Publicatie datum: 1986-11-01
Auteur: Luc Heyerick
Collectie: 16
Volume: 16
Nummer: 5
Pagina’s: 312-319
Documenten
een beetje eigenwijs over eigenwijzer een nieuwe methode voor werkwoordspelling spellinghervorming of nieuwe didactische aanpak sedert het verschijnen van het proefschrift van van der velde de tragedie der werkwoordsvormen in 1956 zijn de problemen die zowel kinderen als volwassenen ondervin den met het correct schrijven van de werkwoorden een vaststaand gegeven geworden in heel wat didactische en taalkundige publicaties werd er sindsdien naar verwe zen de aandacht voor deze problematiek komt wel uit verschillende gezichtshoeken eerst en vooral is er wat onderzoek gedaan om te pogen de tragedie zelf verder te documenteren en te analyseren welke werkwoorden of vormen worden vaak fout gespeld en door wie op welke leeftijd vooral assink 1980 1981a heeft op dit ter rein de laatste jaren een bijdrage geleverd t a v het wegwerken van de vastgestelde tragedie gaat men twee richtingen uit enerzijds zijn er auteurs die pleiten voor een verbeterde didactiek de hele traditie is ontstaan doordat op school de leerlingen niet op een goede manier met deze spellingsmoeilijkheden hebben leren omgaan deze visie heeft in het recent verleden aanleiding gegeven tot nieuwe methodes voor werkwoordspelling o m de werkwoordwinkel assink 1984 spel 1 enderwijs van peer 1984 en eigenwijzer pepermans en van herck 1985 dat hier ter bespreking voorligt deze drie methodes hebben als gemeenschappelijk doel het aanleren van een algoritme dat bij een goede toepassing quasi automatisch tot een correcte spelling van het werkwoord aanleiding moet geven naast en soms tegenover deze tendens tot vernieuwing in de spellingdidactiek staat de beweging die pleit voor een vereenvoudiging van de nederlandse spelling met de huidige spelling is de tragedie onvermijdelijk laten we dan maar de spelling zo veranderen dat wat nu tot fouten aanleiding geeft dan probleemloos geschreven kan worden van der velde 1975 zelf is van de eerste naar de tweede stelling overgestapt de meest recente opflakkering van deze beweging spelling 85 wordt vooral door berits 1985a b ondersteund in de soms verhitte discussie over de spellinghervorming is de leerbaarheid van de werkwoordspelling maar een van de argumenten maar er wordt soms wel zwaar de nadruk op gelegd zie b v berits 1980 312 vonk 1986 16de jg nr 5 hiermee is een beetje de globale context gegeven waarbin nen elke publicatie over de spelling van het werkwoord gesitueerd kan worden gezien eigenwijzer een didactisch werk is gaat onze aandacht nu naar de spellingdidactiek de methode eigenwijzer neemt hierin wel een zeer specifie ke plaats in fenicische regels en chinese woordbeelden in het voorstellen van de gesproken taal door schriftte kens bestaan er verschillende systemen je hebt b v een logografisch systeem zoals het chinees waarbij elke betekeniseenheid in principe door een verschillend symbool voorgesteld wordt daarnaast zijn alfabetische systemen ontwikkeld voor het eerst door de feniciers waarbij in principe elke onderscheiden klank foneem door een symbool grafeem gerepresenteerd wordt in feite zou men kunnen stellen dat de chinezen spellen op grond van associatie tussen woordbeelden klank en betekenis ener zijds karakters anderzijds terwijl de feniciers spellen op grond van regels over de letter klank overeenkomst in de alfabetische systemen is er echter geen een klank een letter correspondentie er zijn allerlei afwijkingen ook in het nederlands vandaar dat er toch verschillende strategieen gebruikt kunnen worden bij het spellen baron e a 1980 hanteerden naar analogie van dit onderscheid tussen spellingsystemen een feniciers versus chinezen