Publicatie datum: 1989-03-01
Auteur: Armand van Assche
Collectie: 18
Volume: 18
Nummer: 6
Pagina’s: 306-326
Documenten
didactiek van de metafoor theoretische basis en leselementen geen leerling komt uit het secundair onderwijs of hij heeft herhaaldelijk en in diverse omstandigheden de term metafoor horen vermelden verklaren en toepassen maar het staat al evenzeer vast dat de meesten na hun studies ver geten zijn wat een metafoor is zelfs niet meer in staat zijn om enkele voorbeel den te geven in het beste geval kunnen ze nog het etiket plakken op een aan geboden voorbeeld het is niet zo evident waaraan dat ligt maar het is wel een veeg teken voor de effectiviteit van het moedertaalonderwijs een verklaring kun je zoeken in de versnippering de incidentele behandeling van de metafoor over de leerjaren misschien werkt ook de insluiting van het begrip in het literatuuronderwijs het vergeten in de hand omdat het slechts sporadisch naar aanleiding van een voorbeeld wordt aangeboden de metafoor is evenwel bij uitstek een gebeuren dat de hele taal doordringt en een geintegreerde behandeling in het onderwijs verdient vanuit die optiek is deze didactiek van de metafoor opgesteld in een eerste deel wordt de theoretische achtergrond beperkt heropgenomen omdat in vele leerboeken de theorie van de metafoor wat ve ro uderd en zonder samenhang wordt gepresenteerd hierbij wordt ingegaan op de noodzakelijkheid en het nut van de metafoor in de taal op de herkenning van metaforen op de theorieen van de metafoor en enkele basistermen als le tt erlijk en figuurlijk op indelingsproblemen en de evaluatie vervolgens worden een aantal lessuggesties aangeboden waaruit de diverse voor de leerling boeiende benaderingen naar ik hoop duidelijk worden waarom de metafoor op school de metafoor is een taalaspect dat heel het taalgebruik doordringt het is geen versiering geen vreemde uitzondering of aparte sporadisch aangewende stijl figuur zoals in vele leerboeken wordt gesuggereerd hij kan dus evenmin opge sloten worden in onderdelen als de naamgeving of de poezie de metafoor is een fundamentale uitdrukkingswijze in de taal bovendien is de metafoor in functioneel opzicht zeerwendbaar en veelzijdig hij vonk 1989 18de jg nr 6 306 kan stimulerende evocaties en beelden oproepen hij kan affectief aanspreken hij kan ons sociaal beinvloeden en manipuleren hij kan creatief nieuwe verban den leggen ons van het bekende naar het minder bekende brengen hij kan ons doen lachen of esthetisch ontroeren hij kan het onuitsprekelijke bespreekbaar en voorstelbaar maken hij kan taal zeer compact gebald maken en verlevendi gen en is een essentieel element om het taalvermogen en de taalreflectie aan te scherpen redenen genoeg om de metafoor niet te bekijken als een aanhangsel of schoonheidsvlekje van de taal maar als een onmisbaar patroon in onze com municatie de herkenning van de metafoor als je leerlingen een tekst uit de krant aanbiedt en je vraagt of er metaforen in staan zullen zij er slechts weinige aanduiden een aantal metaforen zijn in ons taalgebruik versteend dood zodat ze niet langer als metaforen worden aangevoeld het zijn nog metaforen voor linguisten maar eigenlijk niet meer voorde gemiddelde lezer we moeten m a w achter de standaardbetekenissen kijken om nog het metaforisch karakter van vele uitdrukkingen te vinden zoals in hij kwam op het idee het viel hem in dat hier is de metaforische betekenis in het lexicon opgenomen en vastgelegd het lijkt mij niet zo dwingend om de metaforische oorsprong van deze uitdrukkingen die vandaag onder de waarne mingsdrempel vallen in de klas te behandelen de vaststelling dat vele dode metaforen niet opgemerkt worden is dan ook niet in tegenstrijd met de bedenking dat de metafoor gemakkelijk herkenbaar is om dat hij opvalt eigenaardig aandoet een spanning oproept of verrast in de con text of situatie waarin hij voorkomt dat is natuurlijk bij uitstek op oorspronkelijke levende metaforen van toepassing bij standaardmetaforen zoals riviermond tegen de stroom oproeien enz is het metaforisch karakter sporadisch en op de achtergrond aanwezig maar het kan gemakkelijk weer levend worden gemaakt b v door een kleine toevoeging tegen de nerveuze mensenstroom oproeien de scheiding tussen metafoor en niet metafoor is evenwel niet met een duidelijke streep te trekken een reeks zinnen kan dit aantonen de hond blaft de hond huilt de hond weent de hond spreekt de hond vertelt de hond discuteert deze reeks verloopt in stijgende lijn de eerste zin de hondblaft zal niet als een metafoor worden aangeduid ook de tweede zin niet al kun je hier beginnen 307 twijfelen maar we zijn de uitspraak zo gewend zij is opgenomen in het woor denboek als een standaarduitdrukking en de gemiddelde gebruiker verstaat ze onmiddellijk de hond weent is al ongewoner ook al worden huilen en we nen voor de mens dikwijls als synoniemen gebruikt maar voor een hond klinkt wenen te menselijk en eigenaardig de volgende voorbeelden zijn onbetwist baar metaforisch met deze zinnetjes wordt duidelijk dat de overgang van niet metafoor naar me tafoor zeer geleidelijk nauwelijks merkbaar kan