Effecten van communicatief en regulier taalonderwijs op IBO-leerlingen

Publicatie datum: 1988-01-01
Auteur: Ton Mooij
Collectie: 06
Volume: 06
Nummer: 3
Pagina’s: 7-30
ton mooij effecten van communicatief en regulier taalonderwijs op ibo leerlingen 1 inleiding in 1987 verscheen bij het instituut voor leerplanontwikkeling slo een notitie over een ontwikkelingsproject nederlands in de eerste fase van het voortgezet onderwijs de titel van de notitie was projectplan nederlands vo i in dit plan wordt het accent in het onderwijs in het vak nederlands gelegd op het communicatief karakter van taalgebruik communicatief taaionder wijs cto is onderwijs waarbij leerlingen taal gebruiken in verschillende communicatieve situaties met verschillende functies en waarbij reflectie plaats heeft op het taalgebruik ter verbetering daarvan p 6 in cto wordt aandacht gegeven aan taal en taalgebruik in alledaagse of functionele maat schappelijk en persoonlijk relevante situaties cto wordt ook benadrukt door het onderwijsveld zie het bovengenoemd projectplan zie ook van der leeuw 1986 labordus gussenhoven 1985 cto past bovendien in het beeld van de ontwikkeling in het onderwijs nederlands zoals dat in over zichtsliteratuur met betrekking tot de afgelopen 20 jaar ge schetst wordt bonset 1987 jansen 1985 janssen bonset 1987 leidse werkgroep moedertaaldidactiek 1986 sturm 1984 in het slo projectplan wordt voorgesteld een vrij sterk gestruc tureerd leerplan cto in nederlands te ontwikkelen hierbij is het voor leerkrachten belangrijk dat concreet materiaal in zeer eenvoudige vorm stencils kan leiden tot een gemakkelijke adap tatie van de nieuwe inhoud en werkvorm extra ondersteunend materiaal wordt ontwikkeld ten behoeve van leerlingen die het individueel beroepsonderwijs ib0 volgen met name ten aanzien van deze leerlingen wordt verwacht dat zij problemen zullen ervaren bij het op niveau 1 afsluiten van de basisvorming 7 spiegel 6 1988 nr 3 7 in 1986 1987 is door de slo in samenwerking met de scholenge meenschap de marke te enschede reeds een lessenreeks voor ibo leerlingen ontwikkeld de reeks is getitelds leerstof nederlands voor ibo slo z j en bestaat uit zes lespak ketten in totaal 23 lessen die in de scholengemeenschap in gebruik zijn bij de slo bestond na de ontwikkeling van deze eerste serie lessen behoefte aan een tussentijdse evaluatie van deze pakketten de evaluatie zou twee doelen moeten dienen a het eventueel bijstellen van de reeds ontwikkelde lessen of onder delen van deze lessen en b het verkrijgen van aanwijzingen over hoe de verdere leerplanontwikkeling zou dienen te gebeu ren de vraagstelling van het benodigde evaluatie onderzoek werd geformuleerd als hoe functioneren de ontwikkelde les pakketten in de onderwijspraktijk en welke aanwijzingen levert dit op voor de verdere leerplanontwikkeling lespakketten dienen in eerste instantie bepaalde effecten op leerlingen teweeg te brengen deze effecten kunnen meer cog nitief of meer affectief van karakter zijn de effecten hangen echter met name af van de wijze waarop de leerkracht een pakket al dan niet volgens de bedoelingen gebruikt dit feitelijk ge bruik wordt ten dele weer bepaald door de mate waarin de pak ketten aansluiten bij de wensen en mogelijkheden van de leer kracht tenslotte is ook nog van belang de mate waarin de nieuw ontwikkelde of experimentele pakketten inpasbaar zijn in het onderwijs de implementatie van de pakketten uiteindelijk werden daarom vier specifieke vragen voor onderzoek geformu leerd 1 wat zijn de effecten cognitief en affectief van de experimentele leerstof op de leerlingen 2 hoe is het feitelijk gebruik van de experimentele pakketten door de leerkrachten gerelateerd aan de bedoelingen van de ontwerpers 3 in welke mate sluiten de experimentele lespakketten aan bij de wensen van de leerkrachten 4 wat zijn de mogelijkheden tot implementatie van de experi mentele lespakketten ten behoeve van een vooronderzoek werden door de slo 21 dagen ter beschikking gesteld aan het onderzoeksinstituut instituut voor toegepaste sociale wetenschappen van de katholieke universiteit te nijmegen van het verrichte onderzoek is uitvoerig verslag gedaan in een slo rapportage mooij 1988 in dit artikel worden belangrijke gegevens uit die rapportage gebruikt om te illustreren op welke wijzen een dergelijk beperkt vooronderzoek methodologisch verantwoord uitgevoerd kan worden 8 2 methoden 2 1 onderzoeksopzet de effecten van de ontwikkelde lespakketten op de leerlingen en het feitelijk gebruik van de pakketten in de onderwijspraktijk kunnen worden nagegaan door middel van observatie van lessen in deze praktijk door het observeren van lessen waarin wel en waarin niet met de ontwikkelde pakketten gewerkt wordt wordt een scherper zicht verkregen op het functioneren van de nieuwe of experimentele pakketten zie voor de uitwerking van de observatie methode par 2 2 de verkregen informatie leidt tot beantwoording van de onderzoeksvragen 1 en 2 informatie over de mate waarin de lespakketten aansluiten bij de wensen van de leerkrachten kan verkregen worden door het houden van interviews met de leerkrachten die werken of gewerkt hebben met de ontwikkelde lespakketten het uitdrukkelijk vragen naar hun mening over de experimentele pakketten en mogelijke verbeteringen in het functioneren van de pakketten geeft aanvullende informatie over de bruikbaarheid van de pakketten en de gewenste verdere ontwikkeling zie de uit werking van de interview methode in par 2 3 de aldus verkregen informatie leidt tezamen met inzichten opgedaan tijdens de observaties tot beantwoording van met name de derde onderzoeksvraag onderzoek in de scholengemeenschap de marke resulteert in informatie over de pakketten wanneer er reeds langere tijd mee gewerkt wordt vergelijking van deze informatie met onderzoeks resultaten uit een school waar nog niet eerder met de pakketten gewerkt werd geeft indicaties over de mogelijkheden tot imple mentatie van de lespakketten tezamen met relevante informatie verkregen bij de beantwoording van de vorige drie vragen leidt deze vergelijking tot informatie in verband met de beantwoording van de vierde onderzoeksvraag de twee onderzoeksmethoden observatie van lessen en