Publicatie datum: 1994-01-01
Auteur: Wiebo Spoelstra
Collectie: 25
Volume: 25
Nummer: 3
Pagina’s: 99-107
Documenten
wiebo spoelstr a in de literatuurlessen dit nadat twee dio s ne derlands aan de rijksuniversiteit groningen coen peppelenbos en eddy van der wal had den onderzocht of er een mogelijkheid was eenheid in om het leesdossier in te voeren ze wilden da t de docenten in hun literatuurlessen nauwer verscheidenhei d aansloten bij de leeservaringen van leerlingen het leesdossier zou hier mede zorg voor moe de invoering van het t en drage n deze d io s h ebb en o nd er ande re op grond van gesprekken met de verschi llende leesdossier docenten een opzet gemaakt voor een leesdos sier daarnaast hebben ze een twintigtal op drachten gemaakt die aansloten bij de lees ervaringen van leer li ngen en die een plaats zouden kunnen krijgen in dat dos s ier als het aan de commiss ie vernieuwing eindexa tot het cursusjaar 9t 9 2 bleef het echter mens nederlandse taal en le tterkunde cv e rr ligt bij een intentie de feitelijke invoering werd kunnen do cent e n in hun literatuurlessen niet meer steeds uitgesteld en van het plan van van der vols taan m e t de be handeling van de literatuur wal en peppelenbos is nooit gebruik gemaakt geschi ede nis en de verhaalanalyse de helft van de een belangrijke reden hiervoor was dat de literatuurlessen moet dan wo rden besteed aan te ks t verschill ende docenten een grote mate van ervarend lezen dat houdt in literaire werke n vrijheid hadden bij de invu lling van het let bespre ken op bas is van wat een leerling t ij dens het terkundeprogramma en die gaf men niet graag lezen he eft ervaren d ocent en leerlingen denken op tenzij er een goed alternatief voor het verder na over die le eservaring en probe ren zo de eigen programma voor handen zou zijn niet we rking van e en tekst te do orgronden a ll e docenten konden zich vinden in het uit d eze vorm van tekstbenadering m oet e en volwaar eindelijke resultaat bovendien is de secti e dig e plaats krijgen naas t de reeds dece nnia lang indertijd akkoord gegaan met de invoering gangbare tek stbes tudering waarin analys e en inter van een leesdossier onder de voorwaarde dat pre tatie de wegen z ijn om tot begrip van een literaire het aantal opdrachten uitgebreid zou worden te ks t t e kom e n teks tervarend lezen werkt allee n als naar zo n tachtig en ook dit is nooit gebeurd het sys t ematisch gebeurt en als het bijdraagt aan inz icht in de eigen le esontwikkeling die sys t ema top dow n tiek wordt bevorderd do o r leeservaringen en reflectie daarop te verzamelen in een leesdossier een lees mijn stagedocent vroeg mij tijdens mijn post doss ier maakt de lees ontwikkeling van een leerling doctorale lerarenopleiding om voort te bou zichtbaar en daarmee wordt h e t mogelijk met le e r wen op het onderzoek van peppelenbos en lingen z involle gesprekk en te vo e ren over het lezen van der wal ik ben bij mijn onderzoek top van literatuur down te werk gegaan ik vond dat de docenten veel do centen willen graag op deze wijz e met hun het eerst eens moesten worden over de literatuuronderwijs omgaan maar het valt s om s niet einddoelen van het literatuurprogramma en m ee zo n leesdossier in te voeren wiebo spo els tra hoe die einddoelen getoetst moeten worden in deed onderzoek naar de invoering van ee n lees do ssie r het schoolonderzoek programma so pro op het nienoord college in leek en doet verslag van gramma vervolgens moest men het eens wor de haken en ogen die hij tegenkwam den over de weg die men daarvoor wilde bewandelen welke leerstof zou wanneer aange boden moeten worden en hoe zou die stof aan overwegingen vooraf het einde van een onderdeel getoetst moeten worden pas dan zou er nagedacht kunnen de sectie nederlands van het nienoord col worden over een concrete invulling van de lege in leek sprak zich een aantal jaren gele verschillende onderdelen hoe bied je bepaalde den uit voor de invoering van een leesdossier leerstof in de klas aan 1994 3 moer 99 ik heb om een aantal redenen voor deze gen om leerlingen in aanraking te laten komen werkwijze gekozen het belangrijkste doel dat met verschillende manieren om met literatuur ik nastreefde was een programma dat qua leer om te gaan er bestaat immers niet een juiste stof in parallelle klassen in grote lijnen hetzelf methode om literatuur te lezen en te interpre de is het ligt dan voor de hand om met die teren en waarom zou je leerlingen niet laten grote lijn te beginnen voor de docenten is van zien dat je literatuur op verschillende manie