Publicatie datum: 1997-01-01
Auteurs: Korrie van Helvert, Judith ter Hofstede
Collectie: 15
Volume: 15
Nummer: 1
Pagina’s: 69-89
Documenten
korrie van helvert judith ter hofstede de tenen rijzen je te berge tekstrevisie op micro niveau door allochtone en autochtone leerlingen in het voortgezet onderwijs 1 inleiding schrijfvaardigheid speelt een belangrijke rol in het onderwijs leren lezen en schrijven zijn kernelementen in het moedertaalcurriculum nederlands ook binnen onze meertalige samenleving kroon sturm 1989 dit betekent voor veel leer lingen in het onderwijs dat schrijfvaardigheid wordt verworven in het nederlands als tweede taal voor veel van deze leerlingen geldt dat schrijfvaardigheid zich uit sluitend in de tweede taal ontwikkelt omdat schrijfvaardigheidsonderwijs in de eigen taal ontbreekt uit analyses van methoden voor stelonderwijs en de onderwijspraktijk zelf in het voortgezet onderwijs overmaat 1995 komt als conclusie naar voren dat er nauwe lijks aandacht is voor de ontwikkeling van revisievaardigheid het lijkt erop dat het onderwijs in sterke mate veronderstelt dat leerlingen vanzelf de transfer realiseren tussen enerzijds aangeleerde kennis over woordgebruik idioom grammaticale en morfologische regels connectieven anafora enzovoort en de toepassing en beoor deling op correctheid daarvan binnen een tekst met name dit laatste kan alleen slagen wanneer de taalkennis die is opgebouwd niet een geisoleerde plaats in het taal gebruiksysteem van de leerling blijft innemen maar expliciet beschikbaar komt voor monitor processen in taalgebruik in dit artikel zal vooral ingegaan worden op tekstcorrectie het corrigeren van een niet zelf geproduceerde tekst vormt een taak die behalve voor docenten nauwelijks tot het algemeen functioneel taalgebruik kan worden gerekend anders ligt dit voor de correctie of revisie van een eigen tekst binnen het schrijfproces de grote mate van tolerantie als het gaat om mondeling taalgebruik versprekingen valse starts ad hoe uitbreidingen is afwezig als het gaat om schriftelijk taalgebruik binnen een geschreven tekst zijn de vormelijke en inhoudelijke eisen die aan het taalgebruik gesteld worden veel zwaarder hoewel in de schrijfdidactiek de nadruk steeds meer wordt gelegd op schrijfprocessen en minder op schrijfproducten blijven docenten hoge eisen stellen aan de vormelijke aspecten woordgebruik spelling grammatica van het schrijfproduct de keuze in dit onderzoek voor het corrigeren van een bestaande tekst is ingegeven door praktische overwegingen door alle leerlingen met eenzelfde taak te confronteren is het mogelijk meer dan toevallige verschillen tussen groepen leerlingen zichtbaar te maken op basis van de resultaten op een dergelijke taak kan geen directe uitspraak gedaan worden over de transfer van de onderliggende vaardigheid naar de meer functionele taak van zelfcorrectie of revisie omgekeerd kan wel spiegel 15 1997 nr 1 69 89 beargumenteerd worden dat het verbeteren van een geschreven tekst een kenmerkend onderdeel vormt van de schrijfarbeid blok van gelderen 1994 in de volgende paragraaf wordt allereerst in algemene zin ingegaan op schrijfvaardig heid en meertaligheid een algemene modelmatige beschrijving van het revisieproces komt in paragraaf 3 aan de orde vervolgens worden in paragraaf 4 enkele empirische studies gepresenteerd met betrekking tot tekstrevisie en tekstcorrectie paragraaf 5 bevat de onderzoeksvragen en een beschrijving van de opzet van het onderzoek in paragraaf 6 worden de resultaten gepresenteerd de conclusies en discussie volgen in paragraaf 7 2 schrijfvaardigheid en meertaligheid dit onderzoek richt zich specifiek op tekstcorrectie door zowel leerlingen met het nederlands als moedertaal tl leerlingen als leerlingen die het nederlands hebben verworven als tweede taal t2 leerlingen onder t2 leerlingen worden leerlingen verstaan die in hun voorschoolse periode opgroeien in een gezin waarin niet het nederlands als moedertaal word overgedragen zij leren een andere moedertaal zoals turks papiamento of berber pas in de schoolse context worden zij in belangrijke mate met het nederlands