Discussiëren in de klas: wie speelt de beste rol?

Publicatie datum: 1991-01-01
Collectie: 01
Volume: 01
Nummer: ?
Pagina’s: 24-35

Documenten

m rgitka van woerkom discussieren in de klas wie speelt de beste rol 1 inleiding het center for the learning and teaching of literature hierna afgekort als cltl is een amerikaans onderzoekcen trum voor de wetenschappelijke studie naar de introductie en wijze van doceren in literatuur op het middelbaar onderwijs in de verenigde staten gevestigd aan de university of al bany in de staat new york is dit centrum in 1987 opgericht door arthur applebe e directeur judith lange r e n ala n purves co directeuren met behulp van subsidiegelden van onder andere het u s department of education en het na tional endowment for the arts het cltl stelt zich tot doel de kennisverwerving van het li teraire erfgoed te verbeteren en kritische denkstrategieen te ontwikkelen die een zinvolle bijdrage kunnen leveren aan het leren omgaan met en begrijpen van fictie het bevordert de ontwikkeling van een optimale methode voor de overdracht van literatuur door conferenties en werkgroepen over litera tuuronderwijs te organiseren voorts geeft het cltl gecom puteriseerde boekbeschrijvingen ui t die betrekking hebben op de studie naar en het in praktijk brengen van dit onderwijs beach hynds 1989 bradle y z j ee n weersla g va n d e onderzoekresultaten afkomsti g ui t lopend e projekten i s neergelegd in tot nu toe 25 verschenen cahiers in twee artikelen zal ik u kennis laten maken met dit ameri kaanse studiecentrum he t eerst e artike l za l d e gangbar e praktijk van het lesgeven in literatuur op high schools in de verenigde staten laten zien waarbij de aandacht vooral uit zal gaan naar het verloop van de interactie tussen een docent en zijn leerlingen tijdens klassikale discussies over een fic tioneel werk gebaseerd op zes discussieverslagen de tweede bijdrage zal een aantal benaderingswijzen bevat ten op het gebied van de overdracht van literatuur en de ef fecten hiervan op kennis en inzicht in literatuur en op het kri 24 tisch denkvermoge n va n leerlinge n gebaseer d o p d e ne gentien meer algemene verslagen ik zal in deze bijdrage eerst ingaan op de gevolgde onder zoekopzet en procedure en een summiere karakteristiek ge ven van de betrokken groepen projektleiders onderzoekers docenten en leerlingen daarna beschrijf ik de verwachtingen en bevindingen van docenten en leerlingen ik sluit af met een discussieparagraaf 2 opzet van het onderzoe k om te komen tot een gedegen analyse van het literatuuron derwijs op een middelbare school zou het wenselijk zijn dat docenten bij elkaar lessen bijwonen tot deze conclusie komt in 198 7 het cltl foreman pemberton 1989 1 en men schroomt dan ook niet deze wens als uitgangspunt te nemen voor de studie naar effecten va n literatuuronderwijs kenmerkend voor deze vorm van onderzoek is dat een aantal min of meer onafhankelijke onderzoeker s enkele lessen bij verschillende docenten participeren d observeer t e n be schrijft e n daarbij probeert zoveel mogelijk primaire data te verzamelen bijvoorbeel d doo r d e betrokke n docente n e n leerlingen te interviewen een vergelijkbaar onderzoek naar vak inhoud en werkwijze kun je vinden bij het imen het international mothertongue education network dat via zogenaamde docent dagboeken komt tot een beschrijving van de praktijk bij moedertaalon derwijs in een groot aantal europese landen van engeland tot turkije door de keuze voor deze opzet ontstaat een vertrouwensrela tie tussen twee partijen een onderzoeker en een docent de kennis van de onderzoeker is die van een interpretator want hij kent het onderwijsveld als geen ander als insider is hij in staat vergelijkinge n t e make n me t ander e docente n en o f klassen maar de opmerkingen die hij plaatst kunnen daaren tegen veel kritischer zijn hij generaliseert niet maar geeft een beeld van het daadwerkelijke gebeuren in een klas in 1988 werden door het cltl zes projekten gestart die tot doel hebben inzicht te krijgen in de wijze waarop de beste docenten engels lesgeven in literatuur met deze kwalificatie