Publicatie datum: 1992-01-01
Auteur: Theo Rensman
Collectie: 10
Volume: 10
Nummer: 1
Pagina’s: 97-105
Documenten
theo rensman een bouwsteen op zoek naar zijn plaats het curriculum onderdeel onderzoek in de utrechtse universitaire lerarenopleiding nederlands 1 schets van de huidige situatie bananen die een andere naam krijgen smaken zoals bekend niet anders dan voorheen in utrecht heet het onderdeel onderzoek in de 12 maandsopleiding bij de docenten in opleiding dio s sinds enige tijd verdieping maar daarbij gaat het beslist om meer dan alleen een ander etiketje op de schil de facto komt het er op neer dat de dio een onderwerp kiest op het gebied van het onderwijs en zich daar via welke methode dan ook een tijd mee bezig houdt literatuurstudie aktie onderzoek enquetering dat alles is mogelijk maar als de dio zich middels een beargumenteerde beschouwing buigt over een stukje eigen praktijk is dat evenzeer acceptabel de enige sterke aanbeveling die de dio meekrijgt is om het gekozen onderwerp zowel vanuit de praktijk als vanuit de theorie te benaderen de dio heeft dus zeer veel vrijheid qua keuze van onderwerp en aanpak maar dat wil bepaald niet zeggen dat hij zij er zich met een jantje van leiden af kan maken de utrechtse regeling houdt momenteel in dat de dio het resultaat van zijn of haar verdiepingsopdracht neerlegt in een schriftelijke rapportage en daarover ook een presentatie verzorgt op een conferentie aan het eind van de rit het publiek dat daarvoor wordt uitgenodigd bestaat uit mede dio s schoolpracticum docenten en opleiders een dergelijke conferentie heeft voor het eerst plaatsgevonden in juli 1991 tot tevredenheid van de betrokkenen zoals blijkt uit de evaluatie ervan 53 dio s van alle vakken tezamen hebben in totaal 31 presentaties gehouden voor een flink stuk dus met z n tweeen enkelen zelfs met z n drieen ongeveer de helft daarvan was vakdidactisch van aard de andere helft algemeen didactisch voor de beeldvorming lijkt het me nuttig eerst iets te vertellen over de onderwer pen die daar gepresenteerd zijn door een aantal van deze presentaties kort te typeren natuurkundeleraren over het nut van hun vak in de bovenbouw van het havo vwo vijf natuurkundeleraren worden middels een half open interview ondervraagd over hun opvattingen betreffende het nut van hun vak en over de manier waarop ze daar in de klas over praten bekeken wordt welke overeenkomsten en verschil len daarbij een rol spelen spiegel 10 1992 nr 1 97 105 wat drijft leerlingen tot lezen een onderzoekje door een dio moderne vreemde talen naar de invloed van de bibliotheek op een bepaalde school op het leesgedrag van scholieren een inter view met de bibliothecaresse wordt gelegd naast de resultaten van een kleine enquete van docenten over de vraag hoe zij op dit leesgedrag aansluiten modellen voor leerlingbegeleiding verslag van een literatuuronderzoekje over uitgangspunten en modellen voor leerlingbegeleiding geconfronteerd met de beschrijving van de gang van zaken op twee scholen daar hebben de dio s gesproken met enkele docenten specifieke begeleiders en ook een aantal leerlingen begeleiding van beginnende docenten enig literatuuronderzoek gevolgd door de resultaten van een bij ruim 40 docen ten op 4 scholen afgenomen enquete en tenslotte nog een uitgebreid interview met de begeleidende docent specifiek op het gebied van het moedertaalonderwijs bewogen zich de volgende presentaties schrijven is geen eenrichtingsverkeer verslag van een aantal lessen schrijfonderwijs resultaten enquetering leerlingen etc een mogelijkheid om literaire teksten persoonlijk te benaderen verslag van een lessenreeks waarin een verschuiving in de richting van affectieve doelen bij literatuuronderwijs wordt nagestreefd inclusief enquetering van leerlingen computer ondersteund onderwijs bij het vak nederlands