Degelijk vakwerk

Publicatie datum: 1987-01-01
Collectie: 05
Volume: 05
Nummer: 3
Pagina’s: 61-82
johan eimers hans wegman r i i i degelijk vakwerk bespreking van g c w rijlaarsdam effecten van leerlingen respons op aspecten van stelvaardigheid amsterdam sco 1986 sco rapport 88 diss u v a hij was de enige die mijn verhalen begreep en ik schreef ze meer voor hem dan voor mijn leraar nederlands hij las ze op de autobank in de zon met zijn voeten op een groentekistje dat hij op zijn kant had gezet toen ik klaagde dat de leraar er geen hoge cijfers voor wilde geven zei hij wat weten leraren nou helemaal dat zijn toch akelige lieden die ervan houden jonge mensen af te knijpen de meeste volwassenen worden op de een of andere manier afknijpers hermine de graaf het verhaal in naam der wet uit de bundel aanklacht tegen onbekend 1987 0 inleiding gaan leerlingen beter schrijven als ze onderling feedback geven op eikaars schrijfprodukten in november 1986 promoveerde g c w rijlaarsdam op een studie naar aanleiding van deze vraag stelling het proefschrift biedt een weergave van empirisch statistisch onderzoek van een gegeven dat zowel in de vak didactiek als in de onderwijspraktijk nederlands relevant geacht moet worden in zijn soort empirische studie van een vakdidactische deel problematiek is het proefschrift misschien wel uniek en het is niet ondenkbaar dat de resultaten op een of andere manier invloed zullen hebben op vakdidactische ontwikkelingen al was het alleen maar doordat anderen zich in hun stellingname met betrekking tot wenselijk moedertaalonderwijs baseren op een mogelijke interpretatie van de uitkomsten van dit onderzoek het is voornamelijk om die reden dat wij ons uitgenodigd voelden de dissertatie in dit blad te bespreken we doen dat vooral als didactici ala direct betrokkenen bij de opleiding en nascholing van leraren nederlands met specifieke aandacht voor de didactiek van het schrijfonderwijs een van ons deed boven dien als begeleider van schrijfgroepen zowel binnen als buiten het onderwijs ervaring op met vormen van onderlinge feedback de bespreking is als volgt geordend allereerst 1 geven we een kort overzicht van de inhoud van de dissertatie daarna gaan we in op de door rijlaarsdam gehanteerde begrippen schrijfvaardig 61 spiegel 5 1987 nr 3 61 82 heid 2 en leerlingrespons 3 na de karakterisering van het onderzoek met enkele kritische kanttekeningen 4 is nog een aparte paragraaf gewijd aan het experimentele stelonderwijs programma dat voor het onderzoek werd ontwikkeld 5 vervolgens bespreken we de resultaten van het onderzoek 6 en de erop gebaseerde conclusies 7 het proefschrift staat als publikatie niet op zichzelf de auteur had al enkele keren eerder verslag gedaan van de vorderingen van zijn onderzoek we willen ter afsluiting van deze bespreking die andere publikaties kort memoreren 8 nb wij hanteren in deze bespreking de termen feedback en respons zonder betekenisonderscheid wij menen dat ook in de dissertatie van rijlaarsdam de afwisseling in het gebruik van deze termen slechts stilistische betekenis heeft 1 het proefschrift kort samengevat de dissertatie waarmee rijlaarsdam rapporteert over zijn onderzoek telt 8 hoofdstukken het inleidende hoofdstuk signaleert de moeilijkheden die er bestaan ten aanzien van het stelonderwijs de kritiek op de kwaliteit van dat onderwijs en de problemen waarvoor leraren zich gesteld zien het volgende hoofdstuk geeft een voorlopig theoretisch kader voor het onderzoek de schrijver baseert zich op een verklarings theorie en formuleert zijn hypothesen van het inschakelen van leerlingen als lezer en commentator van teksten van medeleer lingen mag op goede gronden effect verwacht worden effecten verwachten we op drie terreinen schrijfprestaties attituden en zelfconcept schrijfprocessen de bestudeerde onderzoeksliteratuur bespreekt rijlaarsdam in het derde hoofdstuk hij analyseerde 21 voorbeelden van in de verenigde staten uitgevoerd onderzoek naar de effecten van leer lingenrespons en vindt de uitslagen daarvan zonder uitzondering niet geheel betrouwbaar onder andere omdat de condities de onderzoeksopzetten en de statistische bewerkingen te wensen overlaten de nauwgezette analyse leidde tot criteria voor de constructie van het eigen experimentele onderwijsprogramma en het eigen onderzoeksontwerp het volgende hoofdstuk laat dan zien hoe de experimentele onderwijsprocedure werd samengesteld behalve de bestudeerde literatuur leverde ook een inventarisatie van de ervaringen van tien leraren met leerlingenfeedback gege vens voor de constructie van een experimentele onderwijs procedure een stukje leerplan voor een jaar stelonderwijs met leerlingenrespons als belangrijk kenmerk beschreven wordt ook hoe dit onderwijs een jaar lang werd uitgevoerd en op bruikbaar heid onderzocht de resultaten van die toetsen leidden tenslotte tot de definitieve procedure nb het complete onderwijsprogramma is niet in het proefschrift 62 opgenomen maar vormt als leerlingenboek en docentenhandleiding een aparte publikatie bijlagenrapport 1 de hoofdstukken 5 en 6 geven vooral informatie over de onderzoekstechniek instrumentatie en meetkwaliteit van de dataverzameling 5 en methoden en procedures 6 omdat geen gebruik gemaakt kon worden van bestaande instrumenten moesten voor dit effectonderzoek eigen meetinstrumenten ontwikkeld worden nb ook deze instrumenten verschenen in een aparte publikatie bijlagenrapport 2 als nauwelijks statistisch geschoolden schatten we in dat deze hoofdstukken ook voor vele anderen moeilijk te lezen zullen zijn tegelijk erkennen we dat de zorgvuldige verantwoording van het rekenwerk op ons hoewel we dus leken zijn op dit terrein een betrouwbare indruk maakt in het voorlaatste hoofdstuk presenteert rijlaarsdam de resul taten van zijn onderzoek in hoeverre presteerden klassen die een jaar lang via leerlingenrespons onderwezen werden anders dan klassen die docentenfeedback kregen de uitslag van dat onderzoek komt kort gezegd hierop neer voor schrijfprestatie variabelen en psychologische variabelen zijn er geen verschillen aangetroffen tussen de condities voor schrijfprocesvariabelen wel het stelonderwijsprogramma leerlingenrespons heeft zich dus gua effecten op de schrijfprestaties en houdingen met betrekking tot het stellen niet wezenlijk onderscheiden van het onderwijsprogramma docentenfeedback rijlaarsdam