en dit blijk t ui t elk onderzoekverslag bedoel t he t onder 25 zoekteam slechts het volgende er wordt in de wijde omge ving van de betreffende schoo l bij inspecties directies col lega s en bij leerlingen gepeild welke docent qua buitenge wone ervaring in aanmerking komt voor het predikaat beste literatuurdocent 2 1 onderzoekprocedure voordat de eigenlijke observati e van de interactie begint neemt de onderzoeker een interview af met de docent om afspraken t e maken ove r wat er precies geobserveer d za l worden ook komen hierbij vragen aan de orde als waarom kies je als docent nu juist voor die bepaalde tekst en wat wil je per dag met je klas bereiken wat verwacht je tijdens de discussies van jouw leerlingen en wat is je eigen kijk op literatuur op de literatuurstudie en op het lesgeven erin vervolgens worden er gedurende vier of vijf dagen tijdens de literatuurlessen video opnamen gemaak t van de discussies die meestal gaan over de verteller het thema het plot en de karakters uit een verhaal de aandacht van het onderzoek team gaat veel minder uit naar bijvoorbeeld het hardop lezen in een klas de wijze van lesgeven of naar het observeren van routinekwesties akties die een docent onderneemt tijdens zijn les deze onderdelen van de interactie zijn wel als dataver zameling door de onderzoeker verwerkt in de uiteindelijke verslaggeving maar niet aa n een nader e analys e of inter pretatie onderworpen na afloop reageert de docent op de video opnamen die een zo getrouw mogelijke weergave moeten geven dat dit schep pen van een juist beeld volgens de projekleiding heel goed mogelijk is geweest blijkt uit de opzet van het onderzoek de onderzoekers zijn zel f mensen ui t het veld en werken als collega s op dezelfde school als de betrokken docent naast de video opnamen zijn er bandopnamen gemaakt van interviews met de docent en met enkele leerlingen samengevat verloopt het projekt in twee fasen de observatiefase tijdens deze fase is er veelvuldig over leg tussen onderzoeker en docent de evaluatiefase na afloop van het projekt worden de ge gevens geanalyseer d me t behul p va n onderzoekresultate n van de andere onderzoekers 26 gedurende beide fasen i s er doorlopend contact tusse n de onderzoeker en de projektleiding over de voortgang waaruit dat contact precies bestaat valt uit de cahiers niet op te maken en dat is jammer het eindrappor t bestaa t ui t ee n z o nauwkeuri g mogelij k authentieke weergave van de bevindingen va n de onder zoeker 2 2 een karakteristiek va n d e deelnemers aa n het projekt de projektleiding bestaat uit vier coordinatoren van het on derzoek afkomstig va n de university o f albany zijn lil brannon eugene garber en c h knoblauch james mars hall is werkzaam op de university of iowa alle vier hebben ze veel gepubliceerd op het terrein van literaire competentie en over het geven van lees en schrijfinstructies welke rol ze binnen het het totale projekt hebben wordt zoals hierboven al is aangegeven niet expliciet duidelijk gemaakt de zes onderzoekers van het cltl te weten ann connolly roseanne defabio carol foreman pemberton tricia hans bury david marhafe r e n dori s quick geve n evenal s d e onderzochte docente n literatuuronderwij s i n alban y e n omgeving daarnaas t neme n z e dee l aa n schrijfprojekte n binnen het distrikt en aan workshops over lesgeven in lite ratuur aan de university of albany ze zijn lid van de ncte national council of teachers of english en hebben zitting in panels over literatuuronderwijs op regionale en nationale conferenties veel onderzoekers hebben een groot aantal pu blikaties op hun naam staan enkelen van hen hebben vroe ger teven s ee n administratiev e functi e bekleed o p hu n eigen school of bij het state department of education in new york de zes docenten in de onderzoekverslagen aangeduid met een pseudoniem worden gekarakteriseerd als zeer ervaren en zeer gemotiveerd ze geven gemiddeld vijftien jaar les het zijn joe allen burnt hills ballston lake senior high school francis connelly senior high school south co lonic central schools carol johnson private chestnut hill school kare n