Een getuigenis van een tijdgenoot

Publicatie datum: 1986-01-01
Collectie: 04
Volume: 04
Nummer: 1
Pagina’s: 81-88
dana constandse een getuigenis van een tijdgenoot bespreking van b j m schut literatuurdidactiek een bijdrage tot theorievorming proefschrift leiden 1984 een proefschrift ik ben daar zelf nooit aan begonnen want als mijn belangstelling niet vooral naar onderwijsgeven was uitge gaan was ik nooit in de didactiek terechtgekomen daar aangeland had ik eerst mijn handen vol aan studie over de mogelijke onder wijsmethodes voor het schoolvak en aan het ontwikkelen van een didactiek van de didactiek dat al mijn tijd daarin is gaan zitten komt natuurlijk ook omdat mijn belangstelling niet zo naar het doen van research uitgaat en ik de moed niet opbracht me ook nog eens te bekwamen in de metho dologie van het onderzoek van de sociale wetenschappen over de wetenschappelijke merites van de dissertatie van bernard schut kan ik het daarom niet hebben ook is daarover al geschreven door barend de visser 1985 en brus 1985 wel wil ik nagaan of het werk mij wat te zeggen heeft dat is mijn goed recht want de bundel is onder andere bestemd voor collega s vak didactici doelen het boek bedoelt zo stelt schut op pagina 10 bij te dragen aan een stimulerende wisselwerking tussen theorie en praktijk tus sen theoretici en practici daarbij acht hij het een belangrijke voorwaarde dat de inhoud relevant is voor het onderwijs dat wil zeggen antwoord geeft op vragen die bij leraren en leerlin gen leven welke vragen dat zouden zijn heeft schut echter niet systematisch nagegaan omdat hij in elk geval de behoefte had zijn alternatieve ideeen te ontwikkelen en omdat hij meent over voldoende aanwijzingen te beschikken dat literatuuronderwijs een problematische zaak is opzet het boek is een bundeling van negen veelal eerder gepubliceerde artikelen en bijdragen en van twee hoofdstukken uit moedertaal didactiek de lezer kan aan de hand van deze publikaties een inzicht krijgen in de visies die de achtergrond vormen van een eigen onderwijsmethode de elf teksten zijn gegroepeerd in twee afdelingen 81 spiegel 4 1986 nr 1 81 88 in de eerste ligt de nadruk op de moedertaaldidactiek in het algemeen we vinden er een artikel over de positie van moeder taaldidactiek als wetenschappelijke discipline over doelstellin genproblematiek en over leerplantheorie het hoofdstuk uitgangs punten uit moedertaaldidactiek en een artikel over mensbeeld en moedertaalonderwijs de tweede afdeling gaat over literatuuronderwijs en bevat een hoofdstuk over de praktijk ervan en artikelen over de ontwikke ling van literatuurdidactiek en literatuurwetenschap in nederland gevolgd door persoonlijke conclusies en ideeen over goed literatuuronderwijs enige fragmenten uit een thematisch cursorische methode voor de onderbouw in wording vormen de derde afdeling van dit boek aan het geheel gaat een korte inleiding vooraf een getuigenis ik volg de auteur op zijn weg en kom een groot aantal bekenden tegen normaal functioneel communicatief humanistische psycho logie zelfontplooiing zelfverantwoordelijkheid de autonome leerling open leerplan differentiatie literatuursociologie het zijn evenzovele persoonlijke keuzes die dan tenslotte leiden tot de specifieke opzet van een schoolmethode ik zie het als de beschrijving van de persoonlijke ontwikkeling van een tijdgenoot een case geen case study daartoe had mijns inziens zou schut hier schrijven de proceskant van de wordingsgeschiedenis meer aandacht mogen krijgen en de beschrijving daarvan zou wellicht beter door een ander zijn ondernomen 1 een getuigenis van een tijdgenoot lijkt me een betere omschrijving en deze getuigenis is dan zoals verwacht gelardeerd met aanhalingen uit heilige boeken ik bedoel hier niets denigrerends mee juist op het gebied van het literatuuronderwijs is een getuigenis op zijn plaats gezien het semisacrosancte karakter ten