Een doorbraak voor het literatuuronderwijs?

Publicatie datum: 1991-01-01
Auteur: Wam de Moor
Collectie: 01
Volume: 01
Nummer: ?
Pagina’s: 4-6

Documenten

warn de moor een doorbraak voor het literatuuronderwijs het cven rapport een titel die als een man of je afkomt the pentagon papers dossier bruno de zaak 40 61 zoiets en de toon van het eindverslag van de commissie vernieuwing eindexamenprogramma s nederlands e taa l en letter kunde v w o en h a v o is navenant a braet en de zijnen wete n waar ze het over hebben en wat ze te zeggen hebben zeggen ze goed te waarderen valt me teen dat de redacteuren braet en hendrix ton van het cito snel inzicht geven in de vijf fasen waarin het werk van de commissie is geschied zij beschnjven 1 de werkzaamheden van de cven 2 de preadviezen van deskundigen 3 het be hoeftenonderzoek 4 de voorlopige voorstellen reacties en aanpassingen en 5 de definitieve voorstellen tevreden constateren zij dat in de vijfde fas e de staatssecretaris geconfronteerd met het eindprodukt van mening was dat de cven goed had gekeken naar de maatschappelijke behoeften en toegewerkt naar consensus door docenten en aller lei organisaties en instellingen zoveel mogelijk actief bi j de voorstellen t e be trekken de staatssecretaris moet weliswaar nog beslissen maar hij lijkt over de streep op voorhand heeft hij de cven leden gevraagd hun activiteiten nog een jaar te rekken en wel om een nadere taakomschrijving op te stellen voor de uit werking van allerlei uitvoeringsvoorstellen die taakomschrijving vooral bedoeld voor de verzorgingsinstellingen al s slo en cito mag er ook wel komen want op de verschillende onderdelen i s een nadere definiering van de voorstellen nog wel nodig op dit soon details zullen we in tsjip 4 zeker ingaan dan zullen we ook het rapport in zijn geheel aan een kritische blik blootstellen e n daarvoor de nodige deskundigheid ui t theorie en praktijk recruteren nu wil ik mij beperken tot de voomaamste wijzigingen die het literatuuronderwijs betreffen juist op dat terrein had de commissie veel advie zen ingewonnen van de deskundigen op het gebied van de oudere en moderne letterkunde en van de commissie literatuurdidactiek bestaande uit de spl leden willibrord lohman riet ross gert rijlaarsdam en ondergetekende die advie zen zijn nagenoeg onverkort afgedrukt i n het cven rapport en zo is te alien tijde traceerbaar waar de ideeen voor het nieuwe literatuuronderwijs vandaan ko men het voor het literatuuronderwijs meest kwetsbare deel van de raadpleging heb ik van meet af aan het behoeftenonderzoek doo r de sco gevonden in feite zat de cven hier met een erfenis van de vorige staatssecretaris ginjaar maas maar het kon niet anders of een dergelijk grootschalig onderzoek zou werken ten faveure van het nut en dus scoorde onder abiturienten het literatuuronderwijs het minst voordelig want literatuur wordt bepaald door het nut van het nutteloze zoals van d e ven he t z o mooi heef t gezegd i n d e trit s gesprekken monologen toespraken en literaire teksten komen de laatste inderdaad achteraan het minst gebruikt het minst ervaren als een tekort toch spraken de aangesproken perso nen zich positief uit voor het behoud van literatuur in het schoolonderzoek in de definitieve voorstellen staat samengevat over het literatuurgedeelte het volgende het schoolonderzoek letterkund e heeft betrekkin g op minimaal 25 v w o of 15 h a v o literaire werken met hun achtergronden 1 ongeveer de 4 helft va n di e werke n 2 moe t representatie f zij n voo r d e nederlands e iiteratuurgeschiedems voo r v w o va n d e period e va n 117 0 to t heden voo r h a v o van de periode van minimaal 191 6 tot heden 3 uitgangspunt van het schoolonderzoek vormen besprekingen van de werken 4 die voorbereiden op het interpreteren analyseren beoordelen s en het verslag uitbrengen over persoon lijke ervaringen met de werken 6 de cijfers zij n van mij want ik wil e r nu kortheidshalve later meer dit over zeggen 1 hiermee komt de cven tegemoet aan duidelijkheid over de omvang van de leeslijst zowel de preadviescommissie moderne letterkunde herinner u de be ruchte kwestie van het eenentwintigen waarvoor anbeek bekkering en goedege buure verantwoordelijk waren als onze preadviescommissie literatuurdidacie k heeft hierop aangedrongen 2 ik leg dit uit als de instemming va n de commissie me t ons voorste l o m de literatuurlijst nederlands