Publicatie datum: 1995-01-01
Auteur: Nanne Osinga
Collectie: 13
Volume: 13
Nummer: 1
Pagina’s: 83-89
Documenten
boekbespreking nanne osinga een bespreking van s de jong en a m j riemersma taaipeiling yn fryslan onderzoek naar de beheersing van het fries en het nederlands aan het einde van de basisschool ljouwert leeuwarden fryske akademy 1994 nr 780 isbn 90 6171 780 9 dissertatie kub 1 inleiding de boekbespreking wordt begonnen met een samenvattende weergave van de hoofdstukken uit het boek daarna volgt een kort commentaar dat zich met name richt op de kwaliteit van het empirisch fundament waarop de belangrijkste conclusies van het onderzoek berusten de auteur van deze boekbespreking is werkzaam bij het gemeenschappelijk centrum voor onderwijsbegeleiding in friesland en vanuit de invalshoek van leerlingen met leerproblemen zijdelings betrokken bij de discussie over tweetalig onderwijs 2 inhoud hoofdstuk 1 aanleiding tot en plaatsbepaling van het onderzoek voor de basisscholen in de provincie friesland is sinds 1 augustus 1980 het onderwijs in het fries als verplicht vakgebied opgenomen in de wet op het basisonderwijs na ruim tien jaar vinden de auteurs het belangrijk dat de positie en de inhoud van het onderwijs in het fries op de basisscholen in friesland geevalueerd worden hierbij gaat het om de vraag op welke wijze het tweetalig onderwijs zoals dat sinds 1980 vorm gekregen heeft een bijdrage levert aan de taalbeheersing nederlands en fries van de leerlingen de aandacht voor de vaardigheid van alle leerlingen in beide talen is nieuw voorafgaande onderzoeken waren vooral gericht op de beheersing van het nederlands door friestalige kinderen deze aandacht voor beide talen in het onderzoek sluit aan bij de huidige positie van het fries in het basisonderwijs in friesland alle leerlingen krijgen onderwijs in het nederlands en in het fries en voor beide talen zijn kerndoelen vastgesteld tevens sluit deze aanpak aan bij de veranderde visie op tweetalig onderwijs dit onderwijs is niet meer in de eerste plaats gericht op het beheersen van de dominante taal transitie maar op blijven de tweetaligheid het achterstandsperspectief heeft plaats gemaakt voor het cultuurperspectief spiegel 13 1995 nr 1 83 89 de auteurs zijn van mening dat meer kennis over de mate van beheersing van beide talen door de leerlingen noodzakelijk is voor zowel een discussie over de kwaliteit van het taalonderwijs op de basisscholen in friesland als voor de bepaling van het onderwijsbeleid deze studie wil tevens een bijdrage leveren aan de discussie over de invloed van het onderwijs in het fries op de beheersing van het nederlands hoofdstuk 2 onderwijs in het fries ontwikkelingen tot 1980 in 1980 waren de verwachtingen hooggespannen eindelijk zou het fries in het onderwijs een volwaardige plaats krijgen het blijkt dat deze verwachtingen niet zijn uitgekomen omdat de meeste scholen het onderwijs in het fries slechts marginaal hebben vormgegeven dat de invoering van het vak fries zo moeizaam verloopt is te wijten aan onvoldoende aandacht voor periodieke evaluatie gebrek aan geschikt toetsmateriaal geen goed doordachte differentiatie in doelstellingen en het ontbreken van criteria voor het ontwikkelen van leermiddelen de auteurs komen tot de conclusie dat het innovatieproces ten aanzien van de invoering van het onderwijs in het fries op de lagere c q basisscholen in fries land is blijven steken in de initiatiefase hoofdstuk 3 onderwijsbeleid en tweetalig onderwijs in friesland ontwikkelingen sinds 1980 de auteurs zijn van mening dat de verantwoordelijke instanties er niet in zijn geslaagd een verantwoord regionaal beleid ten aanzien van de vormgeving en inhoud van tweetalig onderwijs in friesland te ontwikkelen ze komen tot deze conclusie omdat geen of te weinig aandacht is besteed aan het ontwikkelen van een empirisch getoetst effectief onderwijsmodel voor en een geintegreerde visie op tweetalig onderwijs het samenstellen van een systematisch opgebouwd onderwijsleerpakket en een verantwoord evaluatie instrumentarium ook de stand van zaken betreffende een aantal relevante aspecten van onder wijs in het fries op schoolniveau kunnen de auteurs niet tot tevredenheid stem men de doelen voor het onderwijs in het fries zijn namelijk slechts marginaal ingevuld en worden waarschijnlijk als gevolg van een erg beperkte tijdsinveste ring bovendien door een grote groep scholen niet gerealiseerd bijna de helft van de leerkrachten