belang dat ze weten wat behandeld is om uit ren kunt benaderen dat werkt mijns inziens te kunnen maken welke kennis als bekend alleen maar verbredend daarnaast lijkt het me verondersteld mag worden bij hun leerlingen belangrijk dat docenten die didactiek kiezen dit komt de effectiviteit van het onderwijs ten die het beste bij ze past goede je voorkomt overlap in leerstof en of hiaten in de kennis en vaardigheden van leer de docenten zagen dus als belangrijkste voor lingen daar komt bij dat het voor een lees deel van een leesdossier dat dit voor eenheid in dossier van essentieel belang is dat er overeen het letterkundeprogramma zou moeten zor stenuning bestaat over het programma leerlin gen vooral voor het programma in 5 vwo gen nemen dit dossier immers mee als ze hadden docenten een grote vrijheid bij het in overgaan omdat leerlingen niet hun hele vullen van het letterkundeprogramma de eni schoolcarriere dezelfde docent houden is het ge echte harde afspraak die voor dat jaar was belangrijk dat de docenten weten welke leer gemaakt was dat de romantiek behandeld stof er behandeld is en wat de inhoud is van moest worden voor 4 xnvo en 4 vwo was de het leesdossier alleen zo kan het leesdossier op leerstof iets gedetailleerder vastgesteld in het een goede manier uitgebouwd worden de programma van 5 havo en 6 vwo zat de docenten op het nienoord college waren het meeste overeenstemming vooral dankzij het hier mee eens bij de meeste docenten was het so programma omdat de ontwikkeling van onderliggende argument om voor een leesdos een letterkundeprogramma voor zowel de sier te kiezen het idee dat een leesdossier voor havo als het vwo te omvangrijk zou zijn een grotere eenheid in het letterkunde voor een onderzoek in het kader van de post programma zou kunnen zorgen ook voor de doctorale lerarenopleiding was beperking ge leerlingen is het prettig als de leerstof van twee boden ik heb me gericht op de bovenbouw opeenvolgende leerjaren op elkaar aansluit van het vwo ik koos voor het vwo omdat ik bovendien bleek uit interviews met leerlingen gedurende mijn stage voornamelijk op de dat het belangrijk is voor de status van het vak vwo afdeling heb lesgegeven en daardoor dat elke docent in grote lijnen dezelfde stof meer affiniteit had met deze afdeling in de behandelt anders ontstaat bij leerlingen al tweede plaats leken de problemen op het vwo gauw het idee men doet maar wat groter aangezien de docenten over dit een andere reden om te kiezen voor een top literatuurprogramma het minst tevreden wa down benadering was dat daarmee waar ren dit kwam onder andere omdat de feitelij schijnlijk eerder het beoogde doel bereikt zou ke uitvoering van het programma in 5 vwo worden de sectie van het nienoord college is per docent het meest verschilde en door het nogal heterogeen in die zin dat de doceer lage rendement van de zogenaamde biblio stijlen van de verschillende docenten sterk uit theeklessen leerlingen uit 6 vwo moeten een eenlopen het was te verwachten dat het scriptie schrijven met een letterkundig onder moeilijkst overeenstemming bereikt zou kun werp in 5 vwo krijgen ze vanaf januari een nen worden over die punten die het meest uur per week de gelegenheid om hier in de concreet zijn namelijk hoe bied je bepaalde bibliotheek aan te werken ook in 6 vwo krij leerstof aan zodat dit het grootst leereffect zal gen ze tot de herfstvakantie nog een uur per hebben dat bleek ook al vrij snel in de prak week om met de scriptie bezig te zijn het tijk de verschillende docenten hebben be rendement van deze lessen is laag het meeste hoefte aan een gemeenschappelijke grote lijn werk doen de leerlingen thuis in de biblio maar ze willen wel de vrijheid houden om de theeklessen wordt door de meeste leerlingen leerstof op die manier aan te bieden die hen nauwelijks gewerkt aan de scriptie het beste ligt er valt ook wel wat voor te zeg in het dio onderzoek stelde ik mijzelf to t 100 moer 1994 3 doel een programma te ontwerpen dat de uit d e interview s blee k d a t e r g ro fweg twee goedkeuring kon wegdragen van a ll e bevoeg onderscheiden standpunten op het nienoord de docenten in de bovenbouw bovendien zou co ll ege zijn over de taak die een docent heeft het pro gramma niet strijdig mogen zijn met de in de literatuurlessen of de docent ziet zich de finitieve voorstellen van de cven in dat pro zelf als een wegwijzer of als een begeleider gramma wilde ik het volgende vastgeleggen de wegwijzer is iemand die van mening is dat niet elke leese rvaring even waardevol is aan i de einddoelen