Publicatie datum: 1988-03-01
Auteurs: Jo Verhoeven, Kris Van de Poel
Collectie: 18
Volume: 18
Nummer: 2
Pagina’s: 80-83
Documenten
een animerende aanpak van de lexicologie in de klas inleiding zowel de leerplannen moedertaal derde graad van type 1 als type 2 voorzien binnen het taalbeschouwelijke pakket een onderdeel over woordbetekenis en aanverwante lexico logische onderwerpen het hoe ft geen betoog dat het vaak moeilijk is om leerlingen voor dergelijke specifiek linguistische problemen te motiveren het heeft immers voor hen erg weinig concrete toepassingen deze stof biedt nochtans u itstekende mogelijkheden ze kan aantrekkelijk worden voorgesteld wat de leermotivatie van de leerlingen aanzienlijk kan verhogen dit verslag van een lessenreeks over lexicaal werk hooptte laten zien hoe een dergelijke aanpak concreet kan verlopen doelstellingen op cognitief vlak beogen we de volgende doelstellingen 1 de leerlingen kennen verschillende technieken om woorden semantisch te defi nieren 2 ze kunnen die technieken in eigen woorden uitleggen 3 ze kennen verschillende nederlandstalige verklarende woordenboeken 4 ze activeren hun woordenschat 5 ze kennen de verschillende grammaticale aanduidingen die in woordenboeken voor komen de volgende vaardigheden worden aangescherpt 1 de leerlingen kunnen de definitietechnieken toepassen op eigen materiaal 2 ze kunnen een woordenboek hanteren 3 ze kunnen letters tot woorden combineren op affectief vlak beogen we dat de leerlingen 1 in groep kunnen samenwerken 2 de lexicale theorie als functioneel en prett ig ervaren de lessencyclus de lessenreeks bestaat uit vier lesuren die niet noodzakelijk na elkaar dienen te worden gegeven voor elk lesuur zullen we het benodigd materiaal aangeven en het lesverloop uitt ekenen ook zullen enkele vaktheoretische kanttekeningen worden gemaakt 80 vonk 1988 18de jg nr 2 lesuur 1 1 materiaal 1 scrabble spelen aantal afhankelijk van de leerlingen in de klas de leerlingen bren gen ze zelf mee naar school 1 2 woordenboeken minstens een per scrabble groep 3 kruiswoordroosters het aantal vakjes van de roosters komt overeen met het aantal vakjes van de scrabble borden di 15 horizontaal en 15 verticaal 2 lesverloop 1 instapfase klasgesprek waarin vragen aan bod kunnen komen als wie lost er regelmatig kruiswoordraadsels op in welke tijdschri ft en of kranten wanneer doe je dat gebruik je altijd dezelfde krant tijdschrift wie speelt er regelmatig scrabble wie nooit andere woordspelen 2 voorbereidend groepsspel een leerling legt de spelregels van scrabble uit de klas wordt ingedeeld in groepjes van 3 a 4 leerlingen de kruiswoordroosters worden uitgedeeld een leerling per groepje fungeert als verslaggever hij zij dient de gevonden woorden in het rooster te schrijven een leerling per groep noteert de individuele scrabble scores waarvan een over zicht wordt gemaakt zo kan het competitie element vergroten het verdient aanbeveling om de leerlingen vooraf in te lichten dat het de bedoeling is om een kruiswoordraadsel opte stellen zodat tij erop kunnen letten dat zoveel mogelijk intersecties van woorden gemaakt worden 3 groepsspel de leerlingen spelen scrabble gedurende 1 lesuur voor spellingsproblemen mogen de leerlingen een woordenboek raadplegen de leerkracht begeleidt de leerlingen lesuur 2 tijdens dit lesuur worden de verschillende technieken aangebracht die kunnen worden gehanteerd om woorden te definieren enig inzicht hierin is nodig omdat de leerlingen dit in een volgend lesuur zelf zullen moeten doen 1 theoretische achtergronden in de lexicologie worden verschillende definitie vormen gebruikt om de betekenis van woorden te omschrijven we beperken ons tot de frequentste vooreerst