brinke 1976 pag 127 e v van de doelen op dit terrein dat ook schut iets van een gelovi ge heeft valt bijvoorbeeld te lezen uit beweringen als deze ik ben overtuigd van de betekenis die fictie heeft ook voor leerlingen hoewel ik volstrekt geen duidelijk beeld heb van de werking van fictie ben ik ervan overtuigd dat fictie werkt en op verschillende wijze fictie beinvloedt de rationele kijk van leerlingen op de werkelijkheid en hun emotionele beleving van de werkelijkheid veronderstel ik in veel sterkere mate dan wel aangenomen wordt pag 200 ook trek ik die conclusie uit het feit dat hij aan een aantal zaken niet lijkt te twijfelen bijvoorbeeld of literatuuronder wijs zo vanzelfsprekend een onderdeel van het vak nederlands zou moeten zijn en aan het verplichte karakter ervan ik zou de hier boven aangehaalde beweringen over de betekenis van fictie even goed kunnen doen voor film muziek of beeldende kunsten bij de plannen voor het nieuwe lyceum zou ik literatuur dan ook als 82 keuzemogelijkheid bij het cluster van kunstvakken opgenomen wil len zien in plaats van het alle leerlingen bij nederlands door de strot te duwen maar voor iemand die overtuigd is van de bij zondere hoewel onbekende werking van fictie zal dit waar schijnlijk geen mogelijkheid zijn die het overwegen waard is voor mij wel omdat ik me nog steeds afvraag of lezen van fictie wel zo goed is voor iedereen zoals vestdijk schreef om niet te hoeven leven of lezen zo zou veel lezen soms wel eens een gevolg kunnen zijn van sociale angst en de plaats in kunnen nemen van contacten met levende mensen dat lijkt me dan zeker niet iets om bij leerlingen aan te moedi gen kortom hoewel fictie een grote rol in mijn leven speelt ben ik met minder zendingsdrang behept daarom volg ik de getuigenis van schut wel met belangstelling maar ook met enige reserve een verkenning het boek bevat dus een groot aantal persoonlijke keuzes meestal door overwegingen geschraagd een aantal daarvan kan ik onder schrijven sommige vind ik zelfs zeer zinvol onderschrijven kan ik bijvoorbeeld de uitspraak ik kom daar later nog op terug dat een onderzoeksbeleid ten behoeve van de moedertaaldidactiek opgesteld zou moeten worden door vertegen woordigers van de moedertaaldidactici en de leraren nederlands daarbij dient een redelijke mate van autonomie voor de individue le onderzoeker gewaarborgd te blijven pag 32 het onderzoeks onderwerp van schut is echter nog tamelijk autonoom vastgesteld maar dat kan hem niet al te zeer worden aangerekend gezien het ontbreken van een dergelijk beleid zeer zinvol vind ik de weg die hij aangeeft om causale verbanden te leggen tussen visie en onderwijsprogramma om zo te komen tot goed onderwijs ik denk dat het de taak van de moedertaaldidac tiek is om in samenwerking met algemeen onderwijskundigen onderwijssociologen leerpsychologen onder andere deze visies met consequenties voor de onderwijspraktijk te expliciteren en door onderzoek het dwingend causaal verband aan te tonen tussen bepaalde onderwijsfilosofieen bepaalde visies op moedertaalon derwijs en bepaalde onderwijsprogramma s pag 46 voor goed onderwijs is natuurlijk nog meer nodig maar dat zal schut niet ontkennen op grond van zijn ruime onderwijservaring zal hij zeker beseffen hoe complex een lessituatie in de klas is en dat bijvoorbeeld aan de invloed van de persoonlijkheid van de docent en van de leerling niet voorbijgegaan kan worden maar belangrijk vind ik dat hij ons wijst op de noodzaak van samenwerking van velerlei deskundigen opvallend is dan wel dat de weg naar goed onderwijs door hemzelf niet in groepsverband is afgelegd maar overwegend individueel hij heeft ook niet de gehele weg afge legd maar slechts een deel ervan want de toetsing of zijn methode de geponeerde doelen zou bereiken is door hem niet 83 uitgevoerd overigens was ik aanvankelijk perplex van zijn mening dat dit toetsen de taak zou zijn