van het literatuurprogramma de lezing van de veel e rvarenere gerenom 2 het so programma eindtoetsen van het lite meerde criticus dient meer waarde toegekend ratuurprogramma te worden dan aan die van de onervaren lezer 3 de leerstof en het moment waarop die aange die de leerling nog is het is de taak van de boden moet worden docent om leerlingen wegwijs te maken in de 4 de manier waarop de betreffende leerstof tus literatuur en de literaire kritiek door aan leer sentijds getoetst moet worden lingen te laten zien hoe ervaren lezers van wie 5 vorm en inhoud van het leesdossier de docent er een is omgaan met literatuur hoopt hij dat leerlingen op den duur op een een programma dat deze vijf elementen bevat vergelijkbare manier met literatuur om zu ll en te was het maximaal haalbare op basis van de gaan voorstellen van de cven heb ik mijn eerste de begeleider is veel meer geneigd om in voorstel geschreven verder aangeduid met zijn lessen bij de leeservaringen van leerlingen conceptprogramma ik heb daarbij zoveel aan te sluiten hij zal het niet altijd eens zijn mogelijk rekening gehouden met wensen en met een door de leerling geventileerde mening verlangens van de docenten het beschikbare over een bepaalde tekst maar hij zal het waar aantal lesuren het huidige programma van de deren dat een leerling een mening heeft en verschi ll ende docenten en het beschikbare die in principe even waardevol vinden als zijn materiaal daarnaast heb ik geprobeerd om eigen ervaring een logische opbouw in het programma te de onderverde li ng van docenten in wegwij brengen wilde ik afwisseling aanbrengen te zers en begeleiders heb ik mede gemaakt op gemoet komen aan de behoefte aan vrijheid basis van de didactiek die men hanteert in de en ook moest er in het programma de moge klas de wegwijzer zal in zijn le s vooral ge lijkheid van herhaling zijn opgenomen dank bruik maken van tekstbestuderingsmethoden zij vn l o tot ben ik bij de verdere implemen terwijl de begeleider eerder geneigd is om het tatie betrokken geweest en is in het schooljaar accent te leggen op tekste rvarend lezen de in 93 94 begonnen met de uitvoering van het dividuele docent is dus geneigd om op zijn uiteindelijke programma minst een zwaar accent te leggen op een van beide methoden de cven kiest in haar voor het dio onderzoe k ste llen echter voor een twee sporenbeleid er dient zo n s o van de beschikbare tijd voor nadat ik wist waarom een leesdossier nog niet literatuuronderwijs besteed te worden aan was ingevoerd heb ik een vrij uitgebreid lite tekstbestudering de andere helft moet besteed ratuuronderzoek gedaan naar het leesdossier worden aan tekstervaring ook heb ik mij verdiept in de voorstellen van al is de voorste lling van zaken natuurlijk de cven daarna heb ik gesprekken gevoerd e nigsz in s o n genuancee rd we h ebb e n bij h e t met a ll e docenten van het nienoord coll ege onderscheid wegwijzer en begeleider te die bevoegd zijn voor het eerstegraadsgebied maken met twee fundamenteel verschill ende in de gesprekken wilde ik een beeld krijgen benaderingen gechargeerd de een heeft het van de verschi llende letterkundeprogramma s liefst dat een leerling mondeling tentamen ook heb ik de docenten gevraagd naar even doet op basis van de meningen en ideeen van tuele wensen voor het nieuwe programma de critici af en toe zal er een geniale leerling zijn laatste fase van het onderzoek bestond uit het die al zover is in zijn literaire ontwikkeling dat schrijven van een letterkundeprogramma voor er een gesprek mogelijk is over een bepaald d e bovenbouw van h e t vw o literair werk maar de meesten zullen hier in d e 1994 3 m o er 101 visie van de wegwijzer nog niet aan toe gen dat zo n verdeling binnen de mogelijkhe zijn literatuur is niet geschreven voor mensen den zou liggen van achttien jaar de mondelinge tentamens ik heb daarom gepleit voor een so pro waar de einddoelen van het literatuuron gramma waarin een schriftelijk en een mon de rwij s ge toet s t worde n zu lle n zi ch da arom deling literatuurtentamen opgenomen zou beperken tot het toetsen van literaire feiten worden zoals de cven adviseert moet in het de begeleider daarentegen vindt het niet erg schriftelijke tentamen tekstbestudering ge als een leerling op het monde ling beweert dat toetst worden en in het mondeling tekster volgens hem het gedicht de roe ier van kopland varing door beide doelstellingen in een apart gaat over de watersnoodramp van 1 953 mits tentamen te toetsen worden docenten toch die leerling maar op e en aannemelijke manier min of