verlopen er zijn m a w heel wat uitdrukkingen te vinden in de taal waarbij je twijfelt of je met een metafoor of niette maken hebt zoals b v de aarde beeft de jongen draaft door de straat vele van deze twijfelgevallen zijn ook ambigu in de interpretatie de hond huilt wordt er gezegd dat de hond zijn normaal verwacht geluid voortbrengt of drukt hij werkelijk zijn verdriet uit beeft de aarde zoals bij een aardbeving of staat b v de aarde te trillen van schrik loopt de jongen gewoon door de straat of loopt hij werkelijk zoals een paard draaft deze dubbelzinnigheid wordt gewoonlijk efficient en eenvoudig opgelost door zich de vraag te stellen is dit letterlijk of figuurlijk te verstaan maar er zit nog een addertje onder het gras van deze voorbeelden wij hebben ze onbewust geprojecteerd op een standaard context op onze alledaagse ken nis van de wereld maar veronderstel dat zinnen als de hond spreekt discu teert voorkomen in een sprookje of een science fiction verhaal dan verliezen ze hun figuurlijk en metaforisch karakter of een uitspraak dus metaforisch is wordt mee bepaald door de context en het wereldbeeld dat wordt opgeroepen met context bedoelen we hier zowel de omgevende tekst als de situatie waarin de uitspraak voorkomt een zin als de rots is aan het wankelen is op zichzelf niet opvallend of metaforisch maarwordt het in een situatie waarin sprake is van een oude leraar die niet meer de touwtjes in handen heeft zoals vroeger lets verrassends iets ongewoons maakt ons attent op een metafoor maar of het verrassend is hangt in grote mate af van de vertrouwdheid met de gegeven uitspraak een veel gehoorde in het lexicon opgenomen uitdrukking verliest vlug haar metaforisch karakter wij verstaan ze onmiddellijk de betekenis is terstond toegankelijk dat is niet gebonden aan het onderscheid figuurlijk letterlijk want een zegswijze als hij zit in de put hij leeft in een glazen huis en vele andere worden bijna uitsluitend figuurlijk gebruikt en zij brengen nog nauwelijks enige verrassing teweeg samenvattend kunnen we voorlopig zeggen dat volgende elementen ons op het spoor brengen van een metafoor er is iets dat ons opvalt verrast in een uitdrukking dat is een noodzakelijke maar geen voldoende voorwaarde voor een metafoor herkenning want ook andere taalaspecten als fouten dwaasheden ironie humoristische uitspra ken enz kunnen ons verrassen 308 als we een metafoor kunnen aanwijzen blijkt die uitdrukking altijd een vorm van indirect en figuurlijk taalgebruik te zijn direct taalgebruik is taal waarbij de mensen zeggen wat ze menen en ze ook menen wat ze zeggen bij indirect taalgebruik zeggen ze niet wat ze menen ze menen iets anders dan ze zeggen het leven is een draaimolen is een ander taalgebruik dan het leven is moeilijk of een mens is geen eiland een mens is geen aardappel zijn logische uitspraken die op zichzelf banale waarheden vertellen maar niet als zodanig gemeend of bedoeld worden zij worden norma lerwijze indirect geinterpreteerd niet alle indirect taalgebruik is evenwel meta forisch vind je niet dat het tocht kan een indirecte uitdrukking zijn met als betekenis wil je het venster eens sluiten alle metaforische uitdrukkingen zijn welfiguurlijk maar zoals reeds gezegd niet elk figuurlijk taalgebruik wordt nog als strikt metaforisch aangevoeld dat hangt af van de toegankelijkheid vertrouwdheid en lexicale verstening hier zijn me ningsverschillen sterk persoonsgebonden en altijd mogelijk tersluiks hebben we ook het begripspaar letterlijk figuurlijk reeds gebruikt de termen letterlijk en figuurlijk zijn niet zo eenvoudig te definieren onder letter lijk kun je verstaan dat de betekenis van de uitdrukking direct toegankelijk is langs het lexicon letterlijk verwijst naar de vastgelegde standaardbetekenis sen naar de meestal toegepaste en vaste betekenissen figuurlijk is het taal gebruik wanneer andere dan de standaardbetekenissen worden gehanteerd het zijn betekenissen die wel een relatie hebben met de letterlijke maar als betekenis eerder occasioneel optioneel met dit woord of concept worden ver bonden dit onderscheid heeft niets te maken met de volgorde van verwerking zoals soms is beweerd het is niet zo dat we elke figuurlijke uitdrukking eerst le tt erlijk verstaan en daarna een sprong maken naar het figuurlijke niveau er zijn heel veel figuurlijke uitdrukkingen de versteende zegswijzen die we onmiddellijk zonder omweg langs het letterlijke verstaan figuurlijk taalgebruik hoeft ook niet perse moeilijker verstaanbaar te zijn alles hangt af van de vertrouwdheid met de taaluitdrukking in kwestie de taalprocessen en strategieen die tussenko men in letterlijk en figuurlijk verstaan zijn daarom niet noodzakelijk verschillend bij dit alles zou je kunnen denken dat je het begrip metafoor moet kennen om het te herkennen dat is niet zo wel moet de taalgebruiker weten dat de woor den niet altijd in hun standaardbetekenissen worden gebruikt en er een verschil kan bestaan tussen wat gezegd en bedoeld wordt dat hierbij de ontwikkeling de schoolopleiding een grote rol speelt wordt soms duidelijk in conversaties zoals b v in claus verhaal wijzuilen u