Publicatie datum: 1988-05-01
Auteur: Roger Roger
Collectie: 18
Volume: 18
Nummer: 3
Pagina’s: 139-143
Documenten
de woordenschatles mijn buurjongen pat ri ck 1 e latijnse komt me vragen of ik hem kan helpen met zijn nederlandse huistaak in zijn boek staat ni een oefening waarbij hij tel kens een bijvoeglijk naamwoord moet invullen in uitdrukkingen als zo als een hond een bliekje een vogeltje en ze staan niet allemaal in de dikke van dale mijn suggestie om er samen eens wat leuke mogelijkheden voor te verzinnen wijst hij verontrust van de hand terwijl zo zwart vuil vriendelijk of slim als een hond toch allemaal even goed nederlands is als zo ziek of zo moe als een hond de onvindbare uitdrukkingen staan gelukkig allemaal in koenen of in van dale hedendaags nederlands behalve zo gezond als een bliekje dat ik dan maar uit mijn geheugen opdiep patrick zegt dat hij helemaal niet zinnens is die laatste uitdrukking ooit te gaan gebruiken hij heeft bij zijn weten nog noo it een bliekje gezien maar ja hij zegt ook dat hij de wubbe krijgt van zo n oefeningen en weet hij soms wat een wubbe is dat laatste vindt hij maar een flauw ant woord van me en ja het is ook typisch een leraarssmoes om iets onverdedig baars goed te praten er wordt in ons onderwijs traditioneel veel aandacht besteed aan de woorden schatles is het een rest uit de tijd toen alle vlaamse middelbare scholieren mas sa s franse woordjes ingestampt moesten krijgen om een min of meer redelijk niveau in de toenmalige onderwijstaal te bereiken is het een poging om het abn als vreemde taal aan te leren vaak met methodes die in het vreemdetalen onderwijs al lang niet meer gangbaar zijn hoe dan ook we vinden het onder deel woordenschat in de meeste leerplannen terug en dus moet er maar se rieus werk van gemaakt worden hoe leert men nieuwe woorden hoe hebt u het woord synthesizer geleerd drie mogelijkheden doen zich hier voor a door ervaring u had het woord al een paar keer gehoord u zag het ding op tv zonder te weten wat het was later zag u het in het uitstalraam van een muziekwinkel met de naam op het prijskaartje b door het aan iemandte vragen zeg wat is dat eigenlijk een synthesizer c door het op te zoeken in een woordenboek b v in van dale hedendaags nederlands voortaan vd hn elektronisch instrument met een toetsen bord waarmee uiteenlopende klanken voortgebracht kunnen worden dit laatste is in dit geval zeker niet de interessantste methode want wie hele maal niet wist wat het was weet het na zo n verklaring waarschijnlijk nog niet dit brengt ons op het belang van de ervaring de voorkennis bij het leren van nieuwe woorden als ik het begrip niet ken kan ik met het woord ook niets aan vangen als ik woordenschatles over wijn wil geven dan kan dat alleen bij vonk 1988 18de jg nr 3 139 mensen die al iets van wijn afweten zoniet moet ieder een glas voor zich op de bank hebben staan en dan kunnen we aan de hand van smaakproeven gaan spreken over bouquet vd fin karakteristieke geur van wijn of van sigaren afdro nk vd hn plaatste indruk bij het proeven van wijn of tannine vd hn looistof looizuur praktisch betekent dit natuurlijk dat de woordenschat van bepaalde meer gespecialiseerde onderwerpen alleen binnen dat vak gegeven kan worden de leraar aardrijkskunde kunstgeschiedenis informatica enz geeft een heleboel vaktermen je kunt niet uitleggen wat saven betekent aan iemand die niet een elementaire kennis van de werking van een computer heeft het woord staat overigens niet in vd hn een tweede vraag die achter de vorige zit is wat we dan precies onder kennen moeten verstaan er is eerst en vooral een hele gradatie van passieve naar actieve kennis met aan het ene uiterste het herkennen van een woord ja wacht eens dat bestaat ik heb dat nog gehoord en aan de andere kant het vlotte da gelijkse geschreven of gesproken gebruik eraan bij de woorden die we passief kennen zijn er een aantal die we niet gebruiken omdat we er geen praktische behoefte aan hebben b v het woord hypothenuse voor de schuine zijde van een rechthoekige driehoek dat vandaag voor het eerst in decennia uit mijn pen vloeit daarnaast zijn er een aantal die we niet willen gebruiken om een of an dere reden te plechtig schreien te plat lullig te dialectisch poteren te hol lands onwijs te lullig benenwagen te jeugdig bangelijk enz en