Publicatie datum: 1999-11-01
Auteurs: Peter Van Petegem, Sven De Maeyer
Collectie: 29
Volume: 29
Nummer: 2
Pagina’s: 33-47
Documenten
de overgangsproblematiek tussen het secundair en het hoger onderwijs benaderd vanuit het leerstijlenonderzoek peter van petegem sven de maeyer voor veel studenten verloopt de overgang van het secundair naar het hoger onder wijs niet vlekkeloos een groot deel van de studenten slaagt niet in het eerste jaar aan de universiteit in deel 1 van deze bijdrage geven we een korte beschouwing bij de slaagcijfers van generatiestudenten in het eerste jaar universitair onderwijs academiejaar 1995 96 deze jaarlijkse hecatombe laat de vlaamse overheid niet koud dat blijkt uit een advies terzake van de vlaamse onderwijsraad en uit de voorstellen voor het vakoverschrijdend thema ieren leren van de dienst voor onderwijsontwikkeling buitenlands onderzoek heeft aangetoond dat er een ver band bestaat tussen de wijze waarop studenten informatie verwerken bij het stude ren en de cijfers die ze behalen in deel 2 gaan we hierop in en formuleren we drie onderzoeksvragen die we in het kader van deze bijdrage beantwoord willen zien n deel 3 geven we een slagen en mislukken in het korte toelichting bij het eerste jaar universitair gebruikte instrument en beschrijven we de opzet van onderwijs het leerstijlenonderzoek bij alle eerstejaarsstudenten aan de de situatie voor eerstejaarsstudenten in het universiteit antwerpen vervolgens wor hoger onderwijs in het algemeen en het uni den de onderzoeksvragen beantwoord versitair onderwijs in het bijzonder is pro blematisch om die reden spreken sommi 1 verschillen de leerstijlen van studenten gen van een jaarlijks terugkerende al naargelang het geslacht en het stu hecatombe nfwo cao 1993 tabel 1 diegebied toont een selectie van de slaagcijfers van 2 is er een samenhang tussen de compo generatiestudenten in hun eerste jaar aan nenten van de leerstijlen en de studiere de universiteit per studiegebied en opge sultaten splitst naargelang het geslacht een eerste 3 is de samenhang tussen de leerstijl vaststelling is dat minder dan de helft van componenten en de studieresultaten de studenten het eerste jaar aan de univer verschillend naargelang het studiege siteit met succes weet te beeindigen bied slechts 44 van de studenten slaagt in de eerste kandidatuur nov dec 1999 nummer 2 29 e jaargang tabel 1 slaagcijfers van de generatiestudenten in het eerste jaar aan de vlaamse univer siteiten naar studiegebied overkoepelende familie van studiegebieden en geslacht academiejaar 1995 96 geslaagd totaal geslaagd exacte wetenschappen toegepaste biologische wetenschappen m 171 346 49 42 v 139 258 53 88 totaal 310 604 51 32 geneeskunde m 180 414 43 48 v 307 618 49 68 totaal 487 1032 47 19 diergeneeskunde m 56 154 36 36 v 64 211 30 33 totaal 120 365 32 88 farmaceutische wetenschappen m 44 82 53 66 v 107 196 54 59 totaal 151 278 54 32 wetenschappen m 307 768 39 97 v 245 454 53 96 totaal 552 1222 45 17 gecombineerd studiegebied m 42 111 37 84 wetenschappen geneeskunde v 135 238 56 72 totaal 177 349 50 72 subtotaal exacte wetenschappen m 800 1875 42 67 v 997 1975 50 48 totaal 1797 3850 46 67 economische wetenschappen economische en toegepaste economische m 378 975 38 77 wetenschappen v 290 561 51 69 totaal 668 1536 43 49 humane wetenschappen wijsbegeerte en moraalwetenschappen m 42 131 32 06 v 31 63 49 21 totaal 73 194 37 63 taal en letterkunde m 150 377 39 79 v 309 731 42 27 totaal 459 1108 41 43 geschiedenis m 116 247 46 96 v 117 217 53 92 totaal 233 464 50 22 rechten notariaat en c ri minologie m 343 907 37 82 v 329 902 36 47 totaal 672 1809 37 15 politieke en sociale wetenschappen m 175 513 34 11 v 191 494 38 66 totaal 366 1007 36 35 subtotaal humane wetenschappen m 826 2175 37 98 v 977 2407 40 59 totaal 1803 4582 39 35 totaal binnen geselecteerde studiegebieden m 1655 4146 39 92 v 1884 4251 44 32 bron hendrickx 1998 vic 29e jaargang nummer 2 nov dec 1999 deze slaagcijfers blijken sterk te varieren al versitair onderwijs studenten moeten geen naargelang het studiegebied zo slaagt rekening houden met de vooropleiding bij 36 van de psw studenten in het eerste hun studiekeuze en ze zijn vrij om gelijk wel jaar tegenover 54 van de studenten uit de ke andere studie te beginnen na het niet farmaceutische wetenschappen de stu slagen in een bepaalde studierichting van diegebieden kunnen we samenbrengen in damme lorent 1995 vanuit het beleid is drie grote families de exacte de economi in het verleden al op verscheidene manieren sche en de humane wetenschappen de gereageerd om dit hardnekkig verschijnsel slaagcijfers van deze drie groepen verschil aan te pakken we verwijzen naar twee len duidelijk van elkaar 47 van de studen recente beleidsdaden van de vlaamse ten uit de exacte wetenschappen slaagt onderwijsraad vlor en de dienst voor tegen 39 uit de humane wetenschappen onderwijsontwikkeling dvo en 43 5 uit de economische wetenschap pen ook blijkt de slaagkans tussen jongens in het voorjaar van 1999 bracht de vlor het en meisjes te verschillen slechts 40 van advies over de overgang van het secundair de jongens slaagt tegenover 44 5 van de naar het hoger onderwijs uit waarin duide meisjes dat verschil is binnen sommige