van een onderwijskundige en niet van de vakdidacticus ik had namelijk tot nu toe zelf altijd de opvat ting gehuldigd dat dat nu bij uitstek het doel van vandidactisch onderzoek zou zijn een methode ontwerpen en kijken of ze werkt bij nader inzien vind ik schuts idee wel slim een vakdidacticus is gezien zijn kennis van vak en didactiek het best in staat een methode te ontwerpen als het toetsen aan daarvoor beter gekwalificeerden wordt overgelaten is dat een aantrekkelijke taakverdeling toch zal de ontwerper van een methode genoeg van onderwijskundige toetsing dienen af te weten om zijn methode toetsbaar te maken en andersom zal de onderwijskundige wel wat van het schoolvak dienen af te weten opdat hij er bij interpre tatieproblemen niet naast grijpt een team van deskundigen zoals door hemzelf voorgestaan zal dan toch misschien het best voldoen desondanks is schut een tamelijk eenzame weg gegaan hij lijkt in dit opzicht op een voortrekker die het traject verkent opdat vervolgens een karavaan zich niet te veel zal verliezen in dwa lingen en zijpaden het is daarom niet zo belangrijk of ik het met zijn keuze eens ben wel of de weg die hij volgt mij een zin volle lijkt om na te volgen bij het ontwerpen van een schoolme thode de goede weg ik weet het niet schut heeft het terrein in veel richtingen ver kend maar uiteindelijk is het dan vrijwel steeds zijn persoon lijke voorkeur die hem een bepaalde kant op doet gaan wat ik daarbij mis zijn twee aspecten in de eerste plaats de leerlingen ik zou graag gezien hebben dat er meer rekening was gehouden met onderzoek over wat leerlingen willen en kunnen op welke wijze vallen leerlingen te motiveren voor onderwijs in fictie bijvoorbeeld en hoe leren zij het liefst en het best het mag toch verwacht worden dat bijvoorbeeld bij de keuze van werkvormen en leeractiviteiten rekening wordt gehouden met verschillende leerstijlen het maakt veel uit of een leerling meer holistisch of meer serialistisch is ingesteld om maar eens een zeer wezenlijk verschil te noemen 2 het komt mij voor dat een ontwerper van een methode daarom niet alleen op grond van levensbeschouwelijke argumenten pag 100 mag kiezen voor een bepaalde leerpsychologische richting er wordt aangenomen dat docenten hun eigen stijl van leren bij voor keur aan hun leerlingen opleggen 3 en dat het gezien de ver schillen tussen leerlingen gewenst is meer te differentieren of in elk geval te varieren ten aanzien van leeractiviteiten en werkvormen ik mis overwegingen van dergelijke aard in het boek daarnaast acht ik het toch ook gewenst om aandacht te besteden 84 aan de uitvoering in de praktijk en een voorlopige evaluatie daarvan ik lees in de beschrijving van de methode voordat een deel op de markt wordt gebracht is het op bescheiden schaal maar serieus getest en daarna zo nodig verbeterd pag 112 aanvan kelijk verwachtte ik ergens in het boek de resultaten van deze toetsing te zullen aantreffen als ondersteuning voor de defini tieve vormgeving maar toen ik daarover geen inlichtingen vond rees het vermoeden dat met is getest een onbepaald toekomende tijd bedoeld is dat spijt me ik vind dat in elk geval moet zijn nagegaan hoe leerlingen en leraren met een deel van een methode omgaan en wat hun mening erover is voordat zij verder wordt geconcretiseerd en gepubliceerd schut heeft die fase van probe ren in de klas niet meer gerekend bij zijn deel van de weg om te komen tot goed onderwijs ik denk dat een team van ontwerpers niet zonder wisselwerking met de praktijk aan een methode moet werken wat dat betreft lijkt de manier waarop bij het mavo pro ject gewerkt is mij een voorbeeld ter navolging 4 mijn ex leerling saskia saskia 2e klas vwo vond nederlands het vervelendste vak want wiskunde was gewoon niet leuk maar bij nederlands las je een mooi verhaal en daar moest je dan heel vervelende dingen mee doen zo n regelrechte plezierbederver lijkt me