De literaire vorming van nabij bekeken. Een vergelijking tussen de retoriek over het literatuuronderwijs in Vlaanderen en Nederland

Publicatie datum: 2009-02-01
Collectie: 38
Volume: 38
Nummer: 3
Pagina’s: 3-21

Documenten

3 de literaire vorming van nabij bekeken een vergelijking tussen de retoriek over het literatuuronderwijs in vlaanderen en nederland steven vanhooren andre mottart met de komst van allerlei alternatieven zoals het internet en andere audiovisuele media hebben literatuur en literatuuronderwijs niet meer de vanzelfsprekende positie die ze ooit hadden de klachten over de teloorgang van lezen en de leescultuur zijn niet van de lucht zie o a soetaert 2006 tegelijkertijd zien we zowel in de media als in het wetenschappelijk onderzoek veel aandacht voor het literatuuronderwijs zo krijgt bijvoorbeeld het debat rond de literaire canon zowel in nederland als in vlaanderen veel belangstelling en uit de onderzoeksdatabase van de nederlandse taalunie blijkt dat de laatste vijf jaar tientallen onderzoeken naar het literatuuronder wijs zijn gepubliceerd1 alleen blijkt de informatie over het literatuuronderwijs die in vlaanderen gegenereerd wordt niet altijd even gemakkelijk tot bij de nederlandse belangstellenden te geraken en vice versa en wanneer ze dat wel doet schiet ze jammer genoeg vaak aan haar doel voorbij wegens verkeerde interpretaties vooroor delen en spraakverwarring vlamingen begrijpen nederlanders niet en nederlanders begrijpen vlamingen niet m hier gedeeltelijk aan tege richt tot zowel vlamingen als nederlanders moet te komen publiceerde de kunnen wij ons voorstellen dat u als lezer taalunie in 2008 het literatuur bepaalde delen over vlaanderen respectieve onderwijs in nederland en lijk nederland overslaat wegens te bekend vlaanderen een rapport met fei dit achten wij perfect mogelijk en voor die telijke gegevens over het neder genen die minder of zelfs helemaal niet ver landse en het vlaamse literatuuronder trouwd zijn met de structuur en de organisa wijs met als doel nederlanders en vlamingen tie van het secundair te informeren over elkaars literatuuronder on der wijs in vlaanderen vlamingen wijs2 in dit artikel focussen we voortbou en of het voorgezet on begrijpen wend op het rapport op de retoriek over het der wijs in nederland zijn nederlanders niet vlaamse en het nederlandse literatuuronder korte informatieve tek en nederlanders wijs en becommentarieren we de gelijkenis sten hierover opgenomen begrijpen sen en de verschillen omdat dit artikel zich in bijlagen 1 en 2 vlamingen niet februari 2009 nummer 3 38e jaargang 4 in het eerste deel van dit artikel gaan we die in het vlaamse onderwijs is er geen apart vak per in op het formele en het ideologische literatuur lessen over literatuur van les curriculum in vlaanderen en nederland sen over de formele aspecten van literatuur hiermee bedoelen we respectievelijk het cur tot literatuurgeschiedenis worden steeds riculum dat wordt vastgesteld door de over geintegreerd in andere vakken nederlands heid en het curriculum waarin wordt aange talige literatuur komt in principe aan bod in geven wat zou moeten gebeuren in het het vak nederlands engelstalige literatuur in onderwijs de retoriek zie o a goodlad het vak engels franstalige literatuur in het 1979 in van de ven 1996 hierbij hebben vak frans enz ook in vakken zoals geschie we in het bijzonder aandacht voor de lite denis godsdienst en zedenleer worden af en raire vorming in het tweede deel staan we toe literaire teksten gelezen echter steeds in stil bij wat en hoeveel leerlingen lezen in het functie van de lesinhouden aangezien in derde deel focussen we op toetsing en eva dit artikel het onderwijs in nederlandstalige luatie afsluiten doen we met een aantal literatuur centraal staat beperken we ons in voorzichtige conclusies3 wat volgt tot een bespreking van de aspec ten die relevant zijn in het kader van het schoolvak nederlands het formele en het voor het vak nederlands formuleert de over ideologische curriculum heid per graad en per onderwijsvorm vak vlaanderen gebonden eindtermen of ontwikkelings doelen voor de eerste graad van het eindtermen en ontwikkelingsdoelen secundair onderwijs zijn er eindtermen voor de basisvorming van de a stroom en ontwik in vlaanderen wordt het formele curriculum kelingsdoelen voor de basisvorming van de bepaald door de eindtermen die opgesteld b stroom4 deze zijn geformuleerd in respec zijn door de entiteit curriculum van het tievelijk vijf en elf kennis en vaardigheidsdo vlaams ministerie van onderwijs en vorming meinen hoewel voor de eerste graad noch door middel van die eindtermen legt de in de beschrijving van de eindtermen noch overheid formeel vast welke kennis inzich in de beschrijving van de ontwikkelingsdoe ten en vaardigheden een bepaalde leerlin len een apart domein literatuur wordt voor genpopulatie op een bepaald moment mini zien wordt in beide binnen het domein maal moet bereiken voor de a stroom van lezen expliciet stilgestaan bij een aantal het secundair onderwijs formuleert de over randvoorwaarden en competenties die van heid de eindtermen per graad en per onder belang zijn voor het literaire lezen o a lees wijsvorm voor de b stroom en het buiten plezier stimuleren leerlingen de kans geven gewoon onderwijs stelt de overheid ont wik om zich in te leven in een literair werk ke lingsdoelen op deze omvatten een om enz schrijving van de kennis de inzichten en de vaardigheden die de leraar met bepaalde in de eindtermen nederlands voor de tweede leerlingengroepen moet en de derde graad van het secundair onder in het vlaamse nastreven zowel eindter wijs is er naast de vijf kennis en vaardig onderwijs is er men als ontwikkelingsdoe heidsdomeinen die in de eindtermen voor de geen apart vak len kunnen vakgebonden eerste graad worden onderscheiden wel literatuur en vakoverschrijdend zijn een afzonderlijk domein literatuur de con 38e jaargang nummer 3 februari 2009 5 crete invulling van dat domein is afhankelijk de vlaamse onderwijs de overheid van de specifieke onderwijsvorm zo zijn er praktijk wordt vormgege verwacht niet dat voor aso opleidingen meer en zij het in ven echter met dien ver het literaire lezen beperkte mate andere eindtermen dan stande dat alle koepel een plek krijgt in voor tso en kso opleidingen het meest in organisaties hun leer het curriculum van het oog springende verschil is dat in de eind plannen ter goedkeuring bso opleidingen termen voor aso opleidingen expliciet wordt moeten voorleggen aan ingegaan op het aanbrengen van een literair de vlaamse onderwijsin wetenschappelijk begrippenapparaat dat de spectie die erop toeziet of wat beschreven basis vormt voor wetenschappelijke tekst staat in de leerplannen beantwoordt aan de analyse eindtermen en de ontwikkelingsdoelen zoals die zijn voorgeschreven door het vlaams voor de tweede en de derde graad van het ministerie