De opvatting van Bleich en Holland voor het vaderland vertaald. Bespreking van de dissertatie van Joop Dirksen.

Publicatie datum: 1995-01-01
Collectie: 05
Volume: 05
Nummer: ?
Pagina’s: 59-67

Documenten

doree de kruijk francis staatsen de opvattingen van bleich en holland voor het vaderland vertaald bespreking van de dissertatie van joop dirksen weinig didactische publicaties krijgen zulk een royale aandacht als het proefschrift waarop neerlandicus joop dirksen die u al kent als redacteur van tsjip op 17 januari van dit jaar aan de katholieke universiteit nijmegen promoveerde interviews in landelijke en regionale bladen en radiozenders maakten duidelijk dat dirksen met zijn dissertatie aan een wezenlijk probleem heeft geraakt hoe presenteer ik de literatuur zo aan de leerlingen dat zij erdoor geboeid raken dat blijft voor veel ouders en leraren een grote vraag joop dirksen werkte meer dan zes jaar aan lezers literatuur en literatuurlessen reader response criticism in de literatuurlessen nederlands daarbij nauwlettend gevolgd door zijn promotores j g h i giesbers algemeen onderwijskundige oud leraar engels en wam de moor literatuurdidacucus oud leraar nederlands we legden dirksens werk ter recensie voor aan francis staatsen docente engels en doree de kruijk docente nederlands en filmkunde in de hier volgende bijdragen bespreken en becommentarieren zij dit proefschrift ieder vanuit hun eigen beroepsperspectief 1 lezers literatuu r e n literatuurlessen oo k voo r de moderne vreemde talen in het nieuwe studiehuis door francis staatsen als docente engels ben ik in dirksens boek op zoek gegaan naar prakti sche aanknopingspunten di e het biedt voo r de moderne vreemde talen vooral met het oog op de te verwachten nieuwe eindexamenprogramma s mvt in het toekomstig studiehuis het boek heeft 3 delen allereerst een literatuurstudie deel 2 is een verslag van veldonderzoek en het derde gedeelte bevat een overzicht van resultaten en conclusies dit geheel wordt voorafgegaan door een inleiding waarin dirksen zijn probleem en doelstelling naar voren brengt vanuit een van de vele doelstellingen die literatuuronderwijs kent individuele ontplooiing van de leerling die sinds wam de moor haar in 1980 in zijn overal kloven hier en daar een vlonder aan de orde stelde als doelstelling is gekend en blijkens een publikatie van thissen e a uit 1988 door 94 van de in een onderzoek ondervraagde docenten nederlands belangrijk gevonden wordt belandt hij bij de reader respons e critics vertegenwoordigers va n d e amerikaans e lezersgerichte wetenschap die met name in de late jaren zestig en de jaren zeventig va n zic h lieten horen in hun visi e staan volgen s dirkse n dri e thema s centraal 1 het samengaan van gevoel en verstand bij de benadering van een tekst 59 de kniijk staatsen de opvattingen van bleich en holland vertaald 2 de centrale plaats van de individuele lezer in het literaire proces en 3 de functie van literatuur in de ontwikkeling van de jonge lezer p 12 vervolgens stelt dirksen zich de vraag of een vertaling van dit gedachten goed van de betreffende reader response critics in literatuurlessen voor het voortgezet onderwijs p 12 mogelijk is literatuurlessen waarin de eerder genoemde doelstelling van individuele ontplooiing centraal staat en die een aanpak opleveren waarin leerlingen aangezet worden tot reflectie over hun eigen reacties en die van anderen op de bespreking van literaire teksten p 12 deze vraag beantwoordt bij na zijn onderzoek uiteindelijk positief maar naar zijn idee is er meer onderzoek nodig om tot een verfijning van deze aan pak van lezergericht literatuuronderwijs te komen literatuur in zijn literatuurstudie deel 1 geeft dirksen een overzicht van de stand van zaken in de literatuurdidactiek die wat nederlands betreft in de jaren 7 0 een sterk emancipatorisch maatschappeujk karakter had en daarna impulsen kreeg vanuit de leerling en lezersgerichte individualiserende didactiek zoals i n vele bijdragen van de moor lindaart thijssen en anderen onder woorden gebracht daarnaas t signaleert hij dat