lijk gewezen werd op de taak van het studiegebieden nog extremer bijvoorbeeld secundair onderwijs in de aanpak van deze bij de biomedische wetenschappen problematiek de vlor formuleerde een aan gecombineerd studiegebied slaagt 38 tal voorstellen onder meer het keuzedossier van de jongens ten opzichte van 57 van dat de leerlingen zouden moeten opmaken de meisjes op het eind van het secundair onderwijs het wordt door de leerling zelf in samen de laag te noemen slaagcijfers van eerste werking met een groep leraren en het jaarsstudenten hoger universitair onderwijs centrum voor leerlingenbegeleiding zoals kunnen gesitueerd worden in de bredere de pms centra in de toekomst worden problematiek van de genoemd samenge overgang tussen se leerlingen moeten worden voor steld zo n keuzedos cundair en hoger on bereid op het zelfstandig verwerken sier zou de kwaliteit van derwijs uit de litera van grote hoeveelhe den studiestof de studiekeuze moeten tuur leren we dat een opkrikken daarnaast mix van oorzaken aan de basis ligt van deze stelde de vlor dat het curriculum van de maatschappelijke psychologische en on derde graad secundair onderwijs een aantal derwijskundige problematiek die oorzaken op doorstroming gerichte competenties kunnen we onderverdelen in een aantal moet nastreven een daarvan is zelfstandig groepen zo zijn er studentenkenmerken die heid leerlingen moeten worden voorbereid samenhangen met de slaagcijfers minnaert op het zelfstandig verwerken van grote hoe janssen 1992 zoals de intrinsieke moti veelheden studiestof het is onder meer vatie de voorkennis van de student het binnen dat kader dat we de term leerstijien doorlopen curriculum in het secundair naar voor kunnen schuiven onderwijs de verwachtingen van de stu dent enz meer specifiek zijn er ook facto de dvo hee ft na het afwerken van de eind ren met betrekking tot de studiekeuze vaak termen voor het basisonderwijs en de kiezen studenten een studie die hun capaci eerste graad secundair onderwijs gewerkt teiten overstijgt of maken ze te weinig werk aan de vakgebonden en vakoverschrijden van de studiekeuze weis e a 1999 de eindtermen thema s voor de tweede en derde graad in het kader van deze bij daarnaast zijn er ook structurele oorzaken drage focussen we even op het ontwerp er is vrije toegang van studenten tot het uni zoals het nu november 1999 voorligt met nov dec 1999 nummer 2 29e jaargang w betrekking tot het vakoverschrijdend thema thema ieren leren vorm en inhoud te ieren leren 3 er is een grote mate van over geven zien we ons gesterkt in het onder eenstemming tussen de manier waarop dit zoek naar leerstijlen om de overgang van thema in de tweede en derde graad wordt secundair naar hoger onderwijs in kaart te aangepakt wel is er een gradueel verschil brengen en te optimaliseren omwille van de stijgende complexiteit van de inhouden de ruimere en meer complexe contexten waarin geleerd wordt de grotere variatie aan situaties waarin het toepasbaar slagen en mislukken in rela is en de groeiende zelfstandigheid bij het leerproces tie tot leerstijlen bij het subthema opvattingen over leren onderzoek uit het buitenland heeft gewezen staat over de inhouden vermeld dat de op een duidelijk verband tussen de wijze school de leerlingen stimuleert tot waarop studenten informatie verwerken bij reflectie op de eigen leeropvattingen de het studeren en de cijfers die ze behalen zie eigen leerstijl en andere mogelijke o m ribich schmeck 1979 vermunt manieren van leren 1992 santegoets de jong 1993 inzicht in de onderlinge samenhang tus gadzella e a 1994 de leerstijl van een stu sen de eigen leeropvattingen de per dent blijkt dus volgens dat onderzoek een soonlijke leermotieven en de eigen leer relatief goede predictor te zijn van de slaag strategieen kans dat brengt ons tot de vraag welke het bijsturen van eigen leeropvattingen componenten van de leerstijl hangen samen en motieven met goede resultaten aan de vlaamse uni het aanpassen van de leerstrategieen versiteiten aan de leerdoelen en de leercontext inzicht in verschillende leerstijlen en hun in de inleiding signaleerden we dat er grote veranderbaarheid verschillen bestaan tussen de studiegebie den in termen van de slaagcijfers dat met betrekking tot de vaardigheden biedt brengt ons tot twee extra vragen verschilt de school haar leerlingen de kans om te de dominante leerstijl tussen de verschillen communiceren over de de studiegebieden eigen leeropvattingen de school zet de leerlingen aan de indien er een verband persoonlijke leermotie eigen leerstijl te onderkennen en de is tussen de leerstijl en ven verwachtingen en eigen leeraanpak aan te passen aan de studieresultaten is intenties en over het specifieke leerdoelen en dat verband dan ook eigen leergedrag ze leercontexten verschillend binnen de zet de leerlingen aan de diverse studiegebie eigen leerstijl te onderkennen en de eigen den ook stelden we een duidelijk verschil leeraanpak aan te passen aan specifieke lende slaagkans voor jongens en meisjes leerdoelen en leercontexten op het vlak vast wil dat zeggen dat jongens er een van attitudes stimuleert de school de andere leerstijl op nahouden dan meisjes bereidheid van de leerlingen tot het in vraag stellen van de eigen leeropvattingen