interviews met leerkrachten leiden tot informatie die onderling aanvullend is bovendien kunnen resultaten die op verschillende wijzen verkregen zijn met elkaar vergeleken worden hetgeen van belang is voor de bepaling van de validiteit van de onderzoeksgegevens cronbach 1983 miles huberman 1984a gezien de beperkte omvang van het vooronderzoek werd besloten het onderzoek te verrichten in twee scholen in de scholenge meenschap de marke en in een lbo ibo school te nijmegen in deze laatste school was nog niet met de pakketten gewerkt door het verrichten van onderzoek in deze laatste school werd 9 informatie verkregen over het werken met de pakketten wanneer leerkrachten nog geen eerdere ervaringen met de pakketten hadden opgedaan dus informatie over de implementatie van de lespakketten binnen elke school werden gezien het ontwikkelde lesmateriaal twee eerste klassen met ibo leerlingen in het onderzoek be trokken informatie over kenmerken van ibo leerlingen is te vinden bij bijvoorbeeld neuwahl 1979 mooij 1980 1987 mooij oudenhoven en davidse 1987 van putten 1987 en van damme eulderink mulder en de jonge 1988 na observatie van tenminste een gewone of reguliere les ter gewenning van leer lingen en docent aan de observatie werden in elke klas een experimentele lessenserie en tenminste een andere reguliere les geobserveerd door het observeren van zowel reguliere lessen als experimentele lessen binnen eenzelfde klas dus dezelfde leerkracht en dezelfde leerlingengroep is binnen een klas op klasniveau steeds een vergelijking mogelijk tussen reguliere lessen en experimentele lessen na afloop van de observaties in een klas werden de leerkrachten geinterviewd over hun ervaringen met de ontwikkelde lespakket ten aan de methoden van observatie van lessen en de interviews met leerkrachten wordt nu successievelijk aandacht besteed 2 2 observatie van lessen om tijds en budgettaire redenen werd de observatie uitgevoerd door een ervaren observator de observatie gebeurde door tijdens een les zo nauwkeurig mogelijk aantekeningen te maken van de waargenomen relevante feiten en processen relevante feiten en processen hebben betrekking op de leerstof die in de les op een bepaald moment aan de orde is op welke manier deze gepresenteerd wordt hoe leerkracht en leerlingen ermee omgaan en wat de mogelijke effecten op de leerlingen zijn met behulp van een dergelijke observatie wordt per les inzicht verkregen in de volgorde van kenmerken van het onderwijsaanbod en in wisselwerkingen tussen het onderwijsaanbod zoals inhoud didactische werkvorm organisatorische werkvorm leerkracht management en bijvoorbeeld het taakgedrag van leerlingen vgl beckers 1982 mooij 1980 1982 in press mooij et al 1987 door een aantal opeenvolgende lessen te observeren werd bovendien inzicht verkregen in mogelijke beinvloedingsprocessen over een langere periode dan slechts een les vergelijking tussen kenmerken van reguliere lessen en experimentele lessen bij eenzelfde klas dus met constanthouding van leerkracht en leerlingen resulteert dan in aanwijzingen over mogelijke effecten van reguliere versus experimentele leerstof op de leerlingen 10 de registratie van informatie tijdens een les is ook reeds een wijze van data reductie en data analyse miles huberman 1984a dit vanwege het feit dat niet alle relevante feiten en processen registreerbaar zijn ter beantwoording van de onder zoeksvragen werden de aandacht en aantekeningen van de obser vator geconcentreerd op bepaalde variabelen tijdens elke les aan het begin van de les werden enkele beschrijvende gegevens vermeld zoals code van de groep code van de leerkracht dag lesuur lestijd en het totale aantal leerlingen in de klas tijdens de les werd de aandacht gericht op het tijdstip een les is veelal in te delen naar fasen zoals leerlingen komen gaan zitten en praten met elkaar leerkracht probeert de aandacht van de leerlingen te verkrijgen leer kracht start met instructie leerlingen gaan aan het werk etcetera genoteerd werd elk tijdstip waarop er zich in de klas een verandering in fase of een onderbreking van een fase voordeed de aard van het onderwijsaanbod op en na het genoteerde tijdstip het gaat hierbij met name om leerstofinhoud didac tische werkvorm organisatorische werkvorm en leerkrachtmana gement dit leerkrachtmanagement wordt geoperationaliseerd als de mate waarin de leerkracht duidelijk is in de communicatie regels voor de leerlingen duidelijk maakt wat het gewenst leerlinggedrag is de orde bewaart in eigen gedrag toont dat hij of zij weet wat de leerlingen doen bij ordeverstoring de juiste leerlingen corrigeert en bij ordeverstoring direct corrigeert zie mooij 1985 de scores lopen van 1 nauwe lijks tot en met 5 zeer goed het aantal leerlingen dat in deze fase inhoudelijk of organisatorisch taakgedrag toont inhoudelijk taakgedrag doet zich voor wanneer de leerling zeker of waarschijnlijk bezig is met de taak die volgens de leerkracht voor deze leerling aan de orde is organisatorisch taakgedrag vindt plaats wanneer een leerling zeker of waarschijnlijk bezig is met de organisatori sche voorbereiding ondersteuning of afronding van de lestaak die voor hem of haar aan de orde is volgens de leerkracht zie mooij 1985 bijzonderheden met betrekking tot het leerkracht of leer lingengedrag bijvoorbeeld uitingen van plezier in leeractivi teiten of aanwijzingen voor cognitieve leereffecten 2 3 interviews met leerkrachten de informatie voor de beantwoording van de verschillende onder zoeksvragen kan ten dele ook gebaseerd worden op de mening van de leerkrachten die met de lespakketten werken of gewerkt hebben dit geldt in het bijzonder voor de beantwoording van de derde onderzoeksvraag naar de mate waarin de lespakketten aan sluiten bij de wensen van de leerkrachten en de beantwoording 11 van de vierde onderzoeksvraag naar de mogelijkheden tot imple mentatie van de pakketten daarom werd ten behoeve van de beantwoording van de onderzoeksvragen ook een vrije attitude interview vgl vrolijk dijkema timmerman 1972 gehouden bij die vier leerkrachten die geobserveerd zijn en met de les pakketten gewerkt hebben de vragen die aan de leerkrachten gesteld werden komen nauw overeen met de door de slo in een notitie van 29 