‘En ze leefden nog lang en gelukkig’. Sprookjes en de sociale werkelijkheid.

Publicatie datum: 1997-01-01
Auteur: Hans Ester
Collectie: 07
Volume: 07
Nummer: 1
Pagina’s: 38-40

Documenten

en ze leefden nog lang en gelukkig sprookjes en de sociale werkelijkheid meubels gereedschappen kleren gezinsrelaties de mense lijke sociale wereld is in alle sprookjes terug te vinden aan de hand van de studies van max luhti en lily e clerkx stelt hans ester die sociale werkelijkheid aan de orde maatschappelijke problemen die voortkomen uit de machts en afhanke hans ester in het hoofdstuk das marchen als daarmee de bereidheid om het sprook lijkheidsverhoudingen tussen mensen trager von wirklichkeit und als dich je als meer dan als een spel te nemen als individuen en groepen in werke tung uit zijn encyclopedische boek luthi 1979 117 118 lijkheid waren die problemen veelal marchen stelt max luthi vast dat het kenmerkend voor luthi is dat hij bij de niet op te lossen maar in het sprookje sprookje als volksverhaal zich aan uitleg van het sprookje een brede waai komen ze wel tot een oplossing en dat plaats en tijd van de verteller aanpast er van invalshoeken van structuralis maakt juist het sprookje tot een maar daarnaast elementen uit het ver tisch tot psycho analytisch zinvol acht sprookje clerkx 1992 18 leden weet te bewaren volgens luthi zo behoort ook de verklaring van het deze benadering plaatst het sprookje mogen we het sprookje zowel als dra sprookje als verhaal over een zowel in binnen de sociale context van zijn tijd ger van een verleden als van een tegen natuurlijk als sociaal opzicht herken die context leidt tot vragen en proble woordige werkelijkheid beschouwen bare werkelijkheid tot de benaderings men het sprookje is daar een al of luthi licht deze stelling toe door te mogelijkheden niet effectief antwoord op het gevolg verwijzen naar de enscenering van het de amsterdamse sociologe lily e van de gemaakte keuze is een duide sprookje in een diesseitige natuur en clerkx heeft vooral de tweede mogelijk lijke grens die tussen de niet sociolo een herkenbare menselijke wereld met heid tot uitgangspunt gekozen en deze gische en de sociologische uitleg wordt meubels gereedschappen kleren ge lijn consequent aangehouden in haar getrokken daarbij construeert clerkx zinsrelaties en andere vertrouwde boek en ze leefden nog lang en gelukkig een tegenstelling die niet overeenkomt sociale verhoudingen ook de boven familieleven in sprookjes een historisch met het probleembewustzijn en de natuurlijke elementen van het sprook sociologische benadering en in een groot praktijk van de literatuurwetenschap je zoals de metamorfose van een mens aantal kleinere studies en die daarom geforceerd aandoet in een dier kunnen volgens luthi door het sprookje te zien als een opgevat worden als deel van de werke consequent aangehouden directe voortzetting van de ervarings lijkheid als een realiteit waarin de ver de stelling waarop clerkx haar uitleg wereld ga ik in tegen die benaderings teller en de toehoorder van het sprook van het europese volkssprookje wijzen die figuren en gebeurtenissen je geloofden en waarom zou dat voor baseert is buitengewoon verleidelijk in een kunstwerk louter symbolisch de lezer van de twintigste eeuw niet door haar eenvoud en toepasbaarheid opvatten ik wil niet ontkennen dat er gelden zo vraagt de schrijver zich af dankbaar gebruikmakend van de ook naar een andere diepere of hoge de droom met zijn aan het sprookje sociogenetische benadering van de re bedoeling verwezen kan worden verwante gedaanteverwisselingen is verbeeldingswereld door norbert elias maar ik wil vooral benadrukken dat er immers ook een werkelijkheid luthi en j goudsblom stelt clerkx de in een zeer nauwe relatie is met de des zwakt de opening naar de psychologie houd van sprookjes kunnen we verkla tijds gekende en ervaren werkelijk echter weer onmiddellijk af door te ren door er menselijke problemen in te heid clerkx 1992 24 stellen ook bij de ontwikkelde herkennen de menselijke problemen hieruit vloeit automatisch voort dat europeaan