leerin om die vragen te kunnen beantwoorden tenties en leermotieven ze stimuleert hebben we onderzoek gedaan bij alle tevens de bereidheid om het eigen leerge eerstejaarsstudenten aan de universiteit drag bij te sturen en om de leeraanpak aan antwerpen vooraleer we overgaan tot de te passen aan de specifieke leerdoelen en bespreking van de resultaten staan we even leercontexten door op die manier het stil bij de vraag naar de relevantie ervan mc 29e jaargang nummer 2 nov dec 1999 voor het secundair onderwijs in onze bij woorden te komen wordt telkens apart drage in het vorige nummer van vonk van besproken en cursief afgedrukt aangezien petegem de maeyer 1999 hebben we we in deze context vooral aangeven wat de erop gewezen dat leerstijlen geen onveran resultaten zijn die uit dit onderzoek naar derlijke leerlingkenmerken zijn leerstijlen voor komen beperken we de uitleg van de kunnen wijzigen gedurende de schoolloop methodologie tot het minimum indien de baan van studenten lezer geen boodschap in datzelfde thema mits leerlingen in een stimulerende heeft aan deze achter nummer bleek uit de context worden gebracht kunnen zijgrond kan hij telkens bijdragen van vercam worden begeleid tot grotere het cursief gedrukte men 1999 en corne zelfstandigheid inzake leren leren deel overslaan en over lissen 1999 dat vanuit gaan naar de bespre de onderwijspraktijk bevestiging kan wor king van de resultaten zelf voor lezers die den gegeven voor deze optimistische meer uitleg wensen bij de gehanteerde opvatting mits leerlingen in een stimuleren methodologie verwijzen we naar van de context worden gebracht kunnen zij petegem de maeyer te versch de sta worden begeleid tot grotere zelfstandigheid tistische resultaten trachten we zo duidelijk inzake ieren leren mogelijk te illustreren waarbij we zo weinig mogelijk met cijfers zwieren voor de theo de leerstijlen van leerlingen zijn dus veran retische inbedding van het begrip leerstij derbaar en van daaruit kunnen voor het len verwijzen we naar onze bijdrage in de secundair onderwijs belangrijke richtsnoe vorige vonk ren worden aangeboden maar in welke richting moet men dan werken aan de leer stijl welke leerstijl hangt samen met betere slaagkansen in het universitair onderwijs hoe zit dat als een leerling later bijvoorbeeld het leerstijlenonderzoek economische wetenschappen gaat stude aan de universiteit antwerpen ren moet je dan als leerkracht uit het secundair onderwijs bepaalde specifieke het ils instrument leerstijlaspecten meer benadrukken of doet de uiteindelijke studierichting er niet toe een aantal auteurs ziet leerstijlen als een deze vragen zijn in feite dezelfde als de vaak terugkomende wijze van leerstof ver onderzoeksvragen enkel de eerste onder werken en het regelen sturen van de leer zoeksvraag verschillen de leerstijlen al activiteiten pask 1976 schmeck 1983 naargelang de studierichting en het marton selje 1976 vermunt 1992 defi geslacht van de studenten wordt hier niet nieert een leerstijl ruimer het is volgens hem uitgewerkt nochtans is een antwoord daar niet alleen een wijze van leerstof verwerken op ook een relevant gegeven voor het maar een combinatie van verwerkingsstra secundair onderwijs sterke verschillen in tegieen regulatiestrategieen studieopvat gemiddelde leerstijl tussen de verschillende tingen en studiemotieven de studieopvat studiegebieden zouden er weer op wijzen tingen en motieven vormen een essentiele dat studenten onderling sterk verschillen component in het concept leerstijl studen qua leerstijl op het einde van het secundair ten interpreteren hun leertaken in functie onderwijs van hun studieopvattingen en het is deze interpretatie die bepaalt welke leeractivitei in wat volgt willen we kort de opzet en de ten een student manifesteert vermunt resultaten per onderzoeksvraag overlopen 1992 studiemotieven beinvloeden ook de de gebruikte methodologie om tot die ant leeractiviteiten die studenten aanwenden nov dec 1999 nummer 2 29 e jaargang de student gaat uit het arsenaal dat hij gaat hier vooral om opvattingen over leer beheerst die leeractiviteiten kiezen die het doelen leertaken en leersituaties zo zijn er nauwst aansluiten bij zijn persoonlijke doel studenten die het vooral de taak van het stellingen en motivatie onderwijs vinden om hen zoveel mogelijk kennis te laten opnemen die ze later op de om een leerstijl meetbaar te maken binnen gepaste momenten kunnen reproduceren deze ruimere benadering van leerstijlen de schaal opname van kennis ze zien heeft vermunt de inventaris leerstijlen ils leeractiviteiten als iets wat het onderwijs ontwikkeld deze vragenlijst bestaat uit 120 moet verrichten daartegenover staan stu vragen die samen 16 schalen vormen drie denten die de leeractiviteiten bij henzelf situ over verwerkingsstrategieen drie over regu eren ieren heeft vooral tot doel hun kennis latiestrategieen vijf over studieopvattingen op te bouwen de schaal opbouw van ken en vijf over studiemotieven we overlopen nis andere studenten hebben vooral oog kort de betekenis van deze 16 schalen voor de praktische aanwending van kennis en inzichten de schaal gebruik van kennis verwerkingsstrategieen ook zijn er studenten die verschillende acti verwerkingsstrategieen omvatten de ver