meer gedwongen om beide benaderin duidelijk kan maken waarom hij denkt dat dat gen te gebruiken anders zullen leerlingen im zo is mers de eindtoetsen niet goed kunnen maken uit bovenstaande schets blijkt dat de docen ik heb bij de verschillende onderdelen uit het ten niet all emaal gelijk denken over de weg programma ook steeds de manier aangegeven waarlangs de einddoelen van het literatuuron waarop de betreffende leerstof getoetst moest derwijs bereikt moeten worden opva ll end is worden door ook de helft van de tussentijdse dat men het over de einddoelen zelf wel een s toetsen uit tekstbestudering en de andere helft was hoewel de sectie nederlands op het uit tekstervaring te laten bestaan worden de nienoord coll ege nogal heterogeen is kun docenten min of meer gedwongen gebruik te nen alle do c enten zich vinden in de eind maken van zowel tekstbestuderende als tek doe l en zoals die door de cven geformuleerd stervarende benaderingen van literatuur zijn d e ze conclusie is een belangrijke bevin het dio onderzoek heeft uiteindelijk geleid ding gebleken tijdens het vervolg van het tot een literatuurprogramma waarin het lees onderzoek ik kom daar nog op terug dossier een plaats heeft gekregen het onder zoek heeft verder tot de volgende bevindingen micro en macro didactiek geleid omdat de werkwijze van de verschillende do ondanks de heterogeniteit van de sectie konden centen nogal sterk uiteenliep heb ik een twee alle docenten zich vinden in de einddoelen van deling gemaakt in de didactiek de didactiek de cven op macro en de didactiek op micro niveau ondanks de heterogeniteit van de sectie be onder de didactiek op micro niveau versta ik stond er consensus over de functie die het lees de didactiek die direct te maken heeft met de dossier moest vervullen organisatie in de klas hoe biedt een docent ondanks de heterogeniteit van de sectie hadden bepaalde stof aan van welke werkvormen alle docenten toch behoefte aan een gemeen maakt hij gebruik van welke hulp middelen schappelijke grote lijn zodat duidelijk is welke etc daar heb ik mij in mijn conceptvoorstel leerstof in welk jaar behandeld wordt niet direct mee bemoeid onder de didactiek op macro niveau versta ik de didactiek op een h et valo m onderzoek abstracter niveau de verdeling tussen in dit geval tekstervaring en tekstbestudering in aan het conceptprogramma kleefden nog de het gehele programma je zou in plaats van nodige bezwaren zoals ik hieronder zal duide macro didactiek ook kunnen spreken van de lijk maken in deze paragraaf doe ik verslag van benadering van literatuur grofweg kun je dit onderzoek waarbij het accent ligt op de zeggen dat je bij een tekstbestuderende bena kritiek van de verschi ll ende betrokken e n op dering begint bij de tekst en dat je bij een mijn conceptprogramma het gaat dan met teksterv arende benadering begint bij de lezer name om de docenten bij het vn l o m on in dit geval de leerling ik vond dat het door derzoek heb ik ook leerlingen bet rokken in mij te schrijven literatuurprogramma tege een aantal interviews hebben ook zij moge moet moest komen aan de verdeling zoals de lijke alternatieven aangedragen ook daar be cv e rr die voorstaat althans er voor moest zor steed ik aandacht aan het gewijzigde pro 102 moer 1994 3 gramma dat ik geschreven heb op basis van de van leerlingen in mijn conceptvoorstel was de geleverde kritiek zal ik in het vervolg het defi functie van het leesdossier breder mijns in nitieve programma noemen daarnaast ga ik in ziens moest het alle eindtoetsen van de ver op de bevindingen en aanbevelingen die ik aan schillende onderdelen proefwerken essays de slo gedaan heb op basis van dit onderzoek schriftelijk verslag van de leesgeschiedenis van bij alle docenten bestond terecht denk ik een leerling etc bevatten alle aantekeningen de indruk dat uitvoering van het conceptpro stencils etc op die manier heeft de leerling gramma teveel tijd zou gaan kosten ik heb een goed overzicht wat hij in in dit geval daarom een aantal onderdelen uit het concept drie jaar literatuuronderwijs heeft geleerd programma geschrapt en een aantal onderde zo n overzicht is voor leerlingen belangrijk len ingekort bijvoorbeeld in de cven voor zo bleek uit gesprekken met hen ik kom daar stellen staat dat de literatuurgeschiedenis van straks op terug het gevaar bestaat dat in de onder andere de middeleeuwen en de renais praktijk de leeservaringsmethode minder aan sance behandeld moeten worden in mijn bod komt dan de bedoeling is maar zoals ik conceptprogramma had ik voor beide perio