beheerst het schrijven van het fries niet en ten slotte zijn volgens de inschatting van leerkrachten de leerlingen zwak gemotiveerd voor het vak fries een complicerende factor bij dit alles is de sterke toename van gemengdtalige basisscholen in friesland hoofdstuk 4 doelstellingen opzet en uitvoering van het onderzoek het onderzoek taaipeiling yn fryslan richt zich op het beantwoorden van de volgende vragen a wat is het niveau van de taalvaardigheid fries en nederlands van de leerlin gen aan het eind van de basisschool 84 b in hoeverre is er sprake van samenhang tussen de taalvaardigheid fries en nederlands enerzijds en de onderscheiden school en leerlingkenmerken anderzijds c in hoeverre is er sprake van overeenkomsten en verschillen tussen de gemeten taalvaardigheid nederlands op de basisscholen in friesland en de resultaten van het taalpeilingsonderzoek van ppon de opzet van de studie is sterk bepaald door de vormgeving van de eerste taaipeiling van de nationale periodieke peiling van het onderwijsniveau ppon voor het meten van het niveau van de taalbeheersing in het nederlands is een selectie gemaakt uit de voor de ppon taalpeiling ontwikkelde toetsen analoog aan deze toetsen zijn voor fries gelijkwaardige toetsen ontwikkeld deze betreffen luisteren naar en lezen van rapporterende teksten technisch lezen spelling beschouwende spreekvaardigheid en communicatieve schrijfvaardigheid de analyse van de verzamelde gegevens is gericht op de relatie tussen de gemeten taalvaardigheid en twee groepen onafhankelijke variabelen de leerling kenmerken thuistaal en geslacht en de schoolkenmerken taalomgeving en sociaal economische status van de school het gebruikte onderwijsleerpakket voor nederlands en het onderwijsaanbod voor fries het percentage friestalige leerlingen op een school is bepalend voor de indeling van de basisscholen naar taalomgeving drie categorieen worden onderscheiden categorie a 10 25 categorie b 45 55 en categorie c 75 90 om na te kunnen gaan of het onderwijsaanbod voor het vak fries geoperatio naliseerd in tijdsinvestering en gebruik van het fries als voertaal samenhangt met de prestaties van de leerlingen zijn nog twee extra categorieen onderscheiden categorie a met basisscholen die qua taalomgeving in categorie a vallen maar fries niet als voertaal gebruiken en categorie c met basisscholen die qua taalomgeving in categorie c vallen maar in vergelijking met de scholen van categorie c twee keer zoveel tijd per week aan het onderwijs in het vak fries besteden in de analyse wordt de beheersing van de vier vaardigheden in beide talen door de onderscheiden groepen leerlingen systematisch vergeleken een tweede vergelijking betreft de beheersing van het nederlands door de leerlingen in friesland met het niveau van taalbeheersing door de leerlingen in nederland als geheel de beredeneerde steekproef bestaat uit 47 basisscholen in friesland naar taalomgeving en onderwijsaanbod fries verdeeld in vijf categorieen de toetsen zijn gemaakt door 788 leerlingen te weten 426 friestalige en 362 nederlandstali ge leerlingen hoofdstuk 5 analyse van de taalvaardigheid fries de resultaten van alle leerlingen blijken op de onderdelen luisteren en begrijpend lezen van behoorlijk niveau te zijn evenals de communicatieve spreekvaardigheid b j de friestalige leerlingen de vaardigheden technisch lezen spelling en 85 communicatieve schrijfvaardigheid worden door beide groepen leerlingen slechts in geringe mate beheerst deze resultaten betekenen dat er sprake is van een grote discrepantie tussen de geformuleerde kerndoelen voor het onderwijs in de friese taal en de feitelijke taalvaardigheid fries van zowel friestalige als nederlandstalige leerlingen de friestalige leerlingen presteren wel significant hoger op de onderscheiden deelvaardigheden dan de nederlandse leerlingen maar de verschillen zijn met name op de receptieve vaardigheden luisteren en begrijpend lezen tamelijk klein voor deze resultaten vormen de geringe linguistische afstand tussen het fries en het nederlands en de buitenschoolse contacten een waarschijnlijker verklaring dan het onderwijsaanbod fries de samenhang tussen het niveau van de taalbeheersing en het onderwijsaanbod fries tijdsinvestering en gebruik van fries als voertaal is alleen aanwijsbaar voor technisch lezen en spelling verrassend is dat het niveau van taalbeheersing fries van leerlingen op scholen met relatief veel leerlingen met een gewicht van 1 25 significant hoger