viteiten willen ondernemen uit zichzelf maar schillende manieren waarop leerinhouden die vinden dat het de taak van het onderwijs cognitief verwerkt worden zo kan een stu is om hen hierbij te stimuleren de schaal sti dent de leerstof verwerken door te zoeken mulerend onderwijs ten slotte zijn er stu naar verbanden binnen de leerstof en ver denten die veel belang hechten aan de banden tussen de leerstof en de eigen samenwerking met studiegenoten en het voorkennis en door een totaalbeeld te vor samen verrichten van leeractiviteiten de men van de leerstof de schaal dieptever schaal samen studeren werking anderzijds kan hij de leerstof ver werken door die vooral uit het hoofd te leren studiemotieven de schaal stapsgewijze verwerking ten een vierde concept dat een leerstijl omvat slotte is het ook mogelijk dat een student de is de leerorientatie of de motivatie van stu leerstof toepast op het dagelijks leven en de denten het belangrijkste doel van leren kan leerstof in verband brengt met de concrete voor een bepaalde student het behalen van tastbare werkelijkheid de schaal concrete een bepaald diploma zijn de schaal certifi verwerking caatgericht of het openen van de weg naar bepaalde beroepen de schaal beroepsge regulatiestrategieen richt het kan ook zijn dat iemand leert om regulatiestrategieen situeren zich op het zichzelf te bewijzen ten opzichte van ande metacognitieve niveau het gaat hier om de ren of zichzelf de schaal testgericht of uit wijze waarop de verwerking van de leerstof persoonlijke interesse de schaal persoonlijk wordt gereguleerd of gestuurd voor deze geinteresseerd studenten kunnen ook regulatie kan een student zich eerder beroe twijfelen aan zichzelf en geen specifieke pen op zichzelf de schaal zelfsturing of op orientatie hebben de schaal ambivalent externe bronnen docenten en of studie boek de schaal externe sturing daarnaast is er de ongestuurde strategie die wijst op opzet een gebrek aan regulatie van het leren de schaal stuurloos tijdens het academiejaar 1998 99 hebben we aan alle studenten uit de eerste kandi studieopvattingen datuur aan de universiteit antwerpen het een leerstijl van een student omvat zijn atti ils instrument voorgelegd dat resulteerde tudes ten opzichte van het onderwijs het in gegevens met betrekking tot de leerstijl 29e jaargang nummer 2 nov dec 1999 van 1831 studenten daarnaast beschikken gemiddelde score van de meisjes uit de we over het totaalpercentage dat deze stu exacte wetenschappen op de schaal diep denten behaald hebben aan het einde van teverwerking aflezen en vervolgens vergelij de eerste zittijd vanwege het ontbreken ken met die van de jongens uit de exacte van bepaalde gegevens zijn de analyses uit wetenschappen of met de meisjes uit een gevoerd op 1624 studenten ander studiegebied hieronder bespreken we de meest in het oog springende vergelij in de analyses waarover we rapporteren kingen verschillen hebben we telkens gewerkt met de 16 schalen van het ils instrument in plaats van 1 verschillen tussen seksen met de vier overkoepelende leerstijlen die vermunt 1992 veronderstelt op die manier uit figuur 1 kunnen we aflezen dat meisjes kunnen meer specifieke verbanden geevalu een andere verwerkingsstrategie aanwen eerd worden tussen de leerstijlcomponenten den dan jongens om de leerstof te stude de 16 schalen en de studieresultaten ren meisjes verwerken de leerstof eerder tevens bleek uit voorbereidend onderzoek op een stapsgewijze manier terwijl jongens dat de vier leerstijlen die vermunt postuleert de leerstof dieper en op een concrete niet uit de gegevens naar voor kwamen manier verwerken met andere woorden daaruit bleek ook dat sommige studiegebie jongens gaan meer dan meisjes op zoek den maar een beperkt aantal studenten naar verbanden binnen de leerstof en trach bevatten wat het moeilijk maakt om gegron ten die in verband te brengen met de con de statistische uitspraken te doen rond de crete tastbare werkelijkheid om die leerstof verschillen ertussen om dit euvel te verhel te verwerken meisjes daarentegen zullen pen hebben we ervoor geopteerd om de veeleer stap voor stap de leerstof trachten studiegebieden te groeperen in de drie te memoriseren van buiten leren bovengenoemde families de exacte econo mische en humane wetenschappen kijken we naar de regulatiestrategieen dan merken we enkel een significant verschil tussen beide geslachten voor de externe sturing en de stuurloosheid vooral meisjes verschillen de leerstijlen van blijken in hogere mate gebruik te maken van studenten al naargelang het externe bronnen om hun leerproces te sturen en zijn ook eerder stuurloos dan jon geslacht en het studiegebied gens deze bevindingen zijn echter afhanke om deze vraag te kunnen beantwoorden lijk van het studiegebied de sturings voerden we een multivariate variantie analy strategieen van meisjes en jongens se manova uit 5 via deze analysetechniek verschillen enkel significant van elkaar bin wordt nagegaan in hoeverre de verschillen nen de exacte en de humane wetenschap de studiegebieden en beide geslachten pen daar scoren de meisjes hoger op de gemiddeld een verschillende score behalen schaal externe sturing voor de schaal op de 16 schalen aan de hand van univa stuurloosheid liggen de