dimensoatduienwlkmatiendbjh spellen van het engels regels hanteert een fenicier of eerder gebruik maakt van woord specifieke associaties een chinees ongetwijfeld moet bij de opbouw van een spellingdidactiek rekening gehouden worden met individuele verschillen in capaciteit om regels te hanteren onder meer de leef tijd van de kinderen speelt daar een rol bij een spel lingleergang voor 8 jarigen kan dan ook minder van ab stract geformuleerde regels gebruik maken dan een leergang voor 13 jarigen maar naast individuele verschillen in het hanteren van regels lijkt het ook aangewezen om na te gaan in welke mate de woorden die we correct willen leren schrijven zich lenen tot regelhanteren m a w zijn er in het neder lands fenicische en chinese woorden te onderkennen de meeste nederlandse woorden die grammaticaal en of naar betekenis van elkaar verschillen worden ook ver schillend uitgesproken en geschreven uitspraak en schriftbeeld corresponderen en die overeenkomst kan al dan niet via formuleerbare en of voor leerlingen van een bepaald niveau bevattelijke regels gelegd worden of die regels bevattelijk zijn hoeven we ons in feite 313 niet af te vragen 1 de woorden die meest frequent gebruikt worden kan men immers best correct leren spellen door de schriftbeelden in te slijpen d w z door ze herhaaldelijk te schrijven deze woordbeeldstrategie wordt in meer recente taal en spellingsmethodes didactisch uitgewerkt zie b v spellingwijzer van der geest en swuste 1979 minder frequente woorden kunnen dan correct gespeld worden door ze op te zoeken in woordenlijsten of op grond van regels die louter associatief kunnen zijn ik schrijf het meervoud van foto als foto s dus schrijf ik ook pia no s in elk geval moet men aan de minder frequente woor den op school niet veel tijd spenderen correcte spelling van die woorden moet niet automatisch uit de pen vloeien het aanleren en inoefenen van de bovengeschetste chinese spellingsstrategie is echter minder succesvol bij woorden die gelijk klinken maar toch een verschillend schriftbeeld opleveren voor de lexicaal bepaalde homofonen leiden lijden b v moeten beide schriftbeelden even sterk inge oefend worden maar steeds in associatie met de betekenis het blijft een chinese spellingstrategie maar in een andere vorm kopieren van woordrijen woorddictees e d zijn hier niet efficient helemaal uit den boze wordt deze werkwijze t a v grammaticaal bepaalde homofonen een vrij aanzienlijk aantal werkwoordvormen behoren tot deze categorie b v word wordt wachten wachtten ver huist verhuisd deze categorie zouden we als fenicisch willen kenmerken correcte spelling wordt hier slechts bereikt op grond van een juiste toepassing van regels de meeste leergangen voor de werkwoordspelling brengen dan ook alleen een regelstrategie aan hoewel die in feite enkel t a v de homofonen strikt noodzakelijk is eigenwijzer probeert op beide paarden te wedden op het eerste gezicht is dit de sterkte van deze nieuwe methode maar ik vrees dat het uiteindelijk een zwak punt betekent door beide strategieen niet consequent af te bakenen om deze kritiek te illustreren gaan we eerst wat nader in op de inhoud van eigenwijzer de vier delen van eigenwijzer eigenwijzer is onderverdeeld in 4 delen in begin wijzer worden de spraakkundige begrippen aangebracht die voor het inzichtelijk hanteren van de regels noodzakelijk zijn in deel z schrijf het met worden frequente werkwoordvormen ingeoefend deel 3 frequentielijst sluit daarbij aan daarin zijn de meest frequente vormen alfa betisch gerangschikt in 6 lijsten een voor elke onder scheiden werkwoordvorm opgenomen de homofonen met verschillend schriftbeeld door de auteurs gevaarvormen 314 genoemd staan daarin onderstreept in deel 4 ei 9enwij zer 1 en 2 worden 