Documenten
anja bijlsma lindaart ank hendricks wam de moor tracy van poppel de lijst verstarring of beweging reacties van docenten op de wijzigingen in het literatuuronderwijs nederlands 1 zoals uit het voorafgaande valt te lezen staat het literatuuronderwijs voor een aantal belangrijke veranderingen de redactie van tsjip wilde weten hoe er in het veld zelf gedacht wordt over de wijzigingen en zij had daarbij ge zien de taakstelling van de stichting promotie literatuuronderwijs vooral de veranderingen voor het literatuuronderwijs op het oog wij vroegen daarom een achttal docenten naar zijn mening over de voorstellen van de cven in twee afleveringen willen we u op de hoogte stellen van hun reacties in de verwachting dat u zich in de een of andere mening zult herkennen deze docenten waren riet ross 57 verbonden aan het christelijk streeklyceum te ede meer dan 15 jaar ervaring in havo vwo rob weenink 49 van het katholiek gelders lyceum te arnhem 22 jaar ervaring piet van winkelhof 41 19 jaar ervaring en henk schreuders 38 16 jaar ervaring van de christelijke scholengemeenschap jacob van liesveldt in hellevoetsluis allebei hoofdzakelijk werkzaam in de bovenbouw van havo vwo binnen deze sectie wordt al veel volgens de nieuwe richtlijnen ge werkt aad van ouwerkerk 41 jaar 19 jaar leservaring en tanja vroege 27 jaar 3 jaar leservaring beiden werkzaam op het wagenings lyceum havo en vwo en gerard busch 49 jaar 23 jaar leservaring en corrie even booy 47 jaar 20 jaar leservaring beiden van het thomas a kempis college te zwolle mavo havo en vwo de docenten van het jacob van liesveldt en het thomas a kempis zijn twee aan twee geinterviewed alle docenten die wij vroegen om hun reacties hadden minstens globaal kennis genomen van de voorstellen van de cven hetzij in een eerder sta dium hetzij van de definitieve voorstellen de docenten van het van liesveldt hadden de informatie via hun sectiehoofd op de docente van het streeklyceum na die niet alleen in de preadviescommissie literatuurdidac tiek had gezeten maar ook de aanbieding van het rapport op 15 december 1991 had meegemaakt en voor tsjip verslagen hadden alle anderen slechts een vage indruk van het geheel globaal in grote lijnen wat ik me het best herinner is de lijst van 21 boeken die inmiddels gelukkig van de baan is wagenings lyceum en ook in het algemeen verbeteringen voor het litera tuuronderwijs thomas a kempis om deze reden werd ieder wijzigingsvoorstel door ons eerst waar nodig toegelicht voor wij de betrokkenen om hun mening vroegen 19 1 aantallen titels in het algemeen reageert men positief op het feit dat in de nieuwe voorstel len het aantal titels is vastgelegd grotere uniformiteit schept rechtvaardig heid aansluiting bij reeds bestaande eigen praktijk streeklyceum houvast waar iedereen prettig mee omging duidelijker eisen al merken verschillende docenten op dat je moeilijk omvang en kwaliteit van de titels kunt meten die praktijk is echter vertrouwd vandaar dat men ook geen nieuwe problemen verwacht alleen de docenten van het wagenings lyceum hebben bezwaar tegen deze regel niet omdat ze de aantallen niet redelijk vinden maar omdat naar hun mening de vrijheid van de docent wordt aangetast over de huidige praktijk vernamen we het volgende op het streeklyceum lezen havisten 20 en vwo ers 30 boeken op thomas a kempis lezen leerlingen van havo en vwo evenveel titels maar we gaan er heel anders mee om wagenings lyceum nu lezen vwo leerlingen 28 en havo leerlingen 20 boeken daarvan zijn er respectievelijk 8 en 5 bedoeld voor een speciaal studie er hoeft in praktijk dus niet veel te veranderen het katholiek gelders lyceum de