resultaten anders riate f testen kunnen we een uitspraak meisjes uit de exacte wetenschappen zijn doen over de significantie van deze verschil meer stuurloos maar die uit de humane len in wat volgt bespreken we enkel die wetenschappen zijn minder stuurloos dan resultaten die significant zijn en dus niet te hun mannelijke studiegenoten wijten zijn aan toeval figuur 1 geeft de mar ginale gemiddelden weer op de 16 schalen een derde en vrij opmerkelijke vaststelling van zowel de studiegebieden als het is het feit dat meisjes significant hoger sco geslacht zo kan de lezer in deze figuur de ren op alle schalen die de opvattingen over nov dec 1999 nummer 2 29e jaargang mk figuur 1 geschatte marginale gemiddelden op de verschillende componenten van het leerstijlprofiel naar studiegebied en geslacht diepteverwerking stapsgewijze verwerking concrete verwerkt ex w ec w hum w exw ecw hum w ex w ec w hum w zelfsturing externe sturing stuurloos ph ex w ec w hum w exw ecw humw exw ec w hum w opbouw van kennis o name van kennis gebruik van kennis s ex w ec w hum w bcw ecw humw ex w ec w hum w stimulerend onderwi s samen studeren exw ec w hum w exw ec w hum w certificaat ericht testgericht beroepsgericht ex w 6c w hum w bcw ecw hum w bc w ec w hum w persoonlijke interesse ambivalente orientatie meisjes jongens exw 6r w hum w bc w ec w hum w mn s 29e jaargang nummer 2 nov dec 1999 het onderwijs nagaan een mogelijke verkla ring betreft zijn de verschillen significant ring hiervoor is dat meisjes meer gepronon studenten uit de humane wetenschappen ceerde studieopvattingen hebben dan jon maken het meest gebruik van de zelfstandi gens ge sturingsstrategie terwijl studenten uit de economische wetenschappen daar het ten slotte kijken we naar de motivationele minst gebruik van maken het beeld is net component van leerstijlen meisjes scoren omgekeerd wat het aanwenden van externe enkel significant verschillend van jongens op bronnen betreft om het leerproces te sturen de schalen certificaatgerichtheid testge studenten uit de exacte wetenschappen richtheid en ambivalente orientatie het blijken ten slotte in hogere mate stuurloos te diploma op zich is veeleer voor meisjes dan zijn voor jongens een motivatie om te studeren meisjes studeren ook meer dan jongens om de studieopvattingen zijn ook verschillend zichzelf te bewijzen ten opzichte van zichzelf naargelang het studiegebied met hun en van derden dat laatste verschil is echter hogere score op de schaal opbouw van enkel van toepassing in de exacte en de kennis vinden studenten uit de humane economische wetenschappen tot slot blijkt wetenschappen het belangrijk dat ze door dat jongens uit de economische weten het onderwijs een algemene kennis opbou schappen veeleer studeren met een wen die kan dienen als vertrekpunt bij de bepaald beroep als motivatie dan meisjes confrontatie met problemen in dagdagelijk uit hetzelfde studiegebied se situaties binnen de economische en de exacte wetenschappen zijn de studenten eerder van mening dat het onderwijs dient 2 verschillen tussen studiegebieden om concrete feiten kennis op te nemen om vervolgens later die kennis te kunnen repro figuur 1 laat ons ook toe om de verschillen duceren het zijn dezelfde studenten die de studiegebieden met elkaar te vergelijken hoger scoren op de schaal gebruik van zo blijkt met betrekking tot de verwerkings kennis studenten uit de exacte en econo strategieen dat er significante verschillen mische wetenschappen vinden dat de ken tussen de studiegebieden waar te nemen nis die het onderwijs hen aanlevert con zijn studenten uit de humane wetenschap creet aangewend moet kunnen worden in pen behalen een hogere score op de schaal alledaagse situaties diepteverwerking dan die uit de twee andere studiegebieden binnen de humane tot slot blijken er ook verschillen in de wetenschappen gaan studenten dus eerder motieven om te studeren naargelang het op zoek naar verbanden binnen de leerstof studiegebied studenten uit de economi en trachten ze de leerstof inhoudelijk te sche wetenschappen zijn vooral meer certi structureren daarnaast blijkt dat studenten ficaat en beroepsgericht en studeren uit de economische wetenschappen de beduidend minder uit persoonlijke interesse leerstof meer op een stapsgewijze manier dan studenten uit de andere studiegebie verwerken dan die uit de humane of de den de studenten uit de exacte weten exacte wetenschappen voor de schaal schappen scoren ook hoog op de schaal concrete verwerking vinden we geen ver beroepsgerichtheid maar evenzeer op de schillen tussen de studiegebieden schaal ambivalente orientatie het zijn vooral de studenten uit de humane weten de studiegebieden verschillen eveneens schappen die studeren uit persoonlijke inte met betrekking tot hun gemiddelde score resse op de verschillende sturingsstrategieen wat de schalen zelfsturing en externe stu nov dec 1999 nummer 2 29 e jaargang is er een samenhang tussen de voor binnen deze regressieanalyse is het componenten van de leerstijlen geslacht ook opgenomen als controlevaria bele en de studieresultaten deze vraag beantwoorden we door het ver in figuur 2 wordt de samenhang tussen de band tussen de 16 schalen en het behaalde 16 schalen en het behaalde percentage op percentage