oktober 1987 geformuleerde vragen over de lespakketten na een korte intro ductie over het doel van het interview werden als vragen gefor muleerd 1 welke veranderingen heb je aangebracht in de pakketten en waarom leverde dit problemen op 2 vinden leerlingen de lessen leuk vervelend waarom 3 steken de leerlingen iets op van de lessen 4 heb je suggesties voor vervolg of voorafgaand materiaal rond de lessenserie s 5 zou je voor andere onderwerpen vaardigheden dan deze zes ook dit soort lesmateriaal willen hebben welke 6 welke voorwaarden stel je aan het gebruik van dit soort incidentele voorbeeld lespakketten 7 hoe vind je de pakketten over het algemeen 8 vind je het bezwaarlijk dat dit materiaal niet aansluit op enige eindexameneis van de school hoe zijn de examendoelen geformuleerd 9 heb je ideeen over einddoelen nederlands voor ibo leerlin gen wat moeten ze tenminste weten kunnen op het gebied van lezen luisteren spreken en schrijven indien nodig werden door de interviewer aanvullende of verdui delijkende vragen gesteld dit was tevens van belang in het kader van de bepaling van de betrouwbaarheid en validiteit van de in het onderzoek te verkrijgen gegevens zie verder par 5 1 tijdens de beantwoording door de leerkracht maakte de interviewer aantekeningen van hetgeen de leerkracht zei na het interview werden deze aantekeningen uitgewerkt 3 resultaten van de observatie 3 1 inleiding het onderzoek is vrijwel volgens plan uitgevoerd in de scholen gemeenschap te enschede en de beoogde lbo ibo school te nijmegen in de scholengemeenschap werd geparticipeerd door twee leerkrachten die zich als vrijwilligers gemeld hadden en waarvan er een betrokken was geweest bij de ontwikkeling van het lesmateriaal in de school te nijmegen werden twee leer krachten van de drie die in aanmerking kwamen omdat zij aan de eerste klas ibo les gaven bereid gevonden mee te werken 12 in beide scholen wordt gebruik gemaakt van de recent verschenen methode fundamenteel nederlands taalmethode voor ibo deel 1 door w broeders j broos en a denissen groningen wolters noordhoff 1986 dit maakt de vergelijking van lessen tussen scholen en per school relatief eenvoudiger in de school te enschede waren in beide onderzoeksklassen aan het begin van het schooljaar 1987 1988 reeds vier van de zes pakketten aan de orde gesteld om deze reden konden de twee leerkrachten elk kiezen uit een van de twee resterende pakket ten leerkracht 1 koos pakket vragen stellen en leerkracht 2 prefereerde het pakket instructies in de school te nijmegen was nog geen enkel pakket behandeld beide leerkrachten kozen in eerste instantie dezelfde pakketten als die te enschede teneinde teveel overlap te vermijden stelde de onderzoeker voor een van deze pakketten te vervangen door een ander leerkracht 3 koos het pakket abc project kennismaking en leerkracht 4 het pakket instructies de observaties vonden plaats in de periode eind februari maart 1988 per klas varieerde het aantal geobserveerde lessen van zes tot en met negen en werden per les ongeveer vier pagi na s aantekeningen gemaakt het precieze aantal geobserveerde lessen en de volgorde van observatie van reguliere r en experimentele e lessen staat in tabel 1 tabel 1 resultaten van de observatie per klas plaats lk klas exp pakket volcrorde lessen n req n exp tot ensch 1 1 vragen r e e r e r 3 ensch 2 2 instruct r r e e e e r 4 nijm 3 3 abc rreeeeeee 2 7 9 nijm 4 4 instruct reeeerr 3 4 7 11 18 29 3 2 samenvatting van geobserveerde lessen de informatie in de aantekeningen per geobserveerde les is per les in tabelvorm samengevat teneinde de resultaten inzichtelijker te maken in elke samenvatting is per fase opgenomen a de tijdsduur van een bepaalde fase tijdens de les b de activiteit gedurende deze fase en eventuele bijzonderheden 13 c het percentage leerlingen dat gedurende de bepaalde fase inhoudelijk of procedureel taakgericht bezig was tevens zijn op basis van het taakgedrag van de leerlingen en op grond van andere uitingen verbaal non verbaal van de leerlingen ten opzichte van het onderwijsaanbod de andere leerlingen en de leerkracht inferenties gemaakt over de affectieve en cognitieve effecten van leskenmerken op de leerlingen met betrekking tot de gehele les zijn dan in elke samenvatting weergegeven a de cognitieve effecten op de leerlingen b de affectieve effecten op de leerlingen c de score wat betreft leerkrachtmanagement d het gemiddeld percentage taakgedrag van de leerlingen dit laatste berekend op grond van het percentage taakgedrag per fase tijdens de betreffende les voorbeelden van dergelijke samenvattingen zijn ontleend aan de observatie van lessen van leerkracht 4 een eerste voorbeeld in tabel 2 van dit artikel is een reguliere les tabel 6 in bij lage 4 van mooij 1988 dit betreft een samenvatting van een relatief eenvoudige les die zich volgens een standaardpatroon en de bedoelingen van de methode fundamenteel nederlands af speelt tabel 2 leerkracht 4 13 lln les 2 regulier 8 3 1988 tiid activiteit taak 10 15 zoemer 10 15 20 lln naar binnen praten met elkaar en met lk 0 10 21 23 lk poogt instructie te starten 0 10 24 26 instructie vorige keer verhaal van g kuijer gelezen nu nog eens lezen en daarna 10 vragen erover stellen het gaat erom dat je goed luistert en het goede antwoord op de vraag opschrijft 100 10 27 30 lk leest hoofdstuk voor 100 10 31 31 lln pakken pen en schrift 100 10 32 43 lk stelt telkens een vraag en lln schrijven het antwoord 100 10 44 54 lk leest telkens een vraag en laat een 11 het antwoord oplezen dit wordt steeds besproken of becommentarieerd vrijwel alle vragen worden goed beantwoord 100 10 55 58 lk schrijft huiswerk maken oef 4a t m 4d en leren 4e uit boek p 62 63 op bord en laat 14 lln dit in agenda overnemen lln mogen er direct aan beginnen 100 10 59 59 lk gaat langs lln om vragen te beantwoorden 100 11 00 zoemer lln ruimen op 100 algemeen cognitief uit de beantwoording van de vragen blijkt dat er in het algemeen goed geluisterd is naar het voorlezen affectief leerlingen tonen interesse leerkrachtmanagement score 5 gemiddeld taakgedrag van de lln 80 een tweede voorbeeld in tabel 3 van dit artikel is een weergave van een les met experimenteel of communicatief lesmateriaal