De lof der zotheid

Publicatie datum: 1969-01-01
Auteur: H.J. Hollaar
Collectie: 01
Volume: 01
Nummer: 2
Pagina’s: 23-31

Documenten

bepaald thema aan de orde nlo dat van de ontmoeting aan de hand van de gedichten alpenjagerslied van paul van ostayen en credo van remco cam pert misschien dat er t z t nog eens plaatsruimte i s om nader op de erva ringen met die gedichten in te gaan voor eventuele reacties op dit verslag zullen we zeer dankbaar zijn erasmus in de klas 2 de lof der zo t he id h j holl a ar ee n docent die a l les g oe d vi ndt wordt zelde n hoog a angesl agen laat st aan een die het domme prijst integendeel de foutloze repetitie het feilloos gespeelde spel kortom de u itzonderlij ke prestatie die kan all er lof ver we rve n en waaro m zou het vroeger anders gewees t zij n ma ar erasmus prijst in 1 50 9 niet de u itzon derlijke wijsheid zijn populairste werk lo oft de dwaashei d het onverstand het bezit van de dertien in het dozijn mag dit al vreemd zijn nog vreemder zaken bevat de lof de z othei d m yst if icati e erasmus laat namelijk de zotheid zelf aan het woord nadrukkelijk staat aan het begin de zotheid spreekt d at is op zichzelf niets schokkende want zothei d is een doo dg e wone personifi catie d ie kwamen in vrijwel a ll e wer ke n van di e tijd voor denk m aar aan de elckerlyc zo n personifica tie speel de een rol hij was d eug d s choonheid ke nnis of zoa l s hier zothei d en bij die rol p a st da t j e nonsens u itslaat t och hee ft dit pr ocede wel iets bij zon ders want in feit e is erasmus nu zelf nie t ve rantwoorde l ijk voor de inhoud van zijn boek hij is n iet mee r dan te kstuitgeve r een he m bekende bezigheid t hom as morus doet in 1 5 1 7 zo wat hetz elfde in zijn utop i a e n daarn a passen tienta lle n zestiende eeuwers het tru cje met mee r of minder succes toe oo k in de eeuwen daarna ko men we het telkens weer tegen b v macphersons songs of ossian de julia e n de recente be lgische a ffai re jagenau m m blijft het procede gelij k d aar ko mt nog bij dat zothe id een vrouw is nu waren er wijze v rouwen die in hoog aanzi en ston de n ma ar in het al g emeen werd de vrouw weinig serieus ge nom e n want als plato schijnt te weifelen onder welke categorie hij de vrouw moet rangschikken onder die van de redelijke wezens of die van de stomme dieren dan heeft hij geen andere bedoeling gehad dan de bij zondere dwaasheid van die sekse aan te duiden lof hst 17 23 dit inzicht hangt echter vaak samen met de domheid van de m an zoals blijkt uit erasmus same nspraak tussen een geleerde vrouw en een domme abt cf brandt corstius nederl literatuurboek 1 89 e v van stult itia hoeft men dus geen verstan d ig woord te verwachten men kan zich er alleen over verbazen dat eras mus de wijsgeer bereid was haar secre taris te zijn het is in ieder geval een plezierige taak voor beide partijen zodra name lijk de z otheid verschijnt vergeten de mensen hun zorgen en klaren hun gezichten op en nu zij gaat spreken maakt ze reclame voor zichzelf be scheiden is ze niet eerlijk wel want ze huurt niet een bureau om haar te prijzen b ovendien vindt ze werd het hoog tijd er waren al lofredes gehouden o a op de vlieg en de kaalhoofdigheid een lofrede op de dwaasheid de ware schenkster van alle goed wel als niemand anders hem houdt doet ze het zelf ze kent de regels van de kunst na deze inleiding stelt ze ons eerst voor aan haar familie en vrienden f a milie en v riend e n ze mag dan de regels van de kunst kenne n de zotheid is dwaas genoeg om zich er n iet aan te houden kort e n bondig deelt ze mee niet van plan te zijn zich te definieren en daarna i n te delen goed voor doorsnee retoren voor stultitia zotheid overbodig de vader van stultitia was plutus de god van de rijkdom en de o mgekeerde wereld de onderwereld een jong onstuimig en dorstig god neotete j onk heid de liefelijkste en vrolijkste de r nimfen was haar moeder uit wie ze niet geboren is terwijl plutus door ee n vervelend huwelijk aan haar gebonden was hij had zich slechts met haar in liefde verenigd zoals