in de praktijk van het literatuuronder wijs d e structuuranalytisch e e n d e historisch biografische aanpa k bleve n overheersen oo k d e schoolboeke n voo r het literatuuronderwijs zij n no g steeds voornamelijk gericht op een historisch biografische aanpak en repro duktie van aangeboden kennis dirksen signaleert dit voor nederlands maar de situatie is bij mvt vrijwel hetzelfd e zie o a van els buis 1987 en levende talen 495 themanummer beoordeling literatuurmethoden december 1994 ook laat dirksen in dit deel ee n internationaal gezelscha p va n reader res ponse critics en voor en tegenstanders van een lezergerichte aanpak de revue passeren hij sluit deze literatuurstudie af met zijn keuzen van delen uit ver schillende theorieen van reader response criticism met name van louise ro senblatt alan purves norman n holland en david bleich die hij zinni g vindt voor het nederlandse uteratuuronderwijsprogramnia een blik op deze opsomming van punten laat zien dat het nederlandse litera tuuronderwijsprogramma van dirksen verder reikt dan literatuurlessen neder lands gezien de doelstellingen van de concept examenprogramma s moderne vreemde talen zoals geformuleerd door de vakontwikkelgroep mvt juni 1995 kan een aantal zonder meer als startpunt voor de ontwikkeling van een literatuurprogramma frans duits engels spaans o f russisc h dienen keuzen van dirksen p 73 74 zoals de volgende drie sluiten goed aan bij de doelstellingen of eindtermen van de nieuwe conceptprogramma s modern e vreemde talen het uitgangspunt van literatuur als exploratie rosenblatt lezen is een proces waarbij de lezer centraal staat via projectie introjectie identificatie gaat hij een transactie aan met een tekst en groeit dankzij deze 60 de kruijk staatsen de opvattingen van bleich en holland vertaald ervaring holland door reflectie over de eigen respons op literatuur en die van anderen kan de lezer komen in de richtingvan het aloude ideaal tcen uzelve holland en kennis wordt niet gevonden of aangedragen door de docent maar ontstaat door onderhandeling tussen de groepsleden leraar en leerlingen daarbij is gelijkwaardigheid van meningen en personen essentieel het proces van be invloeding van het individu door de groep en omgekeerd verdient aandacht bleich in de genoemde conceptprogramma s staan de persoonlijke leessmaak en per soonsontwikkeling voo r het havo centraal e n voor het vwo op de eerste plaats voo r literair e theorie e n historie e n kome n d e woorde n persoonlijke leeservaringen en of leerervaringen in elk van de vier eind termen binnen deze twee invalshoeken voor dirksen laat het niet bij deze uitgangspunten maar geeft vervolgens aan het einde van dit deel een paar voorbeelden van en in de noten bij deze paragraaf een aantal verwijzingen naar lezergerichte procedures die ook voor mvt re levant zijn ook het leesdossier als begrip door de moor geintroduceerd in in het begin van de jaren tachtig dat deel uitmaakt van de eindtermen litera tuur mvt laat hij niet onvermeld hij ziet in het spoor van zijn promotor het leesdossier zowel als materiaal voor de leerling zelf om zicht te krijgen op de eigen ontwikkeling als in het kader van de lange termijntoetsing al s basis voo r een gesprek ove r deze ontwikkeling i n de toelichtin g va n de examenprogramma s mvt wordt hetzelfde in iets andere woorden gezegd het leesdossier documenteert de ontwikkeling van de lees en reflectievaar digheid van de kandidaten en geeft hen inzicht in hun eigen ontwikkeling vakontwikkelgroep mvt 1995 p 23 lespraktijk in het begin van het tweede deel wordt het pakket van 5 lessen beschreven waarin d e theorieen van rosenblatt purves bleich e n hollan d verwerk t zijn deze lessen zijn voor het onderzoek op 10 scholen voor voortgezet on derwijs gegeven lesmateriaal docentenhandleiding etc zijn opgenomen in de bijlagen die onmisbaar zijn om de lezergerichte aanpak die dirksen voor staat op waarde te kunnen schatten deze bijlagen met name 1 teksten 4 handleiding bij het onderzoek zoals uitgereikt aan de deelnemende docenten en 5 de evaluatieformulieren