geconfronteerd en begint het verwervingsproces van het nederlands als tweede taal het gebruik van het nederlands blijft in veel gevallen beperkt tot het schools taalgebruik en de mondelinge interactie met leeftijdgenoten in de thuissituatie wordt overwegend een andere taal dan het nederlands gesproken dat dit uitgangspunt blijvende consequenties heeft voor de taalbeheersing in het nederlands is herhaaldelijk aangetoond sterker nog er lijkt sprake van een verdere verwijdering met name wat betreft de woordenschat tussen tl en t2 leerlingen in de loop van het basisonderwijs uiterwijk 1994 verhoeven vermeer 1996 ook binnen het voortgezet onderwijs zijn er aanwijzingen dat t2 leerlingen een achter stand hebben voor het vak nederlandse taal kremers 1990 mulder 1991 meijnen riemersma 1992 mulder pijl 1992 uit verschillende publicaties komen specifieke aspecten van taalvaardigheid naar voren waarbij t2 leerlingen in het voortgezet onderwijs problemen ondervinden o a meestringa 1990 olijkan van der voort 1988 hacquebord 1989 bienfait 1994 hieruit blijkt dat vooral lexicale aspecten woordenschat idioom cognitief abstract taalgebruik schooltaal vaktaal en begrijpend lezen met name op micro niveau lastig zijn in een overzichtsartikel van cumming 1994 over recent trends in research on biliteracy wordt het onderzoek naar tweetalige geletterdheid vanuit verschillende perspectieven beschreven in het kader van dit artikel is het onderzoek vanuit psycho linguistisch perspectief het meest relevant alderson 1984 stelt een fundamenteel probleem aan de orde bij het beoordelen van schriftelijke vaardigheden bij meertalige leerlingen hoe kan een docent die een t2 leerling heeft met lees of schrijfproblemen 70 weten of er iets mis is met de schriftelijke vaardigheden van de leerling of met zijn algemene taalvaardigheid of een combinatie van beide onder algemene taalvaardigheid linguistic competence wordt hier verstaan alle verworven taalgebruikprocessen die niet specifiek modaliteitgebonden mondeling of schriftelijk zijn zoals woordenschat grammatica morfologie pragmatiek en waarop de taalgebruiker in ieder willekeurige taalgebruiksituatie een beroep moet doen uit een overzichtsartikel van krapels 1990 betreffende onderzoek naar schrijf processen in een tweede taal komt als empirische evidentie bij gevorderde tweede taalgebruikers naar voren dat a lack of competence in writing in english als tweede taal kvh jth results more from the lack of composing competence than from the lack of linguistic competence zamel 1983 raimes 1985 cumming 1989 p 49 verder worden tegenstrijdige resultaten gepresenteerd met betrekking tot de overeen komsten of verschillen tussen het schrijfproces in de eerste of tweede taal voor zover er verschillen worden gerapporteerd hebben deze met name betrekking op de rol van de eerste taal bij het planningsproces en het formuleringsproces tweede taalleerders onderling verschillen in dit opzicht sommigen maken ruim gebruik van hun eerste taal bij het conceptualiseren ordenen en formuleren van de tekstinhoud terwijl anderen dat minder of helemaal niet doen zamel 1982 jones 1985 in andere studies wordt aangegeven dat sommige tweede taalleerders die tijdens het formuleren lexicale problemen ondervinden dit proberen op te lossen door middel van strategieen vanuit de eerste taal hall 1987 arndt 1987 meer specifiek met betrekking tot revisie tijdens het schrijfproces komt zamel 1983 voor t2 schrijvers tot dezelfde conclusie als sommers 1980 voor tl schrijvers effectieve t2 schrijvers concentreren zich eerst op de ideeen reviseren op discourse niveau vertonen recursief schrijfgedrag en voeren de tekstcorrectie pas het laatst uit minder effectieve t2 schrijvers reviseren minder concentreren zich steeds op beperkte delen van de tekst en voeren tekstcorrecties uit gedurende het gehele schrijfproces hoewel uit verschillende onderzoeken naar voren komt dat schrijfvaardigheid in de tweede taal maar zeer ten dele wordt bepaald door de algemene taalvaardigheid in die tweede taal is het de vraag of dit voor alle aspecten van schrijfvaardigheid in gelijke mate geldt