homerus dat noemt hst 7 erasmus moet zich aan haar ve r want ge v oe l d hebben haar vriendinnen zijn van hetzelfde slag stultit ia wordt begeleid door eigen liefde vleie r ij luiheid en we llu st philautia lethe h edone anoia e d klinkt u iteraard beter dit gezelschap zorgt voor een aangen ame samenleving en daar mee zijn we bij het hoofdthema van de lof de lof van ule zothei d het deel dat nu komt hst 10 tot plm 35 volgens een indeling uit de acht tien de eeuw is met recht een lofrede op de dwaasheid want wat is de waar de van de w ijshei d d e wijze is in he t gewone leven onbruikbaar en ongezellig nodig maar eens een wijze uit voor een diner hij zal het door somber zwijgen of vervelende vraagjes in de war schoppen vraag hem ten dans w zult denken dat er een kameel rondhuppel t n eem hem mee naar pu blieke verma k elijkheden alleen al door zijn blik zal hij het plezier van he t volk bederven en hij zal als de wijze cato gedwongen worden uit het theater te ve r dwijnen daar hij zijn ernstige frons niet kan afleggen de dwaas is immers heel wat pre tt iger gezelschap en echt niet alleen voor mededwazen erasmus tijdgenoten kenden daarvan wel voorbeelden grofweg gezegd waren er twee soorten gekken zij die echt waanzinnig waren en opge sloten zaten men zi e b v afbeeldingen bij jeroen bosch en zij die dwaas heid sp eelden van de laatsten is de nar de beroemdste ieder weet welke invloed hij op vorsten en andere hooggeplaatsten kon uitoefenen door hen lachend de waarheid te zeggen zijn rol wordt in de zes tiende eeuw op grote schaal overgenomen door de zot meermalen de trots van een rederijkerskamer vergeleken met de geestigheid van stultitia loopt h ln hum or echter doorgaans op platvoeten b e ide typen waanzin vindt men in een hoogte punt uit de wereldliteratuur s am e n in shake spear e s hamlet shakesp eare brengt daar de tragische echte waanzin van ophelia samen met de ook tr ag i sche gespeelde waan zin van hamlet die waanzin voorwendt om het raadsel van zijn vaders dood op te los sen maar dit ter zijde nu echter komt het toppunt van dwaasheid of moet men spreken van het dieptepunt erasmus prijst de dwaas niet alleen om zijn gezelligheid h ij looft ook zijn wijsheid om deze nonsens te kunnen bewijzen nodigt stultitia haar g e hoor uit haar 0welwillend en oplettend te beluisteren en gaat dan uit van de stelling dat verstand gebaseerd is op praktische ervaring stulti tia mag dat zeggen erasmus zou zich zeker twee maal bedacht hebben voor de tijd genoot is wijsheid uit ervaring een halve ke tt erij men denke aan coperni cus en galilei ook de lof is door de inquisitie niet ongemoeid gelaten wie verstandig wil worden moet in het volle leven ervaring opdo e n maar wie doet dat de wijze of de dwaas 7 de wijze zoekt zijn heil in oude boeken de zot echter vergaart het ware verstand door de praktijk in te gaan en die aan den lijve te er varen er zijn immers twee belangrijke hinderpalen bij het verwerven van inzicht de schaamte die de geest benevelt en de angst die het handelen verlamt welnu hiervan bevrijdt de zotheid weinig m e nsen begrijpen hoeveel voordeel het meebrengt zich nooit te schamen en alles te durven hst 29 en als de wijze mocht menen dat hij allerlei kwesties al bij voorbaat door ziet vergi st hij zich ook daarin datgene wat op het eerste gezicht goals de uitdrukking luidt de dood is betekent het leven als je verder kijkt wat daarentegen leven lijkt is de dood wat mooi lijkt is lelijk wat rijk lijkt straatarm kortom men zal merken dat alles plotseling omgekeerd is erasmus tijdgenoten was de waarheid van deze bewering duidelijk maar waar wil de zotheid heen als vaker in moeilijke passages stapt erasmus dan over op een verhaaltje in dit geval over een theaterschandaal luister waar ik heen wil wanneer acteurs op het toneel een stuk op voeren en iemand zou proberen hun maskers af te rukken en de toe 25 schouwers hun eig e n ware gezichten te laten zien zou hij dan niet het hele stuk bederven en v erdiende hij het dan niet om met stenen uit he t theater te worden verjaagd