2 algoritmes aangeboden een voor werkwoordvormen waar je t hoort achteraan en een ander voor vormen die eindigen op te n of de n in het eerste en laatste deel wordt de fenicische strate gie geleerd de delen 2 en 3 sluiten aan bij een chinese spellingstrategie zelfs voor de gevaarvormen die gevaar vormen staan in het leerlingenboekje en op een poster voor zover ze frequent voorkwamen in een reeks onderzochte opstellen van leerlingen dat heeft tot gevolg dat b v betaald leidden en antwoordt wel op de poster en in de frequentielijst voorkomen maar de homofone concurrenten betaalt leiden en antwoord niet zonder de frequentie lijst als dusdanig in twijfel te trekken lijkt de grens tussen al dan niet opname hier toch vrij arbitrair de frequentie van de vorm is wellicht een minder goed crite rium dan de frequentie van het werkwoord in welke vorm dan ook in de oefeningen van deel 2 en de illustraties van de gevaarvormen wordt dan een schriftbeeld ingeoefend zonder enige verantwoording waarom dat beeld in die context correct is in een aantal gevallen wordt de homofone concurrent zelfs gewoon weggelaten mijns inziens kan dat enkel tot gevolg hebben dat ook al weten de leerlin gen dat het een gevaarvorm is zij hoe dan ook tijdens het schrijven de neiging zullen hebben het ingeslepen schriftbeeld neer te pennen het enige wat je daarmee lijkt de bereiken is dat fouten die ook nu reeds bij het intuitief spellen van de werkwoorden gemaakt worden op grond van een woordbeeldstrategie assink 1981b nog versterkt worden ter illustratie even de resultaten van een eigen onder zoekje bij een 500 tal leerlingen in het eerste observa tiejaar van de middenschool bij gevaarvormen op de of te is de verleden tijd met dubbele tt of dd de meest frequente vorm vormen als verbrandde worden dan ook gemiddeld door 80 van de leerlingen correct geschreven de concurrenten verbrande slechts door 35 dat dit resultaat vooral op grond van de chinese strategie bereikt wordt blijkt uit de fouten bij gevaarvormen die eindigen op den of ten daar is de infinitief of de tegenwoordige tijd frequenter dan de verleden tijd vormen als rusten worden dan in 80 van de gevallen correct geschreven de concurrenten rustten slechts in 50 van de gedic teerde zinnen bij een fenicische strategie zou je geen verschil verwachten tussen verleden tijd meervoud of enkelvoud het gaat immers om een toepassing van dezelfde regels ik denk dus dat je t a v de werkwoordvormen bij leerlin gen een voorkeur voor de regelstrategie moet bijbrengen 315 die is bruikbaar voor alle werkwoorden en de enige die perspectief biedt bij de gevaarvormen de woordbeeldstra tegie kan voor de meeste werkwoorden ook tot een correct resultaat leiden al lijkt ze me niet zo efficient omdat er toch heel wat woordbeelden ingeslepen moeten worden en het vaak niet eenvoudig is niet ingeslepen vormen in een woordenboek of woordenlijst op te zoeken maar bovendien geeft deze strategie juist aanleiding tot fouten bij de gevaarvormen t a v deze vormen kan je niet op twee paarden wedden zoals eigenwijzer doet ondanks deze kritiek vind ik eigenwijzer geen methode voor de prullemand ik zou wel alles op het fenicische paard zetten en de delen 2 en 3 gewoon laten vallen in begin wijzer worden op een zeer verfrissende manier de spraakkundige begrippen aangebracht die je ook nodig hebt om de algoritmes eigenwijzer 1 en 2 te hanteren de opdrachten in begin wijzer staan ver van de saaie abstracte en inhoudsloze schoolgrammatica boekjes heel wat oefeningen geven aanleiding tot echte taalbeschouwing rond kindertaal schooltaal thuistaal de nuances van de imperatief bevel verzoek enz de enige vraag die ik bij dit stukje nog heb is waarom het voltooid deel woord als adjectief