tabel 3 in bijlage 4 van mooij 1988 dit voorbeeld is een samenvatting van de tweede experimentele les over instruc ties tabel 3 leerkracht 4 13 lln les 2 experimenteel 3 3 1988 tiid activiteit taak 09 20 zoemer 09 20 24 lln naar lokaal naar binnen praten met elkaar en met lk 0 09 25 29 11 heeft formulieren meegebracht van open dagen van de scheepvaartschool waarop veel tekens staan deze tekens worden klassikaal besproken lln vertellen over vader vrachtwagenchauffeur die internationale verkeerstekens moet kennen tekens ivm gevaarlijke stoffen op vrachtauto en verkeerswegen tunnelgebruik 100 09 30 37 idem lk controleert leerlingengedrag zeer consequent vinger opsteken niet door elkaar praten 100 09 38 39 lk tekent vijf in de vorige les behandelde tekens op het bord en vraagt aan twee lln of zij weten wat deze betekenen een 11 weet 3 van de 5 de andere 2 van de 5 100 09 40 41 lk deelt opdrachten uit waar in de vorige les mee gestopt is een 11 zegt dat hij al klaar is 50 09 42 43 meeste lln zijn bezig lk ik deel al vast de volgende opdracht uit llnbladen 3 4 en 5 van exp materiaal les 1 92 09 44 44 de moeilijkste 11 is klaar met de opdrachten van vorige keer gaat verder met volgende 15 opdrachten 100 09 45 46 lln zijn bezig derde 11 klaar met eerste opdrachten 100 09 47 48 eerste 11 klaar met alle opdrachten lk zegt te wachten 92 09 49 50 tweede 11 klaar met alle opdrachten lk zegt te wachten 85 09 51 51 derde 11 klaar wordt onrustiger in lokaal 69 09 52 53 wordt steeds onrustiger 46 09 54 04 lk behandelt de verschillende opdrachten zijn iha zeer goed gemaakt 100 10 05 05 lk noteert 11 wegens herhaald ongevraagd spreken 100 10 06 09 lk en lln behandelen de opdrachten 100 10 10 zoemer lln staan op lk laat alles op banken liggen algemeen cognitief lln tonen leerstof leereffecten affectief leerlingen tonen veel interesse brengen zelf leer stof mee vertellen extra uit zichzelf leerkrachtmanagement score 5 gemiddeld taakgedrag van de lln 82 in de volgende paragrafen worden de resultaten van de observa ties per leerkracht dus ook per lespakket en leerlingengroep behandeld 3 3 leerkracht 1 vragen stellen de globale opzet van het experimentele pakket vragen stellen is dat de leerlingen ertoe gebracht worden spontaan vragen te stellen de leerkracht moedigt hen aan de formulering van de vragen te verbeteren de doelen van het pakket zijn 1 leerlingen worden zich ervan bewust dat wie vraagt zal weten 2 leerlingen leren hun vragen goed te formuleren 3 leerlingen leren moeilijke woorden en passages uit te spreken de indeling van het experimentele lessenpakket is als volgt les 1 vragen leren stellen les 2 techniek van vragen stellen les 3 informatie vragen verdere gedetailleerde informatie over het lessenpakket is te vinden in de slo nota leerstof nederlands voor ib0 sl0 z j de informatie in de lessen van leerkracht 1 zie de tabellen in 16 bijlage 1 van mooij 1988 dient geordend samengevat te worden met het oog op de analyse van de gegevens en het kunnen trekken van conclusies bij deze samenvatting is aandacht gegeven aan a de aard van het lesmateriaal regulier of experimenteel b variabelen omtrent de mogelijke cognitieve effecten op de leerlingen onderscheiden naar de dimensies mate van nieuw zijn voor de leerlingen en mate van moeilijk zijn voor de leerlingen c de mogelijke affectieve effecten op de leerlingen de mate waarin de leerlingen geboeid of geinteresseerd worden door de leerstof d het gemiddeld percentage taakgedrag van de leerlingen tijdens de les en e de score wat betreft leerkrachtmanagement een overzicht van de aldus geordende en gescoorde lessen van leerkracht 1 wordt gegeven in tabel 4 van dit artikel in deze tabel wordt vermeld het nummer van de geobserveerde les het lesmateriaal r regulier en e experimenteel de cognitieve effecten op de leerlingen onderscheiden naar de dimensies mate van nieuw zijn voor de leerlingen en mate van moeilijk zijn voor de leerlingen beide ordinaal gescoord volgens 0 niet enigermate wel de affectieve effecten op de leerlingen de mate waarin de leerlingen geboeid of geinteresseerd worden door de leer stof ook gescoord volgens 0 en het gemiddeld percentage taakgedrag van de leerlingen tij dens de les taak de score wat betreft leerkrachtmanagement leerkm varierend van 1 nauwelijks tot en met 5 zeer goed tabel 4 overzicht van de zes geobserveerde lessen van leerkracht 1 lesnr les coonit effectecten affect eff taak leerkm mat nieuw moeil 1 r 0 0 57 5 4 r 0 0 54 5 6 r 0 0 84 5 2 e 75 5 3 e 87 5 5 e 68 5 de informatie in tabel 4 laat zien dat er bij gelijke leerlin gen en leerkracht een duidelijke trend waarneembaar is in de vergelijking van reguliere en experimentele lessen de experi 17 mentele lessen introduceren klaarblijkelijk nieuwe maar ook moeilijke leerstof terwijl de leerlingen tijdens deze experi mentele lessen duidelijker blijken van geinteresseerdheid laten zien de vergelijking tussen reguliere en experimentele lessen wat betreft het percentage taakgericht gedrag van de leerlingen wordt bemoeilijkt door irrelevante gebeurtenissen tijdens de eerste twee reguliere lessen respectievelijk een lekke radia tor en plotseling optredende ziekte van de leerkracht er treedt wat betreft leerkrachtmanagement geen verschil op bestudering van de informatie over de geobserveerde lessen in bijlage 1 van mooij 1988 de bovenstaande tabel 4 en het experimentele lesmateriaal leidt tot de volgende bevindingen 1 de leerkracht sluit zeer nauw aan bij de voorgegeven leer stof in zowel de reguliere als de experimentele lessen 2 er zijn nog enkele onvolkomenheden in het voorliggende experimentele lesmateriaal 3 de cognitieve effecten van de experimentele leerstof op de leerlingen suggereren dat er te veel nieuwe informatie tegelijk in te weinig lessen wordt aangeboden 4 de affectieve effecten van de experimentele leerstof op de leerlingen suggereren dat de gekozen thematieken en didac tische werkvormen in principe goed zijn 3 4 leerkracht 2 instructies de globale opzet van het experimentele pakket instructies is dat de leerlingen kennismaken met een drietal instructievormen pictogrammen beeldaanwijzingen het etiket van een schoonmaak middel waarschuwingen en gebruiksaanwijzing en een