er zou dan immers plotseling een heel an dere aanblik ont s taan met het gevolg dat degene die zojuist nog vrouw was nu man is wie eerst een jonge man was is nu een grijsaard waarlijk die illusie wegnemen betekent he t hele toneel s tuk in de war gooien het is ju i st de fictie die de ogen der toeschouwers geboeid houdt w elnu wat i s h e t hele m e ns enleven anders dan e e n toneelstuk waarin ieder met een an der masker optreedt en all en hun e igen rol spe l e n tot de regi s seur hen van het toneel laat verdwijnen men m oet zich aan de gebruiken aanpassen daarom is het kenmerkend voor een waarlijk verstandig man dat hij daar hij nu eenmaal een sterveling i s met zij n wijsheid niet de grenzen wil overschrijden en samen met de gehele m ensheid 6f gaarne e e n oogje toeknijpt 6f uit hoffelijkheid mee dwaalt era s mus relativis t we hebben hier iets gecitee rd u it een van de interessantst e pa ssages van eras mus beroemde werk een paar woorden commentaar dat deze passage in de zestiende eeuw veel minder aandacht en navolging heeft gekregen dan de sa tire die straks besproken wordt hangt waarschijnlijk nauw samen met het feit dat de hier ontwikk elde gedacht engang in het algemeen buiten het bereik van de tijdgenoten lag wat doet erasmus namelijk hier en in list 30 de mensel ij ke wijshei d wordt doo r stul titia niet afgel eid van de absolute norm van de goddelij ke wijsheid maar van de mensel ij ke ervaring en praktische ervaring e mpi r isch onderzoek a ls g rondslag van kennis gaat m en pas in de zeventiende eeuw accepteren de zotheid gaat dus niet uit van het normen s te lsel da t door het leergezag de k erk toen aanvaar d werd m a ar ze han teert ee n norm die veeleer in onze tijd past de wijsheid van degene die zij wijs acht is dan ook niet absoluut haar wijze is niet onfeilbaar hij is een mens en dwalen is me nselijk volge n s een be roe m d a dagium de wijze naar oa d mode l is geen me ns maar iter der een nieuwe god ui je nooit ergens heeft be taan noch zal bestaan nl erasmus bekij kt hier de werel d van een andere kant hij relativeert wij staan tegenover het relativisme niet meer z6 vr eem d maar de middeleeuwer is dogmatisch en heeft weinig waar deri n g voor ie ma nd die niet d e officiele opvatti ng hul digt eras mus laat da n ook de zothei d spreken zij mag de zaak van ee n a ndere k ant bekijken ze is immers niet wijzer en bovendien hoe ft ni emand zich ie ts va n haar woor de n aan t e tre kken sterker wie haar woorden wel serieus zou willen nemen is zelf dwaas omdat hij niet snapt dat de zotheid absoluut onzin moet uitslaan per definitie dwaashe de n spr eekt de dwaas list 36 en zo is het goe d m en bekla agt 2 6 toch ook niet het paard omdat het geen grammatica hee ft geleerd en geen koekjes eet noch de stier omdat hij niet deugt voor het worstelen hst 32 dat de zaken toch mi sschien iets ingewikkelder zijn kunt u nagaan als u n a a st de zotheid zegt dat is dwaas of dat is wijs het oude cita a t plaatst een kretenzer beweerde alle kretenz ers zijn leugenaars u zult m erken dat een exacte redenering u dwingt steeds opnieuw van standpunt te veranderen zonder dat u tot een definitieve uitspraak kunt komen derg e lijke cirke lrede neringen hebben hun parallellen in de beeldende kunsten we denken b v aan het grafische werk van onze tijdgeno o t m c escher maar ook aan de pers pectivische experimenten van albr durer op wie w kaiser wij s t in zijn b e langwekkende boek praisers of folly cambr mass 1963 bl 36 nt 2 dat erasmus dit vernuftspel sp e elt hangt natuurlijk samen met zijn aard hij was ironisch in zijn samenspraken me ermalen zelfs grappig het verband gaat echter verd e r hij was geneigd het grote en indrukwekkende t e wantrou wen hieraan zal zijn opleiding bij de broeders de s g emenen levens niet vreemd zijn dat b etekent dat h ij graag relativeert tegenover luthers hier sta ik ik kan niet anders past naar een bekende uitspraak erasmus hier sta ik en hier en ook daar wie in onze eeuw van relativiteit erasmus zijn relativisme zijn gebrek aan