Documenten
fictie in de basisvorming een leerplan door martien de boer dick prak en eric wagemans qj instituut voor leerplanontwikkeling de auteurs zijn verbonden aan het instituut voor leerplanontwikkeling slo te enschede 7 1 inleiding met de invoering van de basisvorming is in de eerste twee of drie leerjaren van alle schooltypen fictie een serieus onderdeel van het vak nederlands geworden voor veel docenten is het een nieuw vakonderdeel en het lijkt zinvol hun een helpende hand te bieden bij het realiseren daarvan de stichting promotie literatuuronderwijs spl verzocht het instituut voor leerplanontwikkeling slo daarom een leerplan voor fictie onderwijs in de basisvorming te maken de slo wijdde al eerder aandacht aan fictie onderwijs in de basisvorming in bouwstenen voor de basisvorming een leerplan nederlands verbeek e a 1993 en in nederlands in de basisvorming een praktische didactiek bonset e a 1992 in deze publikaties waarin ook alle andere vakonder delen aan bod komen wordt slechts een globale schets van fictie onderwij s gegeven in het voor u liggende leerplan gaan we veel dieper op het onder werp in na deze inleiding bespreken we in hoofdstuk 2 doelen van fictie onderwijs we plaatsen de kerndoelen van fictie onderwijs in de basisvorming zoals die door de overheid als verplichte richtlijn zijn geformuleerd in een breder kader in hoofdstuk 3 beschrijven we de leerstof die uit deze doelen is af te leiden de leerstof is verdeeld over 20 leerstofonderdelen van elk onderdeel wordt de inhoud geschetst en deze wordt vervolgens geillustreerd met een aantal concrete lessuggesties hoofdstuk vier bevat drie modellen met verschillende onderwijskundige uitgangspunten voor planning van de in hoofdstuk 2 beschreven leerstof in hoofdstuk 5 treft u een overzicht aan van voor fictie onderwijs handige adressen en achtergrondinformatie 1 1 onderzoek aan het ontwikkelwerk voor dit leerplan gingen een kleinschalig stand van zaken onderzoek en een literatuurstudie vooraf verslag hiervan is gedaan in moer 1992 7 het onderzoek betrof de praktijk en de wensen van docenten nederlands in de eerste drie leerjaren van mavo en lbo nu vbo op het gebied van fictie onderwijs uit het onderzoek blijkt dat er een grote verscheidenheid is in hoeveelheid tijd die besteed wordt aan fictie onderwijs en in gebruikte materialen van de toegepaste werkvormen overheersen het stillezen en het schrijven van een boekverslag en naast jeugd verhalen en jeugd romans komen andere soorten nauwelijks aan de orde de belangrijkste problemen die de ondervraagde docenten zeiden te hebben met het geven van fictie onderwijs zijn tijdsdruk en gebrekkige interesse van de leerlingen dit leerplan pretendeert niet alle problemen op te lossen maar biedt wel een serie suggesties voor de omslag van traditioneel fictie onderwijs naar fictie onderwijs in de geest van de basisvorming de literatuurstudie ging vooral over doelen van fictie onderwijs daar kwam uit naar voren dat het streven naar leesplezier nog altijd de boven toon voert hoewel vos 1981 1985 1988 regelmatig zeer overtuigend heeft betoogd waarom leesplezier geen zinnig doel van fictie onderwijs is je kunt er niet uit afleiden wat de leerlingen moeten leren en je weet bij voorbaat al dat niet alle leerlingen het doel zullen bereiken en dat kun je ze niet kwalijk nemen stel je voor dat leerlingen verplicht werden plezier in al hun schoolvakken te hebben aan dit leerplan ligt dan ook een werkbaarder streven ten grondslag namelijk om de leerlingen zoveel te laten ontdekken op het gebied van fictie dat ze welbewust kunnen beslissen en beargumenteren welke plaats zij de verschillende soorten fictie in hun leven geven 1 2 karakter van het leerplan sommigen gebruiken het taalboek als leerplan of het door de vaksectie opgestelde rooster of jaaroverzicht met data van proefwerken themaweken en dergelijke het leerplan voor fictie onderwijs