met betrekking tot de conceptualisering planning en tot op zekere hoogte ook formulering geldt zeker dat taalonafhankelijke universele compositie vaardig heden de wijze waarop conceptuele informatie wordt geordend in een tekst de hoge mate van overeenstemming tussen schrijfvaardigheid in de eerste en tweede taal binnen een persoon kunnen verklaren op het niveau van vorm en correctheid van het taalgebruik bij schrijven is het meer aannemelijk een samenhang met specifieke deeltaalvaardigheden zoals woordgebruik grammatica fonologie morfologie te veronderstellen cumming 1989 rijlaarsdam 1991 aangezien het verwerven in een tweede taal van deze deeltaalvaardigheden in al hun subtiele nuances een langdurig proces is wordt de vraag interessant of en in hoeverre verschillen in deze 71 deeltaalvaardigheden nederlands tussen tl leerlingen en t2 leerlingen in het voortgezet onderwijs doorwerken of zichtbaar worden in een specifiek onderdeel van schrijfvaardigheid namelijk tekstrevisie en correctie 3 het revisieproces reviseren vormt een onderdeel van het totale schrijfproces van gedachtenontwikke ling via formulering en revisie leidend tot een definitieve tekst het reviseren of herzien van een tekst betekent het beoordelen en verbeteren van een tekst op ieder willekeurig moment van productie on line tijdens het schrijven en off line tijdens het nalezen dit kan gebeuren door de schrijver zelf maar ook door anderen silva 1990 bereiter scardamalia 1987 hebben een model ontwikkeld waarin het revisie proces in drie componenten wordt onderverdeeld het cdo model de componenten zijn compare dit betreft het vergelijken van de voorliggende tekst met de bedoeling van de schrijver dit onderdeel betreft twee stappen is er iets mis met de tekst evaluatie en waar gaat er iets mis in de tekst detectie of locatie diagnose hier wordt gezocht naar de oorzaak van het probleem in de tekst de revisor stelt zich de vraag waarom of hoe is het mis gegaan operate in deze component moet de revisor komen tot een oplossing van het probleem heel concreet wordt hier de vraag gesteld welke ingreep wijziging in de tekst lost het gesignaleerde probleem adequaat op deze drie componenten worden in de aangegeven volgorde afgewerkt wanneer de revisor besluit tot een bepaalde wijziging en daarmee de tekst verandert zal de tekst inclusief de verandering weer opnieuw moeten worden beoordeeld een wijziging kan immers op zich weer andere problemen oproepen dit leidt ertoe dat het model een recursief karakter heeft het cdo model heeft met name betrekking op revisie van een eigen tekst wanneer leerlingen gevraagd wordt een bestaande tekst te reviseren of corrigeren zal de leerling bij stap 1 compare niet terug kunnen vallen op de bedoeling van de schrijver maar deze hooguit impliciet uit de tekst kunnen afleiden in dat geval mag echter wel verondersteld worden dat de oorspronkelijke schrijver de bedoeling had correct taal te gebruiken en coherent en duidelijk zijn gedachten te formuleren het signaleren evaluatie en locatie van een fout is uiteraard de eerste noodzakelijke stap in hoeverre de leerling een poging doet om de aard en oorzaak van de fout diagnose te expliciteren zal afhangen van de mate waarin de taalgebruiksituatie hiertoe uitnodigt of stimuleert via hardop denkprotocollen is deze meta linguistische fase zichtbaar te maken in hoeverre deze fase noodzakelijk is om tot een succesvolle uitvoering van de derde stap operate te komen is niet met zekerheid te zeggen aannemelijk is wel dat een goede diagnose de kans op een adequate tekstaanpassing 72 vergroot bij het uitvoeren van de feitelijke tekstverbetering zal de leerling een alternatieve formulering moeten bedenken dit kan een herordening inhouden van de in de tekst gegeven elementen woorden zinnen alinea s of de leerling kan nieuwe elementen toevoegen of bestaande elementen bewerken morfologische markeringen aanbrengen of veranderen of vervangen woordkeus in al deze gevallen zal het slagen van de verbetering mede afhangen van de schrijfvaardigheid van de leerling zelf 4 empirisch onderzoek uit het onderzoek van bereiter scardamalia 1987 