noemt deze resultaten verrassend eenduidig maar onverwacht gezien de hooggespannen verwachtingen en de onderwijskundige ver klaringen p 133 hoofdstuk 8 tenslotte bespreekt nog eens kritisch de validiteit van het eigen onderzoek en belooft in de allerlaatste paragraaf een vakdidactische handreiking conseguenties voor de praktijk van het vak nederlands 2 schrijfvaardigheid leerlingenrespons en aspecten van stelvaardigheid zijn de sleutelwoorden van rijlaarsdams dissertatie wat bedoelt hij met stelvaardigheid welke aspecten ervan worden onderzocht rijlaarsdam belicht eerst het schrijfproces hoe gaat een opstel schrijver te werk hij doet dat aan de hand van een theoretisch model van hayes en flower 1983 zij hebben dat model ontwikkeld op basis van protocollen van schrijfklussen die hardop gedacht werden we zullen dat procede later nog tegenkomen in rijlaarsdams eigen onderzoek het model van hayes en flower in een notedop de schrijver plant formuleert en leest terug plannen ontwikkelen en selecteren van ideeen formuleren de ideeen omzetten in taal 63 teruglezen om de tekst te verbeteren verder stelt rijlaarsdam vast dat het schrijfproces beinvloed wordt door factoren als de schrijfopdracht het publiek en kennis van het onderwerp stelvaardigheid spreekt rijlaarsdam af is de vaardigheid betogende opstellen te schrijven en daarbij rekening te houden met vooral het doel en het publiek waarvoor geschreven wordt de vraag is dan wat er volgens de verwachtingen van de onder zoeker zou kunnen veranderen of beter worden aan de schrijf vaardigheid van leerlingen omdat de tekst gelezen wordt door medeleerlingen zou het schrijfprodukt meer doel en publiekgericht worden omdat de leerling ook werk van medeleerlingen onder ogen krijgt neemt zijn voorraad stijlalternatieven en compositiemogelijk heden toe dus zullen zijn opstellen beter worden wat betreft stijl en opbouw wat het schrijfproces zelf betreft de leerling zou via een directer weg zijn doel bereiken en zou kritischer worden ten aanzien van zijn eigen werk daarnaast zou het plezier in het schrijven groter moeten worden en zou de angst om beoordeeld te worden moeten afnemen deze laatste verwachting is gebaseerd op met name onderwijskundig onderzoek op het gebied van motivatie zoals vermeld bestudeerde rijlaarsdam een groot aantal eerdere onderzoeken naar stelvaardigheid een belangrijke conclusie was dat veel van de onderzoeken vooral gericht waren op formele aspecten van stelvaardigheid spelling interpunctie woordkeus zinsbouw hoe onderzocht rijlaarsdam nu die andere minder formele aspecten van stelvaardigheid nemen we als voorbeeld het aspect publiekgerichtheid rijlaarsdam koos een opstel dat door leden van het projectteam als middelmatig was beoordeeld vijf neerlandici kregen ver volgens een aantal opstellen met de vraag aan te geven hoeveel maal een bepaald opstel beter of slechter was dan de door rijlaarsdam gekozen standaard daarbij moesten ze rekening houden met vragen als maakt de schrijver contact met de lezer bevat de tekst inhoudelijke elementen waaruit blijkt dat de lezer met het onderwerp te maken heeft ma statistische verwerking van de beoordelingsgegevens werd een opstelschaal geconstrueerd waarbij vijf opstellen werden gege ven als vertegenwoordiger van een bepaalde waarde op de schaal die schaal werd gebruikt bij de beoordeling van de 792 opstellen uit het hoofdonderzoek 64 vergelijk het volgende schema p 76 opstel opstel opstel opstel opstel 55 60 65 70 75 80 85 90 95 100 105 110 115 120 125 130 135 140 145 verder werd het aspect publiekgerichtheid gemeten aan de hand van een serie zogenaamde analytische scoringsvoorschriften een aantal vragen aan de beoordelaars over de publiekgerichtheid van de inleiding van het opstel vragen als wordt de lezer persoonlijk aangesproken je jullie gebiedende wijs manifesteert de schrijver zichzelf ik me stelt de schijver een vraag roept de schrijver iets uit ook deze vragen werden beantwoord door vijf neerlandici ieder voor 200 opstellen de resultaten werden statistisch verwerkt terug naar het model van het schrijfproces van hayes en flower een descriptief model dat de schrijver voorstelt als een gestructureerd denkende machine die zich bewust een doel stelt en volgens werkplan ideeen spuit die op de man af formuleert en zijn werk regelmatig terugleest om het te verbeteren dit schrijfprocesmodel wordt vaker gehanteerd het ligt bijvoor beeld ook ten grondslag aan veel schrijven met behulp van de computer programma s vgl van der geest 1986 hetgeen echter nog niet wil zeggen dat dit het enige model van het schrijf proces zou zijn noch de enig bruikbare metafoor lang niet alle schrijvers gaan immers op dezelfde manier te werk 3 het begrip leerlingenrespons de leerlingenrespons in het onderzoek van rijlaarsdam maakt deel uit van een zorgvuldig samengesteld onderwijsprogramma voor de ontwikkeling van stelvaardigheid dat is een programma voor een schooljaar bestaande uit vier periodes van 10 tot 12 lessen elke periode heeft ongeveer dezelfde opbouw de voorbereiding bestaande uit 3 instructielessen en 2 schrijflessen 65 de commentaarfase 2 lesuren het verwerken van het commentaar 2 lesuren de herschrijffase 1 lesuur in de commentaarfase krijgt iedere leerling de opstellen van drie klasgenoten te corrigeren bij de verdeling van die opstellen wordt niet geselecteerd en bovendien zijn de werk stukken anoniem het commentaar dient aan te sluiten bij de inhouden van de instructielessen doelgerichtheid publiek gerichtheid structuur betrouwbaarheid nieuwswaarde taal gebruik de leerling krijgt voor het uitvoeren van deze taak de beschikking over formulieren met stellingen en vragen en is verder gebonden aan een voorgeschreven programma van commentaar activiteiten 1 invullen van 12 reactiestellingen 2 omschrijven van de eerste indruk 3 beantwoorden van commentaarvragen 4 omschrijven van het doel van de schrijver 5 golflijntjes zetten onder publiekgerichte zinnen 6 markeren van driedeling inleiding kern slot 7 markeren van hoofdzinnen in alinea s 8 markeren van verbindende woorden en zinnen 9 markeren van structuuraanduidende woorden en zinnen 10 reactietekens in de kantlijn plaatsen 11 verwijsnummers van commentaarvragen in opstel plaatsen 12 toelichtingen op antwoorden schrijven 13 opmerkingen in het opstel schrijven rijlaarsdam heeft in zijn steldidactiek gekozen