kunnen samen met de theoretische kaders de didactische analyses en de procedures die hij geeft in deel 2 dienen als inspi ratiebron voor hteratuurdocenten van welk taalgebied dan ook onderzoeksresultaten in deel 3 onderzoeksresultaten komen vooral de leerlingen en de docenten die betrokken waren bij het onderzoek aan bod ze staan overwegend positief tegenover de lessen en de lezergerichte aanpak daarin uitspraken van beide groepen verlevendigen de vele cijfers en percentages die in dit gedeelte nood zakelijkerwijs gepresenteerd worden 61 de kruijk staatsen de opvattingen van bleich en holland vertaald de laatste paragraaf van dit deel is een mengeling van opvattingen van dirk sen over literatuuronderwijs en conclusies die hij uit zijn onderzoek trekt ik wil e r een paar van citeren die naar mijn idee ook voo r literatuurdocente n mvt van belang zijn reader response criticism past uitstekend binnen de leerlinggerichte be nadering van literatuuronderwijs en sluit aan bij de door veel docenten geformuleerde behoefte aan methoden die de individuele ontplooiing van leer lingen bevorderen leerlingen vinden het erg boeiend om met elkaar te pra ten over hun eigen individuele reacties op het gelezene ze vinden de litera tuurles daardoor over het algemeen leuker p 149 samengevat betekent dit alles dat de uitgangspunten van reader response cri ticism in de praktijk werken dat de hoofdpunten van de theorieen van de belangrijkste readerresponse critics te vertalen zijn in doelstellingen di e in de bier uitgewerkte lessen haalbaar blijken te zijn waarmee een duidelijke bijdrage wordt geleverd aan de belangrijkste doelstelling van het literatuuron derwijs het literair competent maken van de leerling p 154 het zal duidelijk zijn dat mvt docenten die voorstanders zijn van een leer linggerichte lezergerichte aanpak van literatuuronderwijs veel van hun ga ding zullen vinden in dit boek ook voor docenten die zich op de hoogte wil len stellen van reader response theorieen en de mogelijkheden hiervan voor het literatuuronderwijs mvt bevat het boek vee l wetenswaardigs voo r sceptici te n opzichte van reader response tenslotte wil i k een laatste citaat van dirksen ter overweging geven uit de stellingen behorend bij zijn proef schrift i n de discussie tussen aanhangers van de tekstbestuderingsmethode en van de tekstervaringsmethode wordt vaak uitgegaan van de gedachte dat het hier om twee afzonderlijke naas t elkaar bestaande activiteiten handelt doch zoals holland heeft duidelijk gemaakt is een puur cognitieve benade ring van een tekst onmogelijk dat wil zeggen dat tekstbestudering niet zon der tekstervaring kan 2 het oordeel van de docent nederlands door doree de kruijk een dissertatie die met gejuich kan worden ontvangen omdat zij beoogt een brug te slaan tussen theorie en praktijk het boek van joop dirksen eindigt met de woorden mag verondersteld worden dat in de tweede fase van het voortgezet onderwijs zoals die ontwikkeld gaat worden plaats is voor deze manier om leerlingen literair competenter te maken blz 155 het theoretische gedeelt e zo u door iedereen die literatuuronderwijs geeft moeten worden gelezen deze theorie zou de basis moeten vormen van alle literatuurlessen over de lessen die dirksen vanuit deze theorie heeft ontwik keld ben ik minder eenduidig positief de resultaten van het onderzoek heb ik niet in mijn bespreking betrokken zij het dat de mening van de negatieve jongens mijn twijfel s ove r d e lessenserie voedde francis staatsen heef t 62 de kruijk staatsen de opvattingen van bleich en holland vertaald hierboven de inhoud van het proefschrift uitgebreider beschreven ik zal me hier beperken tot een toelichting bij de zojuist hierboven geformuleerde me ningen moeten leerlingen weten hoe leerlingen lezen terecht geeft dirksen zelf ook aan dat onderzoeksresultaten van interessante richtingen i n de literatuurwetenschap niet per definitie kunnen dienen als in teressante lesstof de wetenschap kan aanwijzingen geve n voor een betere didactiek en zo kan onderzoek naar lezersreacties zeer bruikbare aandachtspun