van onderwijs en vorming bso zijn er geen aparte eindtermen voor het hetzelfde geldt voor scholen waarvan de vak nederlands wat de overheid met betrek inrichtende macht beslist om eigen leerplan king tot nederlands van leerlingen uit bso nen op te stellen opleidingen verwacht wordt geformuleerd in de eindtermen voor project algemene wanneer we de leerplannen voor nederlands vakken pav een vak dat meestal een com in detail bekijken stellen we vast dat met binatie biedt van leerinhouden die betrek betrekking tot literaire vorming de nadruk king hebben op nederlands wiskunde en wordt gelegd op een lezersgericht literatuur maatschappelijke vorming in de eindtermen onderwijs uit de leerplannen van de ver pav wordt niet ingegaan op literatuur dat schillende koepelorganisaties blijkt immers hoeft uiteraard niet te betekenen dat in de dat het doel van het literatuuronderwijs is tweede en de derde graad van het beroeps om aan het einde van het secundair onder secundair onderwijs geen plaats is voor lite wijs literair competente lezers af te leveren raire vorming alleen wordt door de overheid dat zijn lezers die over de nodige kennis en niet verwacht dat het literaire lezen een plek kunde beschikken om zelfstandig en ade krijgt in het curriculum van bso opleidingen quaat om te gaan met diverse teksten en tekstsoorten om dat doel te bereiken wordt in het merendeel van de leerplannen een leerplannen lineair traject voorzien dat leerlingen moeten de eindtermen vinden hun weg naar de doorlopen het eindpunt onderwijspraktijk via de leerplannen de van dat traject is de lite in de leerplannen leer plannen bepalen in grote mate het ideo raire competentie voor nederlands logische curriculum in vlaanderen theo wordt de nadruk retisch valt het maken van de leerplannen het traject vangt aan in gelegd op een onder de bevoegdheid van de inrichtende de eerste graad waar lezersgericht macht van een school5 in praktijk maakt leerlingen kennismaken literatuur echter slechts een minderheid van de scho met de verschillende soor onder wijs len eigen leerplannen maar beroepen ze ten literatuur en gestimu zich op de leerplannen die zijn opgesteld leerd worden om te lezen door de koepelorganisaties van de inrich in de tweede graad worden ze ingewijd in tende machten6 dat maakt dat de koepelor het tekstervarend lezen en maken ze kennis ganisaties een grote invloed hebben op hoe met het literaire bedrijf uitgeverijen biblio februari 2009 nummer 3 38e jaargang 6 theken enz en het literair wetenschappe leesportfolio en de leesautobiografie waarin lijke begrippenapparaat in de derde graad naast ruimte voor tekstanalyse ook plaats is krijgen de leerlingen de tools aangereikt die voor het expliciteren van leeservaringen nodig zijn voor diepgaande tekststudie en analyse aan het einde van de derde graad het feit dat in de leerplannen vooral wordt is het volledige traject doorlopen en worden gepleit voor een lezersgerichte literatuurdi leerlingen beschouwd als literair competente dactiek betekent niet dat het er in de onder lezers wijspraktijk ook steeds op die manier aan toegaat in belgie is immers grondwettelijk bepaald dat elke individuele leraar zelf lezersgericht versus historisch analytisch bepaalt hoe zijn of haar onderwijs wordt de lezersgerichte literatuurbenadering in het vormgegeven zolang dat conform de eind onderwijs is een relatief recent fenomeen termen gebeurt voor het literatuuronderwijs hoewel literatuurwetenschappers reeds in is dat niet anders de didactiseringen die de de jaren 1970 en 1980 publiceerden over koepelorganisaties aanbieden in hun leer een lezersgerichte benadering van een lite plannen moeten dan ook beschouwd wor raire tekst zie o a iser 1976 jauss 1977 den als suggesties en niet als dwingende fish 1980 is er pas sinds begin 1990 eens voorschriften niettemin worden die sugges gezindheid onder literatuurdidactici om ook ties door het merendeel van de leraren ook in het onderwijs op een dergelijke manier opgevolgd waardoor de impact van de koe met literatuur om te gaan hiermee werd pelorganisaties op de huidige onderwijsprak een correctie aangebracht op het eenzijdige tijk niet onderschat kan worden historisch analytische literatuuronderwijs lesuren de keuze voor een lezersgerichte literatuur benadering had uiteraard ook gevolgen voor naast suggesties over mogelijke didactiserin de literatuurdidactiek topdown onderwijs gen wordt in de leerplannen ook aangege strategieen maakten geleidelijk aan plaats ven hoeveel lesuren er binnen een opleiding voor een competentiegerichte manier van aan de respectievelijke vakken besteed moe werken die respect toont voor de boeken ten worden voor het vak nederlands is dat keuze en de leescultuur van elke individuele niet anders hoewel het precieze aantal les lezer bovendien werden verplichte leeslijsten uren nederlands dat een school aanbiedt vervangen door suggestieve leeslijsten en meestal afhangt van de onderwijskoepel werd de traditionele boekbespreking waar waar de school toe behoort en varieert naar bij literaire teksten geanalyseerd werden vol gelang de graad de onderwijsvorm en de gens de strakke principes van de narratolo studierichting kunnen we het als volgt gie vervangen door het leesdossier het samenvatten in de eerste graad van het secundair onderwijs worden binnen de a stroom per leerjaar minstens vier lesuren nederlands aangeboden in de b stroom gaat het met uitzondering van het beroepsvoorberei dende leerjaar om minstens drie 38e jaargang nummer 3 februari 2009 7 in de tweede graad van het secundair onderwijs krijgen leerlingen die een aso tso of kso opleiding volgen minimaal vier lesuren nederlands per leerjaar in de derde graad van het secundair onderwijs worden in aso oplei dingen per leerjaar minstens vier lesuren nederlands aangeboden in tso opleidingen minimaal twee en maximaal vier en in kso opleidin gen minimaal drie en maximaal vijf leerlingen die een opleiding volgen binnen het bso krijgen zoals reeds hoger vermeld zowel in de tweede als in de derde graad leerinhouden voor nederlands aangeboden in het vak pav hoewel we dus goed op de hoogte zijn van zich hier terdege van we kunnen hoeveel tijd ongeveer aan het vak nederlands bewust en houden bijge de vlaamse wordt besteed is niet bekend hoeveel les volg bij het maken van schoolboeken uren leraren bij het vakonderdeel literatuur hun boeken rekening met beschouwen als stilstaan in principe is een leraar vrij om dat de leerplannen dit van afspiege lingen van zelf te bepalen op voorwaarde uiteraard dat uit commerciele overwe het ideologische wat in de eindtermen en de leerplannen gingen in die zin kunnen curriculum beschreven staat behandeld wordt wanneer we de vlaamse school men echter de inhoud van de leerplannen boeken dan ook beschouwen als afspiegelin voor nederlands bekijkt kan men vaststellen gen van het ideologische curriculum dat in aso