leerlingen vinden het een groot aantal ze hebben echter de mogelijkheid boeken af te laten schrijven ze leveren daarvoor per keer twee boekbesprekingen in waarvan er een wordt na gekeken het resultaat moet voldoende zijn ze maken deze boekbespre kingen in een groot schrift naar aanleiding van een vragenlijst ze beginnen daar eigenlijk al in de brugklas mee de vragenlijst wordt ieder jaar uitgebreid het schrift nemen ze mee totdat het vol is in 4 vwo worden er drie in 5 vwo ook drie en in 6 vwo worden er twee boeken afgeschreven voor 3 4 en 5 vwo zijn dat achtereenvolgens een drie en twee boeken in het begin van het jaar geef ik alle data waarop de boekbesprekingen ingele verd moeten worden dit doe ik om zowel het werk voor de leerlingen als voor mezelf te spreiden de leerlingen vinden het over het algemeen leuk en maken er veel werk van voor de toekomst voorziet het wagenings lyceum wel problemen waar om nu wordt alleen het aantal verplicht gesteld straks ook de titels daar mee beknot je steeds meer de vrijheid van de individuele docent maar we passen het wel een beetje aan als het echt moet 2 ongeveer de helft van de titels representatief deze regel levert een verdeelde reactie op en wel op twee manieren ten eerste zijn er docenten tegen de hernieuwde aandacht voor de oudere letter kunde bijvoorbeeld katholiek gelders lyceum ten tweede zijn er die het verschil aangebracht tussen havo en vwo discriminerend vinden ten opzich te van de havo van liesveldt streeklyceum en thomas a kempis kunnen zich grotendeels vinden in het voorstel katholiek gelders lyceum en wagenings lyceum niet 20 van liesveldt voor het vwo is dit zeker positief voor havo dreigt er nu te veel nadruk op de moderne tijd te komen oudere tijd ook heel leuk om op havo te doen goed is het om een gedeelte van de boeken aan de literatuurgeschiedenis te koppelen nu vind je erg weinig van je lessen op de lijst terug wij waarderen deze regelgeving het streven was er al wel maar het kwam er onvoldoende uit we verwachten geen problemen en zien kans de wijziging zonder nascholing in te voeren streeklyceum positief op mijn school geven we ook de havo in vogelvlucht de hele literatuurgeschiedenis dat nu die periode wordt beperkt tot 1916 heden vind ik geen bezwaar voor een docent is het praktisch on doenlijk om er doorheen te komen mits ik het recht houd om toch iets aan vroeger te doen ik zou dan voor het historisch inzicht de wettelijk geeiste periode duidelijker willen indelen maar ik geef prioriteit aan de twintigste eeuw de regel zal wel problemen geven op scholen die zich zeker op de havo absoluut niet bezighouden met literatuurgeschiedenis en ik vind het wel goed dat er nu in eindtermen is vastgelegd wat er in elk geval gevraagd wordt nascholing is voor iedereen goed al was het alleen maar om weer eens enthousiast gemaakt te worden de beide docenten van thomas a kempis vinden de regel correct gefor muleerd je kunt er veel kanten mee op de regel heeft wel consequenties voor hen want wij werken de literatuur voor 1880 nu af in de vierde en vijfde klas dat zou nu weer in de examenklas moeten vroeger deden we dat wel maar dan hadden we teveel stof in het laatste jaar ik denk dat we de oudere literatuur moeten gaan minimaliseren anders redden we het niet dit zijn de bezwaren van de tegenstanders katholiek gelders lyceum ik vind dat je het lezen voor de lijst niet moet koppelen aan de vroegste literatuurgeschiedenis wel aan de periode na 1900 de door de leerlingen thuis gelezen en in de klas besproken werken worden gekoppeld aan stromingen na 1900 de hele literatuurgeschiedenis wordt behandeld in 4 5 en 6 vwo in 5 havo vanaf 