schrijven tussen moeder en zoon en dat hij jouw geval met een speciale bril zou bekijken draagt hij een bril neen mama eh jawel hij draagt een bril maar dat bedoelde hij niet 309 oh je denkt datje moeder dom is dat zij niets van de wereld afweet dat zij geen zinnen kan verstaan die dubbelzinnig zijn metaforen zijn syntactisch meestal normale uitdrukkingen zij zijn ook niet beperkt tot een woord of een zin zij kunnen metaforisch worden door de omgevende tekst of de situatie waarin ze gebruikt worden maar het zijn wel taaluitingen die in een situatie of context een signaal van incongruentie conflict of eigenaardigheid oproepen en daardoor tot een andere dan de standaardbe tekenisgeving uitnodigen of ze dan humoristisch ironisch of metaforisch of alle drie tegelijk bedoeld zijn en verstaan worden hangt van de taalervaring en kennis van de lezer of toehoorder af en dat is dikwijls een kwestie van opleiding metafoor en ontwikkeling het verstaan van de metafoor is een cultuurelement dat samenhangt met een graad van ontwikkeling in de wetenschappelijke literatuur is er veel discussie over de leeftijd en de daarmee samengaande verstandelijke ontwikkeling die vereist is om metaforen te verstaan lange tijd beweerde men dat jongeren voor hun adolescentie geen metaforen verstaan omdat het nodige abstractie en classificatievermogen zou ontbreken het is duidelijk dat het verstaan van meta foren sterk bepaald wordt door de kennis van de wereld het reeds verworven standaardmodel van een cultuurgemeenschap door de kennis van de woor denschat en het vermogen om concepten te groeperen en te onderscheiden de meeste onderzoekers zijn nu evenwel van mening dat kinderen in staat zijn om bepaalde metaforen te verstaan en te produceren verstaan mag hier niet ver ward worden met verklaren kinderen kunnen meer verstaan dan ze kunnen vertellen met woorden bovendien menen vele onderzoekers dat het onderwijs eerder een remming oplegt aan het metaforisch denken en produceren en een regime van letterlijkheid oplegt maar alle onderzoekers zijn ervan overtuigd dat het verstaan van figuurlijk en metaforisch taalgebruik door onderwijs kan worden verbeterd nochtans wordt relatief weinig aandacht aan de metafoor gegeven uitgezon derd in de lessen over poezie met deze bedenkingen hebben we nog weinig gezegd over de wijze waarop metaforen geinterpreteerd en verstaan worden hoe functioneren ze in onze taal een antwoord hierop kunnen we vinden in de theorieen over de metafoor theorieen over de metafoor de theorieen over de metafoor vormen een mooi voorbeeld uit de literatuur 310 studie waarmee je kunt aantonen dat verschillende onderling tegenstrijdige theorieen toch gemakkelijk naast elkaar kunnen leven dat komt omdat bepaal de onderdelen van een theorie voor bepaalde metaforen voldoende verklarend zijn maar voor metaforen in het algemeen niet toereikend zijn een drietal theorieen zijn nog steeds actueel 1 de substitutie theorie volgens deze theorie wordt in een metafoor een letterlijke uitdrukking ver vangen door een figuurlijke b v de avond van het leven t de avond vervangt staat in de plaats van het einde deze theorie lijkt zinvol voor een aantal dode of versleten metaforen maar door haar klemtoon op de substitutie de vervangbaarheid wordt de metafoor intrin siek ook gezien als een versiering een overbodig ornament dat men even goed door het letterlijke woord kan vervangen 2 de vergelijkingstheorie de metafoor wordt hier getypeerd als een impliciete vergelijking aan de basis van elke metafoor ligt een vergelijking die zonder als wordt geponeerd en die niet letterlijk te nemen is het komt erop neer dat elke metafoor tot een verge lijking kan omgebogen worden en omgekeerd wat moeilijk verdedigbaar is tevens moet men een onderscheid maken tussen letterlijke en figuurlijke ver gelijkingen letterlijke vergelijkingen zoals encyclopedieen zijn als woorden boeken hebben een ander meer verklarend en minder beeldend effect dan fi guurlijke vergelijkingen zoals encyclopedieen zijn als goudmijnen alleen de figuurlijke vergelijkingen zijn metaforisch geladen en kunnen tot metaforen wor den getransformeerd al verandert daardoor het effect dat evenwel gelijkenis sen en verschillen tussen de componenten van de metafoor een grote rol spelen bij de interpretatie zal niemand ontkennen 3 de interactietheorie deze meerdynamische theorie stelt dat de twee componenten waaruit elke me tafoor bestaat onderling op elkaar inwerken en dat uit deze interactie een nieu we betekenis of visie onstaat de meeste actuele theorieen sluiten hierop aan maar leggen ook enkele nieuwe onderling nog uiteenlopende accenten zoals aandacht voor de context voor de inbreng van de lezer en voor concepten als semantische netwerken en betekenisdomeinen de interactie tussen de componenten leidt tot een gedeeltelijke verstrengeling van de twee begripsdomeinen en er wordt een asymmetrische werking van het 311 ene domein op het andere vastgesteld je bekijkt het ene domein vanuit het perspectief van het andere in b v neen autoweg is een slang wordt de autoweg bekeken vanuit het perspectief van de slang de eigenschappen van