ligt dan op scholen die overwegend bezocht worden door leerlingen met een gewicht van 1 00 hoofdstuk 6 analyse van de taalvaardigheid nederlands uit de toetsgegevens blijkt dat de taalbeheersing op de onderdelen luisteren technisch en begrijpend lezen spelling en schrijfvaardigheid van een behoorlijk niveau is de communicatieve spreekvaardigheid voldoet niet aan de gestelde normscore de nederlandstalige leerlingen scoren hoger op het gebied van het begrijpend lezen en de spreekvaardigheid dan de friestalige leerlingen er blijkt geen samenhang te zijn tussen enerzijds het niveau van de taalvaardig heid nederlands en anderzijds de thuistaal van de leerlingen en de taalomgeving van de scholen de tijdsinvestering voor fries en het gebruik van fries als voertaal in het basisonderwijs hebben geen invloed op het niveau van taalvaardigheid in het nederlands aan het einde van de basisschool uit de vergelijking van de resultaten van taaipeiling yn fryslan met die van het ppon onderzoek blijkt dat er geen significante verschillen zijn beide groepen leerlingen scoren zelfs significant hoger op het gebied van begrijpend lezen dan de leerlingen in het ppon onderzoek hoofdstuk 7 conclusies en discussie uit het onderzoek taaipeiling yn fryslan blijkt dat de leerlingen in friesland aan het einde van de basisschool hetzelfde niveau van taalbeheersing in het neder lands bereiken als de leerlingen in nederland een uitzondering vormt de commu nicatieve schrijfvaardigheid van alle leerlingen en de spreekvaardigheid van de friestalige leerlingen geconcludeerd kan worden dat het niveau van de taalbe heersing nederlands in friesland niet negatief beinvloed wordt door onderwijs in het fries 86 de resultaten op de onderzochte taalvaardigheden in het fries zijn aanmerkelijk ongunstiger gezien de grote discrepantie tussen de wenselijke en de vastgestelde taalbeheersing van het fries pleiten de auteurs voor de ontwikkeling van een regionaal taalbeleid voor tweetalig onderwijs in friesland hoofddoel van dit taalbeleid zou moeten zijn het ontwikkelen van een empi risch model voor effectief tweetalig onderwijs gericht op het streven dat alle basisschoolleerlingen in friesland een goed zij het gedifferentieerd niveau van taalbeheersing in zowel het nederlands als het fries bereiken daarvoor is het noodzakelijk dat in de komende jaren onderzoek wordt verricht naar taalverwervingsprocessen en de vormgeving van tweetalig onderwijs in friesland zodat voor de basisscholen duidelijk wordt op welke wijze zij tweetalig onderwijs in gemengdtalige groepen het best vorm kunnen geven belangrijk is dat leerkrachten over een handboek beschikken waarin de didactiek voor het effectief omgaan met twee talen in het basisonderwijs in friesland is uitgewerkt zodat ze de transfermogelijkheden van de ene taal naar de andere taal kunnen benutten naast het handboek zijn de aanwezigheid van een samenhangend onderwijsleerpakket en een verantwoord opgezet leerlingvolgsys teem onmisbaar voor het geven van goed onderwijs in het vormingsaanbod moet gestreefd worden naar volledige tweetaligheid met speciale aandacht voor de produktieve taalvaardigheden het is essentieel dat het fries op alle basisscholen in friesland systematisch mede als voertaal gebruikt wordt in te ontwikkelen longitudinale modellen van tweetalig onderwijs de gemiddelde tijdsinvestering van 45 minuten per week is veel te weinig voor het realiseren van de kerndoelen fries een uitbreiding van de beschikbaar gestelde tijd is noodzakelijk 3 commentaar het eerste dat opvalt is dat de auteurs zeer kritisch zijn ten aanzien van hetgeen in de afgelopen tien jaar zowel beleidsmatig als onderwijspraktisch gerealiseerd is met het oog op kwaliteitsverbetering van tweetalig onderwijs in friesland er is te weinig onderwijsrelevant onderzoek gedaan met het oog op het ontwikkelen van een geldig en bruikbaar model voor tweetalig onderwijs ook de ondersteuning van de scholen is veel te globaal gebleven op het gebied van de curriculum ontwikkeling dat er in dit verband slechts een zin gewijd wordt aan de door de afdeling frysk van het msu de onderwijsbegeleidingsdienst recent ontwikkelde fryske taairotonde een integrale methode voor het leren van het fries op de basisschool zie ik als een omissie mijn inschatting is dat de door de jong en riemersma genoemde lacunes inzake de tweetalige onderwijssituatie in friesland vooral een gevolg zijn van een sterke voorkeur voor taalpolitiek en ideologisch