Een proefschrift met prenten. Het effect van prentenboeken op leerprestaties.

Publicatie datum: 2001-01-01
Collectie: 32
Volume: 32
Nummer: 1
Pagina’s: 21-24

Documenten

recensi e receptie en het gebruik van het prentenboek en als lezer denk je er is onderzocht hoe prenten boeken gemaakt worden wat lezers vinden van prentenboeken en wat mensen er zoal mee tom baudoin doen dat blijkt toch niet helemaal te kloppen in deze dissertatie wordt onderzoek gedaan naar connie raymakers het prentenboek als springplank naar culturele geletterdheid in dat onderzoek zijn twee een proefschrift me t hoofdlijnen te onderscheiden lezen we in de inleiding prenten een literair historisch deel met een overzicht van de ontwikkelingen in de productie distri het effect va n butie en receptie van het prentenboek in de periode na de tweede wereldoorlog prentenboeken op het thema cultuurparticipatie cultuursprei ding en stimuleringsbeleid dat via empirisch leerprestaties onderzoek toegespitst wordt op de vraag wat de effecten zijn van een interventieprogram ma niet prentenboeken in groep 3 van scho len in achterstandssituaties piet mooren het prentenboek als springplank hier wordt dan ook zij het impliciet de cen cultuurspreiding en leesbevordering door prentenboe trale vraag van het onderzoek dat in deze dis ken nijmegen uitgeverij sun 2000 528 blz sertatie beschreven wordt duidelijk heeft het f 49 5o bf 990 werken met een geselecteerd corpus prenten boeken een gunstig effect op leerprestaties c ultuurhi s to ri sc h e ac hter g ron d als je deze dissertatie in handen krijgt word je aan de ene kant aangetrokken door de intrige hoofdstuk 2 is een verkenning van de onder rende titel de fleurige omslag naar een ontwerp wijs en cultuursociologie toegespitst op de van wim hofman en door de illustraties thema s cultuurparticipatie en onderwijsach anderzijds word je ook een beetje afgeschrikt terstand al in 1939 wordt door boekman aan door de lijvige omvang 524 pagina s want bij getoond dat bepaalde groepen in de maatschap prentenboeken denk je niet meteen aan veel pij nauwelijks toegang hebben tot de kunsten tekst je voelt je dan ook op een springplank onder andere doordat men minder onderwijs staan maar het zwembad lijkt erg diep heeft genoten uit later onderzoek is gebleken maar het belangrijkste is natuurlijk toch de dat pogingen tot cultuurspreiding weinig suc inhoud en in deze bespreking wordt geprobeerd cesvol lijken te zijn al wordt dat beeld ook wel een indruk van de inhoud te geven en duidelijk bepaald door de beperkte opvatting van cultuur te maken voor wie deze dissertatie van belang als theater concert opera en literaire roman kan zijn deelname aan amateurkunst wordt niet meege nomen van heek heeft in 1968 duidelijk ee n pro efschrift met pre nte n gemaakt dat er sprake is van ongelijke kansen in het onderwijs uit een aantal onderwijssociolo de titel en ondertitel maken nog niet zo duide gische onderzoeken mag worden geconclu lijk wat er precies onderzocht is wordt er deerd dat terwijl het gemiddelde onderwijsni beschreven hoe met behulp van prentenboeken veau de laatste decennia flink is gestegen aan cultuurspreiding en leesbevordering kan milieuspecifieke kansen op onderwijssucces niet worden gewerkt in het voorwoord zegt de zijn verdwenen auteur en onderzoeker piet mooien dat hij een in de verkenning van de onderwijs en cultuur boek geschreven heeft over de productie de sociologie blijkt dat leescultuur nauwelijks aa n 20011 m oe r 21 de orde komt in cultuursociologisch onderzoek hand van profielen van prentenboekenuitgevers en leescultuur in het basisonderwijs al helemaal de productie van prentenboeken is de laatste niet verder blijkt uit onderwijssociologisch twintig jaar enorm toegenomen die explosieve onderzoek dat sociale afkomst steeds minder groei is een gevolg van het feit dat er ook steeds rechtstreeks van invloed is op schoolsucces wel meer prentenboeken komen voor andere leef is van belang hoe gebruik gemaakt wordt van tijdsgroepen dan