de slang zijn dominant om de uitspraak over de autoweg te verstaan al bepalen de eigen schappen van een autoweg welke kenmerken van de slang in aanmerking komen is er dan nog een eenvormige definitie van de metafoor mogelijk ja maar ze is wel afhankelijk van de theorie als je vooropstelt dat de metafoor een tekst deel is waarin het letterlijke is vervangen door het figuurlijke ben je een aan hanger van de substitutietheorie zegje dat de metafoor een vergelijking is zon der als dan kleefje de vergelijkingstheorie aan deze definities zijn verouderd en beperkt toepasselijk al worden ze op school dikwijls omwille van hun een voud als de juiste definities doorgegeven beter is het in de hogere klassen een preciesere definitie te geven die kan luiden de metafoor metafereln gr overdragen van betekenis is een vorm van beeldspraak waarbij twee componenten bestaande uit een woord reeks woorden of zinnen op grond van een gelijkenisaspect of van analogie met elkaar in nauwe betekenisrelatie worden gebracht alhoewel de twee componenten tot een heel verschillend aangevoeld betekenisdomein be horen daardoor ontstaat een spanning met de omgevende tekst met de situatie of met de intentie van de spreker schrijver die evenwel door de toehoorder lezer meestal tot zinvolle informatie kan worden omge vormd de definitie is ingewikkelder maar precieser en kan met talrijke voorbeelden geillustreerd worden het verstaan van metaforen in feite kunnen we alle zelfs de meest vergezochte onzinnige metaforen ver staan ook al is hiervoor enige taalacrobatiek nodig de connecties tussen woor den en begripsdomeinen zijn immers onu it puttelijk oneindig de taal is een net werk van betekenissen waarin alles met alles kan worden verbonden de spre ker is theoretisch niet beperkt en een toehoorder kan mits de nodige fantasie een uitleg construeren maar deze voorstelling van zaken is pure theorie in de dagelijkse realiteit zijn er wel degelijk grenzen en beperkingen omdat bepaalde vreemde metaforen de drempel van aanvaardbaarheid bij een aantal lezers kan overschrijden in plaats van een verklaring te zoeken haken de lezers op dat moment af en vinden de metafoor absurd onverklaarbaar de pogingen om te verstaan worden stopgezet waar komen deze crite ri a van aanvaardbaarheid zowel in produktie als receptie 312 vandaan zij zijn ontstaan uit de culturele ontwikkeling het standaard wereld beeld dat de maker en de ontvanger van de metafoor kennen en delen en uit de omgang de ervaring met taal zij worden tevens beinvloed door de context zowel situatie als taalomgeving waarin de metafoor verschijnt dat deze drempels verschillen tussen lezers is vanzelfsprekend daar ze af han kelijk zijn van de taal en levenservaring ook kun je vaststellen dat deze drem pel op verschillende waarden kan ingesteld worden bij de lectuur van poezie b v is de aanvaardbaarheidsdrempel voor metaforen meestal lager ingesteld dan in de dagelijkse omgangstaal je bent bereid om meer ongewone metafo rentoete laten in poezie gradaties kun je ook hier gemakkelijk construeren b v in de volgende reeks een boom is een windvanger een boom is een muziekdoos een boom is een oude man een boom is een droom een boom is een bruiloft een boom is een brievenbus van vertrouwd naar minder vertrouwd van gemakkelijk aanvaardbaar naar ongewoon of voor sommigen absurd hoe construeren we nu betekenissen bij de ontvangst van een metafoor zoals reeds vermeld zijn er twee componenten in het spel bij elke metafoor de engelse benamingen tenor en vehicle zijn in de vakliteratuur strak ingebur gerd in het nederlands geef ik de voorkeur aan de wat vagere aanduidingen eerste en tweede component de eerste of primaire component geeft het the ma het onderwerp van gesprek aan de tweede of secundaire component is de metaforische term tussen deze twee componenten wordt bij de lectuur een conflict een spanning iets ongewoons ervaren dat komt omdat een van de componenten opbotst tegen de omgevende tekst tegen de situatie die is opge roepen waardoor de uitspraak niet letterlijk kan verstaan worden en de lezer ertoe verplicht wordt zijn betekenisgeving op een nieuwe wijze te organiseren de lezer reorganiseert de uitspraak doordat hij tussen de componenten van het conflict een gelijkenisaspect een analogie een relatie zoekt en vindt b v de boom is een oude man de component boom geeft het thema het ma teriaal aan waarover gesproken wordt maar niet alleen de lexicale betekenis van boom speelt mee heel het begripsdomein voorzover als nodig wordt ge activeerd om een metafoorte verstaan in dit geval b v ook een boom in de win ter de oude man is de component die ermee in relatie wordt gesteld maar vreemd aandoet in verband met een boom ook hier wordt het betekenisdo mein oude man opgeroepen het conflict wordt betekenisvol zodra men erin slaagt relaties gelijkenissen analogieen contrasten structuurovereenkoms ten te construeren tussen de twee componenten die betekenisdomeinen netwerken van betekenissen omvatten die ruime betekenisdomeinen worden 313 geactiveerd omdat uit de voor de hand liggende vaste betekenissen van de be grippen geen zinvolle informatie