richtingen en in tso kso richtingen respectievelijk ongeveer een derde en een vierde van de lestijd aan literatuur besteed het formele en het kan worden wil men alle domeinen van het leerplan behandelen ideologische curriculum nederland schoolboeken eindtermen en kerndoelen niet enkel de koepelorganisaties maar ook de schoolboekmakers hebben een belang in nederland wordt in het voortgezet onder rijke invloed op welke kennis over literatuur wijs een onderscheid gemaakt tussen de al dan niet in de klas komt de keuzes die ze onderbouw en de bovenbouw zie bijlage 2 maken bij het opnemen van een literaire dat onderscheid is ook van belang wanneer term een schrijver of een literaire stroming we het over kerndoelen en eindtermen heb bepaalt immers in grote mate welke kennis ben samen vormen ze het formele curricu aan leerlingen wordt doorgegeven uiteraard lum van het voortgezet onderwijs berusten die keuzes niet op willekeur scholen en individuele leraren kiezen een voor de onderbouw van het voortgezet schoolboek vaak op basis van de mate waarin onderwijs telt het ministerie van onderwijs het aansluit op wat in de leerplannen cultuur en wetenschappen ocw kerndoe beschreven staat schoolboekmakers zijn len vast waarin geexpliciteerd wordt wat februari 2009 nummer 3 38e jaargang 8 alle leerlingen moeten leren die kerndoelen ook in het vak culturele en kunstzinnige vor zijn geordend in zeven domeinen of vakge ming ckv aan bod7 bieden nederlands engels wiskunde mens en natuur mens en maatschappij voor het vak nederlands wordt een onder kunst en cultuur en bewegen en sport scheid gemaakt tussen eindtermen voor en zijn vergelijkbaar met de vlaamse eindter opleidingen binnen het vwo het havo en het men en ontwikkelingsdoelen voor de eerste vmbo de eindtermen nederlands voor vwo graad en het eerste leerjaar van de tweede en havo opleidingen zijn gedefinieerd in zes graad van het secundair onderwijs wat domeinen waaronder ook het domein lite opvalt is dat met betrekking tot literatuur bij ratuur binnen dat domein worden drie sub het domein nederlands slechts een kern domeinen onderscheiden waarin vrij alge doel geformuleerd wordt eveneens opval meen wordt vastgelegd hoe de kennis en lend is dat literatuur als kunstdiscipline niet kunde op het gebied van de nederlandse expliciet aan bod komt in het domein kunst literatuur en literatuurgeschiedenis ontwik en cultuur binnen dat keld kan worden de eindtermen voor vmbo domein wordt immers zijn verdeeld over acht zogenaamde examen vooral aandacht gevraagd eenheden waarvan fictie er een vormt het hoewel de voor dans theater en concept fictie moet hierbij beschouwd wor overheid het beeldende kunst den als om het even welke vorm van verha toestaat wordt lende kunst van literatuur tot toneel en van op scholen slechts voor de bovenbouw van film tot muziek naast de structurele tweede uitzonderlijk het voortgezet onderwijs ling binnen het vmbo waar we het eerder een apart vak formuleert het ministerie reeds over hadden tekent zich mede op literatuur van ocw voor elk vak basis van de eindtermen ook een inhoude ingericht eindtermen dit steeds in lijke tweedeling af immers binnen de prak functie van het eindexa tijkgerichte leerwegen de gemengde leer men zie verder door weg de kaderberoepsgerichte leerweg en middel van die eindtermen wordt formeel de beroepsgerichte leerweg ligt de nadruk vastgelegd over welke vakspecifieke kennis in grotere mate op functioneel taalgebruik en vaardigheden leerlingen aan het einde en met name op technische leesvaardigheid van elk onderwijsniveau vwo havo en terwijl in de theoretische leerweg meer aan vmbo moeten beschikken in grote lijnen dacht is voor literatuur in het algemeen en zijn de nederlandse eindtermen vergelijkbaar voor jeugdliteratuur in het bijzonder met de vlaamse eindtermen voor de laatste drie leerjaren van het secundair onderwijs de nederlandse kerndoelen en eindtermen net zoals in vlaanderen worden de leerin worden net zoals de vlaamse eindtermen houden die betrekking hebben op neder en ontwikkelingsdoelen overigens bewust landse literatuur in principe geintegreerd in algemeen geformuleerd dit om scholen en het vak nederlands hoewel de overheid het individuele leraren voldoende vrijheid te toestaat wordt op scholen slechts uitzon geven bij de inhoudelijke vormgeving van derlijk een apart vak literatuur ingericht hun onderwijsprogramma echter in de waarbij alle lesinhouden over literatuur gein eindtermen die betrekking hebben op het tegreerd worden aangeboden in plaats van vak nederlands treffen we geheel in tegen verspreid over verschillende vakken daar stelling tot in de vlaamse eindtermen ook naast komt nederlandse literatuur bij wijlen meer specifieke informatie aan die we eigen 38e jaargang nummer 3 februari 2009 9 lijk kunnen beschouwen als rechtstreekse in vlaanderen relatieve net zoals in zij het weinig uitgebreide vertalingen van eensgezindheid is over vlaanderen is het de eindtermen naar de onderwijspraktijk zo hoe dergelijke lezers ge doel van het wordt het minimum aantal literaire werken vormd kunnen worden literatuuronderwijs vermeld dat leerlingen in de bovenbouw van met name via een lezers in nederland het havo en vwo opleidingen moeten lezen en gerichte didactiek is in vormen van literair wordt ook expliciet aangegeven dat in het nederland vooral in de competente lezers vak nederlands oorspronkelijk in het neder media sinds de invoering lands geschreven teksten gelezen moeten van de tweede fase dat worden is de bovenbouw van havo en vwo opleidin gen een debat aan de gang tussen de aan het feit dat dergelijke informatie in de eind hangers van een lezersgerichte literatuurdi termen te lezen staat of stond8 kan waar dactiek enerzijds en de voorstanders van een schijnlijk toegeschreven worden aan het cultuurgerichte didactiek anderzijds terwijl gebrek aan leerplannen zoals we die in de eersten ervoor pleiten om niet zozeer vlaanderen kennen in nederland zijn er tekstduiding maar wel leesplezier en indivi immers geen koepelorganisaties die onder duele ontplooiing centraal te stellen in het wijsinstellingen voor het merendeel van de literatuuronderwijs propageren de adepten schoolvakken kant en klare vertalingen van van het cultuurgerichte literatuuronderwijs de eindtermen aanbieden maar stellen alle een literatuurdidactiek waarbij de kennis van scholen voor elk vak een eigen programma en over schrijvers het literaire begrippenap of leerplan op hiervoor laten ze zich vaak paraat en de literatuurgeschiedenis een be leiden door het gekozen schoolboek dat langrijke rol spelen steeds helemaal in functie van het behalen van de kerndoelen en eindtermen is geschre de lezersgerichte literatuurdidactiek werd ven en in grote mate het ideologische curri een tijd lang erg gepropageerd vandaag culum bepaalt daarnaast kunnen scholen wordt in nederland echter opnieuw gepleit zich voor