kleuters namelijk enerzijds culturele hulpmiddelen bijvoorbeeld boeken voor baby s en peuters en anderzijds voor oude in hoofdstuk 3 en vooral hoofdstuk 4 wordt re kinderen verder is het prentenboek ook bij beschreven hoe in het verleden jeugdliteratuur volwassenen steeds meer in de smaak gaan val nauwelijks status had in de literatuurweten len schap literaire kritiek en literatuurgeschiedenis een volgend aandachtspunt is de kinderlitera maar dat in de jaren 8o daarin verandering tuurkritiek in hoofdstuk 6 wordt de kinderlite kwam ratuurkritiek in de volkskrant en het nrc in hoofdstuk 3 wordt beschreven dat men lang handelsblad tussen 197o en r99o beschreven de zamerhand tot het inzicht komt dat hiriauflesen analyse van de recensies laat zien dat er langza dat wil zeggen de stapsgewijze ontwikkeling merhand een eigen traditie is ontstaan in het van de literaire smaak aansluitend op de eigen bespreken van kinderboeken ook blijkt er zich leeservaring een mogelijkheid kan zijn om ver langzamerhand een canon te ontwikkelen in de schillen in leesvaardigheid tussen sociale milieus kinder en prentenboekenliteratuur te verkleinen met andere woorden men kan leerplannen en vaktijdschriften voor de ver lezers van weinig waardevol geachte literatuur schillende vakken in het basisonderwijs staan via scholing hun smaak laten ontwikkelen centraal in hoofdstuk 7 daar wordt aangetoond ook wordt duidelijk gemaakt welke rol de dat het kinderboek gebruikt kan worden in de overheid gespeeld heeft bij allerlei projecten op verschillende disciplines het gebruik van het het gebied van leesbevordering nadat uit een kinderboek in het onderwijs is met name sinds aantal onderzoeken was gebleken dat nogal wat de jaren zeventig sterk gegroeid kinderen en volwassenen niet of zeer slecht in hoofdstuk 8 wordt nagegaan welke functie konden lezen het prentenboek krijgt toegewezen binnen met in hoofdstuk 4 wordt allereerst de geschiedenis name ontluikende geletterdheid en ontluiken van het prentenboekgenre kort weergegeven de gecijferdheid de conclusie is dat gebruik vervolgens wordt een relatie gelegd tussen van prentenboeken in de basisschool prima hiizauflesen en prentenboeken in dit hoofdstuk mogelijkheden biedt voor een inhaalprogram wordt beschreven hoe men langzamerhand ma voor literaire socialisatie specifiek ook voor zicht krijgt op het verloop van de leesontwik zwakke lezers en kinderen die van huis uit geen keling bij kinderen en welke rol prentenboeken leescultuur kennen verder bieden prentenboe daarbij spelen door het samengaan van beeld ken allerlei mogelijkheden voor differentiatie en tekst maar vooral ook door de interactie voor specifieke groepen leerlingen en voor de daartussen heeft het prentenboek educatieve verschillende leergebieden mogelijkheden die zich goed lenen voor het bevorderen van verticaal lezen of anders d e op zet van h e t o nderzoe k gezegd om eenvoudige lezers te laten opklim men naar steeds betere literatuur de kern van de dissertatie wordt gevormd door het interventieproject elke dag een prenten d e ontwikke lin g va n h e t pr ent enbo ek na boek in dit project ging het erom dat leer 194 5 krachten bij de verschillende onderdelen van het lees en rekenonderwijs prentenboeken in de hoofdstukken 5 tot en met 7 schetst voorlazen en bespraken ter ondersteuning van mooien de toenemende belangstelling voor het het leerproces verwacht werd dat deze inzet prentenboek sinds 1945 positieve effecten zou hebben op de lees en allereerst wordt de prentenboekenproductie in rekenvaardigheid de afgelopen decennia in kaart gebracht aan de n hoofdstuk io en ii worden de opzet uitvoe 2001 1 moer 22 2001 i moer 22 ring en evaluatie van het interventieproject elke ma s in de leerstofkernen van veilig ieren lezen dag een prentenboek beschreven het project is de algemeen gebruikte methode voor aanvan mede gebaseerd op vergelijkbaar onderzoek naar kelijk lezen anderzijds op basis van de de effecten van vrij lezen en voorlezen op alge gemeenschappelijke