naar revisiegedrag bij groepen leerlingen van 10 tot 14 jaar komt naar voren dat de meesten van deze leerlingen succesvol waren in het detecteren en diagnostiseren van problemen in hun eigen teksten en in het uitvoeren van veranderingen dit succes is ongetwijfeld mede te danken aan de hulpmiddelen die de leerlingen kregen aangeboden in dit onderzoek alle leerlingen werden voorzien van twee checklists een voor de signalering van problemen compare met elf evaluatieve frases zoals people may not believe this i think this could be said more clearly this is a useful sentence de functie van deze lijst is in essentie dat de leerling zich bewust wordt van een aantal criteria van tekstbeoordeling uit de criteria blijkt de complexiteit van deze fase het is niet een simpel goed fout verhaal maar veeleer een heuristisch proces waarin vele min of meer goede alternatieven in overweging genomen moeten worden daarnaast kregen zij een lijst met mogelijke acties operate die tot een oplossing van het gesignaleerde probleem kunnen leiden ze konden een keuze maken tussen zes mogelijke acties zoals i think iu leave it this way i d better say more ld better change the wording met deze hulplijsten in de hand werden de leerlingen optimaal gestimuleerd tot revisie over te gaan een groep leerlingen reviseerde de eigen tekst on line dat wil zeggen dat zij na iedere zin die zij geschreven hadden het cdo proces doorliepen om pas verder te gaan als ze tevreden waren over de zin in de tekst een andere groep reviseerde een eerder geschreven volledige tekst achteraf evaluation after door zin voor zin het cdo proces te doorlopen en eventuele wijzigingen aan te brengen via hardop denk protocollen werden de mentale operaties en de overwegingen in de keuzes voor bepaalde oplossingen expliciet zichtbaar de belangrijkste conclusie uit dit onderzoek 73 was dat leerlingen van alle leeftijdsgroepen in staat waren het cdo model staps gewijs uit te voeren en dat ze over het algemeen succesvol waren in het detecteren en oplossen van problemen uit reacties van de leerlingen bleek verder dat ze het een zinvolle bezigheid hadden gevonden en dat de vragen in de checklists hen hadden geholpen bij het schrijven opmerkelijk gegeven uit het onderzoek is verder dat de gereviseerde teksten van de leerlingen door onafhankelijke beoordelaars niet als beter werden beoordeeld op globaal tekstniveau dit zou kunnen leiden tot de stelling dat het effect in termen van verbetering van de tekstkwaliteit zeer gering was bereiter scardamalia tekenen hierbij aan dat zeker de jongere leerlingen maar ook de oudere hun revisiegedrag vooral beperkten tot vrij lokale ingrepen in de tekst en zelden wezenlijk ingrepen in hogere niveaus van de tekst die in de beoordeling van globale tekstkwaliteit een belangrijke rol spelen ook heeft de instructie van de leerlingen hier mogelijk een belangrijke rol gespeeld de leerlingen werden nadrukkelijk geinstru eerd hun tekst zin voor zin na te kijken dit stimuleert uiteraard vooral revisie op zinsniveau verder bleken verbeteringen niet altijd ook verbeteringen te zijn veel veranderingen die leerlingen aanbrachten in de tekst waren eerder verslechteringen dan verbeteringen hoewel deze laatste categorie zij het nipt de overhand had dit kan erop duiden dat adequate revisie geleerd moet worden en dat zeker onervaren schrijvers in beginsel geneigd zijn tot overcorrectie al met al concluderen bereiter scardamalia 1987 dat hun cdo model een werkbare weergave vormt van het revisieproces maar dat het in de onderzochte proefgroep een vaardigheid is die nog in ontwikkeling is in nederland is door blok van gelderen 1994 soortgelijk onderzoek gedaan naar revisievaardigheden bij 32 leerlingen uit groep 7 en 8 van de basisschool zij baseren zich hierbij op het cdo model van bereiter scardamalia 1987 en volgen een soortgelijke procedure met echter enkele wezenlijke verschillen in dit onderzoek reviseerden de leerlingen niet een eigen geschreven tekst maar een door de onder zoekers samengestelde tekst van een fictieve leeftijdgenoot over het verblijf in een kampeerboerderij de tekst is samengesteld