in de eerste zittijd na te gaan het einde van de eerste zittijd gevisuali om dat verband te analyseren is gebruikge seerd enkel daar waar die samenhang sig maakt van een regressieanalyse met de 16 nificant is ook het geslacht is in deze figuur schalen als onafhankelijke variabele en het en analyse opgenomen ter controle indien behaalde percentage als afhankelijke varia de pijl in het positieve vlak ligt wil dat zeg bele we gaan met andere woorden na wat gen dat een hogere score op die schaal het effect is van een hoge of lage score op leidt tot betere resultaten een pijl in het een bepaalde schaal op het behaalde per negatieve vlak wijst op het omgekeerde centage als indicator van deze effecten een hogere score op die schaal leidt tot kunnen we de gestandaardiseerde regres slechtere resultaten daarnaast heeft de siecoefficienten beta s gebruiken figuur 2 lengte van de pijl ook een functie hoe lan stelt deze regressiecoefficienten grafisch ger de pijl hoe sterker de samenhang figuur 2 het effect van de ils schalen op de gemiddelde score van een student aan het einde van het eerste jaar universiteit diepteverwerking concrete verwerking zelfsturing externe sturing stuurloos opbouwiwan kennis gebruik van kennis ambivalente orientatie vrouw zijn 0 25 0 2 0 15 0 1 0 05 0 0 05 0 1 0 15 0 2 0 25 figuur 2 toont dat een hogere score op de sultaten dan studenten die deze manier van schaal diepteverwerking in het algemeen verwerken niet hanteren samenhangt met een hogere gemiddelde score op het einde van het eerste jaar met een andere verwerkingsstrategie die signifi andere woorden studenten die de leerstof cant samenhangt met de studieresultaten verwerken door ze te structureren voor is de strategie concrete verwerking de pijl zichzelf en te zoeken naar verbanden bin bevindt zich in het negatieve vlak wat wil nen en tussen de verschillende onderdelen zeggen dat studenten die de leerstof ver ervan behalen gemiddeld betere studiere werken door ze in verband te brengen met 29e jaargang nummer 2 nov dec 1999 de concrete tastbare werkelijkheid gemid studenten die van mening zijn dat het deld slechter scoren een mogelijke verkla onderwijs kennis moet aanbieden die men ring hiervoor is het feit dat de leerstof die direct kan aanwenden in de dagdagelijkse gedoceerd wordt aan de universiteit over werkelijkheid gedesillusioneerd geraken het algemeen in hoge mate abstract van mogelijk leidt dat tot een minder gemoti aard is zeker in de eerste kandidatuur veerde houding en slechtere resultaten indien een student deze abstracte leerstof op een concrete manier verwerkt zou dat met betrekking tot de studiemotieven blijkt kunnen leiden tot oversimplificatie met als dat enkel een ambivalente orientatie samen gevolg dat de student de leerstof in se niet hangt met de studieresultaten en wel in voldoende beheerst de stapsgewijze ver negatieve zin studenten die twijfelen aan werkingsstrategie blijkt niet significant zichzelf en geen specifieke motivatie heb samen te hangen met de gemiddelde score ben blijken gemiddeld significant lager te van studenten dat wil zeggen dat studen scoren in het eerste jaar aan de universiteit ten die in een hoge mate die strategie han teren gemiddeld niet significant hoger of tot slot hebben we ook gecontroleerd voor lager scoren de variabele geslacht blijkt dat ook dit ach tergrondkenmerk een significante invloed binnen de sturingsstrategieen hangen heeft op het eindresultaat dat is een weer zowel zelfsturing als externe sturing signifi spiegeling van de bevinding dat de slaagcij cant positief samen met de studieresultaten fers voor meisjes beduidend hoger zijn dan van studenten in de gehele steekproef met voor jongens andere woorden hoe hoger een student scoort op een van beide strategieen des te hoger zijn studieresultaten daarnaast blijkt is de samenhang tussen de leer dat een hogere mate van stuurloosheid samenhangt met lagere gemiddelde scores stijl componenten en de studie resultaten verschillend het mentale leermodel opbouwen van ken naargelang het studiegebied nis blijkt negatief samen te hangen met stu dieresultaten mogelijk zijn studenten die deze derde onderzoeksvraag vergt een van mening zijn dat onderwijs dient om een analoge aanpak als bij de vorige onder stock of knowledge uit te bouwen geneigd zoeksvraag ditmaal werden drie afzonderlij om de leerstof grondiger of intensiever te ke regressieanalyses uitgevoerd voor elk verwerken gezien de grote omvang van de studiegebied afzonderlijk de representatie leerstof in universitaire opleidingen kan dit van de resultaten gebeurt op een analoge tot gevolg hebben dat deze studenten in manier de gestandaardiseerde regressie tijdnood komen om de volledige leerstof te coefficienten worden gebruikt ter indicatie verwerken in dat kader constateerde van het effect van de ils schalen op de vermunt 1992 dat een hoge score op de behaalde studieresultaten maar nu voor elk schaal opbouw van kennis significant studiegebied afzonderlijk samenhangt met studiesnelheid naar analogie met figuur 2 toont figuur 3 de ook de schaal gebruik van kennis hangt samenhang tussen de leerstijlcomponenten negatief samen met studieresultaten dat en het behaalde percentage na de eerste kan een gevolg zijn