school boekbladzijde instructies tussen andere tekst het doel van de lessenserie is de leerlingen bewust te maken van het bestaan van expliciete instructies in hun dagelijks leven en het belang van het lezen en begrijpen van instructies er zijn een drietal lessen les 1 een aanwijzing in een plaatje pictogrammen les 2 instructies op een etiket les 3 volgorde en instructie in het taalboek voor gedetailleerde informatie wordt weer verwezen naar het slo materiaal analoog aan de werkwijze bij leerkracht 1 wordt een overzicht van de zeven geobserveerde lessen bij leerkracht 2 gegeven in tabel 5 18 tabel 5 overzicht van de zeven geobserveerde lessen van leer kracht 2 lesnr les coanit effecten affect eff taak leerkm mat nieuw moeil 1 r 0 87 5 2 r 0 81 5 7 r 0 0 53 4 3 e 70 5 4 e 82 5 5 e 78 5 6 e 0 82 5 de informatie in tabel 5 laat zien dat de experimentele lessen in vergelijking met de reguliere lessen een grotere nieuw heidswaarde hebben en geleidelijk moeilijker worden voor deze groep leerlingen tijdens de eerste drie experimentele lessen zijn de affectieve effecten positief er is wat betreft percen tage taakgerichtheid en leerkrachtmanagement geen verschil tus sen de lessen het relatief lage percentage taakgerichtheid in de derde reguliere les wordt met name veroorzaakt door het bezig zijn met het slot van een schooltas bestudering van de informatie in de tabellen 1 7 in bijlage 2 van mooij 1988 de bovenstaande tabel 5 en het experimentele lesmateriaal is aanleiding tot het formuleren van de volgende bevindingen 1 de leerkracht sluit aan bij de voorgegeven leerstof in zowel de reguliere als de experimentele lessen bij de experimen tele lesstof valt met name op dat de leerkracht in afwij king van het lesmateriaal niet de leerlingen in duo s laat werken maar steeds individueel de opdrachten laat uitvoeren en zelf hierover met elke leerling nauw contact onderhoudt dit gebeurt waarschijnlijk omdat er slechts zes leerlingen in de groep zijn 2 de cognitieve effecten van de experimentele leerstof op de leerlingen suggereren dat de latere lessen moeilijker zijn dan de eerdere lessen 3 de affectieve effecten van de experimentele leerstof op de leerlingen suggereren dat de gekozen thematieken en didac tische werkvormen in principe goed zijn 3 5 leerkracht 3 abc project kennismaking de globale opzet van de experimentele lessen is een werkwijze waarbij de leerlingen door middel van de letters van het alfa 19 bet al schrijvend ideeen verzamelen en naar eigen keus enkele ideeen uitwerken daarbij kunnen ze behalve schrijven ook plaatjes verwerken tekenen interviewen gedichten overnemen enzovoorts de doelen zijn 1 de leerlingen laten ervaren dat hun eigen taal en manier van schrijven een gewaardeerde plaats heeft binnen de school muren 2 de leerlingen leren hun gedachten en gevoelens onder woorden te brengen en schriftelijk vast te leggen de circa zes lessen zijn relatief open van structuur de eerste twee geobserveerde lessen bij leerkracht 3 zijn reguliere lessen les 1 heeft betrekking op het werken in de methode en les 2 op begrijpend lezen de gebruikte boeken staan op een verrijdbare boekenkar in de lessen 3 9 worden experimentele lessen rond het abc project kennismaking gegeven bij deze serie geobserveerde lessen kan opgemerkt worden dat de doelstelling van de serie zich met name erop richt de leerlingen te laten ervaren dat hun taal en manier van schrijven een gewaardeerde plaats heeft bin nen de schoolmuren in de globale opzet van de serie is aangege ven dat een dergelijk project aan het begin van de schoolloop baan op een nieuwe school de leerlingen in staat stelt rustig de nieuwe omgeving klasgenoten en docenten te leren kennen bij deze lessenserie spelen dan verschillende doelstellingen een rol enerzijds was het daardoor mogelijk dat leerkracht 3 deze serie koos anderzijds lijkt het resultaat van de obser vaties duidelijk te maken dat een dergelijke lessenserie inder daad slechts aan het begin van het schooljaar zinvol kan zijn dit wordt reeds in de eerste les met het experimentele lesma teriaal zichtbaar het alfabetisch opschrijven van namen van leerlingen en leerkrachten die allen reeds bekend zijn heeft tot gevolg dat het accent van de les onbedoeld terecht komt bij het alfabet in volgende lessen komt het tekenen van elke individuele leerling centraal te staan het overzicht van alle negen geobserveerde lessen is opgenomen in tabel 6 20 tabel 6 overzicht van de necren geobserveerde lessen van leerkracht 3 lesnr les coanit effecten affect eff taak leerkm mat nieuw moeil 0 66 0 0 77 e 0 60 e 0 67 e 0 0 69 e 0 0 57 e 0 0 37 e 0 61 e 0 76 de gegevens in tabel 6 tonen dat de experimentele lessen geen nieuwheidswaarde hebben en niet moeilijk zijn dit is in over eenstemming met de doelstellingen van deze lessenserie de affectieve effecten zijn echter ook laag behalve tijdens spellessen in de lessen 8 en 9 de belangrijkste afwijkingen van de geobserveerde lessen ten opzichte van de voorbeeldlessenserie zijn dat het klassegesprek in de vierde experimentele les en de evaluatie in de zesde les niet gehouden worden in de vijfde uitlooples gebeurt relatief weinig de spellessen in de achtste en negende ge observeerde les laten zien dat spel ook goede mogelijkheden kan bieden in het kader van communicatief taalonderwijs bestudering van de informatie in de tabellen 1 9 van bijlage 3 van het rapport mooij 1988 de bovenstaande tabel 6 en het experimentele lesmateriaal leidt tot de volgende bevindingen 1 de leerkracht sluit weinig aan bij de leerstof van de expe rimentele lessen dit wordt in de hand gewerkt doordat de lessen gebruikt zouden moeten worden aan het begin van een nieuwe schoolloopbaan in een nieuwe school 2 de cognitieve en affectieve effecten van de experimentele leerstof op de leerlingen zouden moeten bestaan uit het zich op school meer thuis voelen en het meer vertrouwd raken met medeleerlingen en leerkrachten deze effecten konden weinig of niet gerealiseerd worden omdat de leerlingen al ruim een half jaar op de school zijn 3 spel lijkt voor ibo leerlingen een zinvolle en aantrekke lijke didactische werkvorm in het kader van communicatief taalonderwijs 21 3 6 leerkracht 4 instructies voor de globale opzet