phillip s saratog a centra l catholi c hig h 27 school kevin tucker burnt hills ballston spa high school en grace whitman canajoharie high school uit de interviewgegevens blijkt dat vier van de zes docenten zijn gepromoveerd op een letterkundig onderwerp ze zijn terdege opgeleid en voorbereid op het geven van instructies aan groepen maar vooral getraind in het geven van htera tuuronderwijs meer dan in het schrijf en of taalkunde on derwijs toch blijken ze geen of weinig notie te hebben van moderne literaire theorieen een gevolg daarvan is dat ze de lestijd met name besteden aan close reading structurele ana lyse en themabegrip kortom aan het objectief wi j zouden zegggen tekstbestuderend omgaan met fictionele werken de tekst staat in de lessen centraal als literair artefact er is weinig aandacht voor de rol van de lezer maar ook niet voor het overdragen van culturele informatie desalniettemin geeft de helft van deze docenten als doelstel ling voor het lees en hteratuuronderwijs aan het leesplezier bij hun leerlingen te willen bevorderen zo streven ze er on der andere naar de literatuurles te beginnen met een af fectieve respons om een individuele verbinding met de tekst mogelijk te maken zodat een leerling de gelegenheid krijgt te reageren op een verhaal en zich verantwoordelijk gaat voelen voor het aangeboden materiaal uitingen van herkenning en een parafrase van het verhaal voorzien van enige commentaren van de docent en van me deleerlingen worden genoteerd in een soort dag logboek toch bhjkt dat er bij de toetsmomenten weinig ruimte is voor deze schrijfopdrachten e n dat i s jammer wan t juist dez e werkvorm zou een uitstekende methode zijn om leerlingen zelf te laten bepalen wat ze van een gelezen tekst willen her kennen en in hun essay parafraseren en op welke manier ze dat willen doen uit de interviews met de docenten komt naar voren dat zij tevreden zijn over het schoolsysteem er is genoeg materiaal de directie is betrokken bij het doen en laten van docenten er is sprake van een continue programma evaluatie en de leer lingen worden omschreven al s ee n publie k dat in is voor competitie 28 de 67 van de in totaal 106 leerlingen die door de onder zoekers zijn gei nterviewd over het lees en literatuuronder wijs vertellen dat er per week 3 5 uur besteed wordt aan het lezen van boeken naar eigen keuze en 4 tot 6 uur aan het lite ratuurhuiswerk ze krijgen al of niet een zogenaamd acade misch voorbereiden d wetenschappelijk programma da t wil zegge n da t z e we l o f nie t worde n voorberei d o p he t universitaire vervolgonderwijs van de geinterviewde scho lieren blijkt 90 een favoriete auteur of een geliefd boek te hebben er wordt drie maal per week een gemeenschappelijk bezoek gebracht aan de schoolbibliotheek de helft va n de leerlingen leent dan daadwerkelijk ee n boek de openbare bibliotheek wordt twee keer per week bezocht maar leerlin gen die voor de universiteit worden opgeleid zijn frequentere bibliotheekbezoekers 3 hoe zien de docenten hun rol er kan bij het houden van een discussie over literaire teksten door en met leerlingen gestreefd worden naar twee zaken late n reagere n o p literatuu r doo r midde l va n ee n soor t feedback in termen van het begrip van de tekst laten reageren o p een hoger nivea u e n komen to t een diep begrip niet alleen van de tekst maar vooral van je ei gen ik je eigen bestaan de beste discussie zou je echter een soort jam session kun nen noemen een gesprek tussen mensen met gelijkgestemde interesses op een bekend terrein het doel daarbij is te komen vanuit persoonlijke invallen en uitspraken tot een analyse van een literaire tekst in ieder geval niet tot het alleen maar geven van een recapitulatie van het verhaal welke status heb je nu als docent in het discussieproces ben je gewoon een andere lezer of ben je een deskundige op het gebied van het interpreteren de resultaten die het onderzoek hier geeft zijn niet verbazingwekkend de ondervraagde docenten zien zichzelf als het middelpunt van d e discussie e n al s chaosbewaker z e wille n be hulpzaam zijn bij het leren kijken naar een tekst en scheppen