De metaforische gereedschapsbak

Publicatie datum: 1994-01-01
Collectie: 12
Volume: 12
Nummer: 1
Pagina’s: 77-82
boekbespreking wolfgang herrlitz de metaforische gereedschapsbak een bespreking van fred van besien metafoor en onderwijs gent communication cognition 1992 geinspireerd vooral door publikaties in de wijsbegeerte en de cognitieve pragma tiek ik volsta met het noemen van black 1962 models en metaphors en lakoff johnson 1980 metaphors we live by besteden wetenschappers aan het oude onderwerp metaforen nieuwe aandacht weliswaar heeft al aristoteles in zijn poetica een canonieke analyse van dit verschijnsel geleverd en zo de basis gelegd voor eeuwen reflexie in de poetica en de retorica maar de nieuwe fascinatie wordt vooral uitgeoefend door de epistemologische aspecten van metaforen en veel minder door de esthetische die kenmerkend zijn voor figuurlijk taalgebruik in literaire werken als wij over abstracte aan onze directe aanschouwing onttrokken onderwerpen praten en denken dan doen wij dat stelselmatig in termen van concrete aanschouwelijke terreinen door metaforen te gebruiken als de staat is een persoon god is de echtgenoot van zijn volk of discussie is oorlog brengen wij aanschouwelijk taalgebruik en concrete gedachten over op gebieden en onderwerpen die op zich zelf niet concreet niet aanschouwelijk zijn door metaforisch taalgebruik constru eren wij als het ware modellen die het onwaarneembare waarneembaar en voorstelbaar het abstracte concreet het ondenkbare begrijpelijk maken in hun functie van modellen sturen metaforen niet alleen de indirecte waarneming van abstracte terreinen en de cognitieve verwerking ervan maar ook de handelingen waarmee mensen in deze terreinen ingrijpen in die zin worden metaforen bijvoorbeeld door lakoff johnson in grote mate gezien als constituerend voor waarnemingen concepten en handelingen van de mens in het verlengde van deze discussie past ook de aandacht die recentelijk uitgaat naar de rol van metaforen bij de opbouw van nieuwe kennis in deze context hoort de literatuurstudie metafoor en onderwijs van fred van besien thuis een studie die deel resultaat is van het project met dezelfde naam dat de auteur hoogleraar aan vlekho te brussel uitvoert bij het laboratorium voor toegepas te epistemologie van de universiteit gent van besien levert zoals gezegd een degelijk verslag van wetenschappelijke literatuur over het thema metafoor en onderwijs deze kwalificatie houdt behalve een positief oordeel ook een zekere teleurstelling in als literatuurstudie biedt het spiegel 12 1994 nr 1 77 82 boek inleidingen in en overzichten over studies naar de metafoor in de retorische traditie de linguistiek de wijsbegeerte de psycholinguistiek de leerpsychologie en de onderwijskunde maar er wordt geen woord besteed aan het metaforisch taalgebruik in het onderwijs zelf en de vraag of niet ook de vakdidactiek de ethnography of schooling de kennissociologie boeiende inzichten zouden kunnen opleveren in het vraagstuk van metafoor en onderwijs wordt niet eens gesteld voordat wij deze kritische opmerking aan de hand van een voorbeeld toelichten geven wij eerst een overzicht over de acht hoofdstukken van het boek dat overzicht kan tamelijk kort zijn zonder dat het boek tekort wordt gedaan na een inleidend hoofdstuk 1 met een voorlopige definitie van het verschijnsel metafoor en een overzicht over de hele studie wordt in hoofdstuk 2 een indruk gegeven van de behandeling van metaforen in de retorische traditie daarbij ligt een eerste accent op de retorica en poetica van aristoteles en op zijn indeling in verschillende soorten metaforen het tweede accent ligt op de nieuwe retorica van het centre d etudes poetique van de universiteit luik en haar indelingen van figuurlijk taalgebruik in hoofdstuk 3 komt op basis van een zeer beperkte keuze van auteurs de linguistiek aan de orde behandeld worden voorbeelden van syntactische semanti sche en pragmatische analyses van metaforen in de taalkunde hoofdstuk 4 metafoor en epistemologie is qua omvang en qua kwaliteit de kem van de hier besproken studie aan de orde komen in het bijzonder de metaforentheorieen van black en van lakoff johnson alsmede de rol van de metafoor in de wetenschap van max black wordt de zogenaamde interactietheorie van de metafoor bespro ken een theorie die veel invloed op de internationale discussie heeft uitgeoefend metaforen zoals man is a wolve moeten volgens black worden geanalyseerd in een primair subject man dat letterlijk wordt gebruikt en een secundair subject a wolve dat figuurlijk te interpreteren is de betekenis van de