dat u in handen heeft is niet bedoeld om taalboek of vakrooster op het gebied van fictie te vervangen wel kan het gebruikt worden als aanvulling op het taalboek en als vulling voor het rooster ook is het leerplan bruikbaar bij het opdoen van ideeen zowel voor de start van een fictie curriculum als voor aanpassing van bestaand fictie onderwijs en voor incidentele veranderingen daarvan het leerplan kan gebruikt worden bij de opleiding en de nascholing van docenten in het kader van een scholingscursus kan bijvoorbeeld leerstof uitgewerkt worden tot een lessenreeks er moeten dan titels van fictie werken gezocht worden waarmee de leerstof behandeld kan worden er moet een voor het betreffende onderwijstype adequate planning gemaakt worden en dergelijke ervaren docenten en hun secties kunnen op vergelijkbare manier met het leerplan aan het werk docenten die weinig of geen ervaring hebben met fictie onderwijs kunnen in dit leerplan startpunten vinden zij kunnen lessuggesties direct in praktijk brengen en er zelf korte reeksjes mee samenstellen ook kunnen ze de fictie stof in het taalboek vergelijken met het aanbod in dit leerplan en desgewenst onderdelen selecteren om het boek mee aan te vullen het is een bewuste keus geweest om in dit leerplan geen titels van films tv series en boeken en geen namen van auteurs te noemen in de eerste plaats omdat het niet aan de slo is om voorkeuren uit te spreken op dit gebied wat impliciet gebeurt wanneer voorbeelden genoemd worden in de tweede plaats omdat lessen zoveel mogelijk gegeven moeten worden aan de hand van actuele t v series films en in mindere mate boeken en aan de hand van titels die leerlingen aandragen de stof is in principe op alle fictie van toepassing allerlei boeken gedichten films tv series kunnen gebruikt worden 1 3 leerlingen en fictie onderwijs leerlingen in de leeftijd van 12 tot 16 jaar lezen voornamelijk jeugd boeken er is meer dan voldoende aanbod op dit gebied om het jeugdboek in het fictie onderwijs centraal te stellen ook verschijnen steeds vaker dichtbundels die speciaal voor jongeren zijn samengesteld en er is ook theater voor deze doelgroep daarnaast kan op school de stap gezet worden in de richting van literatuur voor volwassenen ook in het overgangs gebied dat bestaat uit niet al te moeilijke romans en verhalenbundels over onderwerpen die de leerlingen aanspreken is het aanbod groot onderscheid tussen jeugdtelevisie en televisie voor volwassenen is er op het gebied van fictie echter nauwelijks kinderen van 13 genieten van dezelfde series als hun ouders veel jeugdseries worden ook door ouderen bekeken het aanbod van fictie op televisie is zeer groot en gevarieerd het onderwijs kan daar gebruik van maken belangrijke verschillen tussen leerlingen waar het onderwijs rekening mee moet houden zijn de verschillen in smaak kennis en vaardigheid en culturele achtergrond we gaan daar hieronder uitvoerig op in smaak genieten van fictie is een persoonlijke aangelegenheid bij geen enkel ander vakonderdeel speelt smaak zo n grote rol wat de een mooi span nend heerlijk om te lezen vindt kan een ander saai of veel te moeilijk vinden de een geniet dagelijks van soap series op tv de ander zet zich er tegen af voorkomen moet worden dat in de les op een normatieve manier over voorkeuren en bepaalde genres gepraat wordt voorop staat dat leerlingen hun lees en kijkervaringen uitbreiden en leren nadenken en praten over de verschillende dingen die ze zien en lezen leerlingen kunnen niet gedwongen worden om hun smaak te veranderen om niet meer naar bepaalde series te kijken of om stripboeken terzijde te leggen leerlingen kunnen in het kader van fictie lessen wel verplicht worden om ook eens iets anders te lezen en te bekijken met verschillen in smaak kan rekening worden gehouden door allerlei soorten verhalen te gebruiken in de lessen en vooral door steeds andere leerlingen zelf titels te laten