor de vwo leerlingen die argumenten van mooy ook terug om te zorgen voor de verdieping en de afronding van het hele leerproces daarin spoortjullie methode zonder datje dit bedoelde nadrukkelijk met het ad vies dat door de pre adviescommissie literatuurdidactiek in april 1990 aan de cven is gegeven ook daarin is de vaardigheid om een waarde oordeel over het gelezene te kunnen geven het ultieme criterium om vast te stellen of leerlingen literair competent geacht kunnen worden ophof een tussenstapje over fictie non fictie hebbe n we nodig omdat deze een tweedeling in het boek teweeg zou kunnen brengen en de volgende stap is dan leer uit een boek een betekenis te halen probeer in te zien dat net als bij non fictie ook in de literaire tekst een soort hoofdbewering zit heerze je moet je als leraar op den duur overbodig zien te maken en wij hebben de pretentie dat wanneer leerlingen met deze methode werken zij redelijk competent worden om 45 hun eigen lectuur te lijf te gaan dat ze met smaak kunnen kiezen dat ze kun nen interpreteren dat ze tot een oordeel kunnen komen ophof en daarmee hebben we absoluut de lijn lodewick knuvelder losgelaten dat hele literaire begrippen apparaat beperken we tot een aantal hoofdbegrippen we streven absoluut niet naar volledigheid maar naar de zelfstandigheid van de leerling als lezer ook het creatief schrijve n is gekoppeld aan begrippen die we bij literaire analyse introduceren als we drie vier manieren om pofizie te analy seren aan de orde hebben gesteld geven we daarna meteen een aantal creatieve opdrachten om deze begrippen langs omgekeerde weg eigen te maken maar leraren die in hun lessen een compleet beeld van de literatuur trachten te geven komen wij niet tegemoet voor hen zijn er meer dan genoeg aardige en minder aardige boeken beschikbaar overigens wil je natuurlijk nie t alles loslaten bij 66n kavel was ik wanhopig dat was bij romantiek voor het havo deel het bovennatuurlijke kon ik daar niet in kwijt en toch wilde ik paaltjens en multatuli daar graag in slijtcn daar lie ten we dus noodgedwongen het thema los en namen de literaire canon als uit gangspunt in het tweede havo deel zit je steeds met de literatuur van het interbellum ter braak en du perron komen daar niet in voor wel in het vwo deel jan mens wel ja dat vonden ze prachtig theun de vries w a man behoort echt niet tot mijn favoriete lectuur maar op school werden prompt dat soort boeken gekozen voor de literatuurlijst en wat is de reden van de grote verschillen in teksten binnen vaak dezelfde kavels in de beide vervolgdelen heerze niet weinig lecrlingen gaan van havo 5 naar vwo 5 en een van de re denen voor die heel verschillende kavel en tekstkeuze in 2 h en 2 v is dat die leerlingen dan tenminste iets heel nieuws te lezen krijgen ophof we hebben echt vantevoren per deel een compleet spoorboekje gemaakt met thema s en mo gelijke teksten en procedures heerze we hebben ook kavels en selecties bijge steld als bleek dat er niks mee te beginnen was lukt het nujullie zelf om als docenten door de stof heen te komen op jullie manier heerze ik kan alleen over het athenaeum oordelen we hebben een tamelij k nauwkeurig samenwerkende sectie in een plattegrond van het jaar zitten de mi nimum afspraken tusse n de docenten onderling elk kavel komt daarin aan de orde en elk onderwerp uit dat kavel zeker als het om literatuur gaat dat wordt jaarlijks een beetje bijgesteld binne n de sectie hebben we afspraken voo r een vrije ruimte van 25 die elke leraar naar eigen smaak invult sommigen doen dan wat meer taalkunde of oefeningen voo r de samenvatting anderen wat meer letterkunde maar alles komt minimaal voor elke leerling aan de orde en het schoolonderzoek 46 heerze dat is misschien wat merkwaardig georganiseerd wij tentamineren per jaar al s ee n leerlinge n d e vijfd e doorlope n heef t i k he b he t n u ove r he t athenaeum doet hij een absolverend tentamen een schriftelijk ove r de