ten opleveren voor het onderwijs als bijvoorbeeld uit onderzoek naar voren zou komen dat lezers tegenwoordig geen waardering kunnen opbrengen voor beschrijvingen va n de omgeving zou publicatie van dit gegeven de keuze van teksten door diepzee of individuele docenten sterk kunnen beinvloeden daarmee is nog niet gezegd dat het nuttig is de resultaten van een dergelijk onderzoek naa r de waarderin g voo r tekstsoorte n t e verheffe n to t lesstof waarom zouden leerlingen moeten weten hoe hoog het percentage thriller liefhebbers i s e n hoe hoog he t percentage liefhebbers va n oude streekro mans een soortgelijk probleem doet zich voor bij het nadenken over de lesstof die dirksen centraal stelt ik ben wel voor deze benadering als basis van litera tuurlessen maar een lessenserie al s die van dirksen voert me toch te ver moeten leerlingen weten hoe lezers zoal reageren op teksten of waarom zou den ze zich daarmee bezig moeten houden in eerste instantie ben ik geneigd de vraag of leerlinge n dit moeten wete n ontkennend te beantwoorden ik vind dat leerlingen van allerlei zaken op de hoogte moeten zijn ze moeten een aantal namen kennen zoals die van mul tatuli ze moeten een aantal verhalen en gedichten kennen zoals dat van de reynaert of jantje zag eens ze moeten een aantal stromingen kennen zo als de romantiek maar ze hoeven niet te weten waarom sommige mensen wel van gedichten houden en anderen niet of dat sommige mensen lezen om nieuwe ervaringen op te doen en anderen om zichzelf t e herkennen in ee n personage i k zou niet wete n waarom ze dat zouden moeten weten maar toch met wezenlijke zaken bezig zijn ik kan me wel voorstellen waarom leerlingen zich ermee bezig moeten hou den als docenten en klasgenoten hun reacties serieus nemen komt de litera tuur een stukje dichter bij hen staan als ze geconfronteerd worden met an dere reacties zullen ze aanvoelen dat ze met wezenlijke zaken bezig zijn en dan kan de docent hen duidelijk maken dat literatuur op zichzelf een wezen lijke zaak is ze moeten het belang leren kennen van praten over literatuur en praten over hun reacties op literatuur daartoe moeten ze gaan beschikken over een gerichte woordenschat en over de vaardigheid eigen en andermans reacties te herkennen en te verklaren voor mij is het aan de orde stellen van de tekstervaring van leerlingen dus vooral een didactisch middel een middel om literaire esthetische ervaring 63 de kruijk staatsen de opvattingen van bleich en holland vertaald onder woorden te leren brengen maar het effect van de speurtocht naar struc tuurkenmerken en verteltechnieken kunnen even effectiev e middele n zijn dirksen heeft de leerlingen in les 3 duidelijk gemaakt dat ze zich identifice ren met een persoon de hoofdpersoon en dat hun waardering voor andere personen daardoor sterk wordt beinvloed een structuur analytische benade ring van het verhaal van anna blaman met de nadruk op het perspectief en het effect daarvan op de beoordeling van de vriendin van de hoofdpersoon kan dezelfde discussie oproepen en leiden tot dezelfde herwaardering bij na dere beschouwing geen bewustwording van projectie of identificatie alsjeblief t zelf verhale n schrijven en werken met verschillende structuurelemente n is een ander didactisch middel om reacties van lezers te leren begrijpen dirksen heeft da t toegespitst op de duiding van verhaaleinden die bij een gegeve n conflict werde n verzonnen les 4 zonder aan de gekozen oplossingen psy chologische kenmerken van de schrijvers te verbinden zal het zoeken naar aanknopingspunten me t het gegeven verhaal niet alleen kunnen leiden tot bewustwording van de persoonlijke verschillen maar ook tot het besef dat er keuzemogelijkheden zijn en dat elke keuze een bepaald effect teweeg brengt ik vraag me af waarom de leerlingen zich bewust zouden moeten worden van hun projecties en identificatie het besef dat er verschillende reacties van ver schillende personen op een verhaal kunnen worden verwacht lijkt mij ge noeg dat daarvoor allerlei psychologische verklaringen zijn aan te voeren zal bovenbouw