1916 ik heb slechte erva ringen met oude literatuur het zelf lezen van oude literatuur wordt niet leuk gevonden ja deze regel is een stevige inbreuk op mijn gewoonte de enige verplich ting voor de lijst is nu dat er een bundel poezie op moet staan en dat er geen jeugdliteratuur gelezen mag worden dit laatste is een afspraak binnen de sectie ik ben er zelf voorstander van om wel jeugdliteratuur op de lijst te laten zetten ik verwacht dus problemen aangezien ik weer naast de eisen die de cven stelt ten aanzien van andere vaardigheden veel tijd aan oude literatuur zal moeten besteden dit zal klassikaal moeten gebeuren en dat vinden de leer lingen saai en vervelend of je zou de leerlingen zelf oude literatuur in vertaalde vorm moeten laten lezen zoals bijvoorbeeld reinaard de vos van paul biegel 21 behoefte aan nascholing heb ik niet want ik heb zelf ideeen genoeg het kost wel meer tijd en energie de docenten van het wagenings lyceum vinden dat er geen verschil moet worden gemaakt tussen havo en vwo docent a noemt de regel belachelijk en waardeloos want lezen is al moeilijk genoeg de afstand tot de leerlingen wordt veel te groot bovendien spreekt hieruit en uit meer din gen een zeer denigrerende houding ten opzichte van havo leerlingen alsof die niet kunnen lezen of slechter dan vwo leerlingen mijn eigen ervaring is eerder het tegendeel nu leest zowel havo als vwo 5 werken van voor 1916 dat zou ik graag zo willen houden oudere literatuur komt nu regelmatig aan bod in de speciaal studies van leerlingen docente b heeft bovendien een ander bezwaar de lijst moet representatief zijn maar dan in een andere verhouding dan hier wordt voorgesteld meer modern ongeveer 30 van voor 1916 ook voor de havo tussen de twee schooltypen moet er geen verschil zijn in literatuuronderwijs havo leerlin gen kunnen dit net zo goed 3 wat vindt men van de literatuur in vertaling op deze regel wordt zeer verdeeld en in uitersten geantwoord van fantastisch tot zeer negatief onze indruk is dat scholen die reeds een prak tijk kennen waarin wereldliteratuur en minderhedenliteratuur aan de orde ko men verheugd zullen zijn over deze sanctionering van hun praktijk terwijl de tegenstanders onbekend blijken met de mogelijkheid en overbelasting van docent en leerlingen vrezen het wagenings lyceum profileert zich hier sterk pro thomas a kempis sterk anti wereldliteratuur in vertaling ligt in het algemeen iets gemakkelijker dan minderhedenliteratuur van liesveldt en katholiek gelders lyceum bijvoorbeeld zijn positief over het lezen van wereldliteratuur in vertaling maar zien de invoering van minderhedenliteratuur aanzienlijk minder vrolijk in streeklyceum vindt individuele aandacht voor minder hedenliteratuur meer voor de hand liggen dan het betrekken van wereldliteratuur bij de les zowel katholiek gelders lyceum als streek lyceum argumenteren vanuit de reele mogelijkheden van het vak leest u zelf maar de docenten van het wagenings lyceum juichen de nieuwe mogelijkheid toe bij welk vak moet het anders en je kunt je literatuuronderwijs toch niet tot een taal beperken beiden blijven met enthousiasme wijzen op wereldliteratuur in vertaling en vinden ook in minderhedenliteratuur genoeg te waarderen zeker wanneer kinderen zoals nu bij hen nogal eens het geval is daar zelf mee komen dit zijn zowel nederlandse als niet nederlandse leerlingen van liesveldt we beoordelen dit punt positief voorzover het om wereldliteratuur gaat niet wat de minderhedenliteratuur betreft wij werkten niet met literatuur in vertaling tijdens de les maar op de lijsten kwamen ze wel voor homerus thomas mann flaubert en dergelijke we zullen zeker toestaan