doelen en lessen van het experimentele lesmateriaal wordt verwezen naar de samenvatting aan het begin van par 3 4 bij leerkracht 2 het overzicht dat gebaseerd is op de zeven geobserveerde lessen van leerkracht 4 is opge nomen in tabel 7 tabel 7 overzicht van de zeven geobserveerde lessen van leerkracht 4 lesnr les coqnit effecten affect eff taak leerkm mat nieuw moeil 0 0 78 0 80 0 0 67 e 80 e 82 e 77 e 65 de vergelijking van de gegevens van de reguliere lessen met die van de experimentele lessen in tabel 7 laat zien dat de experi mentele lessen nieuwe leerstof bevatten van een acceptabele moeilijkheidsgraad en dat de leerlingen bij de experimentele lessen enthousiast reageren op de leerstof van met name de expe rimentele lessen 1 en 2 ten opzichte van de instructies in het taalboek exp les 3 reageren zij gematigd positief hoewel enkele orde problemen tijdens deze les ook een negatieve invloed kunnen uitoefenen bestudering van de informatie in de tabellen 1 7 in bijlage 4 bij mooij 1988 de bovenstaande tabel 7 en het experimentele lesmateriaal leidt tot de volgende bevindingen 1 de leerkracht sluit aan bij de voorgegeven leerstof in zowel de reguliere als de experimentele lessen 2 de cognitieve effecten van de experimentele leerstof op de leerlingen suggereren dat er nieuwe informatie in een juiste hoeveelheid wordt aangeboden en dat de leerlingen informatie opdoen ervan leren 3 de affectieve effecten van de experimentele leerstof op de leerlingen suggereren dat de thematieken en didactische werkvormen goed zijn 4 resultaten uit de interviews 22 bij elk van de vier geobserveerde leerkrachten is na afloop van de observatie periode een vrije attitude of open eind interview gehouden zie par 2 3 de relevante informatie in de antwoor den van de leerkrachten op de gestelde vragen is hieronder per vraag samengevat de volledige informatie is weergegeven in het slo rapport mooij 1988 1 welke veranderingen heb je aangebracht in de pakketten en waarom leverde dit problemen op alle leerkrachten hebben veranderingen aangebracht hoewel deze in het algemeen van geringe omvang zijn de leerkrach ten geven ook suggesties ten aanzien van veranderingen of wenselijke verbeteringen in niet geobserveerde lessen uit het experimentele slo materiaal 2 vinden leerlingen de lessen leuk vervelend waarom de leerkrachten zijn van mening dat de leerlingen de lessen leuk vinden vanwege de onderwerpen de uit te voeren activi teiten de eigen inbreng en de andere aanbiedingsvormen 3 steken de leerlingen iets op van de lessen twee van de vier leerkrachten hebben de indruk dat de leer lingen wel iets opsteken van de lessen de andere twee heb ben hier twijfels over een van deze twee heeft dezelfde twijfels t a v de methode 4 heb je suggesties voor vervolg of voorafgaand materiaal rond de lessenserie s de leerkrachten geven als suggestie meer variatie in de advertenties meer herhaling meer kant en klare keuze mogelijkheden meer spelmomenten bijv simulatie spel 5 zou je voor andere onderwerpen vaardigheden dan deze zes ook dit soort lesmateriaal willen hebben welke alle leerkrachten zijn hiervan voorstander en enkelen doen een groot aantal concrete suggesties 6 welke voorwaarden stel je aan het gebruik van dit soort incidentele voorbeeld lespakketten in hun antwoorden op deze vraag gaan de leerkrachten met name in op de relatie tussen het boek de methode fundamen teel nederlands en de experimentele lespakketten geen van hen zou de methode afgeschaft willen zien de lespakketten moeten duidelijk naast de methode functioneren een leer kracht bepleit meer afstemming tussen lespakketten en methode 7 hoe vind je de pakketten over het algemeen de leerkrachten vinden de pakketten wel goed doordacht door hun andere aard sluiten zij goed aan bij de methode 8 vind je het bezwaarlijk dat dit materiaal niet aansluit op enige eindexameneis van de school hoe zijn de examendoelen geformuleerd 23 de leerkrachten vinden het belangrijk te proberen zover mogelijk te komen met elke leerling je moet geen examen doelen hebben op a niveau wordt alles trouwens individueel bekeken 9 heb je ideeen over einddoelen nederlands voor ibo leerlingen wat moeten ze tenminste weten kunnen op het gebied van lezen luisteren spreken en schrijven in de antwoorden van de leerkrachten op deze vraag worden een aantal onderwerpen en mogelijke einddoelen genoemd met name de taalervaringen van de leerlingen dienen belang rijk te zijn bijvoorbeeld lezen luisteren strips alfa betisering bedieningspanelen advertenties het formuleren van zinnen en de zinsbouw 5 samenvattende conclusies 5 1 betrouwbaarheid en validiteit van de resultaten wat betreft de betrouwbaarheid van de onderzoeksresultaten kan erop gewezen worden dat een groot deel van de observatie variabelen in een vorig onderzoek gebruikt werden mooij 1985 1987 en daar betrouwbaar gescoord werden om deze reden mag aangenomen worden dat deze variabelen ook in het onderhavige onderzoek voldoende betrouwbaar gescoord konden worden een controle hierop in het huidige onderzoek is dat de geobserveer de leerkrachten de samenvattingen van hun geobserveerde lessen gelezen hebben en deze adeguaat achtten als weergave van de lessen er werd door hen niet een wijziging of correctie voor gesteld vergelijking van de resultaten uit de observaties met die uit de interviews laat zien dat de resultaten in het algemeen elkaar ondersteunen het meest duidelijk wordt dit bij de be antwoording van de eerste drie interviewvragen op een aantal onderdelen bestaan er verschillen tussen de rapportage van de observaties en de meningen van de leerkrachten dit is een gegeven dat in vergelijkbaar onderzoek steeds naar voren komt beckers 1982 de boer 1986 bonset 1987 mooij in press mooij et al 1987 een duidelijk voorbeeld van zo n verschil is een antwoord van leerkracht 3 op vraag 1 uit het interview waarin hij stelt dat de leerlingen serieus getekend hebben en de tekeningen en verhaaltjes in een hoog tempo gemaakt hebben zie mooij 1988 uit de observaties met name de lessen 6 en 7 in tabel 6 komt daarentegen naar voren dat de leerlingen ten aanzien van de tekeningen en verhaaltjes weinig taakgericht gedrag laten zien in grote lijnen echter wijzen de