op basis van feitelijke teksten van leer lingen uit groep 8 verder worden door blok van gelderen 1994 de te signaleren fouten in deze tekst 26 in totaal ingedeeld naar tekstniveau waarbij zij onderscheid maken tussen micro niveau 8 fouten binnen zinnen meso niveau 11 fouten tussen twee zinnen en macro niveau 7 fouten op globaal tekstniveau de proefpersonen binnen dit onderzoek werden verdeeld in goede en zwakke stellers op basis van leerkrachtoordelen de resultaten uit dit onderzoek geven het volgende beeld alle leerlingen bleken in staat tot evaluatie compare van de tekst met behulp van een aantal evaluatieve categorieen op een nakijkkaart alle leerlingen werden in gelijke mate gestimuleerd hiervan gebruik te maken en deden dat ook echter goede stellers gaven aanmerkelijk meer adequate evaluaties leerlingen werden gestimuleerd een diagnose diagnose te geven van de door hen als negatief aangemerkte tekstfragmenten de diagnose werd als adequaat opgevat als de leerling de fout benoemde overeenkomstig de foutenclassificatie die aan de tekst ten grondslag lag van de formulering door de leerlingen van deze diagnoses 74 en de beoordeling daarvan wordt verder geen verslag gedaan goede stellers gaven meer en meer adequate diagnoses dan zwakke stellers dat de leerlingen overgingen tot aanpassing operate van de tekst blijkt uit het groot aantal woorden dat bij de revisie betrokken was gemiddeld 50 op een totaal van 134 woorden in de originele tekst ook hier werd zichtbaar dat goede stellers beduidend meer veranderingen en meer effectieve veranderingen aanbrachten dan zwakke stellers met betrekking tot het signaleren diagnostiseren en verbeteren van de fouten op de verschillende tekstniveaus zijn de uitkomsten in overeenstemming met die uit eerder onderzoek op het micro niveau worden de meeste fouten verwijderd en naarmate het niveau stijgt meso en macro nemen deze aantallen af opvallend is wel dat zich op het micro niveau geen verschillen voordoen tussen goede en zwakke stellers fouten op dit niveau worden voor 50 verwijderd door beide groepen op meso en macro niveau zijn de gemiddelde percentages respectievelijk 39 en 32 op deze niveaus onderscheiden de goede stellers zich in positieve zin van de zwakke stellers dat er op micro niveau slechts de helft van de fouten wordt verwijderd duidt erop dat leerlingen aan het einde van de basisschool hier nog moeite mee hebben aan genomen mag worden dat deze vaardigheid zich in de loop van het voortgezet onderwijs verder ontwikkelt binnen het in paragraaf 5 te bespreken onderzoek staan fouten op micro niveau centraal de vaardigheid in het signaleren en verbeteren van deze fouten wordt onderzocht bij leerlingen in 3 vbo en 4 mavo 5 onderzoeksvragen en opzet van het onderzoek 5 1 onderzoeksvragen in dit onderzoek zal verder gesproken worden over tl leerlingen en t2 leerlingen tl leerlingen beheersen het nederlands als moedertaal voor de t2 leerlingen geldt blijkens hun opgave in een vragenlijst over thuis taalgebruik dat het nederlands niet hun moedertaal is en dat zij dagelijks in de thuissituatie en vaak ook met vrienden een andere taal dan het nederlands gebruiken dit onderzoek naar de revisie vaardigheden van tl en t2 leerlingen is beschrijvend van aard het is niet meer dan een pilot studie een eerste stap naar empirische gegevens over deze vaardigheid bij deze groepen leerlingen mede in het licht hiervan is de steekproef tamelijk bescheiden de centrale vraag in dit onderzoek is zijn er verschillen in correctievaardigheid tussen tl en t2 leerlingen in het voortgezet onderwijs binnen deze algemene vraagstelling zijn enkele deelvragen geformuleerd op basis waarvan de uiteindelijke onderzoeksopzet is vastgesteld 75 1 in hoeverre zijn er verschillen tussen tl en t2 leerlingen met betrekking tot het corrigeren van micro fouten in een tekst de verwachting is dat tl leerlingen vaardiger zullen zijn in het corrigeren van micro fouten dan t2 leerlingen omdat zij vanuit hun moedertaalbeheersing meer middelen tot hun beschikking hebben om adequate alternatieven te formuleren 2 in hoeverre treedt er tussen tl en t2 