voor anonieme schriftelijke leerlingenfeedback die bovendien door de docent wordt georganiseerd en waarvoor de criteria zijn voorgeschreven het lijkt ons dat er behalve bij de tweede en bij de laatste commentaartaak uit het bovengenoemde rijtje weinig ruimte is voor eigen min of meer spontane reacties van medeleerlingen de keus voor deze en geen andere manier van respons geven wordt door rijlaarsdam overigens degelijk verantwoord op basis van vooronderzoek en literatuurstudie het gegeven dat leerlingen oordelen mogelijk beinvloed zijn door affectieve relaties sekse en imagebuilding deed hem kiezen voor anonimiteit gemengd samengestelde groepen en onpersoonlijke reacties de keus voor schriftelijk commentaar heeft veel te maken met de verwerk baarheid binnen dit onderzoek maar wordt ook gebaseerd op de ervaring dat mondeling commentaar schrijvers eerder onzeker maakt het kost hun doorgaans veel moeite die mondelinge reacties te accepteren en te verwerken al in een voorpublikatie over het ontwikkelde stelonderwijs programma rijlaarsdam blok 1981 lezen we wanneer wij in het vervolg steeds die ene term leerlingbeoor deling gebruiken wil dat niet zeggen dat het een uniform 66 verschijnsel is integendeel zelfs inschakeling van leerlingen bij de beoordeling van schrijfprodukten is op verschillende manieren mogelijk p 754 juist omdat rijlaarsdam in zijn operationalisering gekomen is tot een specifieke en daardoor uiterst beperkte betekenis van het begrip leerlingenrespons willen we graag nog eens instemmen met die opmerking uit 1981 er zijn inderdaad veel verschillende manieren van leerlingenrespons mogelijk en ze bestaan ook in de praktijk ze zijn echter moeilijk op een lijn te brengen en niet systematisch empirisch getoetst maar dat geldt voor zeer veel van die soms toch waardevolle verworvenheden in het moedertaal onderwijs een heel ander voorbeeld van leerlingenrespons is het bespreken van de vrije tekst in freinet klassen het voorbeeld is zo bijzonder omdat de bemoeienissen van medeleerlingen met een door iemand geleverde tekst van verstrekkende betekenis kunnen zijn de ideeen van de schoolpedagoog freinet vindt men sinds de twintiger jaren in praktijk gebracht vooral in basisscholen in frankrijk belgie nederland en west duitsland de invloed is weliswaar beperkt gebleven maar blijft met enige hardnekkigheid nog steeds aanwezig de freinet scholen maken ook in ons land deel uit van de gerespecteerde vernieuwingsbewegingen voor leerlingen in de freinet klas is schrijven een manier van omgaan met de werkelijkheid het verwerken van hun ervaringen de procedures van feedback geven en ontvangen verlopen meestal als volgt leerling a schrijft een tekst naar aanleiding van een concrete ervaring die tekst wordt centraal gepresenteerd en dan besproken door de klas of leergroep daarmee wordt de tekst in feite eigendom van de hele groep iedereen kan voorstellen doen tot verbetering verandering van inhoudelijke en formele elemen ten en als deze voor de anderen acceptabel zijn worden ze ook uitgevoerd feedback leidt dus onmiddellijk tot revisie waarvoor de respon denten minstens even verantwoordelijk zijn als de oorspronke lijke auteur we noemen dit voorbeeld in de eerste plaats omdat het zo ver af staat van de door rijlaarsdam onderzochte vorm van leerlingenrespons het zal duidelijk zijn dat tussen die uiter sten een heel veld van mogelijkheden ligt we noemen het freinet voorbeeld ook omdat de onderliggende praktijktheorie een aanvulling vormt op de drie door rijlaarsdam genoemde theorieen van moffett elbow en bruffee theorieen over schrijfonderwijs waarin leerlingenrespons een grote rol speelt de ideeen van freinet reiken namelijk veel verder dan een theorie over schrijfonderwijs ze geven een visie op het leren op school dat zich kenmerkt door een ontwikkeling van eigen verantwoordelijkheid en waarin de klas de leergroep in vele opzichten een fundamentele eigen functie heeft voor wat de opvattingen over leerlingenfeedback in het neder 67 landsa onderwijs betreft gaat rijlaarsdam naar onze mening wat al te gemakkelijk uit van wat hij noemt besmetting met het communicatievirus in het begin van de zeventiger jaren vgl p 6 niet door hem genoemd maar wel degelijk van betekenis voor inzicht in de opvattingen over schrijfdidactiek sinds die jaren is het dcn cahier nummer 3 schrijven op school sturm 1976a al in het inleidende artikel van dat cahier bena drukt jan sturm de waarde van peergroup feedback hij baseert zich daarbij onder andere op labov en concludeert ons schrijf taalonderwijs zal ook zijn basis moeten zoeken in de peergroup in de waarden en normen die ten aanzien van het taalgebruik daar gelden sturm 1976b p 14 in zijn bijdrage in hetzelfde cahier over de waardering van schrijfproducten sluit albert kamer 1976 p 64 zich aan bij deze erkenning van de betekenis van de peergroup hij citeert daar uit creatief taalonderwijs dijkstra 1973 daarom is de medeleerling of de klas eerder klankbord en beoordelaar dan de leerkracht en de klas kan de effectiviteit en de zin van een geschreven stuk ook beter ervaren het zal duidelijk zijn dat ook de hier bedoelde respons van medeleerlingen van een geheel andere aard is dan de door rijlaarsdam onderzochte praktijk waarbij leerlingen individueel op geformaliseerde wijze schriftelijk reageren op eikaars opstellen volgens door de docent gegeven criteria wat sturm en kamer kennelijk bedoelden met peergroup feedback was een directe toetsing van schrijfprodukten op basis van waarden en normen die gelden onder leeftijdgenoten men dient zich te realiseren dat het bij rijlaarsdam om iets anders gaat daar reageren leerlingen niet op hun eigen manier op basis van wat zij zelf interessant of belangrijk vinden nee ze voeren controletaken uit volgens voorgeschreven methoden en normen in een schooljaar lezen en beoordelen ze vier keer een opstel van medeleerlingen dat moet een persuasief opstel zijn het produkt van een duidelijke taakstelling en de beoordeling geschiedt voornamelijk op basi3 van door de docent aangegeven criteria daarvoor zijn dan uniforme waarderingsformulieren beschikbaar maar onze mening kan men slechts concluderen dat hier nog maar in zeer beperkte mate sprake is van leerlingenfeedback onder verantwoordelijkheid van de docent hanteren enkele anonieme leerlingen het correctiepotlood en plaatsen kanttekeningen die