de invulling van hun programma voor een cultuurgerichte literatuurdidactiek laten inspireren door de voorbeelduitwerkin volgens velen gaat een lezersgerichte litera gen van het nationaal expertisecentrum voor tuurdidactiek immers onlosmakelijk gepaard leerplanontwikkeling slo een commerci met de teloorgang van literaire kennis het ele instelling die de uitwerkingen maakt in criminaliseren van het lezersgerichte litera opdracht van het ministerie van ocw en ze tuuronderwijs doet vol ook gratis op haar website aanbiedt naast gens ons de werkelijkheid volgens velen gaat de slo geeft ook de sectie nederlands van echter geweld aan uit een lezersgerichte de vereniging van levende talen af en toe onderzoek blijkt immers literatuurdidactiek gericht advies over hoe de eindtermen dat een dergelijke didac onlos makelijk nederlands vertaald kunnen worden naar tiek ook een interessante gepaard met de de onderwijspraktijk meerwaarde kan bieden teloorgang van voor de literaire vorming literaire kennis zie o a verboord 2003 lezersgericht versus cultuurgericht zoals zoveel discussies net zoals in vlaanderen is het doel van het neigt ook de discussie rond literatuurdidac literatuuronderwijs in nederland het vormen tiek naar polarisering waardoor de zin voor van literair competente lezers echter terwijl nuance verloren gaat februari 2009 nummer 3 38e jaargang 10 schoolboeken opgelegd maakt ze deel uit van het formele curriculum voor de onderbouw van het de clash tussen een lezersgerichte en een voortgezet onderwijs geldt een norm van cultuurgerichte literatuurdidactiek zien we 1040 uur waarvan 40 uren ingevuld mogen ook vertaald in de schoolboeken of metho worden met uren die niet aan iedereen wor des literatuur voor de bovenbouw van het den aangeboden zoals bijvoorbeeld drama vwo en het havo terwijl in de methode lessen voor de bovenbouw is de norm vast literatuur geschiedenis en leesdossier uit gesteld op 1000 uur voor het examenjaar geverij malmberg in de volksmond de dat is het jaar binnen het voortgezet onder dautzenberg cultuuroverdracht en litera wijs waarin de leerlingen het centraal eind tuurgeschiedenis centraal staan is de insteek examen afleggen geldt een norm van 700 van laagland en eldorado beide van uitge uur verij thiememeulenhoff lezersgericht in de laatstgenoemde methodes is immers ruim om een globaal beeld te krijgen van het aan aandacht voor literaire ontwikkeling en tal lesuren dat nederlandse docenten aan wordt leerlingen de kans het onderwijzen van nederlandse literatuur de clash tussen geboden om via diverse besteden dienen we eerst en vooral in kaart een lezersgerichte opdrachten hun mening te brengen hoeveel lesuren er voor neder en een over een literair werk te lands worden voorzien zoals hoger reeds cultuurgerichte geven nicolaas 2003 vermeld worden de leerinhouden die betrek literatuurdidactiek king hebben op nederlandse literatuur im zien we ook voor de onderbouw van mers grotendeel geintegreerd in het vak vertaald in de het vwo en het havo en nederlands noch voor de onder en de schoolboeken voor het vmbo zijn er geen bovenbouw van het vmbo noch voor de literatuur voor aparte schoolboeken lite onderbouw van het vwo en het havo is for de bovenbouw ratuur wel zijn er voor die meel vastgelegd hoeveel uren nederlands van het vwo leerjaren in alle methodes leerlingen moeten krijgen in de praktijk is en het havo nederlands aparte modu het echter zo dat in de meeste scholen drie les rond fictie opgeno tot vier lesuren worden aangeboden die 40 men daarnaast wordt in tot 60 minuten duren in sommige vmbo het vmbo gebruik gemaakt van bazar een scholen telt de bovenbouw slechts twee les methode voor leesbevordering die tot stand uren nederlands kwam dankzij een samenwerking tussen de ced groep en de stichting lezen neder voor de bovenbouw van het vwo en het land havo daarentegen legt de overheid voor elk vak vast hoeveel uren er gemiddeld aan besteed moeten worden dat wordt uitge lesuren drukt in studielasturen slu s voor alle vak in nederland is voor het voortgezet onder ken samen moeten leerlingen gemiddeld 40 wijs een urennorm vastgesteld waarin het slu s per week halen de bovenbouw van een minimum aantal klokuren is bepaald dat een volledige vwo opleiding telt in totaal 4800 leerling begeleid onderwijs moet krijgen die slu s 40 slu s vermenigvuldigd met 40 leswe urennorm is opgenomen in de wet op het ken en 3 studiejaren de bovenbouw van voortgezet onderwijs en is bijgevolg bin een volledige havo opleiding telt 3600 slu s dend aangezien ze door de overheid wordt 40 slu s vermenigvuldigd met 40 lesweken 38e jaargang nummer 3 februari 2009 11 en 2 studiejaren voor het vak nederlands is genomen dat het ongeveer om een derde het aantal slu s voor vwo en havo opleidin van de contacturen gaat gen vastgesteld op respectievelijk 480 en 400 wat en hoeveel lezen hoewel dit lijkt op een strenge normering die uiteindelijk ook een vorm van uniformise leerlingen vlaanderen ring met zich meebrengt blijkt dat er in de onderwijspraktijk flexibel mee wordt omge in vlaanderen wordt in de leerplannen van gaan in veel scholen worden de slu s name de koepelorganisaties aangegeven hoeveel lijk verdeeld over contacturen en studie literaire werken leerlingen uren en het is enkel tijdens de contacturen minimaal buiten de regu dat effectief lesinhouden behandeld wor liere contactmomenten aangenomen den tijdens de studie uren treedt de docent moeten lezen hoewel er wordt dat op als begeleider en krijgen de leerlingen de met betrekking tot het ongeveer een vrijheid om aan om het even welk vak te precieze aantal verschillen derde van de werken hoeveel uren daarvan aan het litera zijn tussen de diverse koe contacturen tuuronderwijs worden besteed is sterk pelorganisaties kunnen aan literatuur afhankelijk van de keuzes van de scholen en we het toch grosso modo onderwijs wordt van de individuele docenten er wordt aan als volgt samenvatten besteed voor de eerste graad van het algemeen secundair onderwijs en voor bso opleidingen wordt geen precies aantal literaire werken gedefini eerd voor de tweede graad geldt dat leerlingen vier aso drie tot vier kso en twee tot drie tso literaire werken buiten de lesmomenten moeten lezen voor de derde graad is de huislectuur voor leerlingen binnen aso kso en tso richtingen vastgesteld op respectievelijk vier drie en twee literaire werken tot voor kort was weinig bekend over welke zoek blijkt dat het merendeel van de leraren literatuur vlaamse leerlingen uit het secun nederlands die lesgeven in de derde graad dair onderwijs moeten lezen in schools ver van het aso er belang aan hechten dat hun band vooral in het kader van leesbevorde leerlingen zowel tijdens als buiten de lesuren ring bleek een dringende behoefte om hier literaire werken lezen meer inzicht in te krijgen het onlangs ver schenen scriptieonderzoek van segers 2008 voor de