is latent de bereidheid nog die in het sprookje worden opgelost sprookjes als reactie op een sociale aanwezig om primitief te voelen en zijn vaak terug te voeren op structurele realiteit zelf weer als informatiebron 38 tsjip letteren 7 1 voor ons beeld van die realiteit kunnen dienen terecht formuleert clerkx daarbij het voorbehoud dat sprookjes in haar onderzoek niet worden verge leken met werkelijkheid maar met datgene wat via andere bronnen dan het sprookje over die werkelijkheid tot ons is gekomen hoewel clerkx zich nodeloos streng van andere invalshoeken distantieert en er in haar inleidende hoofdstuk evenals in het nawoord blijk van geeft weinig van de pedagoog rudolf steiner en van de psychologie van carl gustav jung begrepen te hebben levert haar eigen aanpak bij alle eenzijdigheid mooie resultaten op die ons inzicht in de rijkdom aan betekenissen van het sprookje kunnen vergroten het meisje en het monster de mogelijke benaderingen van het sprookje vanuit een historisch sociolo gische theorie komen tot uitdrukking in de hoofdstuktitels van het boek en zij leefden nog lang en gelukkig over vrijen en trouwen over mannen en vrouwen moeders vaders en jonge kinderen stiefmoeders en stiefkin daarin ook een bron van ontucht en zeer interessant is haar constatering deren vaders en dochters broers en onmin soms moest men wel een aan dat uit gezinshistorische literatuur dik zusters en schoonmoeders en andere zienlijk oudere partner accepteren om wijls een voorkeur van ouders voor jon familieleden dat er in de eigen stand geen leeftijdge gens blijkt het motief voor deze voor in het eerste hoofdstuk brengt clerkx noot van de andere sekse beschikbaar keur is de arbeidskracht of de kwestie het veel in sprookjes voorkomende hu was ook werd het gevaarlijk gevonden van de erfopvolging welijk van het meisje en het monster om te trouwen met een vreemde man het sprookje spreekt echter andere dat zoals achteraf blijkt door betove iemand die niet uit het dorp kwam taal sprookjes laten geen uitdruk ring oud of lelijk is geworden in ver clerkx 1992 52 kelijke voorkeur van ouders zien voor band met de kritiek op het ongelijke of deze gegevens voldoende zijn om het geslacht van hun kinderen er zijn huwelijk die uit de andere bron de ge de transformatie naar de werkelijkheid naar schatting evenveel sprookjes met zinsgeschiedenis bekend is uit de ge van het sprookje te verklaren blijft de een mannelijke als met een vrouwe zinsliteratuur vernemen we dat er een vraag wellicht bieden de psycholo lijke held ouders in sprookjes hebben algemene norm bestond om te huwen gische benaderingen van sprookjes als zonen of dochters of beiden wel zien met gelijken gelijk in stand en in leef de kikkerkoning eerder een verkla we dat ouders die alleen zoons hebben tijd en om huwelijken met vreemden ring voor de overgang van afkeer naar een dochter willen en omgekeerd als te vermijden endogamie huwen bin volledige aanvaarding en liefde sprookjes ons informatie kunnen bie nen eigen stand en dorp had dus de den op dit punt dan is het dat doch voorkeur ongelijkheid in leeftijd acht voorkeur voor jongens ters in tegenstelling tot wat sommige te men in strijd met het doel van het het tweede hoofdstuk van clerkx boek gezinshistorici veronderstellen in het huwelijk de voortplanting en men zag heeft in mijn ogen meer te bieden algemeen niet ongewenst waren tsjlp letteren 7 1 39 er zijn elders echter wel degelijk be bare feit dat het kraambed met grote ieder geval als beeld van een verscheu langrijke overeenkomsten tussen de gevaren verbonden was een vrouw rend dier alom in leven gebleven bevindingen van de gezinshistorici en moest er serieus rekening mee houden wat clerkx in haar boek doet is het het beeld dat sprookjes te zien geven dat zij aan de bevalling zou sterven sprookje in een nieuwe context plaat dat is bijvoorbeeld het geval bij de clerkx ziet een duidelijk verband tus sen dat stuit op grote moeilijkheden eisen die met betrekking tot arbeid en sen nieuw leven en sterven in de socia omdat die context immers ook met be het