vrijwel alle gebaseerd zijn op docentenopvattingen we citeren nog een keer kamer die in zijn bijdrage aan dcn ca hier 3 al zijn twijfels uitsprak over de zin van dat soort leerlingenbeoordeling kunnen leerlingen eikaars werk zinvol bespreken en beoodelen jawel als wij ze maar de kans geven om dat ta leren daarvoor is nodig dat we een goede werkvorm voor de bespreking kiezen en dat we ze helpen bij het vinden en hanteren van zinvolle beoordelingscategorieen en redelijke criteria worden werkvormen en beoordelingscategorieen 68 daarentegen heel nadrukkelijk of zelfs dwingend van stonde af aan voorgeschreven dan komen de leerlingen waarschijnlijk nooit aan een eigen oordeel toe waardoor de hele activiteit van het werk bespreken vrijwel zinloos wordt ib p 65 het moge duidelijk zijn dat de reductie van het begrip leer lingenrespons waartoe rijlaarsdam in zijn operationalisering gekomen is belangrijke consequenties moet hebben voor de conclusies en interpretaties van zijn onderzoeksresultaten uiterste behoedzaamheid en bescheidenheid is geboden genera lisaties naar andere vormen van leerlingenrespons dan de speci fieke die rijlaarsdam heeft willen operationaliseren zijn in feite niet mogelijk het proefschrift van rijlaarsdam heeft wel die titel maar gaat niet over de effecten van leerlingen respons het geeft de resultaten van een onderzoek naar de effecten van een zeer bepaalde uiterst beperkte vorm van leerlingenrespons 4 karakterisering van het onderzoek in 2 en 3 concentreerden we ons op twee trefwoorden uit de titel van het proefschrift leerlingenrespons en stelvaardigheid in paragraaf 4 trachten we het door rijlaarsdam verrichte onderzoek te karakteriseren rijlaarsdam heeft zich afgevraagd of leerlingen beter gaan schrijven of opstellen vooruit gaan als het commentaar niet van de docent komt maar van medeleerlingen om tot beantwoording van die vraag te komen koos hij voor een vorm van empirisch statistisch onderzoek hij ontwierp een veldexperiment om vast te stellen of de veronderstelling juist was dat opstellen beter zouden worden bij leerlingenfeedback daarbij beschikte hij over enkele uitgangspunten uitkomsten van onderzoek door anderen het mogen leveren van commentaar zou leerlingen meer bij het onderwijs betrekken zou hen meer moti veren zou het onderwijs efficienter maken zou van het onder wijs meer een echte communicatieve situatie maken zou de docent tijd besparen rijlaarsdam vond ook dat op dit gebied nog maar weinig empi risch door middel van experimenten was onderzocht veelal was gebruik gemaakt van enquetes vragenlijsten en logboeken zijn conclusie luidde het zijn theorieen zonder wetenschappelijke empirische toetsing geen waarheden maar vooral denkbeelden p 10 kennelijk wilde rijlaarsdam waarheden dat wil zeggen statistische waarheden resultaat van hard onderzoek daarvoor was het nodig toetsbare definities op te stellen voor begrippen als schrijfvaardigheid en feedback wat is schrijven eigenlijk wat is beter schrijven wat is commentaar leveren 69 het door rijlaarsdam ontwikkelde experiment werd uitgevoerd in 8 scholen bij 11 docenten iedere docent gaf les aan 2 klassen een klas kreeg schrijfcursussen met leerlingenfeedback de andere klas kreeg dezelfde cursussen alleen gaf daarbij de docent de feedback het lot bepaalde in welke klas de docent als commentator zou fungeren het experiment duurde van augustus tot mei in augustus werd een voortoets afgenomen daarna volgden drie schrijfrondes in februari vond een tussentoets plaats vervolgens een vierde ronde waarna het experiment werd afge sloten met een eindtoets om vast te stellen of de stelvaardigheid van leerlingen vooruit gang vertoonde werden opstellen geanalyseerd in een groot aan tal guantificeerbare eigenschappen bijvoorbeeld de publiekgerichtheid van een opstel wordt gemeten door te letten op het gebruik van je jullie gebiedende wijs het gebruik van ik me of de schrijver zichzelf kenmerkt of de schrijver overeenkomsten aangeeft tussen zichzelf en de lezer of de schrijver het belang van de informatie voor de lezer onderstreept of de schrijver een emotief appel aan de lezer doet je bepaalt dus vooraf dat een opstel publiekgericht is wanneer aan de genoemde voorwaarden is voldaan telt dan de resultaten en stelt tenslotte vast dat de stelvaardigheid wat betreft publiekgerichtheid is veranderd je bent dan afhankelijk van zeer betrouwbare beoordelaars constant in hun manier van beoordelen immers meuffels 1985 wijst er al op dat analytisch beoor delen eigenlijk de optelsom is van een aantal globale beoor delingen je moet als beoordelaar per item vaak subjectieve beslissingen nemen toegegeven het aantal je s en ik s is wel te tellen maar hoe beslis je bij vragen als kenmerkt de schrijver zichzelf suggereert de schrijver overeenkomsten tussen zichzelf en de lezer roept de schrijver emoties op bij de lezer om daarop 200 opstellen lang constant te reageren lijkt een heel karwei rijlaarsdam heeft dan ook de nodige moeite moeten doen zijn beoordelaars op een lijn te krijgen daarbij is het nog belangrijk te vermelden dat in de 4 schrijf cursussen die de leerlingen kregen hun werd geleerd dat publiekgericht schrijven gekenmerkt wordt door het gebruik van je het gebruik van ik jezelf kenmerken overeenkomsten tussen jezelf en de lezer aangeven etc zo zou je kunnen concluderen dat bepaalde aspecten van de 70 stelvaardigheid verbetert lijken te zijn niet door de leer lingenfeedback maar door gerichte training op juist de door geoefende beoordelaars te controleren kenmerken van de bedoelde aspecten de leerlingen passen in hun opstellen toe wat hun is geleerd ongeacht wie hun werk beoordeelt aandacht verdient ook de observatie en meting van het schrijf proces zowel bij de voortoets als bij de eindtoets werd in iedere klas een leerling gevraagd of aangewezen niet geloot die een schrijftaak hardop denkend moest uitvoeren dat hardop denken werd geregistreerd en beoordeeld door een vijftal neerlandici aan de hand van een codeerschema dat tijdens voor onderzoek was opgesteld een voorbeeld p 85 processen voorbeelden van protocolfraqmenten 02 zelfinstructie t a v proces aanpak 1 voor het schrijven van ik ga nu eerst maar eens de tekst ook overschrijven voorbeelden opschrijven 2 voor het lezen van eigen even overlezen wat ik nu heb tekst staan 3 voor het lezen van ik ga de citaten nog maar eens opdracht