kan worden afgeleid de gelijkenissen worden in het voorbeeld gebouwd rond aspecten als kaal af geleefd geraamte verdord enz er wordt zinvolle informatie tot stand gebracht door een gedeeltelijke verzoening tussen de twee componenten of betekenis domeinen doordat de overlapping slechts gedeeltelijk is blijft er ook een span ning bestaan tussen de domeinen en tussen de letterlijke en figuurlijke aspecten van de betekenissen grafische voorstelling de autoweg is een slang de twee betekenisdomeinen verstrengelen zich gedeeltelijk met elkaar enige spanning blijft dus altijd be staan om twee redenen de eerste component die het thema aanzet bepaalt het bereik welke aspecten van de tweede component in aanmerking kunnen komen voor het verstaan de interpretatie weergegeven door stippellijntjes in het voorbeeld het kronke lend voortbewegen van de slang en eventueel haar gevlekte huid komen in aan merking maar minder of niet het feit dat ze regelmatig vervelt wat wel het geval zou zijn bij een mens is een slang of geen pootjes heeft enz de tweede component met zijn opgeroepen eigenschappen bepaalt het per spectief de hoek van waaruit het thema wordt bekeken weergegeven door pijl tjes de autoweg krijgt de kronkelende eigenschappen van een slang neemt de gedaante aan van een slang die zich door het landschap beweegt enz deze wederzijdse wisselwerking tussen de componenten laat aan de lezer heel veel ruimte voor betekenistoekenning zodat interpretaties onderling nog veel van elkaar kunnen afwijken indeling van de metafoor er bestaan talloze indelingen van de metafoor in soorten en categorieen maar 314 ze zijn bijna allemaal aanvechtbaar en onvolledig syntactisch kent de metafoor nauwelijks beperkingen hij kan zich voordoen in vele combinaties als is constructie genitiefconstructie appositie werkwoords vorm in combinatie met vergelijkingen enz de indeling van perrine lijkt mij voor het onderwijs boeiend zij is gebaseerd op de aan of afwezigheid van de twee componenten in de metafoor hij onderscheidt vier soorten 1 beide domeinen zijn aanwezig gesteld b v hij is een tijger de maan is een halfbakken brood 2 de eerste component het thema is aanwezig de tweede blijft impliciet b v werp uw onmacht in het vuur rozevingerige dageraad 3 de tweede component vehicle is aanwezig de eerste impliciet b v de kandelaars van de nacht zijn opgebrand in deze categorie vallen ook veel spreekwoorden 4 geen van beide componenten wordt genoemd ook in deze categorie kan men spreekwoorden en zegswijzen terugvinden zie lessuggesties tevens komen we hier ook dicht bij de symboliek b v een gedicht over een winterlandschap dat men kan interpreteren als verwij zend naar de scheiding van de twee duitslanden aansluitend bij deze indeling kun je de leerling een cumulatieve variatie aanbie den en zelf laten produceren zoals mijn liefde is als een vlam mijn liefde brandt als een vlam mijn liefde een vlam mijn liefde vurige vlam mijn vurige vlam mijn vlam hierbij start je van de vergelijking en ga je tot aan de implicatie van een van de componenten of omgekeerd de evaluatie van de metafoor over het waarom je een metafoor goed of slecht vindt is nog weinig geweten thematiek aanspreekbaarheid gevatheid en kracht om ons beeld van de wereld pregnant te reorganiseren zijn ongetwijfeld aspecten die een rol spelen maar een klaar inzicht of algemeen toepasselijke motivering kennen we niet het is uiteraard een persoonsgebonden kwaliteitsoordeel dat door ervaring en omgang met teksten wordt gevormd en genuanceerd wel blijkt uit onderzoek dat minder ervaren lezers meer voorkeur geven aan vertrouwde beelden en zich weinig storen aan de clichematigheid van veel 315 gebruikte metaforen metaforen die moeilijk en ondoorgrondelijk lijken voor jonge lezers zijn dat ook voor ervaren lezers en genieten over het algemeen minder bijval toch is de af keuring minder sterk bij ervaren lezers voor de klas is het belangrijk dat leerlingen de kans krijgen om evaluaties over metaforen uit te spreken en hierbij trachten een verklaring voor hun oordeel te zoeken en uit te drukken met de voorbeelden en de suggesties uit dit kleine overzicht van aspecten en dimensies van de metafoor zullen we nu verschillende lessuggesties uitwerken zonder veel theoretische uiteenzetting is het mogelijk om een actuele visie op produktie en receptie van de metafoor over te brengen op de leerling als je gebruik maakt van vele voorbeelden die je aanreikt en laat produceren door de leerling zelf hierbij worden vooral duidelijke voorbeelden gegeven het is niet de bedoeling om allerlei subtiele combinaties en randgevallen van metaforen aan de orde te stellen lessuggesties een actuele didactiek van de metafoor moet steunen op een brede waaier van metafoorgebruik in de taal wat volgt is een ruim aanbod van lessuggesties losse leselementen die de leerkracht tot eenheden kan samenvoegen het zijn ideeen uit eigen praktijk en suggesties van andere leerkrachten en handboeken de volgorde van de suggesties is niet belangrijk sommige zijn meer uitgewerkt andere zijn beperkt tot een opdracht die eventueel thuis kan worden uitgevoerd de moeilijkheidsgraad