zogenaamde huislectuur stellen ze over de samenstelling van de leeslijsten in de leeslijsten samen die gemiddeld honderd derde graad van het aso komt hier alvast titels tellen en waar leerlingen een aantal gedeeltelijk aan tegemoet9 uit het onder werken uit selecteren hoewel in de meeste februari 2009 nummer 3 38e jaargang 12 leeslijsten vooral recente literatuur sterk aan echter de leeslijsten die her en der opgesteld wezig is worden vaak ook oudere literaire en gepubliceerd worden een interessant werken gesuggereerd bovendien wordt voorbeeld is de jaarlijkse leeslijst van het gestreefd naar een evenwicht tussen oor provinciaal steunpunt voor limburgse spronkelijk nederlandsta bibliotheken een lijst die ambieert om een lige literatuur en vertalin quasi exhaustief beeld te geven van welke opvallend is de gen van werken uit de literaire werken het afgelopen jaar versche grote afwezigheid wereldliteratuur ook wat nen zijn en de moeite waard zijn om op te van toneelteksten de verhouding tussen het nemen in de leeslijsten van het secundair en poezie ook aantal nederlandse en onderwijs het doel van de lijst is om leer non fictie en vlaamse auteurs op de krachten te motiveren om jaarlijks een geac adolescenten leeslijst betreft is er een tualiseerde leeslijst aan te bieden aan hun romans komen relatief evenwicht opval leerlingen nauwelijks voor lend is de grote afwezig heid van toneelteksten en poezie uit het onderzoek wat en hoeveel lezen van segers blijkt namelijk dat ze samen slechts twee procent van het volledige aan leerlingen nederland bod op leeslijsten vertegenwoordigen ook non fictie en adolescentenromans komen zoals reeds hoger vermeld wordt in nauwelijks voor nederland in de eindtermen aangegeven hoeveel boeken leerlingen minimaal moeten de samenstelling van de leeslijsten in lezen voor het vak nederlands in het voort vlaanderen voor de derde graad van het aso gezet onderwijs althans voor wat de boven gebeurt grotendeels op basis van de per bouw van het vwo en het havo betreft voor soonlijke voorkeuren van de leraar bovendien de bovenbouw van zowel vwo als havo worden vaak boeken opgenomen die een opleidingen geldt dat leerlingen minimum literaire bekroning hebben gekregen of die vier boeken per schooljaar moeten lezen positief onthaald worden in de vakliteratuur het staat docenten echter vrij om hun leer verder laten leraren zich voornamelijk inspi lingen meer verplichte literatuur op te leg reren door bestsellerlijsten en door speciale gen voor de onderbouw van het voorgezet acties van uitgeverijen bv boekentoppers onderwijs en voor het vmbo wordt geen een actie van uitgeverij minimum aantal bepaald maar hangt de in de methodes van in waarbij een pakket hoeveel verplichte literatuur af van de indivi en in de van vijf boeken verkocht duele docent waardoor er in de onderbouw literatuurlijsten wordt voor de prijs van zowel inter als intrascolair grote verschillen die door een zijn in hoeveel leerlingen verplicht lezen nederlandse educatieve dergelijke informatie is wat leerlingen precies lezen is moeilijk aan uitgeverijen helaas enkel voorhanden te geven indicatief zijn alvast websites met worden voor de derde graad van boekverslagen zoals scholieren com gepubliceerd het aso wat leerlingen en collegenet nl waar maandelijks blijken vlaamse lezen in andere graden en hitlijsten worden gepubliceerd van de meest schrijvers de grote onderwijsvormen is niet gelezen literaire werken in schools verband afwezigen bekend indicatief zijn terugkerend zijn het gouden ei van tim 38e jaargang nummer 3 februari 2009 13 krabbe turks fruit van jan wolkers en de king hebben op het vak nederlands in aanslag van harry mulisch opvallend blijkt vlaanderen geevalueerd worden onder echter de afwezigheid van literatuur van zoeks gegevens over de evaluatie van het vlaamse schrijvers en als die al voorkomen vakonderdeel literatuur zijn zelfs onbestaand gaat het vaak om oudere schrijvers zoals informeel is echter geweten dat de kennis elsschot ruyslinck en daisne ook in de van en over literatuur nog vaak getoetst methodes en in de literatuurlijsten die door wordt aan de hand van reproductieve testen nederlandse educatieve uitgeverijen worden wel is het zo dat de gepubliceerd blijken vlaamse schrijvers de meeste leraren het eind grote afwezigen daarnaast komt ook an cijfer voor literatuur niet veelal wordt van ders talige literatuur in vergelijking met uitsluitend op basis van de leerlingen vlaan deren minder vaak aan bod vermoe een schriftelijk reproduc verwacht dat delijk kan dit toegeschreven worden aan het tief examen toekennen ze voor het feit dat nederlanders in toenemende mate veelal wordt immers van vakonderdeel belang hechten aan de eigen nationale cul de leerlingen verwacht literatuur naast tuur en identiteit sinds de europese eenma dat ze voor het vakonder het afleggen king worden immers ook zij verplicht om deel literatuur naast het van een examen zich ten opzichte van anderen te positione afleggen van een examen een leesportfolio ren en te denken in termen van taal volk en een leesmap tweede samenstellen cultuur en dat terwijl ze zich vroeger vaak graad of een leesportfo afgevraagd hebben of het staatsnationale lio derde graad samenstellen hiermee denken uberhaupt wel gekoesterd mag wor wordt aangesloten op wat in de leerplannen den mottart 2002 van de koepelorganisaties haast dwingend wordt gesuggereerd zowel de leesmap als het leesportfolio kun toetsing en evaluatie nen we omschrijven als een bundeling van vlaanderen opdrachten die een leerling moet uitvoeren naar aanleiding van de huislectuur bv per in vlaanderen is elke leerkracht vrij om de soonlijke leesverslagen achtergrondinfor evaluatiepraktijk op een eigen manier vorm matie over de gelezen boeken een leesauto te geven het vlaams ministerie van on biografie enz de concrete samenstelling derwijs en vorming formuleert immers geen ervan hangt af van de onderwijsvorm de criteria waaraan een evaluatie moet voldoen studierichting en de specifieke wensen van zelfs het format van de evaluatie een exa de leerkracht daarnaast stellen we vast dat men een reeks toetsen een taak enz ondanks de gesuggereerde lezersgerichte wordt niet bepaald ook wat in de leerplan didactiek er nog leraren zijn die hun leerlin nen beschreven staat over toetsing en evalu gen vragen om klassieke weinig uitda atie heeft geen bindend karakter maar is gende en bijzonder onpersoonlijke boek uitsluitend bedoeld om leraren te inspireren besprekingen te maken waarbij verhalen voor het vak nederlands en het vakonder worden benaderd vanuit een eenzijdig nar deel literatuur is dat niet anders ratologisch perspectief zonder aandacht voor de leeservaring van de lezer hoe zwaar tot nu toe werd echter nauwelijks onderzoek de analyses van de huislectuur doorwegen gedaan naar hoe vakinhouden die betrek op het eindcijfer voor literatuur is sterk februari 