geinspireerde onderwerpen en voorna melijk sociolinguistisch georienteerd onderzoek zo heeft het bevorderen van het 87 fries taalgebruik in delen van friesland waar het fries een minderheidstaal is erg veel aandacht van alle betrokkenen gehad wetenschappelijk onderzoek naar tweetaligheid uitgevoerd door de fryske akademy heeft zich vooral gericht op sociolinguistische buitenschoolse factoren terwijl onderwijskundige factoren op school en groepsniveau te veel buiten het blikveld zijn gebleven aandacht voor een zorgvuldige beschrijving analyse en verbetering van het tweetalig onderwijs is hierdoor nogal eens in het gedrang gekomen in de nabije toekomst zal er veel meer aandacht moeten zijn voor de concrete onderwijskundige vormgeving van het tweetalig onderwijs met andere woorden het zorgvuldig implementeren in de onderwijspraktijk van voldoende empirisch gefundeerde kwaliteitsbevorderende factoren hierbij zou men gebruik kunnen maken van de resultaten van onderwijs effectiviteitsonderzoek en de ervaringen van schoolverbeteringsprojecten bij de stelling van de auteurs dat de linguistische afstand tussen nederlands en fries gering is en dat dit als voordeel gezien moet worden voor tweetalig onder wijs wil ik twee kanttekeningen plaatsen ten eerste de linguistische afstand tussen beide talen is wat betreft het orthografisch systeem groter dan de auteurs inschatten ten tweede de geheugenpsychologie leert ons dat de kans op interfe renties bij het leren van twee talen die veel op elkaar lijken groot is mijn standpunt in dezen is dat het gezamenlijk aanbieden van beide talen als orthografi sche systemen te gemakkelijk aanbevolen wordt en dat de mogelijke risico s voor de groep leerlingen met taalleerproblemen meer aandacht behoeft ik vind het waardevol dat de auteurs een pleidooi houden voor meer empirisch onderzoek naar de kwaliteit en de resultaten van het tweetalig onderwijs in friesland het is prijzenswaardig dat ze daar zelf een begin mee hebben gemaakt ondanks de goede bedoelingen van de schrijvers moet evenwel hun dissertatie toch vooral gezien worden als een beleidsstuk het verzameld empirisch materiaal wordt namelijk nogal gemakkelijk gebruikt voor het formuleren van a priori wenselijk regionaal taalbeleid dit blijkt uit het volgende de centrale en beleidsre levante conclusie dat friestalige leerlingen geen achterstand hebben op het gebied van de nederlandse taal en dat dus een mogelijk negatieve invloed van het onderwijs in het fries in die zin uitgesloten wordt heeft geen voldoende weten schappelijk verantwoorde empirische basis de volgende onderbouwing van deze stelling wil ik geven ten eerste de betrouwbaarheid van de meeste in het onderzoek gebruikte taaltoetsen voldoet niet aan de minimale eisen en daarmee neemt de waarde van de verzamelde gegevens ook af ten tweede de steekproef is niet representatief samengesteld omdat niet alleen zeer kleine scholen buiten de steekproef zijn gehouden maar ook scholen die volledig friestalig of volledig nederlandstalig zijn op deze wijze is zeer waarschijnlijk de groep leerlingen uit de zwakkere sociaal economische milieus met minder kans op een succesvolle schoolloopbaan in de steekproef onderverte genwoordigd dit betekent dat de uitspraken over de beheersing van het neder lands door de friestalige leerlingen in algemene zin te rooskleurig zijn hiermee is de hoofdpijler van het gewenste regionaal taalbeleid inzake tweetalig onderwijs 88 voor alle leerlingen zoals geformuleerd door de auteurs op zijn minst discutabel geworden een derde opmerking die de onderzoeksopzet betreft is dat de intelligentie en de sociaal economische achtergrond van de friestalige en de nederlandstalige leerlingen niet constant zijn gehouden zodat ook uitspraken over de taaiprestaties ven beide groepen in vergelijkende zin moeilijk te interpreteren zijn bovenstaande methodologische tekortkomingen die gedeeltelijk een gevolg zijn van het volgen van het ppon onderzoek tasten de geldigheid van de conclusies en daarmee ook de beleidsuitspraken in ernstige mate aan toch blijf ik de intenties van de auteurs positief beoordelen en hoop ik dat met deze dissertatie een begin is gemaakt met verder zorgvuldig onderzoek naar de feitelijke taalvaar digheden van de leerlingen op de basisscholen in friesland zonder geldige empirische gegevens blijft het formuleren van taalbeleid een slag in de lucht manuscript binnengekomen 31 januari 1995 manuscript aanvaard 19 mei 1995 89 90