leerlingen al snel duidelijk te maken zijn integreer leerlingenreacties in normaal literatuuronderwijs vanuit de leerlingen gezien lijkt het me van essentieel belang dat hun reac ties serieus worden genomen daarvoor is het nodig dat hun reacties al in de onderbouw een vaste plaats krijgen bij het jeugd literatuuronderwijs daarna is het minder van belang hen te leren reacties te formuleren alswel hen niet te leren reacties achterwege te laten ten gunste van meer cognitieve en analy tische opmerkingen persoonlijk reageren wordt minder hoog aangeslage n als abstraheren en structureren dat is niet een specifiek schoolse denkwijze van leerlingen en docenten deze misvatting is algemeen maatschappelijk ge accepteerd daardoor komt het dat ik bij het beoordelen van de lesstof va n dirksen op twee gedachten hink de positieve dat deze gestructureerde lessen serie een goede poging is op cognitief onderbouwde wijze het vooroordeel tegen persoonlijke reactie s te bestrijden en de negatieve dat de geformu leerde lesdoelen te specialistisch zijn en te weinig spectaculair de verschui vingen in reacties van leerlingen waren ook slechts licht te noemen di t laatste punt onderkent dirksen zelf ook deze aanpak moet niet beperkt blij ven tot vijf losse lessen maar worden geintegreerd in het programma blz 154 ik zou zelfs no g verder willen gaan en pleiten voor een vaste plaats voor leerlingreacties bij literatuuronderwijs waarbij een lessenserie als die van dirksen overbodig wordt 64 de kruijk staatsen de opvattingen van bleich en holland vertaald inspireert het boek de traditionele docent alle wegen leiden in het onderwijs naar een eindexamen zo ook in het lite ratuuronderwijs en er zijn nogal wat verschillende wegen die met enthousi asme of ongemspireerd bewandeld worden door de honderden docenten neder lands en vreemde talen die ons onderwijs rijk is voor welke docenten zou het proefschrift van dirksen inspirerend en of leerzaam kunnen zijn ik ga er maar even vanuit dat zonder dwang van buiten of binnen uit de school all e docenten hun jarenlang beproefde werkwijze zullen handhaven maar stel dat een historisch biograiisch georienteerde docente zich gedwongen voelt een andere invalshoek te bezien zou die zich dan laten inspireren door het voor liggende proefschrift daartoe zal zij niet worden aangezet door haar leerlin gen leerlinge n zij n ui t zichzel f nie t geneig d t e vrage n o m ee n aanpa k waarin affectieve reacties een rol spelen aan de andere kant lezen ze ook lie ver geen oudere teksten en zijn ze nauwelijks geinteresseerd in de geschiede nis van landen of kunsten maar toch levert de traditionele historische bena dering wel schools gewaardeerde kennis op het is moeilijk en dus goed voor je je leert er echt iets van voorkeur voor thematisch historische benadering een meer thematisch historische benadering zoals die ook beschreven is in het literatuurdidactiekboek van cor geljon biedt de beproefde schoolse ken nis en boeit leerlingen tegelijkertijd meer doordat het thema ook o p he n persoonlijk toepasbaa r is ee n voorbeeld daarva n is d e behandelin g va n teksten uit verschillende tijden vanuit de vraag hoe je kritiek op gezagsdra gers vorm kunt geven zonder zelf als schrijver te veel risico te lopen daar bij kunnen aan de orde komen de reynaert geuzenliederen max havelaar en de mandarijnen of het gruis van hermans ook als de docent niet expli ciet ruimte maakt voor aanvullingen en persoonlijke reacties van leerlingen op grond van hun eigen ervaringen met gezagsdragers in groter of kleiner verband zullen leerlingen meer betrokkenheid voelen en tonen in thema tisch opgezette lessen dan in chronologisch geordende ook de golfbeweging in aandacht voor en accent op verstand of gevoel lokt nieuwsgierige vrage n bij leerlingen uit wat zijn we zelf en in welke golf beweging bevinde n w e ons in dit kade r kunnen oo k hee l verschillend e teksten de revue passeren terwijl de persoonlijke betrokkenheid van de leer lingen wordt gestimuleerd docenten die gewend zijn literatuur tamelijk afstandelijk gericht op feiten