2009 nummer 3 38e jaargang 14 afhankelijk van de leerkracht bij wie men les de theoretische leerweg de gemengde volgt leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg 1x se 1 x ce 2 welke leerinhouden die betrekking hebben toetsing en evaluatie op het schoolvak nederlands centraal geexa nederland mineerd worden en welke beoordeeld wor den aan de hand van het schoolexamen is in nederland wordt het diplomacijfer voor afhankelijk van het type opleiding dat wordt zowel vwo havo als vmbo opleidingen gevolgd voor vwo en havo opleidingen is bepaald door de scores die leerlingen halen er enkel voor het domein leesvaardigheid voor het schoolexamen en het centraal exa een centraal examen voor vmbo opleidin men het eindcijfer voor het schoolexamen is gen is dat afhankelijk van de gekozen leer het gemiddelde cijfer dat door leerlingen weg in elk geval worden uitsluitend de behaald wordt op toetsen en praktijkop zogenaamde leervaardigheden van het vak drachten in de bovenbouw van het voortge nederlands centraal geexamineerd aange zet onderwijs voor de zogenaamde hande vuld met lees schrijf luister en kijkvaardig lingsdelen krijgen de leerlingen geen cijfer heid literaire kennis en kunde worden maar een beoordeling pas wanneer ze voor steeds getoetst aan de hand van het school alle handelingsdelen voldoende of goed examen behalen worden ze toegelaten tot het cen traal examen het centraal examen wordt hoe het schoolexamen rond literatuur pre landelijk georganiseerd en kan beschouwd cies vormgegeven wordt is sterk afhankelijk worden als het afsluiten de van de individuele docent vaak wordt het eindexamen van het voort schoolexamen voor literatuur echter opgevat gezet onderwijs als een mondelinge proef waarin inhoude toetsen waarbij lijke vragen worden gesteld over de boeken uitsluitend wordt in de eindtermen is vastge die besproken worden in het leesdossier ingegaan op legd welke vakken of vak voor vwo en havo leerlingen of het fictie theoretische en onderdelen centraal ge dossier voor vmbo leerlingen lees en fic feitelijke kennis examineerd worden voor tiedossiers omvatten minstens een leeslijst worden weinig de vakken waarvoor geen achtergrondinformatie bij en boekverslagen gestimuleerd centraal examen ce geor van de gelezen werken met focus op de ganiseerd wordt geldt het leeservaring een leesautobiografie en cijfer dat behaald wordt op balansverslagen dat zijn verslagen waarin het schoolexamen als eindcijfer voor de vak geexpliciteerd wordt wat de lectuur de leer ken die centraal geexamineerd worden is ling aan kennis bijgebracht heeft grosso het eindcijfer het gemiddelde cijfer dat modo zijn ze dus vergelijkbaar met de behaald werd voor het schoolexamen se en vlaamse leesportfolio s bij het toekennen het centraal examen voor vmbo opleidingen van het eindcijfer wordt meestal ook reke wordt het eindcijfer afhankelijk van de geko ning gehouden met de kwaliteit van het zen leerweg berekend op basis van de vol ingediende dossier gende formules de basisberoepsgerichte leerweg 2 x se sommige literatuurdocenten verkiezen ech 1 ce 3 ter een schriftelijke toets waarin de literaire 38e jaargang nummer 3 februari 2009 15 kennis en kunde bv het literaire begrippen immers meer of minder specifieke eindter apparaat hanteren geexamineerd wordt men c q kern en ontwikkelingsdoelen die toetsen waarbij uitsluitend wordt ingegaan bindend zijn maar wat de omzetting ervan op theoretische en feitelijke kennis worden naar de onderwijspraktijk betreft zien we weinig gestimuleerd dat laatste is echter verschillen in tegenstelling tot nederland opvallend zoals we hoger hebben vermeld worden de vlaamse eindtermen of ontwik wordt in nederland in toenemende mate kelingsdoelen vertaald gepleit voor cultuurgericht literatuuronder in ideologisch gekleurde de ideologische wijs waarbij kennisoverdracht centraal leerplannen hoewel de strijd tussen het staan ons lijkt het alvast dat verwacht zou ze geformuleerd worden lezersgericht en kunnen worden dat aanhangers van het cul door de inrichtende macht cultuurgericht tuurgericht literatuuronderwijs ook zouden van de scholen of door de literatuur kiezen voor examens waarin het toetsen van koepelorganisatie waar onderwijs die het literaire kennis centraal staat toe de inrichtende macht schoolboeken behoort blijft de impact landschap in van de overheid bij het nederland maken ervan bestaan het vlaamse en domineert is alle leerplannen worden het nederlandse immers onderworpen aan in vlaanderen literatuuronderwijs in principe de toets der kritiek van vergeleken enkele conclusies onmogelijk een overheidsinstantie met name de inspectie samenvattend kunnen we stellen dat er een die er op toeziet of de leerplannen conform aantal opvallende verschillen zijn tussen het de eindtermen opgesteld zijn aangezien vlaamse en het nederlandse literatuuronder elke school verplicht is een leerplan te volgen wijs een en ander kan alvast toegeschreven of zelf op te stellen hebben de leerplannen worden aan de specifieke organisatie van dan ook een niet te onderschatten invloed het onderwijs terwijl in het secundair onder op hoe het vlaamse onderwijs er in de klas wijs in vlaanderen een driedeling wordt uitziet te meer omdat ook schoolboekma gemaakt op basis van graden waarvoor kers de inhoud van hun schoolboeken bijna aparte eindtermen of ontwikkelingsdoelen volledig op de leerplannen enten zijn geformuleerd worden in het nederlandse voortgezet onderwijs enkel de onderbouw in nederland worden de schoolboeken gro en de bovenbouw onderscheiden dat maakt tendeels gebaseerd op de eindtermen de dat het vlaamse onderwijs inclusief het intermedierende rol van de koepelorganisa literatuuronderwijs een strakkere en meer ties en de grotere overheidscontrole op de stapsgewijze opbouw kent waardoor theo onderwijspraktijk maakt meteen ook dat de retisch gezien meer controlemomenten ideologische strijd tussen het lezersgericht mogelijk zijn en cultuurgericht literatuur onderwijs die het schoolboekenlandschap in nederland wat het curriculum betreft stellen we vast domineert in vlaanderen in principe onmo dat het in vlaanderen veel meer gestuurd gelijk is aangezien in alle vlaamse leerplan wordt dan in nederland het formele curri nen de kaart getrokken wordt van een litera culum is echter quasi gelijk in beide delen tuurdidactiek die ergens tussenin zit is het van het taalgebied formuleert de overheid quasi onmogelijk dat schoolboekmakers zich februari 2009 nummer 3 38e jaargang 16 zullen wagen aan een schoolboek dat volle geving van het literatuuronderwijs de auto dig gebaseerd is op een cultuurgerichte nomie van de nederlandse literatuurdocent onderwijsdidactiek dan wel een exclusief groter is dan die van de vlaamse literatuur lezersgerichte didactiek propageert leerkracht of dat beter dan wel slechter lite ratuuronderwijs impliceert laten we hier in de rol die de vlaamse