is er de synoniemendefinitie het te verklaren woord definiendum wordt ver 81 vangen door een woord dat nagenoeg hetzelfde betekent dit is het geval met bij voorbeeld cadeau geschenk halm stengel hiernaast kan ook een analytischedefinitie worden gebruikt het definiendum wordt om schreven door een complexe uitdrukking die de betekenis in haar samenstellende delen ontleedt dit is het geval als rel wordt verklaard door kwaadwillige actie die opschudding wil veroorzaken een speciale vorm van analytische definitie is het gebruik van hyponymie in dit geval wordt een woordbetekenis gedefinieerd met behulp van een overkoepelende term en een onderscheidend kenmerk dat het verschil aangeeft t o v andere woorden die onder deze term gevat kunnen worden enkele voorbeelden daarvan zijn veulen jong paard hengst mannelijk paard knol oud paard ros edel paard de overkoepelende term paard duiden we aan met de term hyperoniem de onderge schikte termen als veulen en hengst noemen we hyponiemen verder kunnen ook antoniemen worden gebruikt het woord wordt verklaard door het in verband te brengen met een tegengestelde betekenis hoog niet laag onrustig niet rustig 2 lesverloop 1 de verschillende definitievormen worden aangebracht dit kan inductief gebeuren met behulp van een lijstje verklaarde woorden als a boer landbouwer b religie godsdienst c frons plooi d gaffel tweetandige vork om hooi op te steken e proces rechtsgeding f pels dichtbehaarde dierenhuid g pook puntig omgebogen ijzer om het vuur op te rakelen h twist onenigheid i klagen droefheid of pijn door geluiden of woorden te kennen geven j rel kwaadwillige actie die opschudding wil veroorzaken de leerlingen moeten de verklaarde woorden in twee groepen sorteren naargelang de aard van de gebruikte definitie ze proberen het verschil tussen beide groepen te verwoorden 2 de definitietechnieken worden benoemd 3 de leerlingen zoeken in hun woordenboek 5 voorbeelden van elke techniek tus senevaluatie 82 4 de resultaten worden samengebracht 5 de bijzondere soorten analytische definities worden aangebracht vertrekpunt hier voor kan een opdracht zijn waarbij de leerlingen de volgende woorden proberen te verklaren d m v een analytische definitie wit hoog dicht droog open hengst ap pel eik man pony 6 de resultaten hiervan worden samengebracht hieruit kunnen de termen hyponiem en antoniem worden gedistilleerd 3 verwerking elke groepje krijgt zijn eigen scrabble rooster terug de leerlingen mogen dat naar believen uitbreiden dit kan eventueel thuis gebeuren lesuur 3 de leerlingen definieren de woorden die in hun rooster voorkomen aan de hand van de in les 2 aangebrachte definitievormen ze mogen hiervoor geen gebruik maken van een woordenboek indien nodig kan hier een herhaling van de woordsoorten gepast zijn vermits die nogal eens als hint gebruikt worden in een kruiswoordraadsel b v lidwoord aanwijzend voornaamwoord rangtelwoord e d lesuur 4 de kruiswoordraadsels worden van groep verwisseld en de leerlingen proberen ze op te lossen dit kan in groep of individueel definities die volgens hen niet duidelijk genoeg zijn worden becommentarieerd en van alternatieven voorzien deze probleemgevallen kunnen het uitgangspunt vormen voor een plenumdiscussie nadien afronding de kruiswoordraadsels worden gepubliceerd in het schoolkrantje waardoor de hele aanpak voor de leerlingen een extra functionele dimensie krijgt jo verhoeven kris van de poel majvey 21 dk 8210 arhus v denemarken noot 1 bij gebrek aan voldoende bordspelen kan met copies gewerkt worden van bord en letters we vermelden ook het bestaan van andere spelen die gebruikt kunnen worden als quizzle kruiswoordraadsels maken en het azet woordspel van infodok 83