inbrengen de docent dient enigszins op de hoogte te zijn van de voorkeuren van de leerlingen waaraan hij les geeft de verschillende smaken in een klas kunnen een leuk uitgangspunt zijn voor lessen het gegeven dat jongens zelden meisjesboeken lezen terwijl veel meisjes jongensboeken wel waarderen bijvoorbeeld kan een aardige discussie losmaken kennis en vaardigheid aan verschillen in leesvaardigheid kan op een aantal manieren tegemoet gekomen worden voor zwakke lezers kan het handig zijn om een te lezen tekst ook te horen bijvoorbeeld via een walkman bij eenvoudige teksten kunnen twee soorten opdrachten moeilijke en makkelijke gemaakt worden terwijl door iedereen dezelfde opdracht gemaakt kan worden bij naar keuze een moeilijke of een makkelijke tekst als leerlingen in qua vaardigheid heterogeen samengestelde groepjes werken aan voor iedereen dezelfde opdracht en dezelfde teksten kunnen ze van elkaar leren 10 culturele achtergronden veel klassen zijn multi etnisch samengesteld en dat heeft nogal wat gevolgen voor fictie onderwijs een gunstig gevolg is in elk geval dat er op een natuurlijke wijze meerdere culturele invalshoeken aan bod kunnen komen van groot belang in dit kader is dat niet alleen nederlandse jeugd literatuur centraal staat in het onderwijs maar dat er naar gestreefd wordt om ook vertaalde verhalen en gedichten uit turkije suriname afrika zuid amerika china enzovoort te gebruiken voorrang daarbij heeft fictie uit die landen waar de leerlingen in de klas vandaan komen de leerlingen zelf en hun ouders zijn een belangrijke informatiebron bij het opsporen van geschikte teksten en beeldmateriaal allochtone leerlingen kunnen voor zover de les dat toelaat het lezen in hun moedertaal afwisselen met het lezen van nederlandstalige verhalen opdrachten daarbij maken ze om praktische redenen in het nederlands het zal niet altijd mogelijk zijn om het fictie aanbod net zo multicultureel te laten zijn als de klas maar er moet beslist voor diversiteit gezorgd worden overigens ook in een klas met alleen autochtone kinderen een tweede aandachtspunt in een multiculturele klas is het referentie kader van leerlingen hun kennis van de wereld wanneer zoals hierboven geopperd is een turks verhaal in de les aan de orde komt zal aan autochtone leerlingen het een en ander uitgelegd moeten worden over familiebanden in turkije over de rol van religie over de geschiedenis van het land eetgewoonten en dergelijke en wanneer fictie van nederlandse of westeuropese bodem aan de orde komt moet aan leerlingen met een andere culturele achtergrond wellicht verteld worden over sinterklaas warme chocolademelk na schaatsplezier moeder die wacht bij het thee lichtje jongens en meisjes van vijftien die met elkaar gaan kamperen de friese meren en de limburgse heuvels enzovoort docenten moeten voortdurend bedacht zijn op verschillen tussen leerlingen wat achtergrond kennis betreft vooral op het ontbreken van een nederlands referentiekader bij allochtone leerlingen aangezien de meeste fictie die behandeld wordt nederlands zal zijn het kan van belang zijn om in de klas deze verschillen aan de orde te stellen zodat leerlingen zich er van bewust worden dat dit geen kwestie is van dom of slim zijn behalve de context waarin het speelt is ook de opbouw van een verhaal de structuur van een gedicht en de manier van verbeelden cultuurgebonden denk bijvoorbeeld aan chinese films of afrikaanse vertellingen en poezie ook nederlandse fictie heeft zo zijn eigen patronen wanneer de opbouw van een verhaal afwijkt van hetgeen de lezer of kijker gewend is en verwacht wordt het moeilijker voor hem om het verhaal te volgen bijna iedereen kent dit verschijnsel uit eigen ervaring in een multiculturele klas moet er steeds rekening mee worden gehouden dat het verhaalpatroon een vlot begrip van het verhaal voor sommige leerlingen kan belemmeren over dergelijke verschillen tussen de