resultaten verkregen met verschillende methoden naar dezelfde feiten en processen hetgeen een positieve indicatie is voor de betrouwbaarheid van de gegevens dit is mede bereikt door in beide methoden 24 aandacht te schenken aan zo concreet mogelijke feiten en processen wat betreft de validiteit kan ten eerste gewezen worden op het feit dat de observaties plaatsvonden in de onderwijspraktijk observatie van lessen in de onderwijspraktijk resulteert in informatie over ecologisch valide gebeurtenissen en processen deze ecologische validiteit de corte 1979 is van groot be lang voor de relevantie van onderzoeksresultaten om deze reden werden in dit onderzoek slechts lessen in echte onderwijsleer situaties geobserveerd vgl ook schatzman strauss 1973 hoogeveen verkampen 1985 ten tweede zou in dit verband aandacht gegeven kunnen worden aan resultaten uit vergelijkbaar onderzoek maar in strikte zin geinterpreteerd is dergelijk onderzoek er niet een voorbeeld van een meer globale overeenkomst met ander onderzoek is dat in de reguliere lessen blijkt dat er in het individueel beroeps onderwijs ibo nog steeds weinig sprake is van individueel onderwijs vgl de monografie van van haeringen 1977 over het ibo ten derde de validiteit van de vergelijking tussen reguliere lessen en experimentele lessen wordt geschraagd door de con stanthouding van leerkracht en leerlingen dat wil zeggen door de observatie van reguliere en experimentele lessen bij dezelfde leerkracht en leerlingen hierdoor wordt een zo zuiver mogelij ke vergelijking gerealiseerd met vermijding van onbedoelde storende neveninvloeden tenslotte de overeenkomst tussen de resultaten uit de obser vaties en die uit de interviews wijst op grotendeels dezelfde feiten en processen in de onderwijspraktijk 5 2 beantwoording van de onderzoeksvragen de eerste onderzoeksvraag in de inleiding par 1 luidde wat zijn de effecten cognitief en affectief van de experi mentele leerstof op de leerlingen in vergelijking met de reguliere lessen laten de experimentele lessen vragen stellen en instructies aanwijzingen zien voor positief te waarderen cognitieve en affectieve effecten bij de leerlingen hoewel vragen stellen te moeilijk lijkt abc project kennismaking toont geen verschil met de reguliere lessen waarbij aangetekend moet worden dat dit pakket eigen lijk aan het begin van een schoolloopbaan gegeven moet worden een goede check is hier niet mogelijk geweest daarnaast lij ken de aspecten van afwisseling en nieuwheid van de experimen tele lespakketten duidelijk motiverend voor de leerlingen de tweede onderzoeksvraag was geformuleerd als hoe is het 25 feitelijk gebruik van de experimentele pakketten door de leer krachten gerelateerd aan de bedoelingen van de ontwerpers in de paragrafen waarin de resultaten van de geobserveerde lessen gepresenteerd worden par 3 3 3 6 wordt steeds aan het begin van de paragraaf informatie gegeven over de door de ontwerpers gemaakte experimentele lessen in de paragrafen worden vervolgens de resultaten uit de observaties behandeld de vergelijking tussen de bedoelingen van de ontwerpers en de resultaten uit de observaties toont dat leerkracht 1 zeer nauw aansluit bij de oorspronkelijke bedoelingen leerkrachten 2 en 4 in grote mate aansluiten bij de bedoe lingen leerkracht 3 ten dele noodgedwongen in vrij grote mate afwijkt van het oorspronkelijke ontwerp de derde onderzoeksvraag die met behulp van het onderzoek beantwoord diende te worden luidde in welke mate sluiten de experimentele lespakketten aan bij de wensen van de leerkrach ten het antwoord op deze vraag luidt dat de lespakketten in grote mate aansluiten bij de wensen van de leerkrachten zie met name de resultaten uit de interviews de leerkrachten formuleren daarnaast echter nog een groot aantal meer specifieke kenmerken of onderwerpen die met dergelijke lespakketten te maken hebben deze kenmerken of onderwerpen maken duidelijk dat er bij leer krachten een grote behoefte bestaat aan dergelijke pakketten in samenhang met de bestaande methode nederlands de vierde onderzoeksvraag tenslotte was als volgt verwoord wat zijn de mogelijkheden tot implementatie van de experimen tele lespakketten leerkracht 1 had reeds eerder met de pakketten les gegeven en leerkracht 2 had meegeholpen aan de ontwikkeling van de pakket ten en les gegeven met de pakketten daarentegen hadden de leer krachten 3 en 4 geen eerdere ervaring met de pakketten de onderzoeksresultaten van met name de leerkrachten 3 en 4 wijzen er dan op dat de mogelijkheden tot implementatie van de les pakketten groot zijn en als zeer positief aangemerkt kunnen worden enkele relevante opmerkingen in dit verband worden nog gemaakt in de volgende paragraaf 5 3 volgende leerplanontwikkeling volgende stappen in het kader van de leerplanontwikkeling voor het ibo hebben betrekking op de bijstelling van de bestaande lespakketten en op de ontwikkeling van nieuwe lespakketten 26 wat betreft de bijstelling van de bestaande lespakketten leveren zowel de resultaten uit de observaties als de resultaten uit de interviews een grote hoeveelheid concrete suggesties en aanwijzingen voor al deze suggesties en aan wijzingen wordt verwezen naar het slo rapport mooij 1988 de ontwikkelaars van de slo kunnen bepaalde ideeen oppakken en vervolgens de prioriteiten wat betreft de uitvoering bepalen of de relevante keuzen in dit verband mede door leerkrachten laten maken wat betreft de ontwikkeling van nieuwe experimentele les pakketten kan de bestaande aanpak worden voortgezet een be langrijke keuze echter die vooraf gemaakt en verantwoord moet worden is de precieze relatie tussen de leerstof van de nieuwe pakketten en de leerstof in de methode fundamenteel neder lands in deze methode wordt met name aandacht geschonken aan het meer formele taalonderwijs in de vorm van spelling gram matica begrijpend lezen luisteren discussieren enzovoorts de leerkrachten vinden het bestaan en gebruik van de methode van groot belang hoewel zij soms twijfel uiten aan de leer effecten van deze methode uit de observaties blijkt dat de leerlingen in het algemeen graag met de methode werken er zijn echter weinig aanwijzingen voor leereffecten geringe leer effecten van de methode zouden mede