dogmatisme of engagement verwijt kan toch nauwelij ks tot de nieuwlich ters gerekend worden uiteraard was erasmus ook bang voor zijn leven moord was zeker niet uitge sloten en hij had reden voor beduchtheid de macht van hen die implici et reeds aangevallen waren en in h e t volgende deel in al hun dwaasheid te kijk gezet worden was groot erasmus presenteert dan namelijk in een vermetele bui p ardon stultitia presentee rt de zottenparad e het lijkt een carnavalsoptocht waarin iedereen meeloopt de ene gek lacht op zijn beurt om de ander en ze bezorgen elkaar wederzijds pret en u zult het niet zelden zien gebeuren dat de grootste gek uitbundig lacht om de kleinste hst 38 eerst stuwt een menigte bijgelovigen voorbij dan treedt de adel aan zij die hoewel ze in geen enkel opzicht verschillen van de nederigste handarbeider zich niettemin bijzonder gelukkig achten om een nietszeggende adelstitel kiste 42 gevolgd door allerhande volk onder hen zijn de dichters en schrijvers zeer beklagenswaardig ze martelen zich voortdurend af ze voegen toe veranderen strepen door schrijven het toch weer beginnen opnieuw werken om laten het lezen leggen het voor jaren in de la en nooit is het hun naar de zin i iidie schrijver van mij echter hoeveel gelukkiger is die in zijn dwaasheid zonder nachtelijke studie maar z8 als het hem in zijn hoofd opkomt schrijft hij onmiddellijk alles op eventueel zelfs 27 zijn drome n hij weet na melijk heel goed dat hoe onzinniger onzin hij sch rijft door des te meer mense n d w z dwazen en ongeletterde n het zal worden gewaardeerd hst 50 dan volgen allerlei geestelijken deze passages list 53 en 54 57 t m 60 en 64 zijn waarschijnlijk in de zestiende eeuw het pop ulairst geweest aan de theologen zou men misschie n beter zwijgend kunnen voorbijgaan om geen slapende ho n den wakker te maken of zich de vingers te bran den aldus het begin van verreweg de omvangrijkste satire uit het hele boek in de prisma editie 35 van de 160 pagina s omvattend hyer hekelt stultitia de spits vondige discussies der vaktheologen waaraan erasmus zich i n zijn parijse studie tijd geerger d had daar de domme ceremonien die men uiterst nauwgezet in acht houdt herhaaldelijk prenten de apostelen ons de leer der genade in maar ze onderscheiden nergens het verschil tussen geschonken genade en de heilig ma k ende genade z ij sporen aan tot goede werken ma ar onderscheiden bij zo n wer k niet tussen het werk met betre kking tot de ve trichter en het werk op zichzelf steeds prente n zij de naastenliefde in m aar enz enz de theologie is doortrokken van menselijke bijverzinsels die men erg belangrijk vindt ook de monniken zijn er trots op d at ze all erlei regels nauwgezet i n acht nemen stultiti a prijst hun ceremonien de naastenliefde beoefenen ze niet maar wel l aten ze zich voorstaan op hun verdiensten de een eet a ll een ma ar vis karrevrachten een an der zal 25 mu d psalmen ten gehore brengen een derde zal zich erop beroemen dat hij zestig jaar lang nooit geld heeft a ange raakt behalve met handschoenen aan de vol gende heeft 2 5 jaar het leven van een spons geleid gezagsondermijnin g in de jaren dat erasmus dit kritiseert is het nog rustig toch zal nog geen tien jaar later de reformatie beginnen waarin veel van deze kritiek ook zal klinken het lag dan ook voor de hand dat erasmus bij de ketters werd geteld en bestre den werd hij kende die bestrijding al want hij signaleert waar als iemand deze wespen heeft geplaagd dan nemen ze in hun preken voor het volk geducht wraak en hekelen hun vijand door hatelijke toespelingen zo ondubbelzinnig dat men wel heel dom moet zijn om hen niet te begrijpen en ze houden niet op met keffen eer je hun een koekje toewerpt een voor ons wat vreemde beeld spraak associatief waarschijnlijk dergelijke kritiek hebben de zestiende eeuwers zeer gewaardeerd hier onder graaft erasmus het gezag en doet hij het nog tamelijk subtiel een menigte tijdgenoten staat klaar om hem na te volgen op heel wat minder spirituele wijze men hoeft er de esbattementen en r fereinen maar op na te