leerstofdomeinen in de mene kennis algemene taalvaardigheid leesvaar verschillende rekenmethoden die op de scholen digheid fantasie en waardering voor literatuur in gebruik waren zo werd bijvoorbeeld bij de uit de voorafgaande kritische bespreking leerstofkern srreeminvi je thema jaloezie uit hoofdstuk 9 blijkt dat dergelijk onderzoek veilig leren lezen ondermeer max velthuijs de complex is maar dat de resultaten hoewel niet olifant en de krokodil geintroduceerd of in het eenduidig toch tenderen naar een positief ver kader van liet rekenonderwijs werd eric carle s band speciaal voor prentenboeken lijkt te gel het vervelende lieveheersbeestje in verband den dat de dubbele code tekst en illustratie gebracht niet het leerstofdomein tijdsbeleving leidt tot diepgaandere verwerking van het ver en tijdsbesef tevens werd bij de keuze gelet haal dat bovendien beter onthouden wordt op variatie in moeilijkheidsgraad en vooral de centraal in het project en onderzoek stond de kwaliteit van de thematische uitwerking en vraag of leerlingen in groep 3 in het basison visualisering de bedoeling was dat docenten op derwijs de om pragmatisch redenen afgebaken het juiste moment een of meer prentenboeken de populatie baat hebben bij het frequent en aan de groep presenteerden systematisch gebruik van prentenboeken die de leerkrachten werden geinformeerd over de betrekking hebben op deelaspecten van de leer bedoeling en beoogde werkwijze van het pro stofgebieden lezen en rekenen mooren 2000 gramma opmerkelijk bij deze instructie is de p 379 daartoe werd onderzocht of leerlingen relatieve vrijblijvendheid van de instructie zo die deelnamen aan het interventieproject de werd het aan de docenten overgelaten of zij experimentele groep in vergelijking niet leer bepaalde prentenboeken wel of niet aanboden lingen die niet aan dit project meededen de en op welke wijze zij elk boek verwerkten dit controlegroep meer vooruitgingen op school lijkt cruciaal met het oog op het vaststellen van vorderingstoetsen en intelligentietoetsen en in de verwachte effecten van de inzet van de boe het bijzonder op toetsen op het terrein van ken op leerprestaties en leeservaring immers lezen en rekenen verondersteld werd dat de verschillen in presentatie bespreking en gebruik experimentele groep inderdaad hogere scores van prentenboeken maken de scores van de op toetsen voor begrijpend lezen woorden afzonderlijke klassengroepen minder vergelijk schat leeservaringen leesattitude en rekenen baar enige controle is echter mogelijk geweest zouden krijgen terwijl scores die minder ver op basis van de logboeken die de docenten bij want zijn aan de inhouden van de geselecteerde hielden maar hoe die controle heeft plaatsge prentenboeken niet name op intelligentie en vonden wordt niet duidelijk technisch lezen niet lager zouden uitvallen het onderzoek bestond uit een voormeting aan dan die bij de controlegroep het begin van het schooljaar een tussentijdse twintig scholen evenwichtig verdeeld over de meting in december en een nameting aan het controleconditie en de experimentele conditie einde van het schooljaar met behulp van ver uit het regiogebied van de onderwijsbegelei schillende meest bestaande testen gemeten dingsdienst sbd tilburg hebben gedurende werd de intelligentie eerste leerjaar een schooljaar aan het project deelgenomen intelligentietest het niveau van het technisch voor het merendeel ging het om scholen uit de lezen en begrijpend lezen en het voorbereidend zogeheten onderwijs voorrang gebieden de en aanvankelijk rekenen cito toetsen alsmede keuze voor deze groep leerlingen vloeide de leesattitude en leeservaring voor het meten logisch voort uit de discussie over sociaal cultu van de leeservaring werd een speciale lees rele achterstanden die in het eerste deel van de ervaringsschaal ontwikkeld waarmee de dissertatie werd weergegeven vertrouwdheid met en waardering van boeken de scholen kregen de beschikking over een in het algemeen en de kennis van jeugdliteraire groot pakket prentenboeken