overheid via de eind het midden termen en de controle over de leerplannen speelt houdt een gevaar van uniformisering hoewel de nadruk in dit artikel op de ver in waarmee we niet wil schilpunten tussen het literatuuronderwijs len gezegd hebben dat in vlaanderen en nederland lag kunnen vlaamse leraren onvol we echter niet om het feit heen dat het doel binnen de doende ruimte geboden van het literatuuronderwijs in beide delen retoriek over de wordt voor eigen keuzes van het taalgebied gelijk is met name het vormgeving van en interpretaties van de vormen van literair competente lezers dat het literatuur eindtermen en de leer die gemeenschappelijke doelstelling ervoor onderwijs is de plannen ook in nederland zorgt dat vlaanderen en nederland op het autonomie van is voor bepaalde vakken vlak van het literatuuronderwijs minder ver de nederlandse via het centraal examen van elkaar afstaan dan de diverse formele literatuur docent een sterke beweging tot structurele en ideologische verschilpunten groter dan die een gelijksoortige unifor doen vermoeden lijkt ons dan ook weinig van de vlaamse misering voor het litera betwistbaar of de gelijkenissen en de ver literatuur tuuronderwijs geldt dat schilpunten die we in de retoriek rond het leerkracht echter niet de lesinhou literatuuronderwijs aantreffen ook geidenti den die betrekking heb ficeerd kunnen worden in de onderwijsprak ben op literatuur worden tijk zelf blijft echter in het midden er zijn immers getoetst via het schoolexamen en immers onvoldoende empirische gegevens hoe dat vormgegeven wordt hangt net over hoe het literatuuronderwijs op microni zoals in vlaanderen af van de individuele veau wordt vormgegeven een quasi braak docent samenvattend kunnen we dan ook liggend terrein alvast voor toekomstig stellen dat binnen de retoriek over de vorm wetenschappelijk onderzoek steven vanhooren andre mottart nederlandse taalunie universiteit gent vakgroep onderwijskunde svanhooren taalunie org andre mottart ugent be 38e jaargang nummer 3 februari 2009 17 noten 1 zie 2 het volledige rapport kan gedownload worden van 3 om de leesbaarheid van het artikel te bevorderen is niet alle literatuur waarop het gebaseerd is in de lopende tekst opgenomen we verwijzen hier in de eerste plaats naar de websites van het vlaams ministerie van onderwijs en vorming ond vlaanderen be het nederlands ministerie van onderwijs cultuur en wetenschappen minocw nl de koepelorganisaties in vlaanderen zie noot 6 en het nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling in nederland slo nl 4 zowel voor de a als voor de b stroom wordt een onderscheid gemaakt tussen de basisvorming en het keuzegedeelte met betrekking tot het beroepsvoorbereidend leerjaar en het tweede leerjaar van de a stroom heeft men het niet over het keuzegedeelte maar over respectievelijk de beroepsvelden en de basisopties enkel voor de basisvorming formuleert de overheid eindtermen c q ontwikkelingsdoelen 5 de inrichtende macht van een school is meestal samengesteld uit een aantal vrijwilligers die op de een of andere manier betrokken zijn bij de school in kwestie bv omdat het eigen kind er les volgt van de leden van de inrichtende macht wordt niet verwacht dat ze een pedagogische achtergrond hebben 6 vlaanderen telt vier grote koepelorganisaties met name het vlaams verbond van het katholiek secundair onderwijs vvkso de koepel van het gemeenschapsonderwijs go het onderwijssecretariaat van de steden en gemeenten ovsg en de koepel van het provinciaal onderwijs pov daarnaast zijn er nog vier kleinere koepelorganisaties de federatie van onafhankelijke pluralistische emancipatorische methodescholen fopem de federatie van rudolf steinerscholen in vlaanderen de raad van inrichtende machten van het protestants christelijk onderwijs ipco en het vlaams onderwijs overleg platform voop die elkaar ontmoeten in een overlegplatform 7 uit onderzoek blijkt dat slechts een derde van de docenten stilstaat bij literatuur in het vak ckv als dat al het geval is gaat het meestal om wereldliteratuur zie o a hermans 2007 8 tijdens het schooljaar 2007 2008 werden de eindtermen voor de bovenbouw van het voortgezet onderwijs herzien voor die herziening werd aan elke eindterm een gedetailleerde toelichting gekoppeld opvallend met betrekking tot het vak nederlands was alvast de lijst met literaire terminologie die in de eindtermen was opgenomen en waarvan de leerlingen verondersteld werden die te kennen en kunnen toepassen bij de herziening van de eindtermen werden de toelichtingen grotendeels geschrapt 9 het onderzoek is gebaseerd op een inhoudsanalyse van 27 leeslijsten en op een online enquete die door 232 actieve leraren werd ingevuld dat het onderzoek wegens de beperkte dataset niet geheel representatief is lijkt ons onmiskenbaar desalniettemin verschaft het onderzoek ons waardevolle indicatieve informatie over lezen in de derde graad van het aso in het algemeen en over de samenstelling van leeslijsten in het bijzon der februari 2009 nummer 3 38e jaargang 18 literatuur fish s 1980 is there a text in this class the authority of interpretive communities harvard university press hermans m 2007 wereldliteratuur in het curriculum een onderzoek naar de praktijk van literatuur als onderdeel van culturele en kunstzinnige vorming amsterdam stichting lezen nederland iser w 1976 der akt des lesens theorie asthetischer wirkung munich wilhelm fink jauss h r 1977 asthetische erfahrung und literarische hermeneutik munich wilhelm fink mottart a 2002 onderwijs en kennis als postmoderne constructie onderzoek naar handelingsorientaties voor leraren gent academia press nicolaas m 2003 literatuurmethodes voor de tweede fase een stand van zaken tsjip letteren 13 3 nicolaas m s vanhooren 2008 het literatuuronderwijs in nederland en vlaanderen een stand van zaken den haag nederlandse taalunie segers e 2008 literatuuronderwijs de leeslijst in de derde graad aso onuitgegeven masterproef tot het behalen van de graad van master in taal en let terkunde nederlands universiteit antwerpen soetaert r 2006 de cultuur van het lezen den haag nederlandse taalunie van de ven p h 1996 moedertaalonderwijs interpretaties in retoriek en praktijk heden en verleden binnen en buitenland groningen wolters noordhoff verboord m 2003 moet de meester dalen of de leerling klimmen de invloed van literatuuronderwijs en ouders op het lezen van boeken tussen 1975 en 2000 utrecht dissertatie universiteit utrecht 38e jaargang nummer 3 februari 2009 19 bijlage 1 structuur en organisatie van het secundair onderwijs in vlaanderen het secundair onderwijs in vlaanderen beslaat in principe zes studiejaren die onder verdeeld zijn in drie graden die telkens twee jaar duren in sommige studierichtin gen is het mogelijk om nog een zevende jaar te volgen in de eerste graad van het secundair onderwijs wordt een onderscheid gemaakt tus sen de a stroom