van de inhoud van de zittijd voor elk studiegebied afzonderlijk uit leerstof die gedoceerd wordt aan de univer deze figuur kunnen we verschillen aflezen siteit die is immers niet altijd direct toepas tussen de bevindingen in de drie studiege baar in de werkelijkheid bijgevolg kunnen bieden nov dec 1999 nummer 2 29 e jaargang figuur 3 het effect van de ils schalen op de gemiddelde score van een student aan het einde van het eerste jaar universiteit per studiegebied afzonderlijk exacte wetenschappen diepteverwerking externe sturing ambivalente orientatie vrouw zijn 0 25 0 2 0 15 0 1 0 05 0 05 0 1 0 15 0 2 0 25 economische wetenschappen diepteverwerking concrete verwerking opbouw van kennis ambivalente orientatie vrouw zijn 0 25 0 2 0 15 0 1 0 05 0 05 0 1 0 15 0 2 0 25 humane wetenschappen concrete verwerking zelfsturing externe sturing gebruik van kennis beroepsgericht persoonlijk geinteresseerd ambivalente orientatie vrouw zijn 0 2 0 15 0 1 0 05 0 05 0 1 0 15 0 2 v i 29e jaargang nummer 2 nov dec 1999 kijken we eerst naar de samenhang tussen deze frictie vooral aanwezig is binnen de de verwerkingsstrategieen en het behaalde humane wetenschappen waar de abstrac percentage dan merken we dat deze tiegraad van de studiestof zeer hoog is samenhang niet eenduidig is binnen de ver schillende studiegebieden zo blijkt dat een het verband tussen de verschillende studie hoge mate van diepteverwerking binnen de motieven is evenmin analoog binnen de drie humane wetenschappen niet leidt tot betere studiegebieden enkel de negatieve samen studieresultaten een hogere mate van con hang tussen een ambivalente orientatie en crete verwerking leidt binnen de exacte de studieresultaten vinden we overal terug wetenschappen dan weer niet tot betere daarnaast zijn alleen binnen de humane studieresultaten wetenschappen enkele schalen met betrek king tot de leerorientaties significant verbon ook de samenhang tussen de sturingsstra den met de studieresultaten zo blijkt dat tegieen en de studieresultaten is afhankelijk studenten die studeren uit persoonlijke inte van het studiegebied bij de studenten uit resse gemiddeld betere resultaten behalen de humane wetenschappen leidt een hoge dan studenten die dat niet doen daarnaast re mate van zowel zelfsturing als externe behalen studenten uit de humane weten sturing tot betere resultaten binnen de schappen die studeren om later een exacte wetenschappen daarentegen heeft bepaald beroep uit te oefenen beduidend enkel een hoge mate van externe sturing slechtere studieresultaten dat is mogelijk een significant effect in de economische eveneens het gevolg van de inhoud van de wetenschappen ten slotte hangt geen van cursussen die gegeven worden aan de eer beide sturingsstrategieen samen met betere ste kandidatuur binnen de humane weten resultaten een hoge mate van stuurloos schappen de algemene en abstracte aard heid heeft op het niveau van de verschillen ervan kan leiden tot een lagere motivatie bij de studiegebieden geen effect op het studenten die vooral studeren om later een behaalde percentage bepaald beroep uit te oefenen binnen de drie studiegebieden vinden we verschillende resultaten met betrekking tot de samenhang tussen opvattingen over het onderwijs en de behaalde studieresultaten conclusies enkel binnen de economische wetenschap pen blijken studenten die van mening zijn wie hoopte om op basis van de besproken dat het onderwijs hen moet helpen met de onderzoeksgegevens kant en klare conclu uitbouw van hun kennis minder goede sies te kunnen trekken komt bedrogen uit resultaten te behalen het negatieve verband en dat is wellicht maar goed ook al de tussen de schaal gebruik van kennis en de besproken onderzoeksvragen hebben studieresultaten vinden we enkel terug bin genuanceerde antwoorden gekregen voor nen de humane wetenschappen de eerder zien van de nodige als en en dan en dat aangeleverde hypothese ter verklaring van zou de lezer moet aansporen tot voorzich deze negatieve samenhang is hier zeker van tigheid in het trekken van conclusies laten toepassing de frictie tussen de mening van we dit de eerste conclusie van deze bijdra studenten dat het onderwijs hen concreet ge noemen toepasbare kennis moet aanleveren ener zijds en de abstractheid van de studiestof binnen de nuances zijn de onderzoeksre anderzijds leidt tot desillusie en een minder sultaten wat ze zijn wanneer we ze teza gemotiveerde houding met slechtere studie men lezen met de bijdragen uit deel 1 van resultaten tot gevolg het is mogelijk dat dit vonk themanummer over zelfsturend nov dec 1999 nummer 2 29e jaargang zelfstandig leren durven we optimistisch tot slot willen we de link leggen met het uit zijn daaruit hebben we onthouden dat de gangspunt van deze bijdrage de overgang leerstijl van leerlingen een veranderbaar van het secundair naar het hoger onderwijs leerlingkenmerk is wat betekent dat we kan worden benaderd vanuit het leerstijlen leerlingen kunnen stimuleren om extra te onderzoek wanneer we merken dat de weg oefenen in de richting van waardevolle ver die door de dvo ingeslagen wordt erop werkingsstrategieen we propageren hierbij neerkomt dat duidelijk gewerkt wordt in de geen of of benadering maar veeleer een richting van leerstijlen als