litera tuurgeschiedenis maar wel gekoppeld aan wat de leerling zelf heeft gelezen leer lingen putte n ui t ee n minimum keuzelijst bv voo r de verlichting en hale n daarbij uit de bibliotheek wat ze willen daar krijgen ze uitsluitend op het boek gericht enkele vragen ove r en een o f twe e vragen ove r de toepassing va n de literatuurgeschiedenis daarbij standaard enkele vragen over de literatuurgeschie denis als geheel taal integraal betekent niet dat we in 66n schoolonderzoek alles bijeen houden ze krijgen dus dit literatuurtentamen naast een tekstverwerking en een dictee op het athenaeum laat ik ze ook wel over de stof een essay schrijven ophof op havo en athenaeum werken we ook met boekenforums en dat werkt goed mits je de leerlingen duidelijk vertelt dat het niet gaat om lijstjes met titels en biografische data maar om een probleemstelling vanwaaruit het betoog wordt opgebouwd in de havo gaat dat vaak goed op het athenaeum zelfs uitstekend in de beide vervolgdelen vin d je achterin ee n uitvoeri g boekbesprekingsmodel waarvan de leerlingen bedienen en dat ook door de collegae vreemde talen i s overgenomen het bevat zes onderdelen boekbeschrijving leesverslag achter grondinformatie interpretatie eindoordeel en verantwoording met telkens daar naast de lijst van gehanteerde begrippen daaraan hebben de leerlingen heel veel houvast hoe gaat het verder in dit verband met de samenwerking tussen de leraren van de verschillende vakken ophof we hadden het plan hoorcolleges voor te bereiden voo r athenaeum 5 maar daar zagen collega s tegen op nu gaan we aan het eind van athenaeum 5 een aantal momenten kiezen waarop een bepaalde periode voor het eerst of her haald besproken moet worden een probleem is dat de planningen van de secties niet parallel lopen bij frans komt men pas aan de middeleeuwen toe in de vijfde klas terwijl deze bij nederlands nu eenmaal in de vierde aan bod zijn een van de vooroordelen di e we moeten overwinnen i s dat kinderen hee l weinig kunnen toen we vorig jaar op een studiemiddag onze 35 collegae vreemde talen in kennis brachten met ons boekbesprekingsmodel was het voor hen echt een eye opener dat d e leerlingen zovee l mee r konde n me t een boe k da n e r allee n maa r een samenvattinkje va n te maken nu zijn w e zo ver dat er een bundel kan worden gemaakt die opent met de verschillende periode kenmerken en daarna voor elke taal apart voorzover ze afwijken o p een rij zet en illustrerende teksten bevat heerze het examen is door het absolverend tentamen aanzienlijk zinvoller de leerlingen kiezen nu tien boeken dikwijls rond eenzelfde thema uit de voor hen favoriete kavels of heel andere thema s bij de leraren vreemde talen heerste de overtuiging dat het moeilijker i s voor leerlingen om twee of drie boeken met el kaar te vergelijken op vertelperspectief of de ontwikkeling van de hoofdpersoon 47 dan blind alles uit je hoofd t e leren wa t je aan leersto f i s aangereikt doo r de do cent en daar zijn ze nu wel van af ophof wat we daarbij wel eisen is dat aan de te bespreken literatuurlijst een or deningsprincipe te n grondslag lig t he t minste i s wel ee n alfabetische ordenin g op auteursnaam maar interessanter is ordening naar thema die wijst op een besef dat geen enkel boek geheel op zichzelf staat tussen de selectie van de leerstof en de toetsing zit het hele leerproces wat van de kant van de leraar gezien een onderwijsproces is met name injullie handlei dingen worden enorm veel suggesties gegeven omtrent de wijze waarop de boeken gehanteerd kunnen worden het valt op dat dit soms heel gedetailleerde vragen zijn neem het gedicht stadgenoot van elburg daar geefje verder geen uitleg bij wat betreft de vragen waarom zo gedetailleerd ik vind dat een heel mooi ge dicht maar je moet mij niet vragen ofikprecies weet wat de laatste regel bete kent hij zal bang en verongelijkt doodgaan ik kan het gedicht lezen als het verhaal over het lot van de