kennis of geordend in wetenschappelijk verantwoorde schema s te behande len zullen zich niet snel laten inspireren door de meer psychologische leer linggerichte benadering van dirksen de thematisch historische benadering is voor hen beter toegankelijk en hanteerbaar maar als ze zich door wat voor omstandigheden dan ook gedwongen voelen lezersreacties uit te lokken en ruimte te bieden dan kan de gestructureerde lessenserie van dirksen voor hen een veelbelovend startpunt zijn 65 de kruijk staatsen de opvattingen van bleich en holland vertaald een bijdrage voor het leerhuis in de tweede fase voor docenten die leerlingreacties bewust en systematisch een plaats geven in hun literatuuronderwijs is het proefschrift va n dirksen een feest der her kenning standpunten van de grondleggers van deze benadering worden in een kader geplaatst beschreven en vergeleken bovendien zijn de lessen gede tailleerd beschreven waardoor gebruik ten eigen bate tot de mogelijkheden gaat behoren docenten die juist de systematiek in hun aanpak missen vin den hier een lessenserie die bruikbaar is en daarnaast ook het nodige achter grondmateriaal om vaker en systematischer met leerlingenreacties te werken in het rapport van de vak ontwikkei groep nederlands wordt als belangrijke doelstelling va n het literatuuronderwij s genoem d de ontwikkeling e n be wustwording van de eigen literaire smaak de vorm die daarvoor is gekozen is het leesdossier waari n de eigen perceptie en waardering van de literaire tekst het uitgangspunt van de reflectie wordt blz 2 ook in de nadere uitwerking va n de voorstellen krijgt de leeservaring ee n plaats naast literatuurgeschiedenis e n literaire begrippen da t gebeur t i n twee van de zes eindtermen die genoemd worden onder het leesdossier 4 de kandidaat kan zijn eigen persoonlijke leeservaring beschrijven verdie pen en evalueren 5 de kandidaat kan de eigen literaire smaakontwikkeling beschrijven en eva lueren in een leesautobiografie en een afsluitend balansverslag aangezien het literatuuronderwijs in een schoolexamen word t afgesloten kan elke docent eigen criteria en accenten leggen het zal dus vooral van na scholing en vernieuwing van leerboeken afhangen of de leeservaring die ba sisplaats krijgt die haar toekomt buiten lessen en docenten om zullen leer lingen heus praten over boeken die ze lezen maar alleen als persoonlijke re acties een plaats krijgen in de lessen zal het lukken om de leescultuur tot een vanzelfsprekend element binnen de leerlingcultuur te laten uitgroeien een ander aspect van het leerhuis is het zelfstandig leren uitgekiende op drachten waarbij verschillende leeservaringen gebruikt verwerkt of vergele ken moeten worden kunnen juist bij het zelfstandig leren een plaats krijgen omdat eenduidige antwoorden zich bij een taal niet lenen voor grotere eenhe den lesstof hiervoor biedt het proefschrift va n dirksen een uitstekend uit gangspunt het toont een mogelijke aanpak om in het kader van zelfstandig leren groepsopdrachten te formuleren waarmee leerlingen gedwongen worden veel verschillende teksten te lezen en daar met anderen over te praten al met al mogen we blij zijn met het proefschrift va n joop dirksen het is bruikbaar in de praktijk het dwingt ruimte en aandacht voor tekstervaring af in de literatuurdidaktiek maa r helaas preekt dirksen voor eigen parochie tenzij nascholin g e n educatieve uitgeverijen zij n ideeen in de naast e toe komst tot de hunne zullen maken 66 de kruijk staatsen de opvattingen va n bleich en holland vertaald literatuur j dirksen lezers literatuur en literatuurlessen reader response criticism in de literatuurlessen nederlands diss ku nijmegen 1995 het proefschrift i s t e be stellen bij de auteur konin g markweg 27 5625 ex eindhoven t j m va n el th j m n bui s de praktijk van het onderwijs moderne vreemde talen in de bovenbouw havo vwo nijmege n 1987 levende talen nr 495 themanummer beoordeling literatuurmethode n 1994 vakontwikkelgroep modern e vreemd e tale n concept examenprogramma s moderne vreemde talen havo vwo t b v de veldraadpleging 1995 67