citaten lezen 4 voor het genereren ik ga eerst bedenken wat ik er bedenken van inhoud of allemaal in zou kunnen vorm schrijven even een titel bedenken even een slot bedenken 5 voor structureren van wat ik nu heb moet ik gaan ideeen ervaringen etc ordenen 6 voor reviseren van tekst ik ga het doorlezen op spelfouten ook voor deze variabelen werd uitgegaan van het model van hayes en flower schrijven is het oplossen van een probleem de proefpersonen moesten als voorbereiding op het hardop schrij ven een raadsel hardop denkend oplossen wij vragen ons af in hoeverre hardop denkend schrijven of een probleem oplossen een gewone manier van doen is en of het hardop denken via dezelfde lijnen gaat als in stilte denken naast schrijfprestatie en schrijfprocesvariabelen werden ook psychologische variabelen gemeten schrijfangst schrijfplezier angst om beoordeeld te worden dat gebeurde driemaal tijdens de voor de tussen en de natoets rijlaarsdam stelde een vragenlijst op met drie categorieen vragen angst voor het niet kunnen schrijven bijvoorbeeld ik heb voordat ik aan het opstel begin het idee dat het me slecht zal afgaan houding jegens schrijven bijvoorbeeld schrijven is erg leuk 71 houding jegens beoordeeld worden bijvoorbeeld ik zou het leuk vinden wat ik schrijf aan tijdschriften te sturen voor publikatie in totaal 31 vragen die op een vijfpuntsschaal beantwoord moes ten worden zie bijvoorbeeld 0 0 0 0 0 1 ik schrijf liever niet ja ja ja nee nee nee 0 0 0 0 0 2 ik geniet van schrijven ja ja ja nee nee nee 0 0 0 0 0 3 ik vind het prettig mijn ja ja ja nee nee gedachten op te schrijven nee 0 0 0 0 0 4 ik vind het heel onplezierig ja ja ja nee nee als klasgenoten mijn opstellen nee lezen de vaak gevoerde methodendiscussie hebben we in deze paragraaf over het onderzoek niet willen herhalen men kan als het om inzichten gaat met betrekking tot de didactiek van het nederlands een principiele voorkeur hebben voor kwalitatief onderzoek men kan ook en dat deed rijlaarsdam kiezen voor een zogenaamd objectieve onderzoeksmethode het veldexperiment biedt dan nog de meeste garantie dat de onderzoekssituatie zo natuur lijk mogelijk is de behoefte aan objectief meetbare gegevens noodzaakte in dit geval de onderzoeker echter tot zodanig ingrij pen in de situatie dat een relatief grote discrepantie ontstond tussen de experimentele situatie en de gewone praktijk en dat leidt wat ons betreft tot twijfels ten aanzien van de externe validiteit van de onderzoeksresultaten 5 het experimentele stelonderwijsprogramma in het onderzoeksjaar werd zoals vermeld een viertal schrijf cursussen gegeven zo n 10 lessen per cursus die vier weken duurde vijf voorbereidende lessen twee commentaarlessen twee lesuren waarin het commentaar werd verwerkt en een herschrijfles in de voorbereidende lessen werd de eerste versie van het opstel geschreven nadat een grote hoeveelheid theorie was verwerkt theorie over publiekgericht schrijven doelgericht schrijven een tekst structureren 72 betrouwbaarheid van het geschrevene nieuwswaarde taalgebruik de leerlingen leerden de theorie thuis en maakten er con trolevragen bij ook over het geven van commentaar werden de leerlingen zeer uitgebreid geinformeerd de schrijfopdrachten waren voorzien van aanwijzingen over doel publiek en medium waar het geschrevene in zou verschijnen de eerste opdracht ging over reclame en had drie pagina s citaten en artikeltjes als achtergrondinformatie de tweede over gast arbeiders met 18 pagina s informatieve literatuur schema s en statistieken de derde opdracht geweld 25 pagina s informatie de vierde had als thema alcohol ruim 30 pagina s leesvoer de opstellen werden eerst in klad geschreven daarna in het net men gebruikte carbonpapier zodat in een keer vier exemplaren ontstonden drie voor de commentatoren in de commentaarlessen werden de opstellen beoordeeld zie par 3 de controlegroep had in die uren gewoon les immers de docent keek de opstellen na het verwerken van het commentaar gebeurde volgens strikte aanwijzingen en met formulieren het commentaar werd geordend door middel van een schema en daarna per categorie doel publiek algemeen samengevat daarna schreef de leerling een commentaar op de commentaren en stelde een herschrijfplan op in twee kolommen links wat hij wilde veranderen rechts hoe hij dat zou doen in het laatste lesuur werd de uiteindelijke versie van het opstel geschreven in drie momenten moest de leerling schriftelijk reflecteren hoe ging het schrijven van het opstel wat heb ik geleerd van het lezen van drie opstellen wat heb ik geleerd van het beoordelen van drie opstellen het programma oogt indrukwekkend zeer nauwgezette aanwijzingen bij het schrijven afgemeten stappen bij commentaar leveren en verwerken de schrijfopdrachten zijn niet ver gezocht en voor zien van een fikse hoeveelheid achtergrondinformatie wat men zich af kan vragen is hoe dikwijls kan het schrijven in de realiteit zo in zijn werk gaan wie is in de gelegenheid zijn artikeltje pamfletje brochuretje eerst aan een jury voor te leggen en daarna te herschrijven wordt de situatie echt zoveel communicatiever bij feedback door leerlingen of is deze manier van werken alleen maar een complicatie van de opdracht verplicht schrijven en dan ook nog verplicht lezen beoordelen het commentaar bespreken herschrijven 6 de resultaten van het onderzoek het stelonderwijsprogramma leerlingenrespons heeft zich qua effecten op de schrijfprestaties en houdingen met betrekking tot 73 stellen niet onderscheiden van het onderwijsprogramma docent feedback concludeert rijlaarsdam de schrijfprestaties werden op bepaalde aspecten beter opbouw en stijl bijvoorbeeld maar dat gebeurde zowel met leerlingen respons als met docentfeedback ook verwierven de leerlingen meer middelen om doel en publiekgericht te schrijven maar of dat aan de feedback ligt is de vraag de schrijftheorie die de leerlingen kregen ging zeer uitgebreid in op dit soort middelen wat betreft het schrijfproces de leerlingen die van hun colle ga s respons kregen lijken het proces wat meer te sturen althans ze produceren meer overpeinzingen als even overlezen wat ik nu heb staan en wat ik nu heb moet ik gaan ordenen tussen jongens en meisjes is geen systematisch verschil in schrijfprestaties en schrijfplezier verder bleek dat met plezier schrijven niet direct gekoppeld is aan beter schrijven ook schrijfangst