weggelaten is ik weet wel dat dit wegens de lage frequentie van deze vorm in de onderzochte opstellen verantwoord lijkt maar ten eerste is onderwijs toekomstgericht we willen de kinderen leren om ook later correct te schrijven en ten tweede en dat lijkt me een belangrijker argument bij het gebruik van beide eigenwijzers wordt ernaar verwezen bij eigenwijzer 1 is dat impliciet bij het hanteren van de verlengingsregel gekocht gekochte gespeeld gespeelde en bij eigen wijzer 2 is het een van de vormen waarvan je de schrijf wijze kan zoeken vergrote de algoritmes zelf zijn han dig door hun overzichtelijkheid de leerlingen zullen wellicht niet afgeschrikt worden om ze te gebruiken wat bij sommige andere complexe algoritmekaarten zoals dat van van peer 1984 misschien wel een probleem vormt vandaar dat ik de auteurs begrijp dat ze bij een keuze tussen volledigheid alle vormen correct voorspeld en overzichtelijkheid voor het tweede geopteerd hebben een lek zoals we wedden of het gewette mes waarbij eigenwijzer 2 aangeeft dat er een d of t moet geschreven worden is wellicht makkelijk te dichten de regel voor open en gesloten lettergrepen is bij leerlingen van 10 tot 14 jaar voor wie eigenwijzer bedoeld is niet meer zo n probleem evaluatie noodzakelijk in de voorgaande paragraaf ben ik ervan uitgegaan dat een woordbeeldstrategie t a v de werkwoorden ongunstig is en dat de regelstrategie hieraan superieur is boven 316 dien heb ik beargumenteerd dat t a v de zgn gevaarvormen het hanteren van beide strategieen de eventuele resultaten van een regelstrategie terug kan te niet doen wanneer het schrijven automatisch verloopt en dat automatisme verwacht je toch wanneer de schrijver meer bezig is met de inhoud van zijn tekst dan met de spelling voor die uitgangspunten heb ik wel argumenten aangehaald maar ik kan me vergissen het is inderdaad niet uitgesloten dat de feiten mij zouden tegenspreken daarom alleen al vind ik het jammer dat de methode eigenwijzer niet eerst grondig geevalueerd is voor ze op de markt werd gebracht zo n onderzoek is niet zo moeilijk op te zetten je zou een aantal gelijkwaardige groepen moeten vormen waarin onder verschillende condities aan de werkwoordspel ling gewerkt wordt b v groep 1 eigenwijzer volledig groep 2 eigenwijzer fenicisch deel 1 en 4 groep 3 eigenwijzer chinees deel 2 en 3 eventueel voorafgegaan door beginwijzer groep 4 controlegroep of groepen met andere metho de s op grond van voor en natoetsen met uitgezochte dictees waarin zowel de verschillende gevaarvormen als andere werkwoordvormen voorkomen kan men dat te weten komen in welke mate de uitgangspunten van eigenwijzer valabel zijn assink 1983 heeft wel op een dergelijke manier zijn algoritmische methode de werkwoordwinkel geevalu eerd maar met dergelijk onderzoek is nog maar een deel van de evaluatie gedaan de ambitie of moet ik zeggen pre tentie van eigenwijzer gaat veel verder in de inleiding van het leerlingenboek staat dat met eigenwijzer we die d en t problemen voorgoed uit de wereld helpen zo waar als 1 1 2 p 9 en nog als je dit boek echt doorwerkt laat je de d en t problemen voorgoed achter je p 10 om deze uitspraken hard te maken is het niet voldoende aan te tonen dat eigenwijzer of een deel ervan superieur is aan andere methodes dictees zijn in dergelijk evalua tie onderzoek ook niet meer geschikt omdat de uiteinde lijke doelstelling is dat de werkwoordvormen correct geschreven worden in alles wat de leerlingen schrijven en niet alleen in dictees bovendien kan je dan rekening houden met de frequentie van de vormen een fout in een woord dat vrijwel nooit gebruikt wordt hoeft in die evaluatie inderdaad niet zwaar door te wegen het onder zoek waar ik hier op doel is wel een lange termijn