culturen van landen waar de leerlingen vandaan komen moet gepraat worden maar ook over overeenkomsten en over fictie culturen thuis jan klassen en katrijnn hebben hun marok 11 kaanse en turkse pendanten in elk land bestaan kinderliedjes die iedereen kent en klassiekers voor jongeren en volwassenen sommige amerikaanse tv series zijn over de hele wereld populair leerlingen kunnen elkaar hierover vertellen en overeenkomsten in hun culturele achtergronden onder zoeken de manier waarop er thuis met fictie om wordt gegaan is ook niet overal hetzelfde en doorkruist waarschijnlijk de verschillende etnische culturen in het ene gezin speelt de verteltraditie een grote rol in het andere staat altijd de televisie aan sommige kinderen wordt voorgelezen voor het slapen gaan en ze krijgen boeken op hun verjaardag anderen moeten zelf ontdekken wat er te lezen is ook met dit soort verschillen moet de docent die fictie onderwijs geeft rekening houden leerlingen moeten de ruimte krijgen om veel te vertellen over hun erva ringen plezier en problemen met fictie van geen docent kan verwacht worden dat hij zelf alle belangrijke verschillen en overeenkomsten tussen de leerlingen ontdekt of daar vanzelf rekening mee houdt maar wel dat hij de leerlingen stimuleert hem en elkaar daarover te informeren leerlingen kunnen worden gestimuleerd hun klasgenoten deelgenoot te maken van verhalen die bij hen thuis verteld worden 1 4 de docent en fictie onderwijs docenten kunnen meer ondernemen om op de hoogte te raken van de smaak en achtergrond van hun leerlingen en het fictie aanbod dat er is voor de doelgroep waaraan zij lesgeven de leerlingen kunnen bijvoorbeeld jeugdboeken uit verschillende culturen en romans voor volwassenen van auteurs uit niet westerse landen lezen het is waarschijnlijk onmogelijk om alles te lezen wat de leerlingen lezen en helemaal om alles op tv te bekijken wat leerlingen zien maar de leerlingen stellen het ongetwijfeld op prijs wanneer hun docent op de hoogte is wanneer leerlingen gevraagd wordt naar hun gevoelens of hun mening naar aanleiding van een verhaal of gedicht moet de docent in principe ook in staat en bereid zijn om te vertellen wat het met hem doet soms is het nodig dat de docent als meer ervaren lezer het voortouw neemt voorbeelden geeft van manieren om over fictie te praten van de docent worden kortom betrokkenheid en actieve bijdragen verlangd 1 5 toelichting op gebruikte termen het gebruik van de term fictie geeft aan dat dit leerplan zich niet beperkt tot geschreven verhalen dagboeken gedichten en toneel het is de uitdruk kelijke bedoeling dat ook andere soorten fictie aan de orde komen tv drama film cabaret liedjes en hoorspel er is in deze tijd geen goede reden te bedenken om de audiovisuele vormen van fictie buiten het onderwijs te houden met fictie bedoelen we bovendien niet alleen produkten die voldoen aan een hoge literaire of artistieke norm we vinden dat bijvoor beeld ontspanningslectuur en populaire tv series ook in het fictie onderwijs thuishoren 12 de term genre behoeft ook toelichting in dit leerplan gebruiken we genre voor de verschillende verhaaltypen de psychologische roman het avon turenverhaal het dierenverhaal enzovoort wanneer we het over soorten fictie hebben bedoelen we de verschijningsvormen van fictie verhalend proza gedichten liedjes tv drama enzovoort een verhaal kan een vertelling op papier of in geluid en beeld zijn steeds als in dit leerplan over een verhaal gesproken wordt bedoelen we daarmee dus een verhaal in de breedste zin van het woord we gebruiken de term verhalend proza voor de fictie soorten kort verhaal novelle roman omwille van de leesbaarheid zullen we vaak lezer schrijven wanneer we eigenlijk lezer 1 kijker 1 luisteraar bedoelen uit de context is dan vrijwel altijd op te maken waar het precies om gaat 13 2 doelen voor een leerplan zijn doelen van groot belang het moet immers duidelijk