uiting komt tot stand door interactie vandaar de naam van de theorie tussen het primaire en het secundaire subject in het perspectief van het primaire subject worden een aantal toepasselijke semantische kenmerken van het secundaire subject teruggesluist naar het primaire het primaire subject de mens wordt op basis van de geschetste interactie geinterpreteerd analoog aan geselecteerde aspecten van de betekenis van het secundaire subject een wolf hierop voortbouwend stellen lakoff johnson dat deze metaforische interac tieprocessen tussen brondomein het secundaire subject bij black en doeldomein het primaire subject niet alleen talig van aard zijn maar vooral ook onze ervaring en de conceptualisering daarvan structureren neem als voorbeeld discussie is oorlog wij praten niet alleen over discussie het doeldomein in termen van oorlog het brondomein maar wij nemen discussie als oorlog waar en wij ontwerpen een concept van discussie langs lijnen die ons door het concept van oorlog worden aangereikt vervolgens handelen discussieren vech 78 ten wij overeenkomstig deze analoge manier van conceptvorming voor onze opvatting over cognitie heeft deze theorie vergaande consequenties het conceptue le systeem van de mens bestaat wat de brondomeinen betreft uit cognitieve schemata opgedaan door ervaring oorlog kent aanvallers en verdedigers die met behulp van wapens en bepaalde strategieen elkaar bevechten hij kent bondgenoten en hulptroepen trucs en schijnbewegingen hij kent vooral winnaars en verliezers daarnaast zijn er metaforische concepten van doeldomeinen dus die hun cognitieve schemata ontlenen aan een brondomein dat in metaforische uitdrukkingen als secundair subject fungeert het concept discussie wordt ingevuld door het oorlogsschema waarin dus aanvaller verdediger en mede stander als rollen fungeren waarin tussen de rollen relaties als positie innemen afschieten bevechten te hulp schieten bestaan waarin als instrumenten wapens en strategieen worden gebruikt en waarin vooral een overwinning als doel is vastgelegd volgens deze theorie moet de verdere opbouw van kennis opgevat worden als metaforisch proces waarin cognitieve schemata van brond omeinen geprojecteerd worden op nieuw te construeren doeldomeinen in haar streven nieuwe kennisdomeinen te ontsluiten maakt de wetenschap uitbundig gebruik van dit soort metaforische processen resulterend in theoretische modellen die in metaforen zijn geformuleerd van bijzonder belang zijn hier metaforen die theorie constituerend zijn zoals de computermetaforen in delen van de cognitieve psychologie de metafoor van kern en schillen in de atoomfysica en de boommetafoor in de generatieve syntaxis met hoofdstuk 5 metafoor en psycholinguistiek verschuift de orientatie van van besiens studie nu staat experimenteel onderzoek centraal naar de rol die metaforen in de talige en cognitieve ontwikkeling van kinderen respectievelijk in onderwijsleerprocessen spelen hoofdstuk 5 richt zich op de vraag vanaf welke leeftijd kinderen in staat zijn om metaforen adequaat te begrijpen er wordt verslag gedaan van een controversiele discussie over de vraag of kinderen pas met tien jaar enigszins in staat zijn om metaforen te interpreteren danwel op een veel eerder tijdstip metaforen kunnen verstaan en produceren hoofdstuk 6 metafoor en leerpsychologie doet verslag van leerpsycho logisch onderzoek naar analogieredenering en probleemoplossen met behulp van metaforen bij scholieren en naar het onthouden van metaforische zinnen de meest belangrijke conclusie is dat metaforen effectieve middelen zijn om problemen door analogisch te redeneren op te lossen hoofdstuk 7 metafoor en onderwijskunde geeft inzicht in onderwijskundig onderzoek naar de meer principiele rol en ook de effectiviteit van metaforen in onderwijsleerprocessen duidelijk wordt dat metaforen door hun compactheid aanschouwelijkheid en de karakteristieke spanning tussen brondomein en doeldo mein de leerbaarheid van bepaalde onderwerpen bevorderen de accommodatie van bestaande cognitieve structuren aan nieuwe informatie stimuleren de opbouw van kennis positief beinvloeden en ook voor transfer naar nieuwe situaties gunstig zijn 79 hoofdstuk 8 metafoor als onderwijskundig middel zet de argumenten op een rij die voor een intensief gebruik van metaforen in het onderwijs pleiten aan de hand van twee voorbeelden ontdekkend leren en als een vorm van compu terondersteund onderwijs intelligent tutoring systems wordt globaal verduide lijkt welke rol voor de metafoor in het onderwijs is weggelegd m en s onderwijs yi f ym f i tsps 75 t hjm f fa js r w v