hierboven al heb uitgelegd concrete ideeen den zo uur ingeruimd wegens gebrek aan tijd zonder dat er een gemeenschappelijk pro bleek dit niet mogelijk daarom heb ik voor gramma is terwijl de docenten zeer verschil gesteld dat men voor zowel de middeleeuwen lende doceerstijlen hebben had waarschijnlijk als de renaissance een lessencyclus zou ontwik niets opgeleverd pas nu er een gemeenschap kelen elke lessenserie moet dan een inleiding pelijk kader is kan er nagedacht worden over bevatten waarin uitgelegd wordt wat de be een meer concrete invulling treffende periode inhoudt waarom hij zo heet etc naast deze inleiding wordt in beide lessen aanbevelingen voor de sl o series dieper op de betreffende periode inge gaan dit kan door bijvoorbeeld een aantal tijdens beide onderzoeken werd duidelijk dat teksten klassikaal te lezen en door leerlingen docenten behoefte hebben aan ten minste drie opdrachten over deze periode te laten maken zaken in de eerste plaats is dat een gemeen waarvan een aantal in het leesdossier komt de schappelijke leerlijn daarnaast heeft men be sectie kiest er vervolgens voor om van een van hoefre aan autonomie in de klas en aan con beide perioden alleen de inleiding te geven en crete ideeen deze laatste twee behoeften lij van de andere periode de gehele lessenserie ken in tegenspraak met elkaar maar dat zijn ze het is zelfs mogelijk om het ene jaar uitge niet er is behoefte aan ideeen hoe je bepaalde breid in te gaan op de middeleeuwen en het leerstof aan kunt bieden maar deze ideeen andere jaar juist meer aandacht aan de renais moeten niet dwingend zijn docenten willen sance te besteden voordeel van zo n aanpak is een aantal suggesties waaruit ze dan de in hun natuurlijk de afwisseling voor de docent en ogen beste kunnen kiezen volgens mij zou de voor de zittenblijver is het ook prettig stof te sto dan ook een aantal globale leerlijnen krijgen die enigszins nieuw voor hem is moeten ontwikkelen op grond van de cverr een aantal docenten vroeg zich af waarom ik voorstellen waarin alle verplichte leerstof be geen concrete ideeen gaf hoe je leerstof in de handeld wordt maar waarin verschillende ac klas aan kunt bieden volgens hen bestond het centen worden gelegd bijvoorbeeld een leer gevaar dat op die manier de didactiek die uit lijn waarin het accent ligt op literatuur gaat van de leeservaring van leerlingen zou geschiedenis een leerlijn waarin het accent ondersneeuwen zij vonden literatuurdossier ligt op poezie en een waarin het accent ligt op een betere benaming voor het dossier zoals dat proza een sectie kan dan een van deze globale naar voren kwam uit mijn conceptvoorstel dan leerlijnen kiezen of zelf een leerlijn maken op leesdossier deze docenten waren van me basis van twee of meer leerlijnen die door de ning dat een leesdossier een x aantal opdrach slo ontwikkeld zijn daarmee anticipeert de ten moet bevatten die de leerling in de loop slo op de eerste behoefte een globale leerlijn van zijn middelbare schooltijd in de literatuur daarnaast zou de slo op basis van deze globa lessen gemaakt heeft deze opdrachten moes le leerlijnen lesmateriaal moeten ontwikkelen ten alle betrekking hebben op de leeservaring daarbij zou ze moeten anticiperen op de di 1994 3 moer 103 verse doceerstijlen docenten kunnen dan kritiek van leerlinge n ideeen waar zij wat in zien gebruiken hier mee komt de slo tegemoet aan de tweede behalve met de docenten heb ik ook gesprek be hoefte co n cret e id eeen e n toc h aut on omi e ken gevoerd met een twintigtal leerlingen uit in de klas zes vwo leerlingen dus die het gehele letter een ander probleem dat door verschill ende kundeprogramma op het nienoord college al docenten werd gesignaleerd was de hoeveel doorlopen hadden ik wilde hun mening we heid werk een leesdossier met a llerlei op ten over het literatuuronderwijs zoals zij dat drachten levert een hoop schriftelijk werk op genoten hebben ik wilde er achter komen in en dus veel correctiewerk natuurlijk kun je hoeverre het conceptprogramma aansluit bij op andere manieren weer de tijd besparen je wensen van leerlingen en in hoeverre het hun kunt leerlingen tussentijdse opdrachten van el kritiek op het huidige literatuuronderwijs on kaar laten evalueren en zelf a lleen de eind dervangt toetsen beoordelen ook kun je gezamenlijke het belangrijkste punt van kritiek dat leer proefwerken geven en gebruik kunnen maken lingen hadden op het literatuuronderwijs in van elkaars materiaal het zou misschien zelfs het algemeen was dat drie of meer jaren een goed ide e zijn om