wordt met een of meer kruisjes aangeduid leselement 1 interpretatie van metaforen niet zelden hebben leerlingen vooral in de technische en beroepsklassen moeilijkheden met de interpretatie van vele metaforen wil men hen werkelijk helpen dan volstaat het niet voorbeelden van interpretatie aan te reiken de stappen die tot een interpretatie leiden moeten worden aangeleerd deze pro cesinstructie ook al lijkt ze aanvankelijk simplistisch wat rigoriek en schraal levert een gewaarborgde basis voor succes bij de interpretatie volgende vier fasen worden doorlopen 1 het probleem letterlijk figuurlijk sommige leerlingen kunnen dit onderscheid nog moeilijk maken het is evenwel noodzakelijk voor een begrip van de metafoor b v mijn broer is een schrijnwerker mijn broer is een leeuw 316 is het echt zo dat mijn broer een schrijnwerker is is het echt zo dat mijn broer een leeuw is dat hij manen en klauwen heeft neen het betekent dus iets anders met verschillende voorbeelden wordt het onderscheid letterlijk figuurlijk aange bracht 2 het verschil de ontbrekende schakel b v mijn broer is zo sterk als een leeuw mijn broer is een leeuw welk is het verschil tussen de uitdrukkingen in de tweede de metafoor ont breekt de schakel die broer en leeuw verbindt we moeten hem zoeken maar hoe kunnen we die vinden bij een metafoor is er altijd iets weggelaten een woord een deel dat niet is uitgedrukt als we die band vinden wordt de uitdruk king zinvol men geeft voorbeelden en laat de schakel zoeken die man is een schildpad bij te veel problemen gaat men naar de volgende fase 3 eigenschappen zoeken we zoeken opvallende eigenschappen eerst voor de component die ons vreemd lijkt die onverwacht is in dit geval zijn dat eigenschappen van een leeuw deze fase gebeurt luidop of schriftelijk vervolgens worden ook enkele eigenschappen gezocht van mijn broer 4 de gepaste attributen kiezen we nemen nu de schakel die de twee broer en leeuw het best verbindt deze schakel is dikwijls een opvallende gelijkenis dat kunnen er soms verschillende zijn een metafoor kan ook meer dan een betekenis hebben deze fasen worden met een reeks voorbeelden telkens opnieuw doorlopen geleidelijk kunnen de leerlingen zelf meer het initiatief in handen nemen van geleide praktijk naar zelfstandigheid en hun weg naar het resultaat verduide lijken ten slotte kunnen ook moeilijker metaforen worden aangeboden leselementen 2 diermetaforen de leraar biedt op papier of aan het bord volgende twee reeksen aan mijn gebuur een bij mijn zuster een olifant mijn leraar een muis mijn gebuur een tijger mijn broer een nachtegaal mijn oom een giraffe mijn lievelingszanger een beer mijn vriend in een duizendpoot enz een spreeuw 317 een ibis een colibri een cheetah we typeren veel mensen door middel van dieren probeer er een aantal uit en zeg wat je ermee bedoelt uiteraard kan met deze voorbeelden de functionering en de verstaanswijze van metaforen worden uitgediept leselem ent 3 dubbele functiewoorden betekenisveran dering men biedt aan warm koud zacht hard scherp zoek een voorwerp dat men zo kan noemen kan men deze eigenschappen ook op mensen toepassen en wat wil men ermee duidelijk maken blijft de betekenis van zacht enz gelijk leselement 4 versteende metaforen verzamelen van clichematige metaforen b v tegen de stroom oproeien zijn kop in het zand steken wat betekenen deze uitdrukkingen toon aan hoe door een kleine toevoeging een adjectief een andere zinsbouw en uitbreiding het metaforisch karakter weer voelbaar wordt zoek zelf voorbeelden en pas de vernieuwing toe leselement 5 metafoor en niet metafoor neem een zelfstandig naamwoord onderwerp en varieer de bijbehorende werkwoorden om een reeks zinnetjes te vormen gaande van niet metaforische tot uitgesproken metaforische voorbeeld de hond blaft zie boven probeer het met een object een boek een plant roos een levend wezen leselement 6 de afstand tussen de componenten maak een reeks van vijf metaforen maar vergroot bij elke metafoor de afstand tussen de twee componenten begin met b v een potlood is leselement 7 raadsels en metaforen een bepaald soort raadsels zijn dikwijls metaforen waarvan een component ver zwegen wordt voorbeelden wat is er als deurtjes die openen en sluiten maarzondergeluid oogleden wat is er als sneeuw die op een boomstronk valt maar niet smelt grijs haar 318 maak nu zelf een reeks van deze raadsels en ga daarna in groepen na of ze kun nen worden geraden waarom kun je bepaalde niet raden wanneer kun je dat wel leselement 8 spreekwoorden en metaforen veel spreekwoorden en zegswijzen zijn metaforisch van aard meestal wordt slechts een of geen van beide componenten direct gegeven kunnen we die zelf terugvinden soms is dit moeilijk probeer bij volgende uitdrukkingen kleine rivieren maken een grote stroom zachte heelmeesters maken stinkende wonden de nacht is de moeder van de gedachten spreken is zilver zwijgen is goud hier zijn verschillende uitweidingen mogelijk spreekwoorden zijn op het eerste gezicht uitdrukkingen waarvan men de betekenis moet leren als men ze niet kent kan men ze niet vinden dat is slechts gedeeltelijk waar een tussenstap