uitgebreide inventarisatie van op dit vakterrein beschikbare software op het instituut aanwezige programma s 24 zijn uitgeprobeerd en op een consumenten gids achtige wijze beoordeeld eventuele recensies en kritieken in vakliteratuur zijn daarbij verwerkt de lijn van vakwetenschap naar onderwijs enquetering van ongeveer 35 docenten over de vraag welke wetenschappelijke uitkomsten in hun lessen nederlands worden verwerkt en over de vraag hoe zij staan tegenover het verschijnsel wetenschap dit wordt gecomplementeerd met enige literatuur en een interview met een vakwetenschapper over hetzelfde onderwerp tot zo ver een impressie van de utrechtse invulling van het onderdeel onder zoek volgens de studiegids dient aan het onderdeel verdieping ongeveer 350 uur besteed te worden het leeuwendeel van die tijd valt tussen de paasvakantie en de zomervakantie een blok van 9 a 10 weken uitmondend in de slot presentatie utrecht start twee maal per jaar met de opleiding voor de groep die in augustus van start gaat komt de verdiepingsopdracht dus aan het eind van de totale rit voor de januari groep komt hij ongeveer halverwege na de zomervakantie staat immers nog de individuele eindstage voor de boeg 98 voor beide groepen geldt dat het onderdeel al vroeg in de cursus wordt geintrodu ceerd de begeleider geeft informatie over de eisen en de gang van zaken in het algemeen en inzage in verslagen van voorgangers en voorgangsters hetgeen werkt als een uitstekende manier om zicht te krijgen op de opdracht deze vroege introductie heeft als specifiek doel de dio aan te sporen direct attent te zijn op mogelijk interessante onderwerpen of vragen die gedurende de stage bovenkomen veel werktijd wordt er op dat moment nog niet voor ingeruimd de keuze van het onderwerp is geheel aan de dio evenals de beslissing om het alleen of met anderen uit te werken samenwerking wordt wel lichtjes door de begeleiders aangeprezen als belangrijke criteria voor de keuze stip ik steeds aan persoonlijke betrokkenheid is het boeiend genoeg om er zoveel tijd aan te besteden haalbaarheid is het onderwerp zodanig afgepaald c q al doende in te perken dat de dio binnen de ervoor gestelde tijd tot een aanvaardbare afronding kan komen na de introductie blijft het onderdeel een tijdje zachtjes sluimeren de dio s zijn geconcentreerd bezig met hun stage hooguit melden ze af en toe en passant hoe het staat met hun onderwerpskeuze wel houd ik de dio s steeds voor dat ze organisatorische kanten van wat straks komen gaat nu al moeten bewaken voor zover die zichtbaar zijn uiteraard dat betekent dus met de betrokkenen afspraken vastleggen betreffende straks komende enquetes interviews etc vlak na pasen komt het moment waarop het eigenlijke werk begint in de utrechtse studiegids zijn de volgende officiele richtlijnen opgenomen voorerf wordt door de dio een werkplan gemaakt dat wordt besproken met de instituutsbegeleider en mede dio s afhankelijk van het onderwerp wordt in overleg met de instituutsbegeleider contact gezocht met andere ivlos begeleiders inhoudelijke en methodologi sche ondersteuning tussentijds vindt minstens eenmaal rapportage plaats over de voortgang bij de instituutsbegeleider de schoolpraktikumdocent of een andere terzake deskundige op school wordt zo mogelijk en bij voorkeur vroegtijdig bij de verdiepingsopdracht betrokken de beoordeling geschiedt door de instituutsbegeleider eventueel na rugge spraak met inhoudelijke methodologische begeleiders uit deze formulering zal duidelijk zijn dat de begeleiding primair in handen is van de instituutsbegeleider vakdidacticus waarbij externe deskundigen eventueel een bijdrage kunnen leveren ik heb de ervaring dat een belangrijke taak van de instituutsbegeleider naast het geven van inhoudelijke feedback bestaat uit het nauwgezet structureren van de activiteiten door