en de b stroom binnen de a stroom worden het eerste leerjaar a en het tweede leerjaar onderscheiden binnen de b stroom het eerste leerjaar b en het beroepsvoorbereidend leerjaar de b stroom is in eerste instantie bedoeld voor leerlingen die minder geschikt zijn voor overwegend theoretisch onderwijs en voor leerlingen die kampen met een onderwijsachterstand nadat leerlingen het eerste leerjaar b hebben afgerond gaan ze naar het beroepsvoorbereidende leerjaar waar ze extra basisvorming ontvangen of maken ze de overstap naar het eerste leerjaar a leerlingen die slagen voor het eerste leerjaar a gaan door naar het tweede leerjaar van de a stroom in de tweede graad kiest de leerling voor een opleiding binnen het algemeen secun dair onderwijs aso het technisch secundair onderwijs tso het kunstsecundair onderwijs kso of het beroepssecundair onderwijs bso opleidingen binnen het aso bieden een ruime algemene vorming en vormen een stevige basis voor wie wil studeren aan een hogeschool of een universiteit in tso opleidingen krijgen de leerlingen zowel theorie als praktijk bovendien is naast aandacht voor een algemene vorming ook aandacht voor een technisch theoretische vorming na een tso opleiding is de leerling in veel gevallen in staat om een beroep uit te oefenen daarnaast kan hij of zij er ook voor kiezen om verder te studeren aan een hogeschool of een universiteit naast theorie wordt in een tso opleiding ook praktijk aangeboden in kso opleidingen wordt een algemene vorming gekoppeld aan een actieve kunstbeoefening na een kso opleiding is de leerling in veel gevallen voldoende gevormd om een beroep uit te oefenen binnen een kunstdiscipline bv binnen huisarchitectuur beeldende kunsten enz hij of zij kan er ook voor kiezen om over te stappen naar het hoger onderwijs hogeschool of universiteit het bso biedt een praktische onderwijsvorm waarin de jongere een specifiek beroep aanleert daarnaast krijgt hij of zij ook algemene vorming in de derde graad wordt de vorming verfijnd met het oog op de uiteindelijke beroeps keuze of op de eventuele studieplannen in het hoger onderwijs februari 2009 nummer 3 38e jaargang 20 bijlage 2 structuur en organisatie van het voortgezet onderwijs in nederland na het basisonderwijs gaan nederlandse leerlingen naar een school voor voortge zet onderwijs daar volgen ze les tot ze minstens zestien jaar zijn het voortgezet onderwijs wordt opgedeeld in de onderbouw en de bovenbouw met de onderbouw wordt grosso modo de eerste drie leerjaren voor het vmbo de eerste twee van het voortgezet onderwijs bedoeld de bovenbouw benoemt de leerjaren die volgen op de onderbouw afhankelijk van de onderwijsvorm zijn het er twee of drie in het nederlandse onderwijssysteem wordt een onderscheid gemaakt tussen drie niveaus van voortgezet onderwijs het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs vwo het hoger algemeen voortgezet onderwijs havo en het voorbereidend mid delbaar beroepsonderwijs vmbo ongeacht het onderwijsniveau worden tijdens de onderbouw dezelfde vakken en lesprogramma s aangeboden een dergelijke orga nisatie biedt leerlingen het voordeel dat ze gemakkelijk van de ene onderwijsvorm naar de andere kunnen overgaan daarna kiezen ze definitief voor een opleiding binnen het vwo het havo en het vmbo een opleiding binnen het vwo duurt zes leerjaren drie in de onderbouw en drie in de bovenbouw en bereidt leerlingen voor op het wetenschappelijk onderwijs wo binnen het vwo worden op basis van de aan of afwezigheid van klassieke talen in het curriculum drie schooltypen onderscheiden met name het gymnasium het atheneum en het ongedeeld vwo op het gymnasium volgen alle leerlingen grieks en latijn in de onderbouw en grieks of latijn in de bovenbouw in het atheneum en het ongedeeld vwo worden grieks en latijn respectievelijk niet en wel als keuzevak ken aangeboden ongeacht het schooltype wordt van alle leerlingen in het vwo ver wacht dat ze een keuze maken tussen vier onderwijsprogramma s namelijk natuur en techniek natuur en gezondheid economie en maatschappij en cultuur en maatschappij afhankelijk van hun keuze worden de leerlingen voorbereid op een technisch wetenschappelijke exacte wetenschappen een para medische een economische of een humane opleiding aan een hogeschool of een universiteit een opleiding binnen het havo duurt vijf leerjaren drie in de onderbouw en twee in de bovenbouw en bereidt leerlingen voor op het hoger beroepsonderwijs hbo net zoals binnen het vwo maken leerlingen binnen het havo een keuze tussen de vier hoger vermelde onderwijsprogramma s die hen op maat voorbereidt op een opleiding aan een hogeschool of een universiteit een opleiding binnen het vmbo duurt vier leerjaren twee in de onderbouw en twee in de bovenbouw en bereidt leerlingen voor op het middelbaar beroepsonderwijs mbo in het vmbo maken leerlingen een keuze tussen vier leerwegen met name de theoretische leerweg de gemengde leerweg de kaderberoepsgerichte leer weg of de basisberoepsgerichte leerweg afhankelijk van hun keuze krijgen ze meer theoretische dan wel praktische vakken binnen elke leerweg moeten de leerlingen kiezen tussen vier verschillende sectoren techniek zorg en welzijn economie 38e jaargang nummer 3 februari 2009 21 of landbouw die verder opgedeeld zijn in afdelingen welke afdelingen tot het onderwijspakket van een leerling behoren is afhankelijk van de sectorkeuze binnen het vmbo tekent zich momenteel een structurele tweedeling af in toenemende mate worden opleidingen binnen de theoretische leerweg aangeboden op havo en vwo scholen terwijl de praktijkgerichte opleidingen steeds plaatsvinden op scholen waar exclusief praktische vmbo opleidingen worden georganiseerd vermoedelijk speelt het feit dat vmbo leerlingen die de theoretische leerweg met succes afron den onmiddellijk toegang hebben tot een havo opleiding hierbij een rol t u s s e n d o o r centrum nascholing onderwijs het centrum nascholing onderwijs cno organiseert tijdens de komende maanden de volgende cursussen voor leraren nederlands 10 25 maart 2009 luisteren en spreken in het 6e jaar cst jan gilte 11 maart 2009 in de keuken van de muze werken met poezie cst in de eerste jaren jan van coillie 12 maart 2009 dag van het taalbeleid cde 18 maart 2009 over meten weten en doen screenen en cde signaleren van taalvaardigheden chris van vliet inschrijvingen en inlichtingen universiteit antwerpen cno campus drie eiken cde tel 03 820 29 60 cno ua ac be stadscampus cst tel 03 220 46 81 danielle daniels ua ac be ua ac be cno februari 2009 nummer 3 38e jaargang 22 a d v e r t e n t i e nieuw op het taalunieversum een startpagina literatuuronderwijs met onderzoek artikelen projecten links een agenda en een nieuwe publicatie over het literatuuronderwijs in nederland en vlaanderen literatuur onderwijs org 38e jaargang nummer 3 februari 2009 p 08045 ntu lo advertentie indd 1 21 11 2008 12 57 00