faciliteiten voor de leerlingen om vrijuit te kunnen spreken ze zorgen ervoor dat een discussie leidt tot een beter begrip van literatuur door begeleide praktijkoefeningen in literaire 29 respons en literaire analyse wordt geprobeerd om van de klas een groep onafhankelijke lezers en interpretatoren van litera tuur te maken deze oefeningen kunnen bijvoorbeeld bestaan uit docentinstructie s als tr y this hav e yo u though t about one thing that strikes me defabio 1989 16 vanuit deze instructies zal de docent leerlingen leren dialo gisch t e lezen welk effect heef t d e tekst op mij welk e literaire conventies en technieken dragen daartoe bij natuurlijk vertoont iedere docent een andere houding ten op zichte van zijn klas hij is al dan niet gevoelig voor stem mingwisselingen maar hij houdt altijd voor ogen wat hij per les wil bereiken en met welk materiaal door bijvoorbeeld slechts te kiezen voor canonboeken wei let hij heel nauw keurig op wat er buiten de discussies om met de klas gebeurt en hij wijzigt zonodig zijn opzet bijvoorbeeld als er duidelijk behoefte is aan meer tijd te reserveren voor persoonlijke re sponses vrij e discussies reflectiemomente n o f voo r ee n eventuele herlezing van delen van de tekst 4 wat zijn de bevindingen van de leerlingen na afloop va n de observaties hebben d e onderzoekers 67 leerlingen gei nterviewd over hun bevindingen met discussie ren de reacties zijn over het algemeen positief zo blijkt uit de verslaggeving leerlingen zien hun docent enerzijds als initiator hij bevor dert het kritisch denken bij hen anderzijds dient hij een soort gids te zijn door de hele discussie heen omdat nu eenmaal elke groep een leider nodig heeft zou je kunnen zeggen ze ervaren het houden van klassediscussies als pogingen van de docent om leerlingen tot een beter begrip van literaire teksten te laten komen en om te achterhalen hoe zij denken over lite ratuur de docent wordt ook beschouwd als coach als kata lysator hij brengt houdingen bij hen aan ook al laat hij na een korte introductie de groep snel los in het geven van spontane responses deze aandacht voor de houding wordt gezien als een essentiel e voorwaard e voo r he t blijve n omgaa n me t boeken in het latere leven dat er in eerste instantie bij leerlingen vaak een weerstand bestaat tegen het houden van discussies ze zijn bijvoorbeeld bang om zich te uiten of zien discussieren eerder als vech 30 ten wordt als een probleem ervaren ook door de docenten zo blijkt uit de interviews hierbij is wel van belang te weten dat e r i n d e period e voorafgaan d aa n he t projek t nie t o f nauwelijks is gewerkt met deze werkvorm er wordt dan ook duidelijk hul p van de docent verwacht in het bijzonder bij vragen als wat vind je van het gevoel een grote mate van vrijheid te hebben maar ook het samen verantwoordelijk zijn voor de literatuurles herken nen deze respondenten he t beste als ze de kans krijgen t e evalueren wat vind je van de discussie van gisteren welke suggesties heb je ter verbetering ze krijgen zo het idee dat de docent accepteert dat ieder wat te vertellen heeft toch blijkt uit de verslaggeving dat deze evaluatiemomenten vaak gebruikt worden voor het ventileren van priv opvattingen over de gevoerde discussie moet er nou wel of niet een boek geanalyseerd worden op deze wijze moet je iedereen maar aan het woord laten gebeurt te weinig volgens 10 van de ondervraagde leerlingen en ben je verplicht mee te doen of alleen maar als je iets niet hebt begrepen wat de keuze van de teksten betreft zij n d e geluiden wa t minder positief nogal wat leerlingen ongeveer 65 komen met het argument dat de wereld waarin zi j leven zo totaal verschillend is van de wereld die tot uitdrukking komt in de aangeboden verhalen hoe een docent op deze overbrugging van een kloof za l reageren kan van wezenlijk belan g zijn voor het lesverloop een voorbeeld ter illustratie omdat er sprake is van een geheel andere cultuur in het te behandelen boek heard the owl call my name van margaret craven laat de betreffende docente ter introductie aan haar klas dia s zien over de leefomstandigheden di e