veroorzaakt kunnen worden door de stereotype wijzen van aanbieding van leerstof en her haling van leerstof leerlingen krijgen meestal iets voorgedaan en moeten het dan nadoen of op identieke wijze toepassen het is echter de moeite waard zich af te vragen of een dergelijke werkwijze bij deze leerlingen wel effect kan hebben als deze werkwijze wel de beoogde effecten gehad zou hebben dan zouden deze leerlingen hoogstwaarschijnlijk niet in het ibo terecht zijn gekomen uit de observaties is gebleken dat de leerlingen zeer geboeid kunnen worden door de soort informatie in de lespakketten het zou mogelijk zijn dit soort informatie in eerste instantie te behandelen en dan steeds gedurende korte momenten bepaalde passende formele taalaspecten aan de orde te stellen in de slo nota leerstof nederlands voor ibo staat als standpunt verwoord wel denken we dat deze wat abstractere leerstof het meest tot zijn recht komt als ze in samenhang met functioneel taalgebruik aan de leerlingen aangeboden wordt p 8 in de zes bestaande lessen is dit uitgangspunt echter nog niet daad werkelijk doorgevoerd met gebruikmaking van onder andere de leerstofsuggesties uit dit vooronderzoek zou aan de integratie van het meer formele 27 taalonderwijs in communicatieve functionele of alledaagse onderwijssituaties gewerkt kunnen worden het is denkbaar en mogelijk dat een integratie van levensechte of alledaagse leerstof en meer formeel taalonderwijs relatief de meeste cognitieve en affectieve effecten teweegbrengt bij ibo leerlingen een controle van dit vermoeden kan pas plaats vinden nadat er voldoende adequate leerstof ontwikkeld is om een vergelijkend onderzoek mogelijk te maken 5 4 conclusie het met beperkte middelen uitgevoerde vooronderzoek laat zien dat het gebruik van een methodologisch adequate onderzoeksopzet tot relatief veel informatie kan leiden het vooronderzoek levert daarom naast de inhoudelijke conclusies ook methodolo gische suggesties voor het uitvoeren van vergelijkbaar evalua tie onderzoek in het kader van leerplanontwikkeling samenvatting binnen het instituut voor leerplanontwikkeling slo is een experimenteel pakket lessen ontwikkels voor communicatief taalonderwijs in het individueel beroepsonderwijs ibo het leek zinvol een vooronderzoek te verrichten naar de effecten van het proefpakket de vraagstelling van het uit te voeren evaluatie onderzoek luidde hoe functioneren de ontwikkelde lespakketten in de onderwijspraktijk en welke aanwijzingen levert dit op voor de verdere leerplanontwikkeling de gebruikte onderzoeksmethoden zijn observatie van lessen in de onderwijspraktijk en interviews met leerkrachten de resul taten laten grotendeels gunstige cognitieve en affectieve effec ten bij leerlingen zien het pakket wordt in het algemeen vol gens de bedoelingen gebruikt het pakket sluit aan bij de wensen van de leerkrachten er lijken zich weinig problemen met de im plementatie in nieuwe onderwijsleersituaties voor te doen er resulteren concrete aanwijzingen voor bijstelling van de be staande pakketten en ontwikkeling van volgende pakketten de methodologische aspecten in de onderzoeksopzet kunnen aanbevo len worden in het kader van vergelijkbaar evaluatie onderzoek nijmegen augustus 1988 28 bibliografie beckers t participerende observatie in een ibo school nijmegen its 1982 boer m de eisen aan taalvaardigheid in de les amsterdam uva vakgroep onderwijskunde 1986 bonset h onderwijs in heterogene groepen purmerend muusses 1987 corte e de objecten doelen en methodologie van de onderwijspsychologie tijdschrift voor onderwijsresearch 4 209 218 1979 cronbach l j designing evaluations of educational and social programs san francisco jossey bass 1983 damme d a van eulderink mulder j m t jonge h e de de relatie tussen leerlingkenmerken en schoolverloop bij ibo leerlingen tijdschrift voor onderwijsresearch 13 151 160 1988 haeringen h van macht en onmacht van het individualiserend beroeps onderwijs burgh haamstede auteur 1977 hoogeveen m verkampen m schrijfonderwijs in praktijk enschede nijmegen slo ku 1985 jansen f nederlandse taal s gravenhage wrr 1985 janssen t bonset h empirisch onderzoek van het voortgezet moedertaalonderwijs enschede slo 1987 labordus i gussenhoven a wat zouden ze krijgen in het voortgezet basisonderwijs enschede slo 1986 leeuw b van der spiegelcurriculum communicatieftaalonderwijs von vllt sectie nederlands 1986 leidse werkgroep moedertaaldidactiek moedertaaldidactiek een handleiding voor het voortgezet onderwijs muiderberg coutinho 1986 miles m b huberman a m qualitative data analysis beverly hills sage 1984a 29 miles m b huberman a m drawing valid meaning from qualitative data toward a shared craft educational researcher 13 5 20 30 1984b mooij t tussentijdse rapportage van het kwalitatief onderzoek in het kader van het project voortijdige schoolverlaters svo project 0483 interimrapport 1 concept nijmegen its 1980 mooij t onderwijsleersituatie en lesondergravend gedrag van ito leerlingen in e diekerhof e leren wat moet je ermee pp 39 52 muiderberg coutinho 1982 mooij t leskenmerken en taakgedrag van leerlingen tijdschrift voor onderwijsresearch 10 249 262 1985 mooij t interactional multi level investigation into pupil behaviour achievement competence and orientation in educational situations s gravenhage svo 1987 mooij t communicatief taalonderwijs en ibo leerlingen een vooronderzoek enschede slo 1988 mooij t in press teaching situation characteristics and task behaviour of pupils international journal of qualitative studies in education mooij t oudenhoven d van davidse m onderwijsleerprocessen in het vak nederlands in een ito ito school spiegel 5 3 41 59 1987 neuwahl n m e het ibo gevolgd lisse swets zeitlinger 1979 putten c m van leerlingen van het individueel beroepsonderwijs nader beschouwd leiden rijksuniversiteit 1987 schatzman l strauss a l field research englewood cliffs prentice hall 1973 slo leerstof nederlands voor ibo enschede slo z j sturm j report on the development of mother tongue education in the netherlands since 1969 in w herrlitz e a mother tongue education in europe pp 238 275 enschede slo 1984 vrolijk a dijkema m f timmerman g gespreksmodellen alphen aan den rijn samson 1972 30