lezen ook de 28 voorziene bestrijding is gekomen als erasmus in oktober 1521 leuven ver laat hebben de geestelijken inderdaad verschillende jaren lang tegen hem gefulmineerd al richtte hun nijd zich niet in de eerste plaats tegen de lof in het buitenland voelt hij zich echter niet veel veiliger we hebben name lijk niet eens aandacht geschonken aan de hekeling van talloze anderen toch hekelt erasmus niet alleen rechtstreeks stultitia verzekert juist haar gehoor dat de besprokene door haar toedoen een allergelukkigst mens is in het grote rijk der zotheid de conclusie ligt uiteraard wel voor de hand maar men kan formeel zo n conclusie wegredeneren althans aanvechten a potheos e als de laa tste zott en voorbij geparadeerd zijn verandert opnieuw de hoe k van waaruit we de zotheid bezien nu wordt in volle ernst betoogd dat de opper ste zotheid tevens de hoogste wijsheid betekent de redeneertrant hier ver schilt zeer van die in het eerste deel waarin op ironische wijze hetzelfde werd bew ezen w er den daar de argumenten nie u we rwets ontleend aan de pr aktische erv ari ng hier staaft stultitia haar stell ingen tamelijk co nven tio neel m et een ber oep op het gezag van de b ijbel paulus beveelt de zotheid aan als een bij uitstek noodzakelijke en buitengewo on heilzam e zaak i n dien iemand onder u meent wijs te zijn hij worde dwaas om wijs te worden en daarvan getuigt paulus ondubbelzi nn i g wan n eer hij ze gt wa t voor de were ld dwaas i s heeft god uitverkoren hft 65 het citaat met bewijskracht het geloven op gezag van bestaat nog steeds maar het b egi nt te verdw ijne n in de achttien de eeuw men kan naast de ze bewijsvoe ring u i t de lo f tal l oze we rk en va n tij dge noten leg g en men ne m e de c itatencol l ages van anna bijns refereinen als voorbeeld w el valt op dat eras mus put uit de bijbel en niet uit ander e god sdienstig e geschriften korte tij d l ater z al ook luther slec hts gelo o f willen hechte n aan de zuivere bron en bijverzinsels verwerpen bij beiden werkt hetzelfde humanistische pri n cipe dit ta me l i j k korte slot v a n d e lo f h angt er met zij n bijbelcitaten voor de moderne lezer wat los bij toch moet het de zestiende eeuwer het gevoel van een apotheose gegeven hebben het hele voorafgaande kreeg er wijding door op di t hoogt epunt g ekome n b reekt de lof af stultitia excuseert zich voor haar breedsprakigheid nodigt haar gehoor uit het gezegde te vergeten voor al van het leven te genieten en er goed van te drinken perspectie f erasmus als gezagsondermijner spreekt onze tijd wel aan we wezen al op de invloed van de broeders des gemenen leven die grootheid wantrouwden al 29 zeventig jaar voor e r asmus had een van hun leerlingen nicolaas van cusa een boek g ewijd aan de geleerde onwetendheid het satirieke n arrenschip van seb brant 1494 heeft erasmus zeker gekend beeldende kunstenaars hebben het meermalen geschilderd z elden is erasmus de g rote vernie uwer vaak geeft hij ee n bestaande gedachte een sterk e i m pul s zo ook hier d e invloed van de lof is nog nooit in volle b reedte nagegaan hij is aan te wijzen bij s hakespeare rabel ais en c ervantes cf ka isers praise rs of folly maar ook onze rede rij kers vertonen zijn in vloed m arnix past in zij n biencorf een verwante techniek toe eigenlijk prijst erasmus in zijn lof het a l ledaags menselijke juist het niet door de cultuur bedorvene lijkt zijn sy mpathie te hebben ook in de a dagi a vonden we zo n democratische tendens maar vergeleke n hiermee doet eras mus in zijn lof eigenlijk nog een stap verder terug predikten de a dagia een terug naar de bronnen van de cultuur de lof gaat terug naar de natuur al krijgt deze leus een 2z eeuw later wellicht een iets andere lading we wezen enkele mal en op erasmus redeneertrant die van modern logisch ove rgaat in tra ditioneel analogisch ook dit heeft een wijder strekking het is dan ook n iet vreemd dat erasmus de vorm van de gr ap kiest ook in onze tijd wordt iets wezenlijk anders wel als iets bespottelijke gebracht e n erva re n absurde humor grotesken