weten we dan nog steeds wat de correcte spelling van een woord is impresario met een s de meervoudsvorm sta in de wegs de stamtijden beval bevolen er is niet alleen de vraag naarde mate van activiteit van onze kennis maar ook die naarde nauwkeurigheid ervan van sommige woorden kunnen we een slui tende definitie geven b v auteurstaal summatieve toets dieptestructuur van andere hebben we een meer intuitief begrip zonder dat ons dat in het dagelijks leven overigens hindert b v socialisme tafel viltstift voor sommige mensen is een precieze kennis van een bepaalde terminologie van groot praktisch belang voor andere is een intuitief begrip al voldoende reaffectatie is voor de directeur en de vakbondsafgevaardigde een heel precies gedefinieerd begrip voor de gemiddelde leraar is dat vager soms zou het wel nuttig zijn als meer leraars een preciezere definitie van sommige begrippen hadden b v leesplezier creativi teif in andere gevallen helpt ons dat niets verder in de klas ook onze leerlingen verruimen dus hun woordenschat op veel manieren de gewone manier is dan dat ze nieuwe woorden opsteken bij allerlei gelegenhe den lectuur media contacten allerhande we moeten echter constateren dat dit in vlaanderen bij het leren van abn nogal dikwijls in gebreke blijft van vrien den familieleden buren enz horen ze meestal al dan niet opgepoetst dialect en ook dat ze er weinig abstracties of meer ingewikkelde verbindingen mee 140 ieren van krachtzijn ten overstaan van te berde brengen het taalmilieu van de meeste leerlingen is op d it gebied gewoonte arm om stimulerend te werken de school zal dus een rol moeten spelen bij het aanleren van woorden of bij het activeren van aanwezige passieve woordkennis hierbij zijn een aantal lestypes denkbaar a in de loop van een leesles b v we praten eerst over kleding en lifestyles de leraar leidt het gesprek en gebruikt daarbij de hoofdpunten van een artikel als leidraad zodat de voorkennis van de leerlingen geactiveerd wordt dan volgt de eigenlijke leesoefening met als leesopdracht ga na in hoeverre dit artikel overeenkomt met jouw opva tt ingen hierover en of het nog nieuwe ge gevens bevat tenslo tt e komt de nabespreking waarbij de in de tekst ge bruikte nieuwe woorden waarschijnlijk als vanze lf naar boven komen of gemakkelijk naar boven gehaald kunnen worden en vastgesteld kunnen worden volledig thematische les b bij een of ander taalveld worden systematisch woordjes verzameld verge leken etymologisch verklaard vergeleken met andere talen enz b v arbeid werk taak job arbeider werkmens werknemer proletarier loontrekkende werken wroeten toeken de waarde van de synoniemen stilistisch en emotioneel wordt vergeleken lokaal of regionaal taalgebruik wordt opgenomen maar gemerkt deze les is waarschijnlijk een cursorisch moment in een meer thematische reeks het juiste woord van dr l brouwers kan nog eens dienst doen c een of ander semantisch verschijnsel wordt aan de hand van levensechte voorbeelden doorgenomen b v eufemisme samenstelling leenwoorden helemaal taalsysteem helemaal cursorisch d helemaal occasioneel wanneer het lesdoel in eerste instantie wat anders was en een woord alleen verklaard moest worden omdat het in de weg stond o weten jullie niet wat een brevier is e de schoolse aanpak invuloefening in allerlei vormen inbegrepen namen bij onderdelen van een tekening invullen kruiswoordpuzzels vetgedrukte woorden vervangen enz al deze lesvormen zijn legitiem te noemen behalve modele met elk van de andere zijn immers zinnige lesdoelen te bereiken tegen de klassieke invul oefeningen is als groot bezwaar in te brengen dat er eigenlijk helemaal niets ge oefend wordt op zijn best zijn ze als woordenschattests te beschouwen waar bij dan nog vaardigheid in het voorspellen van wat een leraar graag hoort be langrijker is dan goede taalbeheersing denken we maar aan patricks huistaak wie om een of andere reden toch met een boek met woordenschatoefeningen opgescheept zit kan zo n ding toch actief gebruiken door de oefeningen om te buigen tot iets anders b v zoveel mogelijk synoniemen verzinnen en de ver schillende waarde ervan afwegen type b dus b v bij de hoek werd ik te gengehouden door een politieman agent rijkswachter flik zwaantje smeris gendarme polies 141 ook het opschrijven en memoriseren van woordenverklaringen die