onder zoek gespreid over jaren we moeten dus niet wachten op publicatie van dit soort resultaten om nieuwe methodes als eigenwijzer in ons klas binnen te brengen 317 er zijn al voldoende aanwijzingen dat algoritmische metho des beter zijn dan andere regel methodes analogie of met spraakkunstige trucjes a la t kofschip er zijn echter nog geen aanwijzingen dat je daarmee de tragedie van de werkwoordvormen werkelijk uit de wereld kan helpen assink 1983 slaagde erin bij kinderen uit het 5de leer jaar het foutenpercentage van iets meer dan 50 naar ongeveer 40 terug kan brengen zelf kon ik constateren dat in het 1ste observatiejaar middenschool je met een algoritmische methode opgebouwd in het pedagogisch cen trum gent het aantal fouten van een derde van de vormen tot een kwart kan reduceren assink merkt wel op dat in de dictees die hij als voor en natoets hanteerde er veel moeilijke vormen en samengestel de zinnen voorkwamen die je voor leerlingen van 10 a 11 jaar moeilijk als minimumdoelstelling kan omschrijven deze opmerking geldt ook t a v mijn eigen evaluatie instrument je kan dus wel aanvoeren dat we onze eisen rekening houdend met de leeftijd van de kinderen te hoog gesteld hebben de verwachtingen die eigenwijzer in zijn inleiding stelt zijn echter nog hoger pas als we weten dat ze ook kunnen waargemaakt worden beschikken we over een bijkomend argument in het debat rond de spel lingshervorming tot nader order blijft de leerbaarheid van de werkwoord vormen echter wel een probleem voor heel wat neder landstalige schrijvers luc heyerick p a pedagogisch centrum gent coupure 102 9000 gent noot 1 de fonetische regel waarbij een een een overeenkomst tussen grafeem en foneem behouden blijft wordt als een bevattelijke regel beschouwd vanaf het eerste leerjaar het gaat dan om de zogenaamde klankzuivere woorden die in alle methodes voor aanvan kelijk lezen en spellen gehanteerd worden afwijkingen van de fonetische regel op grond van etymologie is een regel die ook voor volwassenen niet bevattelijk is de keuze tussen ei ij au ou en de correcte spelling van bastaardwoorden worden altijd bereikt op grond van herinnering van het werkwoordbeeld over de bevattelijkheid van analogie en gelijkvormigheidsregels is er meer discussie maar in het geval van vaste woordbeelden kunnen we ons altijd redden met de chinese spellingstrategie 318 bibliografie assink e m h het probleem van het schrijven van werkwoordsvormen bekeken door een onderwijspsychologische bril tijdschrift voor taal beheersing 1980 jrg 2 pp 31 45 assink e m h spellingsproblemen met werkwoordsvormen een onderwijs psychologische analyse pedagogische studien 1981a jrg 58 pp 57 69 assink e m h schrijfstrategieen van intuitieve spellers bij moei lijke werkwoordsvormen tijdschrift voor taalbeheersing 1981b jrg 3 pp 55 66 assink e m h onderwijspsychologie en werkwoordsdidactiek effecten van een leergang i en ii pedagogische studien 1983 jrg 60 pp 363 368 en 396 407 assink e m h de werkwoordwinkel muusses purmerend 1984 baron j e a spelling and reading by rules in u frith ed cognitive processes in spelling academic press londen 1980 pp 159 194 berits j rontom de spelling van de zwakke voltooide deelwoorden levende talen 1980 nr 354 pp 619 622 berits j n niewe sgool n nieuwe spelling moer 1985a nr 1 pp 3 5 berits j de maatschappelike kragt van doelgerigte samenwerking voor n betere spelling moer 1985 nr 3 pp 37 39 pepermans j en vanherck p eigenwijzer nieuwe methode voor werk woordspelling acco leuven 1985 van der geest a en swuste w spellingwijzer praxis 14 malmberg den bosch 1979 van der velde i nogmaals de tragedie der werkwoordsvormen peda gogische studien 1975 jrg 52 pp 95 104 van peer w spel 1 enderwijs acco leuven 1984 319