is goede concrete voorbeelden te geven die de betekenis openbreken soms kan men zo de abstracte zeer algemene betekenis afleiden deze spreekwoorden kunnen een aanleiding vormen om de relatie abstract concreet in vele metaforen bloot te leggen dat kan zelfs in de hoogste klassen de weg effenen naar de behandeling van het symbool b v de liefde is een roos de vrede is een duif leselement 9 personificatie en metafoor uitgaande van alledaagse en ook enkele minder gewone voorbeelden zoals de toekomst wenkt mij toe de stad nodigt u uit om de straten net te houden de voetstap raapt zijn echo op de sterren lachen ons toe en pinken met hun ogen we onderstrepen het thema waarover iets gezegd wordt en het vehicle wat er over het onderwerp gezegd wordt wat is het gemeenschappelijke tussen alle thema s zaken of begrippen en tussen alle vehicles handelwijzen van levende wezens laat leerlingen nu aan de hand van gemengde voorbeelden zelf de personifi caties zoeken mogelijke opdrachten voor een huistaak zoek personificaties in een krant of tijdschriftartikel en noteer ze laat vervolgens leerlingen zelf gelijkaardige constructies maken ook dat zijn metaforen maar omdat ze zo veel voorkomen in elke taal en ook in de gewone spreektaal hebben we een aparte naam voorze person ifica tie een definitie de eerste component is een levenloos iets een ding of begrip waaraan in de uitdrukking of tekst door de tweede component 319 eigenschappen van levende wezens wordt toegekend deze metaforen kunnen zowel levend en creatief als dood en versleten zijn ter afronding uitgewerkte personificaties in een gedicht liefst een waarin de personificatie de hele tijd is volgehouden mooie voorbeelden hiervan vindt men bij vasalis aan een boom in het vondelpark er is een boom geveld met lange groene lokken hij zuchtte ruisend als een kind terwijl hij viel nog vol van zomerwind lk heb de kar gezien die hem heeft weggetrokken 0 als een jonge man als hector aan de zegewagen met slepend haar en met de geur van jeugd stromende uit zijn schone wonden het jonge hoofd nog ongeschonden welke basismetafoor wordt hier gebruikt een boom is een mens een gelijk aardige toepassing in appelboompjes van vasalis illustratief is ook volgend gedicht van w j van der molen herfst de herfst komt met een tondeuze van wind en een schaar van zilveren schemerregen met lakens wilken om wachtende bomen hij legt in het lover een watergolf van tranen hij schudt uit flessen doorzichtig grijs brillantine van dauw en lotions van dromen hij snijdt met een scheermes het licht uit de hemel hij knipt met een schaar het geluid uit de tijd met zijn vingers de as van de werkelijkheid ook hier is de basismetafoor gemakkelijk te ontdekken hij wordt in de verzen telkens opnieuw toegepast vind je elke toepassing geslaagd bespreek tot slot wat is er gebeurd in dit gedicht van jan hanlo lk noem je bloemen etc ik noem je bloemen ik noem je merel in de vroegte lk noem je mooi 320 ik noem je narcissen in de nacht waaroverheen de wind strijkt naar mij toe lk noem je bloemen in de nacht leselement 10 de rol van de gelijkenis tussen componen ten een reeks zelfstandige naamwoorden worden paarsgewijs aangeboden met de vraag hoe sterk je de gelijkenis tussen de twee vindt b v noen en middag gelijken in betekenis sterk op elkaar en geef je 10 als ze geen gelijkenis in betekenis vertonen geef je 0 5 als je een middelmatige gelijkenis vaststelt probeer bij volgende paren boom gebed vijver spiegel bruiloft boom vrouw zonnebloem hart kooi een ander deel van de klas kun je de woorden omgekeerd aanbieden daarna geef je zonder overgang de volgende reeks met de vraag om in elk paar de beste meest betekenisvolle metafoor te onderstrepen onderstreep ze allebei als je ze even goed vindt een gebed is een boom een boom is een gebed een spiegel is een vijver een vijver is een spiegel een boom is een bruiloft een bruiloft is een boom een vrouw is een zonnebloem een zonnebloem is een vrouw een kooi is een hart een hart is een kooi de uitslagen van de eerste reeks worden vergeleken en men gaat na of er verschillen optreden als de woorden omgekeerd worden aangeboden dan bekijkt men de reeks metaforen en omkeringen welke worden als beste beoordeeld zijn dat ook de metaforen die de meeste gelijkenis punten kregen of niet is er een verschil in betekenis tussen de metaforen als men ze omkeert dat is een uitstekende gelegenheid om de asymmetrische en perspectivische werking van de metafoor te verduidelijken zie boven leselement 11 metaforen in het voetbal of andere sporten geef een kort verslag van een recente voetbalmatch aan de leerlingen en vraag hen de metaforen te onderstrepen zinnen als hij weet nu dat kv zonder de spitsen de wilde en den boer vooraan 321 onmondig is zijn een goede aanleiding om de metaforen te laten evalueren en de clichematigheid te bespreken leselement 12 metaforen in de bijbel in enkele gedeelten vooral van het oude testament het hooglied worden overvloedig metaforen gebruikt laat de leerling ze opzoeken en verklaren leselement 13 de metaforische ruimte in onze taal in vele talen blijken bepaalde ruimtedimensies een vaste