de leraar uit het woordenboek gehaald heeft feodaal tot het leenstelsel behorend vd hn is een volstrekt zinloze activiteit waarbij alleen de rechterhand van de leerlingetjes actief is school en levende taal worden gescheiden aldus geleer de woorden bestaan voor hen alleen in hun schrift en op school hoe zouden ze beter kunnen weten waarom woordenschatles het is bij elke woordenschatles of bij het woordenschatgedeelte in een les absoluut nodig te overwegen wat ons doel ermee precies is we geven een aantal mogelijke doelstellingen a de leerlingen herkennen en begrijpen intuitief de behandelde woorden betekenis gevoelswaarde stijlwaarde b de leerlingen kunnen een definitie van de behandelde woorden geven c de leerlingen gebruiken spontaan de behandelde woorden d de leerlingen gaan spontaan zoeken vragen naar de betekenis van woorden als ze voelen dat het niet begrijpen ervan op een bepaald ogenblik een pro bleem is e de leerlingen oefenen in het gebruik van een woordenboek f de leerlingen oefenen in het afleiden van de betekenis van woorden uit de context g de leerlingen streven naar nauwkeurigheid in hun taalgebruik h de leerlingen streven naar expressief en persoonlijk taalgebruik i de leerlingen zijn niet bang om nieuwe ongewone woorden te gebruiken b v roestwerend fietsenstalling dagorde j de leerlingen ontwikkelen een taalbeschouwelijke houding en verwerven een taalvisie het probleem van de doelstellingen a b en c is vooral dat er eigenlijk nog niet veel gebeurd als de leerlingen deze 20 woordjes geleerd hebben de gekozen woorden zijn tenslotte vrij toevallig aan de orde gekomen het hadden er net zo goed 20 andere kunnen zijn het toedienen van overdosissen woordenschat in de hoop dat er op lange termijn wat zal van overschieten is niet efficient alleen het opstarten van een zelfleerproces de doelstellingen d e en f blijft doorwerken en leidtop den duur tot de doelstellingen g h i en j die attitudes aangeven welke woorden toch is het helemaal niet willekeurig welke woorden in de klas aan de orde komen er zijn nogal wat gevallen waarin conventioneel en precies taalgebruik abso luut gewenst is zakenbrieven rapporten e d in andere gevallen is een meer persoonlijk taalgebruik wel acceptabel of zelfs wenselijk en is intuitieve 142 kennis van de gebruikte woorden wel voldoende b v persoonlijke brieven sommige artikels onze lessen zouden ertoe moeten leiden dat de leer lingen dat aan de hand van concrete ervaringen in gaan zien en dat ze gemo tiveerd worden om daar rekening mee te houden het leerplan van het eenheidstype vestigt terecht de aandacht op de nood zaak van het aanleren van woorden voor abstracties dat is inderdaad een soort woorden die veel leerlingen later nodig zullen hebben voor hun studies enz en die niet spontaan uit hun sociale omgeving komen de woordenschat zou liefst ook niet beneden hun niveau mogen liggen wie patrick verplicht om in het 1e jaar s o de uitdrukking zo moe als een hond te gaan leren verdoet zijn tijd d i patrick zijn tijd de woorden waarop we de aandacht richten in de hoop dat ze die echt gaan gebruiken zouden in vlaanderen een reele gebruikskans moeten maken een kleintje koffie zullen ze toch nooit bestellen wie daar in een vlaams cafe om vraagt laat zich opmerken om niet meerte zeggen maar ja de kel ner is de gargon ook aan het verdringen en de fiets komt meer en meer in de plaats van de velo het is niet steeds gemakkelijk om te beslissen of men een woord probeert door te drukken of de zaak maar blauwblauw zal laten hoe aanpakken een groot probleem waar sommige leraars nu voor komen te staan is het goed hanteren van bepaalde creativiteitsbevorderende werkvormen wie niet ge woon is leerlingen te laten denken te leren denken heeft nog een moeilijke leer tijd voor de boeg hij zal o m nog moeten leren open vragen te stellen dus wat zou dat allemaal kunnen betekenen hoe ben je dat te weten gekomen zijn er nog andere interpretaties mogelijk i p v wat betekent dat waar staat dat wie geeft me het juiste antwoord hetzelfde leerproces zal de leraar doormaken als hij de leerlingen wil laten werken in duo s of in groepjes als hij ze elkaars vondsten of ontdekkingen wil laten becommentarieren enz er is alleen geen andere weg als men wil dat er echt wat geleerd wordt roger roger leeuwerikenlei 3 2520 edegem 143