deze waren the genres en helden pippeloeiitje kiunrrieling matisch geselecteerd enerzijds op basis van the werd gemeten 2001 1 moer 23 2001 1 moer 23 de res ultaten de jeugdliteraire kritiek als in het onderwijsveld niet name hoofdstukken 5 t m 8 met enige voorzichtigheid kan uit de evaluatie ten derde is de dissertatie een onderzoeksmatig van de behaalde scores geconcludeerd worden ondersteund pleidooi om prentenboeken tot dat het interventieproject vruchten heeft afge ver in de bovenbouw van het basisonderwijs te worpen de experimentele groep scoort wat gebruiken ter ondersteuning van taal rekenen betreft intelligentie classificeren woordenschat en de zaakvakken alsmede culturele vorming rekenen begrijpend lezen en leeservaring beter naar een uitspraak van annie schmidt de weg dan de controlegroep op de overige onder naar het stedelijk museum begint bij het pren zochte aspecten niet name technisch lezen is tenboek in ruimere zin is de dissertatie een geen verschil vastgesteld dit laatste betekent dat pleidooi voor de rol die onderwijs kan spelen in de extra geinvesteerde tijd die is besteed aan de het opheffen van sociaal culturele achterstan prentenboeken niet nadelig op leerprestaties den speciaal ook wat betreft de groep van heeft uitgewerkt een meer specifiek belangrijk moeilijk lerende kinderen resultaat is dat zwakke lezers uit de eaperitnen mooren heeft met zijn het prentenboek als spring tele groep in vergelijking met die uit de con plank een bijzonder interessante en inspirerende troleconditie meer zijn vooruitgegaan bij reke bijdrage geleverd aan het de laatste decennia nen begrijpend lezen en ook leeservaring de groeiende onderzoek binnen het jeugdliteraire geconstateerde verschillen zijn in empirisch veld literatuurdidactici en docenten op pabo s opzicht bescheiden maar stelt mooien p 465 kunnen er ongetwijfeld hun voordeel mee toch is dat een mooier resultaat dan mocht doen het boek biedt rijkelijk stof voor reflectie worden verwacht gelet op de weerbarstigheid en discussie waarvan het onderwijs blijk geeft in het inlopen wat betreft de leesbaarheid zijn we wat terug van achterstanden houdender wie van de springplank springt het boek gaat lezen dus kan het gevoel krijgen b eoordelin g van d e disse rta ti e te verdrinken in de breedvoerigheid van het betoog ten dele wordt dat veroorzaakt door de er is hier geen plaats om recht te doen aan de brede achtergrond die mooien introduceert de hele dissertatie niet name niet aan de breed politieke en sociologische dimensies van soci geschetste achtergrond van het interventiepro aal culturele achterstanden de ontwikkelingen ject noch aan de vele keuzemomenten en cre binnen de literatuurwetenschap en de didactiek atieve oplossingen van de onderzoeker in dit de status van het prentenboek in het literaire complexe project de dissertatie kan op drie veld enzovoorts ten dele door de uitvoerigheid manieren worden gezien waarmee aan een en ander aandacht wordt ten eerste documenteert mooien zijn eigen besteed een meer expliciete structurering zou langdurige bemoeienis en enthousiasme voor een aanzienlijke leeshulp zijn voor de verwer jeugdliteratuur en prentenboeken zoals die in king van de complexe materie maar wie zich het verdere verleden zijn neerslag heeft gekre wat extra inspanning getroost wordt wel gen in tal van publicaties van zijn hand zijn beloond niet een doordachte visie op litera interesse is daarbij met name gericht geweest op tuuronderwijs aan jonge kinderen de pragmatische betekenis van jeugdliteratuur binnen de onderwijspraktijk in zoverre is de dissertatie een persoonlijk document ten tweede kan de dissertatie op onderdelen gezien worden als een waardevolle bijdrage aan de geschiedschrijving van de kinder en jeugd literatuur na 1945 daarbij gaat het met name om de hoofdstukken die handelen over het empirisch onderzoek naar de groeiende status van het prentenboek als literair werk zowel binnen de uitgevers en bibliotheekwereld en 200 1 i moer 24 2001 1 moer 24