metaforische waarde te hebben lakoff zoals op en neer voor en achter onder en boven enkele voorbeelden gelukkig is op naar boven ongelukkig is neer naar beneden meer is op naar boven minder is neer naar beneden ik voel me teneergedrukt zijn humeur daalde zienderogen hij zonk in de grond van schaamte ik ben in de zevende hemel in de wolken zijn lach steeg op uit het gezelschap mijn salaris daalde of steeg zijn succes ging de berg af hij is op het toppunt van zijn carriere zoek zelf voorbeelden die dit systeem in onze taal illustreren knack le vif l expres s entrends organiseren elke week een grootse jacht op jonge wolven 322 poeslief toil apier u scottcx pastel liklow of i ci c int n frisse icntcgcui leselement 14 metaforen in reclame zoek advertenties waar in de foto en of het beeld metaforen worden gebruikt verklaar en bespreek de metaforen zie b v poeslief toiletpapier hierbij kan 323 verder ingegaan worden op de manipulatie door metaforen met als beroemdste voorbeeld stop een tijger in uw tank andere metaforen kunnen in actuele advertenties worden opgezocht zoals b v de agressieve manipulatie in de wolven advertentie leselement 15 metaforen construeren met foto s e a zoek thuis twee foto s illustraties uit tijdschriften en breng ze samen tot een me tafoor een suggestie leg ze in uw verbeelding op elkaar en schrijf de metafoor die je ziet verschijnen b v een beeld van een stormachtige zee en een foto van een kwade man een woeste en stormachtige man wees zo origineel mogelijk leselement 16 metaforen door context maak een context waarin volgende zinnen een metaforische betekenis krijgen zie boven het klontje suiker smaakt hem niet meer de aspirine kon zijn kwaal niet genezen leselement 17 metafoor en poetische stroming uiteraard zijn er talloze gedichten die de metafoor kunnen verduidelijken inte ressant is evenwel bepaalde stromingen of periodes in de poezie naast elkaar te plaatsen waarin talrijk tegenover miniem of beperkt metafoorgebruik staat dat is het geval met de experimentele stroming de vijftigers b v het beken de gedicht februarizon van p rodenko tegenover de nieuw realistische poe zie vooral de hollandse barbarber periode b v gedichten van k schippers opening van het visseizoen of gedichten van h verhagen leselement 18 de creatieve en absurde metafoor deze metafoor waarin de gelijkenis ter plekke wordt gecreeerd en door de lezer moet worden mee verbeeld vinden we bijna uitsluitend in poezie voorbeelden hiervan in expressionistische poezie marsman berlijn en in de experimen tele poezie zoals p rodenko glas valk van zand vuur maakt ziende of lucebert mijn duiveglans dat als volgt begint mijn duiveglans mijn glanzende adder van glas mijn viervoetige narennen mijn kneedbaar smeltpunt op de pupillen ruworige heester 324 hier kan men de leerling stimuleren zijn verbeelding te gebruiken om zelf gelij kenissen en analogieen te scheppen zodat de onzinnig lijkende metaforen toch betekenis krijgen leselement 19 van metafoor naar symbool in een gedicht als de temmer van h claus in mijn kooi zit ik gekneld elk uur van de dag en weet mijn temmer heel dichtbij nooit raakt hij mij als s avonds de stad de geur van garnalen opvangt denk ik aan hem ik moet gerustgesteld zijn zegt hij zoals de anderen moet ik door de legenden heen die mij verontrusten tam zijn in mijn kooi nog heeft hij mij zoals de anderen niet ontmand men kan dit natuurlijk lezen als een ervaring van een dier ik en zijn temmer maar mogelijk zijn er aanwijzingen in het gedicht staat temmer hier als ve hicle voor een niet genoemde topic zoals b v de maatschappij de vaderfiguur enz vaak wordt hier al gesproken van een individueel gebonden symbool dat men ook in andere werken van claus kan terugvinden symbolen ontstaan trou wens dikwijls uit metaforen voor het onderscheid tussen universele culturele en individuele symbolen zie o a h van gorp lexicon van literaire termen leu ven wolters 1986 p 395 hiermee zijn de mogelijkheden op verre na niet uitgeput relaties met andere verschijnselen zoals de metonymie en de vergelijking zijn hier niet behandeld de leerkracht kan uitdiepen aan de hand van vele handboeken armand van assche molenstraat 63 9170 waasmunster bibliografie enkele belangrijke recente werken over de metafoor honeck r p r r hoffman cognition and figurative language hillsdale eribaum 1980 kittay e f metaphor oxford clarendon press 1987 lakoff g m johnson metaphors we live by chicago the university of chicago press 1980 325 mooij j j a a study of metaphor amsterdam north holland 1976 ortony a ed metaphor and thought london cambridge university press 1979 sacks s ed on metaphor chicago the university of chicago press 1978 enkele didactische referenties in verband met de metafoor bartel r metaphors and symbols urbana ntce 1983 meckling r die metaphor im unterricht deutschunterricht 1971 6 p 121 e v readance j r s baldwin m head teaching young readers to interpret metaphor the reading teacher 1987 4 seifert w didaktik rhetorischer figuren metapher als unterrichtsgegenstand in 0 schober hrsg sprachbetrachtung and kommunkationsanalyse konigstein scriptor 1980 p 129 138 326