samen met de dio vast te leggen wanneer wat af moet zijn wat door hem haar op die datum gerapporteerd wordt etc 99 wat de begeleiding betreft noem ik daarnaast als persoonlijke noot een tweetal belangrijke vragen die de dio bij wijze van rode draad voortdurend van mij te horen krijgt wordt er op een zorgvuldige manier omgegaan met mensen die dienstverle nend optreden als docent geinterviewde e d beleefdheid duidelijkheid omtrent wat gevraagd wordt het toezeggen van rapportages uiteraard ook het nakomen van een dergelijke belofte en last but not least het vermijden van pedanterie door het kiezen van een passende bescheiden positie in de rappor tage zelf dit alles hoort voor mij zeer expliciet tot het leerproces wanneer een dergelijke attitude bij de dio nog niet aanwezig is stuur ik hem haar uitdrukkelijk een eindje op weg in die richting is er voldoende variatie in de uitwerking van de vraag probleemstelling de verdiepingsopdracht is een manier om in zeer kort bestek kennis te maken met diverse aanpakken literatuuronderzoek enquete interview observatie als voornaamste zonder rechtstreekse dwang uit te willen oefenen attendeer ik de dio s daarom op in hun planning vergeten mogelijkheden heeft een dio bijvoorbeeld uitsluitend een enquete gepland dan adviseer ik hem haar ook een of meer interviews af te nemen c q ook een kijkje te nemen in de klas de breedheid van aanpak die daardoor wordt bereikt is daarnaast natuurlijk een groot voordeel uit het oogpunt van triangulatie de hiervoor geciteerde officiele richtlijnen spreken over minstens een verplichte bijeenkomst aan het begin en een tussentijdse in de praktijk organiseer ik bijeenkomsten met een tussenpoos van 1 a va week op zo n bijeenkomst zijn de dio s van dezelfde startdatum aanwezig en becommentarieren we gezamenlijk de voorgestelde planningen en in een wat latere fase de gedeeltes van het verslag die volgens de afspraak van de vorige keer dan ter tafel liggen dit gezamenlijk commentaar geven betekent uiteraard een inhoudelijke verrijking daarnaast brengt het collectief voortgaan van horde naar horde voor de dio de zekerheid dat de finish bereikt zal worden al blijft het werken aan de verdiepingsopdracht voor velen toch een race tegen de klok voor wat officiele eisen betreft die gesteld worden aan de produkten citeer ik weer de studiegids er vindt een rappportage plaats waarin het totaal van de activiteiten en de resultaten van de verdiepingsopdracht worden behandeld over de vorm en de omvang van de rapportage vindt overleg plaats met de instituutsbegeleider de dio maakt een smaakmakende samenvatting van deze rapportage omvang ongeveer een a4 tje die geschikt is om op te nemen in een bundel die vooraf gaande aan de mondelinge presentatie aan mede dio s begeleiders stagescho len etc wordt toegestuurd dit produkt moet twee weken voor de mondelinge presentatie beschikbaar zijn de dio verzorgt een mondelinge presentatie aan mede dio s en zo mogelijk spd s instituutbegeleiders en andere belangstellenden 100 bij de beoordeling van de produkten spelen didaktische criteria helderheid struktuur boeiende weergave e d de belangrijkste rol daarnaast wordt gelet op de wijze waarop uitspraken worden verantwoord en onderbouwd bronvermel ding empirische gegevens e d de wijze waarop is geprobeerd zowel de praktijk als de theorie bij het verdie pingsonderwerp te betrekken en verbindingen daartussen aan te brengen door grenzen en mogelijkheden aan te geven van de toepasbaarheid van theoreti sche uitspraken in de praktijk door praktijksituaties te vertalen in meer algemene theoretische termen de relatie van de gebruikte methode en verrichte werkzaamheden met de verdiepingsvraag het verdiepingsonderwerp het accent valt bij de beooordeling dus op de kwaliteit van de schriftelijke rapportage gekoppeld aan die van de eind