aanleren van vaardigheden aan kin le realiteit enerzijds en in die van het hulp van bepaalde bronnen gerecon deren worden gesteld de mate van be sprookje anderzijds het motiefin strueerd moet worden loning en bestraffing wisselt in het sprookjes van de terugkeer van de dode hoewel de gepresenteerde bevin sprookje van kind tot kind moeder die voor haar kind gaat zorgen dingen in en ze leefden nog lang en sluit aan bij het volksgeloof volgens gelukkig lang niet altijd tot een het verschijnen van een stiefmoeder hetwelk een moeder die in het kraam bevredigend resultaat leiden is de in een gezin is de meest voorkomende bed stierf gedurende zes weken s grote verdienste van dit boek dat het de reden van de ongelijke behandeling nachts terugkwam om voor het kind te mogelijkheid van een verband tussen volgens clerkx was het sprookje een zorgen in sommige streken gaf men sprookjes werkelijkheid en de realiteit verbeelding van en een antwoord op de daarvoor kleding en schoeisel voor de van elke dag aantoont dat gebeurt ook verstoring die in een gezin optrad vrouw en windsels voor de baby mee in in de verdere hoofdstukken waarop ik doordat bijvoorbeeld de moeder over het graf waren kraamvrouw en niet ben ingegaan in die hoofdstukken leed ouders hadden er zelf belang bij baby beiden overleden dan werden ze komen boeiende vragen aan de orde hun kinderen goed te behandelen samen begraven en kreeg de vrouw het naar de relatie tussen de leden van het daarmee bonden zij immers de kinde kind in haar arm het motief van de gezin in verhaal en gereconstrueerde ren aan zich en konden zij later als ze terugkerende dode moeder in sprook werkelijkheid de vraag naar het oud waren rekenen op hun hulp jes is mijns inziens ook een antwoord verband tussen incest als sprookjes waar dit patroon ontregeld raakte ont op de wanhoop van de achtergebleven motief en incest binnen de toenmalige stonden onvermijdelijk problemen die gezinsleden die niet wisten hoe de pas samenleving heeft in onze tijd met in oude verhalen en sprookjes hun geborene zonder moedermelk in leven onze specifieke problemen een hoge weerslag vonden clerkx 1992 72 te houden en tevens een teken van een prioriteit gekregen het ligt in het algemeen besef dat moeders een sterke kader van het sprookjesonderzoek voor de dode moeder geneigdheid hebben om voor hun pas de hand om aan een combinatie van de interessantste deelonderwerpen van geboren kind te zorgen clerkx 1992 gezinssociologische analyse en psycho dit hoofdstuk houden zich bezig met 93 analyse te denken e het dode kind en met het motief van de dode moeder sprookjes over dode stiefmoeder kinderen die geen rust kunnen vinden het lijkt een vreemde tegenstrijdigheid lily e clerkx en ze leefden nog lang en omdat hun ouders niet ophouden met dat verhalen die volgens een vast stra gelukkig familieleven in sprookjes een huilen over het verlies van hun kind mien zijn opgebouwd en die volstaan historisch sociologische benadering zijn betrekkelijk zeldzaam met steeds opnieuw ten tonele gevoer amsterdam 1992 uitgeverij bert bakker volgens clerkx heeft het sprookje het de personen en requisieten een scala doodshemdje als enige uit de kinder aan uiteenlopende betekenissen weten max luthi marchen zevende druk und hausmarchen dit onderwerp dat op te roepen het merkwaardigst is stuttgart 1979 j b metzlersche leidt haar naar de vraag of ouders zich vermoedelijk dat deze verhalen kinde verlagsbuchhandlung sammlung in tijden waarin de helft van de zuige ren weten te fascineren die zelf onder metzier deel 16 lingen stierf wel aan hun jonge kinde omstandigheden zijn opgegroeid die ren hechtten over het al of niet ge radicaal verschillen van de natuurlijke voelsmatig gehecht zijn van ouders aan en sociale context die in het europese zuigelingen in tijden van bedreiging volkssprookje wordt beschreven door ziekte en dood lopen de menin aan het woord stiefmoeder kleeft nog gen van de gezinshistorici uiteen altijd de akelige voorstelling van straf clerkx wijst op het historisch verifieer fen en tekort doen en de wolfis in n 7 1