en slechter schrijven hangen niet samen rijlaarsdam had deze resultaten niet verwacht toch beide groepen leerlingen kregen een zeer doortimmerd schrijfprogramma met veel informatie duidelijke op die informatie gebaseerde aanwijzingen over hoe om te gaan met commentaar beide groepen schreven en herschreven de leerlingen leverden met precies hetzelfde instrumentarium commentaar als de docent is het dan vreemd dat beide groepen tot vergelijkbare prestaties komen rijlaarsdam heeft een hecht stelvaardigheidsprogramma met leerlingfeedback niet willen vergelijken met een gewone serie schrijflessen waarbij de docent de opstellen nakijkt prijzenswaardig maar de onderzochte variabele feedback valt weg tegen de achtergrond van het onderwijsprogramma in zijn geheel wij vinden het niet vreemd dat rijlaarsdam moet concluderen dat bij zo n gedegen serie lessen het niet meer uitmaakt of de docent commentaar geeft of de leerlingen aan elkaar 7 de didactische conclusies intensieve leerlingenrespons is een goed alternatief voor de bestaande praktijk maar niet beter dan intensieve leraren feedback dat is dus heel kort gezegd de conclusie van het beschreven onderzoek waarbij wij het nodig vinden te blijven benadrukken dat deze uitspraak slechts geldt voor de onder zochte vormen van leerlingen en lerarenrespons wie als les gever of opleider bij de schrijfdidactiek betrokken is wil echter wel weten of er niet meer profijt te halen is uit de resultaten van een dergelijk grondig onderzoek rijlaarsdam komt aan die behoefte enigszins tegemoet in de paragrafen 8 3 belangwekkende nevenresultaten en 8 4 conseguenties voor de lespraktijk 74 de interpretatie van nevenresultaten brengt de auteur tot de volgende drie aanbevelingen voor het onderwijs in schrijf vaardigheid 1 cijfers verkregen via opstellen zouden pas aan het eind van het cursusjaar mogen meetellen voor het rapport 2 men zou wat voorzichtiger moeten zijn in het onderwijs om zich uit te spreken over de onveranderlijkheid van de prestatierangorde in de klas 3 als er zoals aangetoond zo n zwak of geen verband is tussen houdingen en schrijfprestaties zou men toch het accent in het onderwijs eerder op het bevorderen van de prestaties dan op de attituden moeten leggen de eerste twee aanbevelingen zijn op zich niet opzienbarend de derde is dat wel vooral omdat rijlaarsdam zich daarmee wil afzetten tegen gangbare opvattingen in kringen van vakdidactici nederlands en curriculumdeskundigen voor het vak nederlands de teneur is zo stelt hij vast als leerlingen schrijven maar leuk vinden dan komt dat kunnen min of meer vanzelf wel p 147 in levende talen 417 januari 1987 publiceerde rijlaarsdam samen met r schoonen op basis van zijn onderzoek een artikeltje met dezelfde strekking het is niet altijd effectief aan de attitudekant te werken in het onderwijs als het om prestaties te doen is p 14 wij vinden dit soort uitspraken hachelijk omdat ze onbedoeld waarschijnlijk als legitimering kunnen gelden voor repressief disciplinair onderwijs in een advies aan de minister over de inhoud van het voortgezet basisonder wijs aldus rijlaarsdam wordt zelfs door slo medewerkers geschreven dat het weinig zin heeft als leerlingen iets kunnen namelijk schrijven maar het niet willen ib de formule ring zelfs doet ons concluderen dat rijlaarsdam voor deze opvatting van slo medewerkers weinig waardering heeft men dient zich echter te realiseren dat zijn onderzoek weliswaar gegevens oplevert over de lage correlatie tussen schrijfplezier en schrijfprestatie maar dat het dan gaat om prestaties met betrek king tot bepaalde tekstsoorten in strikt schools georganiseerde condities of dezelfde leerlingen ook zullen kunnen en willen schrijven in diverse maatschappelijke niet schoolse situaties is niet aangetoond de mogelijkheid dat attitude ontwikkeling daarvoor een belangrijke voorwaarde vormt is niet onderzocht en kan dus ook niet bestreden worden op basis van onderzoek voorlopig vinden wij die genoemde slo opvatting zo gek nog niet leerlingen die niet bang zijn om te schrijven zullen eerder naar de pen grijpen dan leerlingen die op school tegen hun zin tot prestaties zijn gedwongen in de paragraaf over conseguenties voor de lespraktijk moet rijlaarsdam zich baseren op gegevens over de duidelijke vooruitgang op schrijfprestatievariabelen zoals deze is 75 geconstateerd zowel in het experimentele programma leerlingen respons als in het controleprogramma docentenfeedback met enige voorzichtigheid geeft hij argumenten voor de betekenis van zijn onderwijsprogramma s instructie met betrekking tot aspec ten van schrijfvaardigheid voor de geconstateerde vooruitgang zelfs geruchten uit de docentenkamer hebben daarin een functie collega s van docenten die aan het onderzoek meewerkten die in de vierde klassen leerlingengroepen onderwezen die voor een gedeelte uit aan het onderzoek deelnemende leerlingen bestonden waren zeer te spreken over de prestaties van deze leerlingen p 149 op zijn minst verbazend deze uitspraak in een studie die zo nadrukkelijk doortrokken is van de bedoeling de argumen tatie op nauwkeurig rekenwerk te baseren om tot didactische aanbevelingen te komen richt rijlaarsdam zich dan op de drie problemen in het schrijfonderwijs die hij al eerder memoreerde naar aanleiding van het onderzoek van damhuis de glopper en wesdorp 1983 tijdgebrek beoordelingsproble matiek en kwaliteit van de opstellen vooral met betrekking tot inhoud en stijl het tijdsprobleem acht de auteur oplosbaar door het maken van keuzes schrijfvaardigheid zou de spil moeten worden van het leerplan nederlands daarbij zou dan het schoolvak nederlands een duidelijke identiteit moeten krijgen door een transparant op vaardigheden en prestaties gericht curriculum de beoordelingsproblematiek acht rijlaarsdam oplosbaar door te streven naar een nauwkeurig op elkaar afstemmen van instructie en beoordeling voor het derde probleem de kwaliteit van de opstellen durft rijlaarsdam de door hem ontwikkelde onderwijsprogramma s aan te bevelen hij doet dat met erkenning van het feit dat de pro gramma s nog voor verbetering vatbaar zijn de passage die de auteur wijdt aan dit laatste praktijkprobleem bevat overigens een merkwaardig duistere zin schrijfonderwijs in het voort gezet onderwijs is net als schrijven zelf vaak een vrij onbe heersbaar onderwijs p 150 de aanbevelingen zijn nauwelijks mis te