presentatie de wervende aankondiging in de conferentie folder geldt als bijprodukt naar mijn ervaring stellen de dio s er groot belang in eerst een wei doortimmerde rapportage op schrift te krijgen en pas tegen het eind van de rit na te denken over de eindpresentatie de rapportage zelf dient voor die presentatie als basis en is voor geinteresseerden eventueel verkrijgbaar de feitelijke beoordeling door de instituutsbegeleider betreft de facto dan ook nauwelijks de presentatie op zichzelf wat zich tevoren afspeelt dat hele proces van worstelen met het onderwerp en de problematiek van het onder woorden brengen is natuurlijk ook een veel substantieler basis om beoordeeld te worden dan dat ene slot uurtje aan het eind dat betreft de proces kant wat het product betreft gaat het in de beoordeling om de in de officiele richtlijnen genoemde criteria als helderheid struktuur boeiende weergave verantwoording bronnen e d de complete lijst van rapportages op vakdidactisch gebied is als bijlage opgeno men aan het eind van dit artikel 2 veranderingen verschuivingen dit artikel ben ik begonnen met te beweren dat de naamsverandering verdieping in utrecht een significant verschil aanduidt met onderzoek de naam die het onderdeel ook hier eerst droeg veel elementen van mijn daarop volgende beschrijving verwijzen intussen rechtstreeks naar de wereld van het wetenschappe lijk onderzoek de titels van diverse rapportages zaken als nauwkeurige bronver melding het leggen van relaties tussen theorie en praktijk het aanbrengen van een verantwoorde onderbouwing etc etc is er dus wel echt sprake van een verschil gaat het niet gewoon om hetzelfde in een ander jasje c q andere schil voordat ik op deze vraag in ga wil ik eerst opmerken dat onderzoek in utrecht het meest omstreden en bediscussieerde programma onderdeel van de hele 12 maandsopleiding is zowel bij cursisten als bij docenten de laatste uitvoering zoals ik die hiervoor beschreven heb is ons opleiders en volgens de evaluaties 101 ook zeer veel dio s goed bevallen maar het blijft realistisch er van uit te gaan dat de zaak nog niet volledig uitgebalanceerd is er zullen zeker nog meer ervaringen en bijsturingen nodig zijn voordat gesproken kan worden van een solide funda ment wat ik dus ga zeggen heeft duidelijk het karakter van een tussentijdse en uiteraard subjectieve weergave van de stand van zaken het verschil dan tussen verdieping en onderzoek valt voor mij min of meer te typeren met de termen normaal versus academisch termen die ik ontleen aan wat ten brinke 1976 in the complete mother tongue curriculum opmerkt over manieren van lezen ten brinke wijst twee significante verschillen aan tussen beide manieren van lezen bij normaal lezen is er sprake van een beweging van de tekst naar de lezer toe laat de lezer de inhoud van de tekst op zich inwerken terwijl de academi sche lezer andersom werkt uitsluitend tracht greep te krijgen op de tekst deze analyseert er over reflecteert de omvang van wat voor de normale lezer meespeelt bij het leesproces is veel groter dan voor zijn tegenvoeter met name het bij voortduring erbij betrekken van persoonlijke ervaringen verwachtingen conclusies etc is een karakteris tiek verschil met de manier van lezen van de academische lezer zoals veel vergelijkingen gaat ook deze ongetwijfeld een beetje mank ik kan de ontwikkeling in utrecht echter niet beter typeren dan door dit begrippenpaar te gebruiken en te stellen dat er sprake is van een beweging van academisch naar normaal de geest van het onderdeel in de eerste cursussen vanaf mei 1988 dus was in essentie academisch er werd een stevige introductie gegeven in methoden van sociaal wetenschappelijk onderzoek voordat de dio zelf een plan kon ontwerpen de begeleiding werd uitbesteed aan experts te weten collega s met onderzoekser varing de