een soort data bank in literatuuronderwijs niets concreets had opge te stellen waar verschi llende scholen materiaal leverd de leerlingen hadden het idee dat de naartoe kunnen s turen en ook materiaal van literatuurlessen weinig tot geen ondersteuning kunnen opvragen het helpt natuurlijk ook als hebben geboden voor het mondeling daar de slo con creet materiaal gaat ontwikkelen voor werden twee redenen aangevoerd in de op basi s van het nieuwe examen op het eerste plaats was het voor leerlingen onmoge nienoord college is gekozen voor een uitge lijk om een rode lijn of rode lijnen te ontdek kleed lees dossier dat houdt in dat all een de ken in het programma dit kwam volgens hen eindtoets van een bepaald onderdeel in het vooral omdat er geen concept was ze hadden dossier komt en geen tussentijdse opdrachten 3 het gevoel dat het allemaal heel vrijblijvend z e hebben hiervoor gekozen omdat de was in de klas werd van alles verteld over doc enten tijd hebben om per rapport voor de literatuur ze maakten hier aantekeningen van literatuurlessen een schriftelijk werk per leer maar vervolgens werd daar weinig tot niets ling na te kijken de docenten hebben deze mee gedaan leerlingen hadden althans niet keuze ook gemaakt omdat ze zich niet teveel het gevoel dat er een kapstok was waar ze alle vast wilden leggen welke opdrachten leerlin leerstof aan op konden hangen ze misten dus gen verder dienen te maken in de aanloop naar samenhang in het programma het was niet de eindtoets van een bepaald blok wilde men voor niets dat ze over het algemeen positief ten liever vrij laten met behulp van bovenstaande opzichte van de letterkundescriptie die ze in 5 suggesties wordt meer of minder tijd gewon en 6 vwo moeten schrijven stonden dit is im nen of de oplossingen werken in de praktijk mers iets tastbaars zou de s l o nader moeten onderzoeken ook een ander punt van kritiek dat de leerlingen moet men kijken of er nog andere manieren hadden had te maken met de aanpak van do zijn om tijd te winnen mijn advies aan de slo centen dat leerlingen na drie jaar litera was om bij de ontwikke ling van leerplannen tuuronderwijs nog steeds niet weten hoe ze ervoor te zorg e n dat de hoeveelheid tijd niet een literair werk moeten lezen kwam volgens toeneemt daarnaast zou men tijdbesparings hen mede omdat het onderwijs veelal een strategieen moeten ontwikkelen hiermee richtingsverkeer is er werd bijvoorbeeld klassi bedoel ik manieren waarop een docent tijd kaal een boek gelezen en nadat de leerlingen kan besparen bij de voorbereiding en evaluatie enige tijd hadden mogen nadenken over the van zijn lessen een aantal mogelijkheden heb ma motieven etc toverde de docent als een ik hierboven al gegeven maar er zijn onge goochelaar de diepere betekenis uit de hoge twijfeld meer manieren te bedenken hoed hoe hij aan zijn interpretatie kwam werd de leerlingen vaak niet duidelijk zij pleitten er voor om toekomstige generaties leerlingen met concrete opdrachten zelf aan 104 m oe r 1994 3 het werk te zetten men zou daarbij zeker in maar een manier om een mondeli ng af te ne het begin al enigszins op weg geholpen moe men de manier van openen afsluiten vragen ten worden in ieder geval is de opdracht wat stell en etc is bij de individuele docent vaak is in dit verhaal het thema te vaag de leer hetzelfde het zou beter zijn als leerlingen op lingen hebben vaak geen idee wat een thema dezelfde school op grond van dezelfde criteria is laat staan dat ze weten hoe je het kunt vin beoordeeld worden ook in de eindtoets moet den opvallend was dat deze kritiek algemeen de eenheid in het letterkundeprogramma tot was en dus ook betrekking had op de begelei uitdrukking gebracht worden de slo moet der dit komt waarschijnlijk omdat de leerlin daarom verschillende scenario s voor het gen met wie ik sprak in hun eindexamenjaar mondeling ontwerpen op wat voor manieren les hadden gehad van wegwijzers en ervarin kun je openen afsluiten wat voor type vragen gen met deze docenten wist men zich natuur kun je stellen e n wat toets j e dan hoe moet je lijk het best te herinneren de antwoorden beoordelen etc voor elke te het leesdossier zoals dat op het nienoord ontwikkelen globale leerlijn moeten eindtoet college vorm heeft gekregen kan in ieder ge sen ontwikkeld worden di e op d e b etreffe nd e val voor het eerste probleem een oplossing lijn aansluiten bieden leerlingen hebben na drie jaar iets bovenstaande lijkt in tegenspraak met een concreets in handen en het zal voor hen ge eerdere opmerking dat het verbredend werkt makkelijker