open te breken voor die scholen en docenten die hun leerlingen willen confronteren met de wereldliteratuur in vertaling en of de litera tuur van minderheden 3 di t is ee n compromis tusse n on s voorste l o m enerzijd s voo r he t havo het bereiken van de doelstelling historisch inzicht iets gemakkelijker te maken door conform het oude idee van van den bosch de periode waarover de historische let terkunde zich uitstrekt althans voor het examen in te korten en anderzijds mid dels het woord minimaal het verzet uit het veld en de samenleving die de ruimte wilden houden om ook havo leerlingen te verplichten kennis te nemen van de li teratuur uit vroegere perioden 4 ik vertaal dit als ruimte om bij het tentamen uit te gaan van eerder geschreven boek e n tekstbesprekingen e n daarme e va n het leesdossier zoal s doo r ons i s voorgestaan ter voorkoming van het gedoe met uittreksels en dergelijke 5 de volgorde van interpreteren analyseren en beoordelen is niet geheel juist het analyseren gaat immers vooraf aan het interpreteren wezenlijke toevoegin g is het beoordelen dit staat voor een wens die centraal i s komen te staan in het preadvies van de commissie literatuurdidactiek ze komt voort uit de gedachte dat wanneer het nodig is het beoordelend vermogen va n de leerling t e toetsen deze ook tot dat zelfstandige oordeel moet zijn gebrachl daarmee wordt het we zen van literaire competentie gewaarborgd een belangrijk innovatiepunt omdat men zich totnogtoe beperken kon tot analyseren en interpreteren 6 dat leerlingen verslag uitbrengen van hun persoonlijke ervaringen met wer ken siuit aan op de vorige twee punten het maakt het mogelijk o m met het be grip reflectiviteit in het literatuuronderwijs ernst te maken ook dit is een voor stel dat men in het preadvies literatuurdidactiek kan nalezen de cven geeft daarna een uitvoeriger beschrijving van de programma s waarbij blijkt dat bij het beoordelen ook gerefereerd dient te worden naar anderen critici literatuurhistorici e n het oorspronkelijk beoogde publiek p 116 en dat zij bij het verslag uitbrengen van eigen ervaringen ik lees purves expressed response hierin in staat zijn mondeling of schriftelijk hu n persoonlijke reactie op werken te verwoorden en zich rekenschap te geven van hun de loop der tijd en per werk mogelijk wisselend e ervaringen het gaat dus uitdrukkelijk o m iets anders dan een uittrekse l o f he t interpreteren analysere n e n beargumenteer d oordelen duidelijker hoeft de cven niet te zijn ze is gevoelig gebleken voor de verlan 5 gens van de literatuuididactiek en ze heeft voorstellen gedaan waarmee zij zeker op onbegrip zowel in de literaire wereld die wel voor zichzelf anarchie claimt maar wanneer het om onderwijs gaat nogal autoritair is ingesteld als in het veld zullen stoten maar die het waard zijn in dit tijdschrift e n daarbuiten met elan en kracht van argumentatie verdedigd te worden overigens zal het veel docenten hoofdbrekens kosten om de tijdbesteing bij ne derlands zoals voorgesteld door de cven te realiseren zij adviseert aan taal vaardigheid 5 5 van de tijd t e besteden aan taalbeschouwin g 1 0 en aan literatuuronderwijs 35 het is een quotering die suggereert dat de verschillende onderdelen van het vak apart van elkaar worden gegeven maar de werkelijkheid is dikwijls anders in dit nummer van tsjip behoeft men maar het interview met de apeldoornse docenten ophof en heerze te lezen om te beseffen da t er wil men het literatuuronderwijs het voile pond geven heel aanvaardbare oplossingen ge vonden kunnen worden dit betekent dat van docenten en didactici veel gevergd gaat worden ook voor de stichting promotie literatuuronderwijs heeft de strekking van dit rapport conse quenties het bestuur staat voor de taak na te gaan welke dienstverlening door ons verzorg d ka n worden onz e werkgroepe n vernieuwin g lespraktijk e n scholing en nascholing kunnen enthousiaste intelligente mensen gebruiken die met dit literatuuronderwijs te maken willen hebben laten zij zich in de komende weken en maanden warm lopen om na de jaarwisseling van zich te doen horen de redactie bereidt nummer 4 voor waarin dit cven rapport centraal komt te staan wilt u in tsjip 4 het uwe erover zeggen laat het ons zo spoedig mogelijk weten als uw mening naar het oordeel van de redactie voldoende oorspronke lijkheid bezit zullen we een vorm vinden om haar hier weer te geven 6