daar heersen hierna geeft z e d e schrijfopdrach t t o defin e themselve s al s a n element of that nature in what ever way is comfortable fo r them connolly 1989 6 pas daarna komt het werk zelf ter sprake in de zes observatieverslagen kome n de onderzoekers met een aantal aanbevelingen verwoord door de geinterviewde leerlingen 1 discussies over een ingewikkelde literaire tekst zijn zin vol als je als leerling op die manier kunt leren tolerant te zijn 31 ten opzichte van de varieteit aan teksten die er bestaat 2 de moeilijkheidsgraad van een werk moet bepaald worden door de hele groep docent en leerlingen en niet alleen door de docent 3 een effectieve instructie vooraf verhoogt het succes van de interactie 4 de docent dient te vragen naar authentieke antwoorden dat wil zeggen dat hij vragen met een open eind moet stel len vragen die openstaan voor discussie daarmee vergroot je de kans op een dieper begrip van de literatuur 5 de ervaringen van de leerlingen zullen uitgangspunt van een discussie moeten zijn elk individu is een primaire bron van informatie 6 er moet voldoende tijd beschikbaar zijn voor het discus sieren 7 als een docent zijn leerlingen eenvoudigweg al wil helpen met het soms ingewikkelde taalgebruik in een tekst dan kan hij bij hen zoveel enthousiasme wekken dat ze bereid zijn het verhaal uit te lezen 5 kanttekeningen bij het onderzoek de zes onderzoekers van het cltl komen in hun eindrapport met een aantal persoonlijke conclusies ieder over 66n colle ga docent met een bepaalde klas van individuele leerlingen met een verschillende achtergrond en persoonlijkheid zo kun je spreken van een unieke situatie niet voor herhaling vatbaar maar die wel authentiek genoemd mag worden op basis van een nadere analyse en interpretatie van deze ge gevens krijg ik evenwel sterk de indruk dat het beeld van de interactie tijdens klassediscussies nogal geflatteerd is ver woord in de verslaggeving natuurlijk vergroo t je als lezer van de resultaten intuitief je voorstellingsvermogen over het reele lesverloop in een klas en verschaffen de rapportages je een context voor zelf reflectie maar omdat zowel de moei lijkheden als de contradicties en of onzekerheden bij docen ten en leerlingen niet of nauwelijks beschreven zijn blijven de profielen van beide groepen onvolledig het feit bijvoor beeld dat de onderzoekers signaleren dat het bij alle docenten allemaal van een leien dakje gaat tijdens de discussies zegt mij dan ook niets onder andere omstandigheden kan het wel 32 eens heel anders veriopen welke docent kent geen lastige momenten tijden s d e interacti e me t zij n klas en kunne n leerlingen som s niet sociaa l en of culture d problematisc h zijn als er discussies gehouden worden vragen waarop de discussieverslagen geen antwoord geven uit de interviews wordt duidelijk dat het persoonlijk leren lezen van fictionele tekste n tijdens de literatuurles centraal staat bi j docente n e n bi j leerlingen docente n spreke n d e voorkeur ui t leerlinge n nie t allee n t e wille n sture n maa r vooral te willen steunen in het zelf leren stellen van vragen in de trant van wat heeft me geergerd aan het verhaal waar zit ik nog mee nu ik deze tekst gelezen heb welke interessante gezichtspunten heb ik als lezer gehad wat is me juist beval len aan het boek aardige vragen maar ze worden blijkens de rapportages in de praktijk nauwelijks gesteld de vraagtechniek van docen ten ontmoedigt de leerlingen eerder in het zoeken naar een voudige antwoorden en het geven van een spontane respons het probleem bij het lezen van literaire teksten is namelijk dat leerlingen vaa k herinterpreteren o f zic h aanpasse n aa n de groep of docent ze worden niet opgeleid om te zoeken naar open plekken of naar moeilijke kwesties en zullen daarom literatuur eerder zien als een container van pasklare antwoor den dan als een vruchtbaar stuk grond voor eigen ontginning en interpretatie uit de onderzoekverslagen blijkt dat over het literaire in een tekst complexitei t en ambigui tei t bijvoor beeld niet of nauwelijks gediscussieerd wordt de rol van de onderzochte docenten in discussies over