leerlingen een differentiatie op met betrekking tot verschillende typen micro fouten met name morfo syntactische fouten versus lexicale idiomatische fouten de verwachting is dat de t2 leerlingen met name op de specifieke lexicale idiomatische taalaspecten relatief lager zullen presteren dan de tl leerlingen zie ook paragraaf 2 3 in hoeverre treedt bij tl en t2 leerlingen overcorrectie op dat wil zeggen worden op zich correcte tekstelementen als fout aangewezen er is dus niet alleen gekeken of leerlingen de bewust aangebrachte fouten opsporen en verbeteren maar ook of zij geneigd zijn tot overcorrectie wat kan duiden op een algemene onzekerheid over de juistheid van tekstelementen om de vergelijkbaarheid van de groepen tl en t2 leerlingen te controleren zijn als controlevariabelen schoolniveau vbo versus mavo en het rapportcijfer nederlands in de analyses betrokken 5 2 de steekproef in december 1994 werkten in totaal 207 leerlingen op vo scholen in tilburg mee aan het onderzoek de 51 havo leerlingen worden in dit artikel niet nader besproken omdat zich onder hen slechts een t2 leerling bevond binnen de vbo en mavo klassen in het onderzoek zaten gemiddeld 16 t2 leerlingen tl leerlingen t2 leerlingen totaal aantal aantal percentage aantal percentage leerlingen 3 vbo 65 85 5 11 14 5 76 4 mavo 66 82 5 14 17 5 80 totaal 131 83 9 25 16 1 156 tabel 1 verdeling van de leerlingen naar schooltype en t1 t2 gebruik 76 5 3 onderzoeksprocedure het instrumentarium bestaat uit vier onderdelen 1 een korte leerlingvragenlijst 2 een korte docentvragenlijst 3 een instructieblad 4 een correctie revisietaak in de leerlingenvragenlijst gaven de leerlingen hun thuistaal aan door in te vullen welke taal ze meestal spreken met hun ouders broers zussen en vriend inn en op basis van deze antwoorden zijn leerlingen als tl leerling of t2 leerling getypeerd in de docentenvragenlijst werd gevraagd hoe vaak er in de klas aandacht werd besteed aan revisie en wat het laatste rapportcijfer nederlands was van de leerlingen op schaal 1 t m 10 om de revisievaardigheden van de autochtone en allochtone leerlingen te onder zoeken is een correctietaak ontwikkeld omdat deze bij voorkeur binnen een lesuur te maken moest zijn is er niet voor gekozen de leerlingen zelf een tekst te laten schrijven en deze te laten reviseren in plaats daarvan kregen de leerlingen allemaal dezelfde tekst voorgelegd de taak bestaat uit een tekst die door een leerling in het derde leerjaar van het voortgezet onderwijs geschreven is de tekst is afkomstig uit een onderzoek van de glopper 1985 in het derde leerjaar van het voortgezet onderwijs de tekst heeft als titel muziek en gaat over de belangrijke rol die muziek kan spelen in allerlei situaties deze tekst is gekozen omdat het thema redelijk sekse en cultuur neutraal is de tekst een duidelijke structuur heeft niet te lang is en goede mogelijkheden biedt om er verschillende typen fouten in aan te brengen de tekst is met opzet twee keer opgenomen een keer als geheel zodat de leerlingen eerst kunnen lezen waar de tekst over gaat en een keer in een andere lay out met ruimte voor correctie zie figuur 1 in deze tweede tekst moeten de verbeteringen worden aangebracht beide teksten zijn exact hetzelfde en bevatten dus ook dezelfde fouten de mondelinge en schriftelijke instructie bij de taak beschrijft de wijze waarop de leerlingen fouten konden onderstrepen en verbeteren foutief geplaatste woorden moesten worden onderstreept en vervolgens moest met een pijl de juiste positie van dat woord in de zin worden aangegeven verkeerde woorden moesten worden onderstreept en op de stippellijn achter de zin diende het juiste woord te worden ingevuld om te voorkomen dat fouten op meer manieren te corrigeren zijn mogen de leerlingen geen woorden toevoegen of wegstrepen alle leerlingen hebben zich aan deze instructie gehouden ten slotte is de leerlingen erop gewezen dat niet in iedere zin een fout hoeft te staan en dat een zin meer dan een fout kan bevatten 77 in de pauzes wordt er sinds kort muziek gedraaid en je kunt zelfs in je eindexamenpakket jfout 26 093 26 093 13 798 89 v u ispfs