zijn om een overzicht te krijgen om met verschillende manieren van litera van al die jaren dat ze literatuuronderwijs heb tuuronderwijs in aanraking te komen toch ben genoten het tweede kritiekpunt kan ben ik van mening dat een sectie in het mon moeilijker ondervangen worden door het dos de li ng tentamen moet streve n naar een zekere sier er zijn immers geen tussentijdse opdrach mate van gelijkvormigheid in de eerste plaat s ten afgesproken alleen de vorm van eind omdat het mondeling tentamen mijn s inziens toetsing staat vast het gevaar dat hier op de de een afslui t en de t oe t s is over t e n m in ste loer ligt is natuurlijk dat leerlingen nog steeds drie jaar literatuuronderwij s en niet a ll een over weinig opdrachten krijgen waarbij ze zelf aan het laatste jaar we mogen ervan uitgaan dat het werk moeten4 toch is er al enige vooruit leerlingen in die drie jaar met verschill ende gang geboekt in mijn ogen het programma docenten in aanraking zijn gekomen die alle dwingt de docent nu in ieder geval wel om een andere manier hadden om li teratuur te be drie keer per jaar schriftelijk werk na te kijken naderen het mondeling zal v an die verschil van leerlingen daar kwam men in het verle le nd e b e nad erin gen een represen tati e moet en den niet altijd aan toe bovendien moeten geven ten min s te als het mondeling tentamen leerlingen elk jaar ook een aantal boekver de enige eindtoets is kiest een school voor slagen inleveren op basis van een standaardfor twee literatuurtoetsen zoals de cven adviseert mulier in dat standaardformulier zijn ook vra dan kan in het mondelinge tentamen volstaan gen opgenomen die aansluiten bij de tekster worden met h et toetsen van het tekste rv arend varing van de leerling toch is het mijns inziens lezen van de leerling in de tweede plaat s en raadzaam dat de slo als ze lesmateriaal gaat dit is we ll icht belangrijker ben ik van mening ontwikkelen vooral materiaal ontwikkelt dat als alle docenten het eens zijn over de waarbij leerlingen zelf aan het werk gezet wor einddoelen van het literatuuronderwijs dat die den juist daaraan is behoefte niet alleen bij einddoelen dan ook getoetst moeten worden leerlingen maar ook bij docenten hoe je fron wie in zijn programma streeft naar een verde taal les moet geven is wel bekend ling van s o tekstervaring en s o tekstbes tu naast bovengenoemde twee punten van kri dering zal ervoor moeten zorgen dat deze ver tiek hadden leerlingen ook geen idee op deling terug te vinden is in de eindevaluati e grond van welke criteria de beoordeling van van dat programma probleem is vaak dat het mondeling tot stand kwam ze hadden het docenten dat wel op een andere manier willen idee dat verschillende docenten verschillende toetsen maar dat ze vaak niet weten h oe ze op beoordelingscriteria hanteerden verder dach een andere manier moeten toetsen althans ten ze dat de ene docent andere typen vragen dat is mijn ervaring het zou daarom goed zijn stelde dan de ander veel docenten kennen als de s l o docenten vertrouwder maakt me t 1994 3 moer 105 tekstervarend lesgeven en toetsen door ze hie ger tekst tot soortgelijke reacties zou kunnen rin te oefenen bijvoorbeeld door cursussen te komen geven waarin dit wordt geleerd tijdens de gehele implementatie stuitte ik steeds weer op het feit dat voor veel docenten tekstervarend lesgeve n onduidelijk is wat er precies onder teksterva ring wordt verstaan hoe je dat vorm moet ge naast de gesprekken die ik met docenten en ven in de klas nog pregnanter was de vraag leerlingen heb gevoerd heb ik de docenten hoe je tekstervaringen op zinnige wijze kunt ook gevraagd om mijn conceptprogramma te beoordelen er is weliswaar maar een docent testen ik heb ze gevraagd om een onderdeel geweest die een lessenserie heeft gegeven waar waarin tekstervaring een belangrijke plaats zou tekstervaring een belangrijk onderdeel vorm innemen te geven om erachter te komen wel de maar andere docenten voorzagen dezelfde ke problemen ze zouden krijgen als ze tekster problemen zo bleek tijdens de verschillende varing als didactiek moesten gebruiken ter gesprekken die ik met hen gevoerd heb in die ondersteuning bij de voorbereiding had ik een zin was de praktijk een bevestiging van de artikel van wam de moor levende talen theorie 1 984 toegevoegd waarin het verschil tu ssen de cven heeft in haar voorstellen voor een tekstervaring en tekstbestudering wordt uitge nieuw examen opgenomen dat tekstervaring legd wegens tijdgebrek zagen drie van de vier een benadering is van literatuur waaraan even