verstaan schrijfonderwijs moet een centrale plaats krijgen het vraagt om een degelijk cognitief instructieprogramma gericht op te onder scheiden toetsbare vaardigheden en prestaties wij vinden het nodig erop te wijzen dat deze opvatting niet gelezen moet worden als de vakdidactische conclusie van het uitgevoerde onderzoek het risico bestaat dat dit wel gebeurt zie bijvoorbeeld de bespreking van de studie in levende talen 422 hofmans okkes en leenheer 1987 en in dat geval is er sprake van een ernstig misverstand de geformuleerde aanbeve lingen bevinden zich duidelijk buiten het bereik van de onder zoeksvraag en de gevonden antwoorden rijlaarsdam vermeldt dat wel noemt hoofdstuk 8 natuurlijk ook niet voor niets discussie maar draagt ook bij aan de verwarring door de betreffende para 76 graaf 8 4 als titel ta geven consequenties voor de lespraktijk de studie is een voorbeeld van uitermate degelijk empirisch statistisch onderzoek een poging om in de warwinkel van denkbeelden over het stelonderwijs tot waarheden te komen dat wij bepaalde twijfels hebben bij de uitkomsten van dergelijk pas na maximale reductie uitvoerbaar onderzoek zal duidelijk zijn we dienen ons evenwel te realiseren dat rijlaarsdam bij de hier besproken didactische conclusies zelf ook het gebied verlaten heeft van wat hij in de inleiding op zijn hoofdstuk theoretisch kader waarheden noemt op de schrijfdidactische aanbevelingen uit paragraaf 8 4 is het eerder geciteerde commentaar van toepassing dat rijlaarsdam in 2 1 heeft op zogenaamde praktijktheorieen het zijn theorieen zonder wetenschappelijke empirische toetsing geen waarheden maar vooral denkbeelden p 10 dat die denkbeelden als een soort toegift volgen op de uitkomsten van een uniek empirisch onderzoek maken ze niet meer en niet minder waar dan volstrekt tegenovergestelde of meer genuanceerde opvattingen zoals gezegd over de keus tussen leerlingenrespons en docent feedback doet de auteur geen didactische uitspraak die keus zo meldt ons de laatste zin van zijn proefschrift zal afhangen van de vaardigheden van de docent de eigenschappen van de klas en de rol die men leerlingen in het onderwijsleerproces toekent waarmee de geinteresseerde lesgever of vakdidacticus weer helemaal bij zichzelf terug is 8 de met dit proefschrift samenhangende publikaties al lang voor de voltooiing van zijn proefschrift deed rijlaarsdam meestal in samenwerking met anderen een aantal publikaties verschijnen met betrekking tot leerlingenrespons omdat ze inzicht geven in het proces dat voerde tot de onder zoeksvraag willen we de teneur van een zestal publikaties hier kort weergeven beoordeling van schrijfproducten door leer lingen theorie en praktijk heet een eerste artikel in levende talen rijlaarsdam en blok 1981 in deze publikatie signaleren de auteurs mogelijke voordelen van leerlingen beoordeling in de vorm van stellingen geven ze argumenten voor en tegen zo n aan pak de argumenten pro overwegen een orientatie in de litera tuur leidt tot de opmerking dat de mogelijkheden van leerlingen beoordeling nog te weinig zijn onderzocht dan volgt een beschrijving van een praktijkervaring in het schooljaar 1979 1980 opgedaan met 2 havo eindexamenklassen in dordrecht de reacties van leerlingen zijn dermate positief dat een vervolg gerechtvaardigd wordt geacht het vervolgartikel blok en rijlaarsdam 1981 heeft betrekking op diezelfde praktijk ervaring en handelt over de kwaliteitsaspecten van de beoor delingsprocedure betrouwbaarheid validiteit transparantie en didactische relevantie aangetoond wordt dat jurybeoordeling 77 leidt tot versterking van de betrouwbaarheid overigens achten de auteurs een jury van drie personen nog onvoldoende en pleiten ze voor meer dan drie beoordelaars in alle voorzichtigheid vinden zij dan dat de gevolgde werk wijze vergeleken met de gangbare beoordelingspraktijk de volgende voordelen heeft a er is een levensecht publiek ingeschakeld b de validiteit de transparantie en de didactische relevantie van de beoordeling zijn verhoogd door toepassing van een analytisch schema c door een meervoudige beoordeling is de betrouwbaarheid verhoogd ze doen tenslotte de volgende aanbeveling er dient onderzoek verricht te worden naar de eigenschappen van leerlingbeoordeling en de condities waaronder leerlingbeoordeling mogelijk en zinvol is p 971 nb er wordt dus nog niet gepleit voor een onderzoek naar de effecten van leerlingenrespons op schrijfvaar digheidsaspecten rijlaarsdam et al 1983 laten zien dat de praktijk in dordrecht een vervolg gekregen heeft blijkens de titel zijn de auteurs van mening dat het reageren op eikaars opstellen bevorderlijk is voor de ontwikkeling van communicatief inzicht ook de positieve effecten op schrijfvaardigheid komen nu ter sprake doordat de verworven inzichten onmiddellijk toegepast kunnen worden tijdens een nieuwe schrijfopdracht wordt de overdracht van weten naar handelen bevorderd p 622 de overdracht van de leerwinst achten de auteurs heel plausibel ze wijzen erop dat het leren schrijven door lezen al heel oud is het lezen van voorbeeldige teksten zou onder andere het stijlgevoel vergroten en tekstopbouwmodellen bijbrengen rijlaarsdam 1984 vormt duidelijk voorwerk voor het proef schrift het geeft daarvan het theoretisch kader oppert de mogelijkheid van empirisch onderzoek en plaatst daarbij de kanttekening ik koester niet de illusie dat onderwijskundig empirisch onderzoek leidt tot fool proof didactieken die mits zorgvuldig nagedaan door docenten tot resultaten zullen leiden p 9 deze zelfde opmerking komen we overigens in de theoretische inleiding van het proefschrift opnieuw tegen p 11 de publikatie geeft verder gebaseerd op didactische literatuur geen waarheden maar uitsluitend denkbeelden p 9 waarschuwt rijlaarsdam hier al een groot aantal positief geformuleerde hypothesen over de effecten van leerlingenrespons op aspecten van stelvaardigheid verder wordt uiteengezet dat resultaten van empirisch onderzoek quasi experimenten over het algemeen een aantal uitspraken van de didactische literatuur ondersteunen tenslotte bespreekt rijlaarsdam onderzoek dat inzicht geeft in de processen van respons geven en ontvangen 78 hoewel deze studie inhoudelijk vrijwel geheel terugkomt in het proefschrift komt het ons voor dat de presentatie in 1984 positiever optimistischer van toon is maar misschien lieten we ons te