het totale opdrachtenapparaat voor studerend lezen dat een leerling moet toepassen op het bezoek aan dokter himpe pag 309 pag 315 dat daar dan ook nog mogelijke antwoorden bijstaan maakt het voor mij helemaal een afknapper ik citeer 1 kijk deze tekst enkele 1 je antwoord zou kunnen zijn 1 a 2 minuten door het is waarschijnlijk een verhaal wat weet je dan het gaat over een zieke jongen die naar de dokter gaat 2 probeer in 4 minuten 2 je kunt bijvoorbeeld het volgende een indruk te krijgen antwoord geven het verhaal gaat van waar het verhaal over een jongen die last heeft over gaat en schrijf van buikpijn hij bezoekt een dat vervolgens in enkele wonderdokter of een wonder woorden op lijke dokter die hem van zijn buikpijn afhelpt 3 stel jezelf een paar 3 je kunt bijvoorbeeld de volgende vragen waar je het ver vragen stellen haal nog eens goed voor wat voor soort dokter is dokter moet lezen himpe precies had floris wel echt last van buikpijn enz vooral een dergelijke opdrachtenreeks bracht me tot de uitspraak hierboven dat over een methode zeker het oordeel van leraren en leerlingen gevraagd dient te worden 85 persoonlijke conclusie het is interessant om een collega te zien worstelen met keuzes en te beseffen dat bij het ontwerpen van een onderwijsopzet deze en dergelijke keuzes vaak impliciet een rol spelen de explicite ring ervan had voor mij echter wel korter gekund juist omdat de basis onder alle redeneringen toch het geloof is dat fictie een belangrijke rol kan spelen in ieders leven en daarom een onder werp van onderwijs dient te zijn daarom mis ik dan juist weer de relatering van dit geloof aan eigen lezerservaringen een persoonlijk credo was mij liever geweest dan enkele algemene conclusies uit de door mij bestu deerde literatuur pag 217 ja dat is wat ik bij het lezen steeds meer als een leemte ging voelen het antwoord op de vraag naar de betekenis van fictie voor de geboeide lezer die bernard schut ongetwijfeld zelf is amsterdam oktober 1985 noten 1 het dilemma distantie versus deelname terwei 1978 pag 185 in het proefschrift van creton wubbels 1984 zijn twee hoofdstukken 4 en 12 gewijd aan de maatregelen die genomen zijn om de nadelen te beperken die het gevolg kunnen zijn van het gegeven dat de onderzoeker ook de ontwikkelaar is 2 de onderscheiding tussen serialists en holists is afkomstig van engelse psychologen die sinds circa 1970 onderzoek op dit terrein doen serialists bouwen een vaardigheid die ze moeten leren systematisch op stap voor stap delen aan elkaar ver bindend ze rijgen de onderdelen als het ware systematisch aan elkaar leren die onderdelen als afzonderlijke componenten en onthouden ze ook als zodanig de holist daarentegen verliest snel zicht op de afzonderlijke onderdelen hij voegt ze snel samen en behandelt ze als geintegreerde delen van een com plexere structuur bij een serialist heeft elk onderdeel van de vaardigheid als het ware zijn eigen programma een complexe taak wordt uitgevoerd door al die afzonderlijke programma s af te draaien de holist heeft een meer gecompliceerd netwerk van interacties en associaties problemen worden als een geheel benaderd in elk geval als bestaand uit slechts enkele grote re componenten 3 hudson 1967 4 binnenkort verschijnt bij educaboek culemborg een beschrijving van opzet en proces van het mavo project 86 bibliograf ie barend m en h de visser promoveren op boekpromotie in de klas in literatuur 1985 2 pag 115 116 brinke s ten the complete ftother tongue curriculum groningen 1976 brus b th een wetenschappelijk theoretische brief in tijdschrift voor opleiding en onderwijs 1985 2 pag 1 22 creton h en th wubbels ordeproblemen bij beginnende leraren utrecht 1984 hudson l contrary imaginations london 1967 leidse werkgroep moedertaaldidactiek moedertaaldidactiek muiderberg 1980 terwei j observeren in het onderwijs theorie methoden en kritiek in info 1978 9 4 87 bjpppi 88