docenten geen kans om een onderdeel te ge veel tijd besteed dient te worden als aan de ven een docent heeft wel een onderdeel uit tekstbestuderende benadering dat biedt de mijn conceptprogramma in 5 vwo gegeven kans voor een andere manier van omgang met deze docent heeft zijn leerlingen een tekst literatuur in de klas maar dit voorstel kan bestuderings en een tekstervaringsopdra cht mijns inziens alleen maar kans van slagen heb gegeven het ging in beide gevallen om een ben als aan de docenten die de voorstellen schrijfopdracht ze moesten in de eerste moeten uitvoeren duidelijk wordt gemaakt schrijfopdracht het romantische gehalte van hoe ze deze benadering vorm kunnen geven een tekst analyseren op basis van behandelde in de klas ontwikkeling van concreet lesmate theorie over de romantiek in de tweede riaal en concrete opdrachten door de slo die schrijfopdracht moesten leerlingen een ge aansluiten op de leeservaring van leerlingen en voelsmatige reactie geven op hetzelfde verhaal waarbij bovendien heldere beoordelingscrite ze kregen daarbij een aantal richtvragen zoals ria zijn bijgevoegd is daarom mijns inziens wat maakt het verhaal bij je los identi noodzakelijk docenten zijn bereid om hun ficeerde je personage s met jezelf of met be lespraktijk te veranderen maar dan moet hun kenden riep het herinneringen associaties wel duidelijk voor ogen staan hoe en ik denk op etc volgens de betreffende docent kwam er dat de scepsis van een klein deel van de docen een aantal heel indringende reacties uit naar ten slechts weg valt te nemen door aan de voren probleem vond hij echter de toetsing hand van goed lesmateriaal te laten zien hoe van deze leese rvaring er kwamen naar aanlei literatuuronderwijs ook gegeven kan worden ding van de opdracht en de reacties vragen bij komt er geen vervolg op de cven voorstellen hem op als wat is het doel van deze aanpak in de vorm van ideeen en uitgewerkt lesmate op zich krijg je hele aardige reacties maar wat riaal dan is het gevaar groot dat de invulling valt er in de reactie van een individuele leer van een nieuw eindexamen nederlandse li ng progressie te boeken zal hij na verloop letterkunde blijft steken in goede bedoelingen van tijd beter in staat zijn de gevoelens die een terwijl het nieuwe examen juist een uitgele li teraire tekst bij hem oproept onder woorden zen mogelijkheid is om te proberen de betrok te brengen hoe kun je deze reactie beoorde kenheid van een groot deel van de leerlingen len kun je deze problemen oplossen door bij literatuur te vergroten tekstervaring en tekstbestudering te integre ren zo ja hoe doe je dat dan hij sprak de veronderstelling uit dat iemand uit de tweede klas op basis van misschien een iets eenvoudi i o6 m oer 1994 3 noten en literatuu r tijdens mijn onderzoek ben ik uitgegaan van het leesdossier zoals dat door de moor en this sen 1986 is geformuleerd praktisch bestaat het leesdossier uit een ringband waarin de leer ling alles opneemt in chronologische volgor de wat in zijn literatuuronderwijs aan de orde is gekomen we denken hier aan i alle kopieen stencils en aantekeningen die hij van zijn leraar heeft ontvangen goed geor dend 2 een bij te houden lijst van wat er aan lectuur en literatuur is gelezen 3 eigen werkstukken als traditionele boekbe spreking voorbereidende tekst spreekbeurt li teratuur en dergelijke 4 uitgewerkte opdrachten met betrekking tot tekstervaringsmethoden zoals responses op gelkezen teksten verslaggeving van subgroe pen notulen van klassegesprekken opstelletjes en opstellen naar aanleiding van opdrachten varierend van spontane notities tot degelijk uitgewerkte betogen 5 eigen creatief werk naar aanleiding van de literatuurles opstellen gedichten of eventuele tekeningen en foto s mocht het dossier wat onhandzaam worden door de kwantiteit dan zou men het onder i genoemde apart kunnen houden p 25 ik sluit dus aan bij de definitie van wam de moor n b daarnaast zu ll en ook aantekeningen stencils etc in het leesdossier terechtkomen en dat er geen fifty fifty verdeling komt tu s sen tekstervaring en tekstbestudering moor wam de aspecten van literatuuronder wijs 2 over tekstbestudering en tekstervaring van lubbers tot waldmann in levende talen 1984 390 1j ic i 173 moor wam de en joost thissen wie leest leest zichzelf reflectiviteit in het literatuur onderwijs in moer 1986 5 6 p 20 29 het cvety rapport eindverslag van de commissie ver nieuwing eindexamens nederlandse taal en letter kunde van het havo en vwo onder redactie van a braet en t hendrix den haag r99i 1994 3 m oer 107