dat leerlingen zulke werken op de lijst zetten maar in de lessen zal het wel bij verwijzingen blijven daarbij zullen we niet onze collegae frans en duits raadplegen overigens waarom vragen jullie niet naar eventuele bij stand van de engelse collega voor de minderhedenliteratuur zullen we geen propaganda maken maar ook niet tegenhouden dat leerlingen daar iets mee doen onder voorwaarde dat er wel een relatie is tussen de leerling en die literatuur naar motivatie vragen we hebben er te weinig kennis van en zijn toch al zo druk bezet voor de noodzakelijke nascholing hebben we geen tijd streeklyceum ik ben blij dat er op dit punt vrijheid is ik wil de alloch tonen tot hun recht laten komen maar ze zitten wel op school en hebben nederlands dat is nou de categorie met wie ik nog wel literatuur in vertaling wil lezen dat handel ik dan ook persoonlijk met de meisjes en de jongens af maar verder voel ik er niet voor we hebben al zo weinig tijd het vak nederlands is er toch niet om zweedse of russische literatuur in vertaling te lezen doe dat maar bij maatschappijleer als het zo uitkomt of bij de andere talen ik ben er dus tegen ik werkte ook tevoren niet met werk in vertaling ik heb de opdracht om de nederlandse literatuur te presenteren ik sta vertaalde boeken wel toe op de boekenlijst mits de boeken er niet op staan bij het vak van oorsprong maar in elk geval is voor docenten die deze sprong willen wagen nascholing noodzakelijk katholiek gelders lyceum ik beoordeel dit zelf wel positief maar de sectie niet vroeger was dat bij ons wel het geval maar er mochten dan geen boe ken van een andere talenlijst op staan vandaar dat ik het ook zelf niet meer doe gezien het standpunt van de sectie nu hier verandering in komt ga ik het zeker wel weer invoeren er is genoeg goede literatuur in andere talen de boeken van de franse schrijfster benoite groult bijvoorbeeld hebben iets anders te bieden dan die van meinkema je zou de boeken kunnen laten ver gelijken als uitwerking van het onderwerp thema bijvoorbeeld ik zal mijn collegae van de vreemde talen niet zozeer te hulp roepen als wel overleggen met hen voor het maken van afspraken dat gebeurt eigenlijk al er wordt een overzicht gemaakt van wat wanneer behandeld wordt en er wordt nagegaan wat de mogelijkheden voor samenwerking zijn opvallend is dat dit soort initiatieven al vaker geweest zijn maar dat het op de een of an dere manier steeds weer strandt minderhedenliteratuur ja maar je moet dan wel in de gaten houden wat het doel van je lessen is in welke vorm bied je het aan wat is het verband met de rest van het literatuuronderwijs waar laat je het bij aansluiten ik heb er geen bezwaar tegen het kost veel tijd en ik vraag me eigenlijk af wat er allemaal aan minderhedenliteratuur is je zou bijvoorbeeld surinaamse schrijvers als thema kunnen nemen mijn ervaring met het lezen van werk van astrid roemer is echter dat de leerlingen dat niet leuk vonden ik zou wel graag informatie hebben over wat er is en niet zozeer over hoe het aan te bieden geen lesplannen dus want die kan ik zelf wel maken 23 op geen punt van de steekproef wordt zo unaniem gevraagd om nascholing want we komen bijna allemaal van een opleiding waar we zeker wat dit betreft met oogkleppen op zijn opgevoed aldus een der docenten van het wagenings lyceum in het volgende nummer komen de andere al of niet verplichte wijzigingen aan de orde het schoolonderzoek annex leesdossier de leesautobiografie de persoonlijke respons de vereiste kennis en de werkwijzen ook spreken de docenten zich uit over het wegvallen van voorlezen en opstel en over de af wezigheid van integratie binnen het vak 24