beoordelingscriteria hadden een duidelijk wetenschappelijke achter grond etc etc natuurlijk was iedereen die er bij betrokken was er zich zeer bewust van dat een dio in zeven a acht weken geen mini dissertatie kon produceren en natuurlijk werd ook serieus rekening gehouden met de tijdsdruk de nieuwheid van sociaal wetenschappelijk onderzoek voor de dio en allerlei andere ruis factoren zoals ik er op dit moment naar terugkijk kan ik echter niet anders constateren dan dat het sociaal wetenschappelijke model letterlijk model stond en in zeer zeer geredu ceerde vorm moest worden beoefend nu om een lang verhaal te vermijden een korte samenvatting van dat wat tot veranderen stimuleerde ontevreden dio s we worden behandeld of we nog nooit wat aan onderzoek gedaan hebben en ook we produceren wel wat als het per se moet maar we hadden de tijd veel liever aan wat nuttigers besteed ontevre den instituutsbegeleiders er gaapt een kloof tussen de doelen aanpak en sfeer van stages en daarmee samenhangende instituutsgedeeltes en dit onderdeel de motivatie voor het geheel lijdt eronder met die ontevreden reacties hebben de opleiders in de afgelopen jaren serieus ge tracht wat te doen een verschuiving van academisch naar normaal is erdoor in 102 gang gezet vermeldenswaard is dat deze verschuiving vorm heeft gekregen in intensieve samenspraak met een platform van dio s die commentaar hebben geleverd op voorstellen van docenten en ook zelf suggesties hebben aangedragen het eindpunt van de ontwikkeling is zeker nog niet bereikt maar er vallen duide lijke veranderingen aan te wijzen die het academische karakter sterk geredu ceerd of zelfs weggenomen hebben de onderwerpskeuze en wijze van verwerking is nu open en geheel ter keuze van de dio centraal staat daardoor de inhoud de verdiepingsopdracht voor de dio is primair een gelegenheid om interessante nuttige eventueel spannende nieuwe dingen op zijn haar vakgebied in de ruimste zin van het woord te leren dat is in de terminologie van ten brinke normaal het accent ligt op het verwerken van de stof de omvang van wat kan meespelen bij de verdiepingsopdracht is in de nu als normaal te betitelen uitvoering veel groter dan in de vroegere academische persoonlijke verwachtingen conclusies gevoelens van de dio vallen allerminst buiten het kader maar spelen een relevante rol wat voor consequenties heeft dit onderzoekje voor het literatuuronderwijs dat ik wil gaan geven is bijvoorbeeld een belangrijke normale vraag die niet om methodologische redenen naar buiten de rapportage verbannen dient te worden aan de verandering ligt vanuit de kant van de opleiders duidelijk ten grondslag de wens om de gebleken kloof tussen onderdelen van de opleiding te dichten wat ik hiervoor heb gezegd kan ik vanuit die invalshoek als volgt formuleren het onderdeel onderzoek wordt vanuit zijn aanvankelijk geisoleerde positie nu systematisch getrokken binnen het normale opleidingsperspectief dat wil zeggen dat het precies zoals andere elementen van de opleiding behoort aan te sluiten bij de behoeften de wensen en de capaciteiten van hen die opgeleid worden de wijze waarop het onderdeel nu in utrecht verloopt is een grote stap in die richting tenslotte nog dit de dio heeft nu het roer voor een flink stuk zelf in handen dio s hebben met succes een academische studie gevolgd wat inhoudt dat zij in ruime mate expliciet kennis hebben gemaakt met wetenschappelijk onder zoek vraag je een dio dus om volgens zelf te kiezen methodes zich in een onderwerp te verdiepen dan wordt door zeer veel dio s dat eerder opgebouw de reservoir benut geen wonder dus dat heel veel rapportages door dio s opgebouwd zijn volgens wetenschappelijke werkwijzen het grote verschil met vroeger is dat zulks nu een keuze is van de dio zelf stof tot overpeinzing is de constatering van enkele direct betrokken