lite ratuur blijkt dan ook die van een zoeker naar een homogeen antwoord te zijn waarbij hij alleen die antwoorden van leer lingen gebruikt die generaliserend zijn het zou wenselijk zijn als de vraagstelling van de docent er juist toe zou leiden dat leerlingen vragen gaan stellen over zichzelf en over anderen zodat het geven van interpretaties in het licht van persoonlijke ervaringen mogelij k wordt ondanks het feit da t docenten expliciet verwoorde n leerlinge n t e wille n beschouwe n al s gelijkwaardige gesprekspartners in de discussies kan ik mij niet aa n d e indruk onttrekke n da t d e interpretati e va n d e docent in het geheel erg zwaartelt hij speelt het spel het beste aan de andere kant constateer ik dat je ook geen inzicht krijgt 33 in hoeverre leerlingen de antwoorden geven die de docent van hen venvacht zij veronderstellen dat hun leerkracht de enig juiste antwoorden heeft omdat hij het onderhavige verhaal al vaker heeft behandeld in klassen wellicht krijgen veel leer lingen daarom het idee dat ze beter complexiteit in literaire teksten kunnen vermijden en maar moeten gaan zoeken naar de interpretaties die gewaardeerd zulle n worde n i n toetssi tuaties bijvoorbeeld in het ergste geval doet de leerling er het zwijgen toe wat wel duidelijk naar voren komt in alle verslagen is de op vatting van de docenten maar ook van de onderzoekers dat een lezer die zegt een tekst begrepen te hebben maar niet in staat is dit begrip te verbaliseren niet als lezer serieus mag worden genomen deze opvatting komt overeen met de uit spraak van purves theoretic i o p het gebied van de litera tuurdidactiek i n veel delen va n de wereld i n het bijzonde r purves zelf mvw zijn va n oordeel dat literatuuronderwij s voor een groot deel neerkomt op een combinatie van lezen en een o f ander e vorm van verwoordin g va n een beredeneer d antwoord op wat gelezen wordt purve s 1990 31 het reflecteren zowe l op eigen leesgedrag als op de indivi duele deelname aan de klassediscussie beschouwt bijna 80 van de gei nterviewde leerlingen als hun grootste en nuttigste bijdrage aa n he t literatuuronderwijs vooro p staa t da t z e willen ontdekken dat literatuur een deel kan zijn van hun ei gen cultuur een kunstvorm en een manier van kijken naar het leven da t daarbi j sprak e i s va n ee n onderschei d tusse n houden van doe t niet iedereen en leren apprecieren be hoeft gee n betoog het lere n kenne n va n eige n waarde n e n daarop je keuze n lere n baseren za l altij d ee n kwesti e va n persoonlijke groe i in iemands leven blijven literatuur alle hierna genoemde uitgaven uitgezonderd purves 1990 zijn afkom stig van het center forthe learning and teaching of literature gevestigd aan de university at albany state university of new york school of education 1400 washington avenue albany new york 12222 beach hynds 1989 r beach and s hynds research on the learning and teaching of literature selected bibliography resource series r 1 1989 34 bradley z j j bradley selected bibliography of materials and approaches in the learning and teaching of literature resource serie s r 2 z j connolly 1989 a connolly taking the fear away fromlearning ob servations of contemporary fiction thought by carol johnson at the chestnut hill school in a city innew york report series 2 3 april 1989 defabio 1989 r defabio classroom as text reading interpreting and critiquing a literature class report series 2 7 aprill989 foreman pemberton 1989 c foreman pemberton bein g there with kevin tucker report series 2 5 april 1989 hansbury 1989 t hansbury a journey with great expectations char les dickens meets the ninth grade a teacher researcher discovers life in another classroom report series 2 4 april 1989 marhafer 1989 d marhafer the heart and soul of the class report series 2 6 april 1989 purves 1990 a purves onbepaald e teksten reagerend e lezers en examens naar de oplossing van een raadsel in warn de moor red stiefkind en bottleneck de toetsing in het literatuuronderwijs nijmegen 1990 p 23 32 quick 1989 d quick the teacher as mentor guide joe allen on antigone report series 2 8 april 1989 35