instrument voelen en en benadering het stimuleren van bij we ons gesterkt in de derde conclusie het voorbeeld de diepteverwerking als verwer adequaat aanwenden van resultaten van leer kingstrategie hoe ft niet te betekenen dat in stijlenonderzoek op klasniveau en op leerling een andere context niet evenzeer de staps niveau kan de overgang van het secundair gewijze verwerkingsstrategie gestimuleerd naar het hoger onderwijs optimaliseren en gehanteerd kan worden voor deze tweede conclusie vinden we bevestiging vanuit het empirisch onderzoek peter van petegem sven de maeyer universiteit antwerpen uia departement didactiek en kritiek universiteitsplein 1 2610 witrijk demaeyer uiaua ac be noten 1 deze bijdrage kwam tot stand binnen het onderzoeksproject leerstijlgebonden determinanten van slagen en mislukken van eerstejaars generatiestudenten gefinan cierd vanuit de kleine projecten onderzoeksraad 1998 van de universiteit antwerpen uia we richten ons uitsluitend op het universitair onderwijs aangezien het onder zoek daartoe beperkt bleef 2 deze selectie bevat enkel de studiegebieden die momenteel in de universiteit antwerpen terug te vinden zijn aangezien de toegelichte analyses gebaseerd zijn op gegevens van de studenten uit die studiegebieden 3 dienst voor onderwijsontwikkeling subthema s derde graad secundair onderwijs aso tso kso bso vakoverschrijdend thema leren leren versie 15 01 99 4 deze bevinding zowel theoretisch als empirisch te funderen staat in contrast met de conclusies die sommigen trekken uit de door ons eerder beschreven resultaten van leer st jlenonderzoek van petegem 1998 als zou de leerstijlenbenadering van leerlingen getuigen van een deterministische opvatting over de onveranderbaarheid van leerlingen 5 deze analysetechniek werd geprefereerd boven 16 afzonderlijke anova s aangezien de 16 schalen de afhankelijke variabelen onderling correleren voor meer uitleg hier omtrent verwijzen we naar van petegem de maeyer te versch 29e jaargang nummer 2 nov dec 1999 bibliografie cornelissen g van een leerlijn ieren leren op school naar een aanzet tot zelfsturend zelf standig leren in het vak nederlands vonk 29 1 sept okt 1999 p 15 27 gadzella b m d w ginther w bryant prediction of performance in an academic course by scores on measures of learning style and critical thinking psychological reports 81 1997 p 595 602 hendrickx v de eerstejaarsstudent aan de vlaamse universiteiten in het academiejaar 1996 97 in ministerie van de vlaamse gemeenschap departement onderwijs red vlaamse onderwijsindicatoren in internationaal perspectief brussel departement onderwijs 1998 p 213 223 marton f r selj6 on qualitative differences in learning outcomes and processes british journal of educational psychology 46 1976 p 4 11 minnaert a j p janssen success and progress in higher education a structural model of studying british journal of educational psychology 62 1992 p 184 192 nfwo contactgroep academisch onderwijs van secundair naar hoger onderwijs is er een einde aan die jaarlijkse hecatombe leuven apeldoorn garant 1993 pask g styles and strategies of learning british journal of educational psychology 49 1976 p 128 148 ribich f r r schmeck multivariate relationships between measures of learning style and memory journal of research in personality 13 4 1979 p 515 529 santegoets h m c f de jong leerstijlen en rendementsverbetering de relatie tussen leerstijlen en leerprestatie bij eerstejaars mdgo vp studenten onderwijs gezondheidszorg 17 10 1993 p 177 181 schmeck r r learning styles of college students in r dillon r r schmeck eds individual differences in cognition 1 new york academic press 1983 p 233 279 van damme j g lorent slagen in de kandidaturen aan de vlaamse universiteiten een beperkte kwantitatieve verkenning onderzoeksrapport in opdracht van vlaamse interuniversitaire raad 1995 van petegem p leerstijlenonderzoek in het fysica onderwijs impuls voor onderwijsbegeleiding 29 1 1998 p 13 24 van petegem p s de maeyer zelfverantwoordelijk leren en leerstijlgeorienteerde studiebe geleiding vonk 29 1 sept okt 1999 p 29 46 van petegem p s de maeyer een vergelijking van leerstijlprofielen tussen verschillende universitaire studierichtingen en tussen jongens en meisjes wat is de samenhang met studie resultaten te verschijnen vercammen l leren leren en het vak nederlands koele minnaars vonk 29 1 sept okt 1999 p 3 12 vermunt j d h m leerstijlen en sturen van leerprocessen in het hoger onderwijs naar pro cesgerichte instructie in zelfstandig denken amsterdam lisse swets zeitlinger 1992 weis g l schodts l claes toegang tot het hoger onderwijs middelen voor zelfselectie in m lacante p de boeck g vander steene red meer kansen creeren in het hoger onderwijs diegem kluwer editorial 1999 p 67 84 aflevering 27 uit de reeks handboek leerlingenbegeleiding nov dec 1999 nummer 2 29e jaargang
Gerelateerd:
- Fictie in de basisvorming, een leerplan
- Een spiegelcurriculum voor communicatief taalonderwijs: een veldaanvraag nader beschouwd
- Verscheidenheid in eenheid en eenheid verscheidenheid. Twaalf docenten Nederlands over hun literatuuronderwijs in de bovenbouw van havo en vwo.
- Het afleiden van woordbetekenissen uit context: een poging deze vaardigheden te trainen.