zeer beinvloeden door de wervende titel leerlingenrespons een kansrijke didactiek van het stellen ook triesscheyn et al 1984 geven min of meer een voorpubli katie uit de definitieve studie van rijlaarsdam het is het verslag van een praktijkinventarisatie het voorwerk dat moest leiden tot het ontwerp van de experimentele onderwijsprocedure leraren en leerlingen van tien scholen zijn geinterviewd over ervaringen met leerlingencommentaar en het valt op dat er veel variatie is in die ervaringen over de praktijkervaringen zijn leraren over het algemeen positiever dan de leerlingen rijlaarsdam 1985 tenslotte gaat vooral in op de leerverslagen van leerlingen aan het eind van het ontwikkelingsjaar dat vooraf ging aan het experiment hij vermeldt opnieuw de positieve effecten die verwacht worden van leerlingenrespons het ervaren van opstellen als lezer leerlingen blijken te leren van medeleerlingen en van een onderwijstaak rijlaarsdam bepleit in dit artikel het gebruik van leerlingenrespons in het stel onderwijs op twee gronden de ontwikkeling van reflectie attitude en vaardigheid het actief verwerven van criteria voor goede teksten het aardige van deze publikatie is dat de auteur de lezer een stukje inspirerende praktijk laat meebeleven we kunnen het niet nalaten de slotzin van het artikel hier te citeren schrijf onderwijs is niet gebaat met kookboekrecepten met doe het zo adviezen maar veeleer met wat van parreren banend onderwijs noemt waarin leerlingen zelf oplossingen voor problemen zoeken uitzoeken en evalueren p 31 door deze zes publikaties heen is onder andere te zien hoe rijlaarsdam steeds dichter komt bij de afbakening van zijn onderzoekstaak uit het proefschrift blijkt dat hij in de rol van min of meer onafhankelijk onderzoeker degelijk vakwerk kan leveren het verdient echter aanbeveling ook die andere publikaties nog eens te lezen niet in de laatste plaats omdat ze ons kennis laten maken met een minstens even sympathieke rol namelijk die van een bewogen docent die over innovatiepraktijken inspirerende stukken kan schrijven 9 besluit onze opmerkingen bij het proefschrift van rijlaarsdam zijn als volgt samen te vatten in de theoretische orientatie heeft de auteur zich gebaseerd op een model dat noodzakelijkerwijs een uiterst vereenvoudigde voorstelling geeft van het schrijfproces 79 door onderzoekstechnische oorzaken was hij gedwongen zich te beperken tot kwantificeerbare kenmerken van stelvaardig heidsaspecten in het onderzoek wordt een zeer bepaalde uiterst beperkte vorm van leerlingensrespons uitgevoerd leerlingen voeren controletaken uit volgens voorgeschreven methoden en normen reductie van het begrip stelvaardigheid en van het begrip leerlingenrespons moet leiden tot een behoedzame interpretatie van de uitkomsten in het onderzoek spitst het onderwijsprogramma zich toe op controleerbare kenmerken van schrijfvaardigheidsaspecten het effect is dan dat leerlingen zich binnen de schoolse vanzelf sprekendheden gaan toeleggen op het produceren van die ken merken het ontwikkelde onderwijsprogramma is op zich een indrukwek kend produkt van deze studie het is evenwel de vraag in hoeverre het mogelijk is met een zo intensieve training van een deelvaardigheid leerlingen te blijven motiveren dat het vergelijkend onderzoek uiteindelijk zo weinig signi ficante verschillen opleverde is zonder twijfel te verklaren uit de overheersende betekenis van het in beide condities op dezelfde wijze uitgevoerde onderwijsprogramma waar rijlaarsdam aanbevelingen doet voor de lespraktijk en pleit voor degelijke instructieprogramma s gericht op te onderscheiden toetsbare vaardigheden baseert hij zich niet op de uitkomsten van het eigen empirisch onderzoek maar formu leert hij niet meer dan een opvatting in de eerdere publikaties was rijlaarsdam doorgaans optimis tisch over de te verwachten positieve effecten van leerlingen respons de wetenschappelijke toetsing van die effecten maakte zo veel reductie en aanpassing van de praktijksituatie noodzakelijk dat de uitkomsten naar onze mening voor dat vroegere optimisme nauwelijks een bedreiging hoeven te vormen bibliografie blok h en g rijlaarsdam beoordeling van schrijfprodukten door leerlingen evaluatie van de kwaliteit in levende talen nr 367 december 1981 p 958 972 damhuis r e a het opstelonderwijs stelvaardigheid in het voortgezet onderwijs theorie en praktijk sco rapport amsterdam sco 1983 dijkstra p e a creatief taalonderwijs van klein praten tot groot schrijven purmerend muusses 1973 geest th v d de computer in het schrijfonderwijs perspectief voor een procesbenadering enschede 1986 graaf h de aanklacht tegen onbekend amsterdam meulenhoff 1987 hayes j r and l s flower a cognitive model of the writing proces in adults final report pitsburg 1983 hofmans okkes i en p leenheer steldidactiek getoetst in levende talen nr 422 1987 p 416 418 kamer a de waardering van schrijfprodukten in sturm 1976a p 57 71 meuffels b globaal versus analytisch beoordelen in floer 1985 p 9 14 rijlaarsdam g en h blok beoordeling van schrijfprodukten door leerlingen theorie en praktijk in levende talen nr 365 oktober 1981 p 753 766 rijlaarsdam g w groeneweg en t weyer3 een didactiek voor het ontwikkelen van communicatie inzicht reageren op eikaars opstellen in levende talen nr 387 december 1983 p 622 624 rijlaarsdam g wat leren leerlingen ervan volgens eigen zeggen in floer 1985 p 24 32 rijlaarsdam g leerlingenrespons een kansrijke didactiek van het stellen een verslag van een literatuuronderzoek naar de effecten van leerlingenrespons peer evaluation op stelvaardigheid amsterdam sco 1984 sco rapport 27 rijlaarsdam g effecten van leerlingenrespons op aspecten van stelvaardigheid bijlagenrapport 1 onderwijsprogramma s amsterdam sco 1986 sco rapport nr 89 rijlaarsdam g effecten van leerlingenrespons op aspecten van stelvaardigheid bijlagenrapport 2 instrumenten amsterdam sco 1986 sco rapport nr 90 rijlaarsdam g en r schoonen de samenhang tussen schrijf prestaties attituden en schrijfangst in levende talen nr 417 januari 1987 p 14 15 sturm j ed schrijven op school groningen wolters noordhoff 1976 dcn cahier 3 81 sturm j schrijven op school inleiding in sturm 1976a p 9 22 triesscheyn b i bochardt en g rijlaarsdam wat vind je van mijn opstel leerlingen becommentarieren eikaars opstellen praktijkervaringen van leerlingen en leraren amsterdam 1984 82