begeleiders met onderzoeksex pertise dat het niveau van de rapportages de laatste keer wat het methodolo gisch aspect betreft eerder gestegen dan gedaald is 103 3 evaluatie knelpunten zijn uiteraard nimmer afwezig maar in het utrechtse heerst het idee dat aan het grootste knelpunt het ontbreken van een passende opleidingsdidacti sche visie op het onderdeel fundamenteel wat gedaan is rest natuurlijk een aantal punten van kleiner kaliber als het bewaken van de hoeveelheid beschikbare tijd erosie door andere onderdelen van de opleiding dreigt steeds en andere organisatorische aspecten de term knelpunten daarvoor weegt echter wat zwaar het gaat veeleer om het adequater vorm geven aan het opleidingsonderdeel hetgeen tijd kost maar niet onmogelijk lijkt de in mijn ogen interessantste vraag om tot slot van mijn bijdrage nog kort aan de orde te stellen acht ik de vraag van de redactie wat levert het op voor de vakdidactiek nederlands het antwoord hierop valt voor mij goed te combineren met dat op de vraag wat steken de dio s ervan opt wanneer onder de vakdidactiek wordt verstaan een corpus teksten waaruit door anderen dan de schrijvers schrijfsters geput kan worden om er achter te komen hoe het vak op de beste manier gegeven kan worden dan levert dit curriculum onderdeel naar mijn idee daartoe geen of nagenoeg geen bijdrage versta ik echter onder de vakdidactiek via een wat vrije interpretatie het functioneren van docenten nederlands in hun beroep dan begin ik het vertrouwen te krijgen dat de verdiepingsopdracht een interessante bijdrage kan betekenen aan de professionalisering van de aanstaande docent de recente uitspraak van een van mijn dio s de processen in de brugklas die ik nu heb kan ik haarfijn doorzien door dat onderzoekje over faalangst van drie maanden geleden is een illustratie van wat ik bedoel het onderzoek is kort gezegd geen volledig onmisbare bijdrage in de opleiding zoals de stage maar is op weg om op eigen wijze een waardevolle bouwsteen in het geheel te worden in harmonie met de andere onderdelen een bouwsteen dus die langzaam aan op zijn plaats komt noot 1 veel dank ben ik verschuldigd aan mijn collega s heieen de hondt fred korthagen en bob koster voor hun inhoudelijke en redactionele hulp en commentaar de definitieve tekst heeft daardoor voor mijn gevoel enigszins het karakter van een gezamenlijke onderneming gekregen hetgeen in harmonie is met de manier waarop we gezamenlijk in de praktijk van alledag proberen bouwstenen hun juiste plaats te geven 104 bibliografie brinke dr steven ten the complete mother tongue curriculum groningen 1976 bijlage overzicht utrechtse rapportages op vakdidactisch terrein 1988 klipp j en roosenboom r leerlinggericht literatuuronderwijs onderzoek naar mogelijkheden van leerlinggericht literatuuronderwijs in de praktijk en het oordeel van leerlingen daarover 1989 bolluyt f hanssen m en reintjes i computer ondersteund onderwijs een onderzoek naar motivatie en leerresultaten van leren met de computer in het moedertaalonderwijs 1990 boekhout l en van hattum m de overgang van jeugd naar volwas senenliteratuur een onderzoek naar de problematiek rond deze overgang in het moedertaalonderwijs bramer a leerlingenbeoordeling van schrijfprodukten een praktijkonder zoek 1991 v d biggelaar c schrijven is geen eenrichtingsverkeer een voorstel voor een alternatieve aanpak van het schrijfonderwijs in het middelbaar onderwijs klip m lambers c en visser a computer ondersteund onderwijs bij het vak nederlands een inleiding op c o o en beschrijvingen en beoorde lingen van 24 programma s de leeuw g en winter a zenden en ontvangen de lijn van vakwe tenschap naar onderwijs v woerden h een mogelijkheid om literaire teksten persoonlijk te benade ren verslag van een opdracht didactiek nederlands manuscript aanvaard 1 oktober 1991 105 106