grotestadsbewoner en nu stellen jullie mij de vraag waarom is de stadgenoot bang en is hij verongelijkt als hij straks op zijn sterf bed ligt een krankzinnige vraag eerlijk gezegd een andere opmerking is het gedicht is opgebouwd uit vier delen waar gaan ze over dan denk ik hoe bedoel je dat nou precies het goat niet om strofen want dat zijn er vijf naar mijn me ning valt het gedicht uiteen in slechts twee delen alle verzen min de laatste regel enerzijds vormen de gedachtengang van de stadsbewoner en daarnaast is er ander zijds dat slotvers ik ben bang dat de leerlingen door die dwingende vraag over de vierdeling onmiddellijk in de grammatica vervallen en puur aanaacht overhouden voor wel of geen inversie van de regels zo n gedetailleerde vraag die de lezer op weg moet helpen heerze is i n tegenspraa k me t de doelstellingen va n he t boek want wi j wer ken altijd va n groot naar klein je hebt volstrek t gelijk en z o zullen e r nog wel wat tekorten zijn aa n t e wijzen he t past i n elk geva l niet bij de benadering di e wij voorstaan i k vin d het risic o va n zo n bladzijd e dat z e ook no g gekopieer d wordt om als proefwerk aa n te bieden ophof het staat haaks op de rest in het blok over het lezen van gedichten ver tellen we dat je dit op drie manieren kunt doen 1 je leest een gedicht rats achter elkaar uit en eigenlijk lee s je een bundel met verschillende gedichten van dezelfd e auteur en al lezend krijg je dan wel een beeld van de wijze waarop hij of zij zich uitdrukt 2 je lees t een gedich t globaal je snap het niet je lees t het nog een of twee keer over en stel t dan vas t wat je we l en wa t je niet snapt en pas bij 3 als je er helemaa l nie t uitkomt ga je aa n clos e readin g doen we hebbe n oo k hee l weinig gedichten opgenomen met gedetailleerde vragen erbij eerder gaat het om hoofdbewering e n een heel enkele keer om een stijlfiguur t e demonstreren bv de antimetrie i n de zelfmoordenaar va n paaltjens omdat deze stijlfiguu r daa r het wrange van het gedicht extra doet uitkomen 48 in het algemeen volgen we bij het proza de lijn van de boekbespreking geef een waarde oordeel stel de hoofdbewering vast verzamel analysegegevens baseer daarop je interpretatie en dan kun je eventueel je waardeoordeel herzien voor het vaststellen van de hoofdbewering hebben de leerlingen het meest aan concentratie op het personage in een verhaal en daarop willen we hun aandacht richten wat gebeurt er met deze hoe ontwikkelt hij zich hier ligt dus voorjullie de voornaamste mogelijkheid om de leerlingen wat meer tot persoonlijke leeservaringen te brengen heerze ja precies leerlingen zijn bovendien al vanaf de eerste klas gewend om bij het lezen van een tekst eerst te zeggen wat ze ervan vinden jullie boek is in zekere zin voor vooruitstrevende literatuurdocenten de realisering van een oude droom in elk kavel omvat de literatuur 60 tot 65 van het mate riaal en de opdrachten en zowel de taalvaardigheid als de literatuur komen aldus aan hun trekken hebje er een verklaring voor dat het boek niet loopt ophof ik vind het doodzonde dat het zo is want ook na vier jaar terugkijkend op deel 1 e n na drie jaar op de delen 2 zou ik het nauwelijks anders willen ma ken docente n zullen mogelij k moeit e hebben me t het onderscheiden va n de leerroutes i n deze methode en misschien zij n sommige n me t bepaalde coden bijvoorbeeld van het modemisme niet vertrouwd genoeg heerze je zou kunnen zeggen de vervolgdelen zijn te dik maar vroeger hadden wij voor 4 6 twee delen ornee wijngaards en letterkundig kontakt tn ik heb al een boek en nog iets voor taalvaardigheid en op hoeveel andere scholen komt het totale pakket lodewick braet of dautzenberg riemens niet op hetzelfde neer ongei ntegreerd maar samen heel wat dikker en heel wat duurder dan dit ene deel per klas taal integraal word t sind s 198 7 uitgegeve n bi j va n walrave n bv apeldoorn nederland voo r verdere gegevens zi e tsjip 2 p 56 49