de grap als camouflage voor iets ernstigs d idactische opmerkinge n hoe geeft men dit stuk erasmus d aaraan gaat vooraf de vraag naar het waar om heeft men een doel dan kan de weg erheen worden uitgezet al s gezegd erasmus is een neder l ands auteur met we reldomvattende invloed dat kan va n geen van zijn nederlandse collega s gezegd wor den d e m anier waarop hij die invloed uitoefent dus inhoud e n vorm van zijn werk zijn ee n vroeg voor beeld van voortreffelijk engagement om de leerlingen dit te laten zien zullen we het maatschappelij k kader n iet kunnen weglaten een elementaire voorkennis hebben we aa ngenomen maar veel zal moeten worden verteld voorgelezen getoond en ten s l otte doorge praat want veel opmerkingen van erasmus kunn en reacties uitlokken enkele complete teksten op stencil eventueel de complete lol andere teksten zijn niet te koop zijn nutt i ge hulpmiddelen hoe ver men me t zijn leerlingen wil gaan hangt af van de opvattingen va n de leraar en va n het niveau van de leerlinge n ui t eigen ervaring weet ik dat br ugklassers zeer geboeid kunnen zijn door erasmus redeneertr a n t bij het basisonderwijs kan erasmus zeer goe d tot een project uitgewerkt wor den relaties met de meeste vakken liggen voor he t g rijpen een aanleiding kan b v de erasmuspostzegel zij n de vele re i zen en de contacten en con flicten met vele beroemde personen le i den tot aardrijkskunde en geschiedenis spreek woorden taal brengen het dubbel denken onder de aandacht en dit kan b v 30 toegepast worden n a v de lof spot vindt men daar ook de tamelijk moei lijk te dramatiseren samenspraken zijn humoristischer het voo rtgezet onderwijs kan vele elementen van b o project overnemen een directe confrontatie met erasmus engagement is voor heel wat leerlin gen boeiend kriti s eren door prijzen is een techniek die velen zelf zullen willen toepassen reclamespotjes b v vragen er a h w om moeilijker is de verdediging van de zotheid zien hoe ze zich eruit redeneert is een voortreffelijke denk sportwedstrijd de leerlingen ontdekken in deze spraak vaardigheidsles de relatie tussen het maat scha ppelijk kader en de inhoud en vormg eving van een literair werk erasmus pacifisme staat tegenwoordig ook hoog g enote erd hier is eraan voorbijgegaan diverse mogelijkheden om het besprokene zichtbaar te maken heb ik in de twee art ikelen al genoemd ter wille van de praktische bruikbaarheid zijn beide in de praatstijl geschreven het eerste deel van dit artikel verscheen in de gestencilde moer een kle in a anta l nie uwe le de n kan bij de administratie d a arvan desgewe n st ee n exemplaar krijgen door afspra k en over de omvang zijn w e niet i n sta at de bespreki ng v an erasmus ve rder u it te b reide n d e ho o fdstukin de l ing u it het eerste nu mmer is hie r niet voortgezet dit a rtikel is min of m eer ee n eenhei d v o n werkgroep delfzijl na publikaties in de p ers over de aktiegroep v o n zijn in delfzijl enkele men sen bijeengekomen om een plaatselijke werkgroep v o n op te richten begon nen werd iedere richting van onderwijs een stencil te sturen met doelstellingen plannen om een regelmatig bijelkaar komende werkgroep op te richten gerea geerd werd door het basisonderwijs het 1 b o het m a v o het v w o h a v o het kleuteronderwijs is nog niet vertegenwoordigd de eerste bijeenkomst ten huize van een van de oprichters werd voorn amalijk b e steed aan kennismaking en terreinverkenning de tweede samenkomst vlak voor de zomervakantie werd verzorgd door een van de werkgroepleden die een praatje hield over het spreek en stelonderwijs bij het be ro eps o nderwijs meisjes illustra tiemateriaal in de vorm van een bandopname en opstellen werkten verhelderend binnenkort zal de groep weer bijeenkomen gestr eefd zal worden een afgebakend terrein te vinden dat ieders belangstelling heeft waar geexperimenteerd en uit gewisseld kan worden gedacht wordt aan het grammatikaonderwijs het gebruik van de bandrec order het spreekonderwijs e d eventuele resultaten kunnen vermeld worden in moer anneke j leeuwe tak 31