zijn waar de leerstof uit het leerplan toe moet leiden sterker nog zonder doelen weetje niet hoe het onderwijsaanbod eruit moet zien in dit hoofdstuk bespreken we de doelen die in een leerplan fictie gehanteerd moeten worden om fictie een duidelijke zinvolle en volwaardige plaats in het onderwijs te geven 2 1 fictie is er voor iedereen fictie is er voor iedereen het onderwijs moet zich er voor inspannen dat ook iedereen er toegang toe krijgt er bestaan zoveel boeken films en tv programma s dat niet van leerlingen verwacht mag worden dat ze geheel zelfstandig hun weg in het fictie aanbod kunnen vinden het onderwijs moet ze helpen bij het krijgen van een overzicht en het bepalen van voor keuren taal is een zeer belangrijk element in de meeste fictiewerken die taal is niet altijd makkelijk en alledaags om verhalen en gedichten goed te kun nen begrijpen moet je van alles weten en kunnen de kennis en vaardig heden van leerlingen op het gebied van fictie zijn niet altijd toereikend en ook daar is dus op school aandacht voor nodig de bedoeling van fictie is weliswaar in de eerste plaats om lezers of kijkers te vermaken te laten genieten te boeien maar met plezier lezen of kijken is pas mogelijk wanneer je een mooi verhaal hebt gevonden en zonder al te veel moeite begrijpt wat er in dat verhaal gebeurt het gaat er dan ook niet zozeer om de leerlingen bij te brengen dat fictie leuk is ze bepalen zelf wel welke boeken tv series gedichten en films ze mooi vinden maar wel om ze het gereedschap de kennis en vaardigheden in handen te geven om gefundeerd te kunnen beslissen welke plaats de verschillende fictie genres in hun leven krijgen en om zonder belemmeringen van fictie te kunnen genieten 2 2 fictie onderwijs in de basisvorming vanaf augustus 1993 krijgen alle leerlingen in de eerste fase van het voortgezet onderwijs basisvonning een serie door de overheid geadviseerde kerndoelen voor alle vakken in de basisvorming geeft richting aan het onderwijs ook aan het fictie onderwijs de kerndoelen voor nederlands zijn als bijlage aan dit leerplan toegevoegd bijlage 1 het is niet in een oogopslag duidelijk welke van deze kerndoelen wel en niet betrekking hebben op fictie het is gedeeltelijk een kwestie van interpretatie in onze optiek hebben in elk geval delen uit de algemene doelstelling en uit de kerndoelen 10 en 17 betrekking op fictie in de algemene doelstelling staat onder andere dat leerlingen de waarde van taal in al haar functies en vormen voor hun persoonlijke ontwikkeling moeten leren kennen en de taal moeten leren gebruiken met het oog op die ontwikkeling dit betekent dat fictie onderwijs er op gericht moet zijn dat 14 leerlingen zich enigszins bewust worden van de functie van fictie ontspan ning maar ook ontwikkeling van een mensbeeld een wereldbeeld per soonlijkheid en die leren benutten van kerndoel 10 kan volgens ons het volgende deel goed nagestreefd wor den binnen fictie onderwijs de leerlingen kunnen in fictionele teksten die aansluiten bij hun erva ringswereld en ontwikkelingsniveau en voor hen geschikt taalgebruik be vatten antwoord geven op vragen over het denken en handelen van de personages in de tekst de beschreven situatie de relatie tussen tekst en werkelijkheid de waarde van de tekst voor henzelf en anderen commissie herziening eindtermen 1990 p 27 onder de beschreven situatie vallen bijvoorbeeld cultuur plaats of land en sociale omgeving waarin het verhaal speelt en de gebeurtenissen in het verhaal bij de relatie tussen tekst en werkelijkheid kan het gaan om uit eenlopende zaken zoals de relatie tussen het leven van de schrijver en het verhaal de goede afloop in verhalen vergeleken met de harde werkelijk heid verschillen tussen fictie en non fictie antwoord geven op vragen over de waarde van de tekst voor henzelf en anderen zal neerkomen op een mening over een fictionele tekst vormen en geven een persoonlijke reactie erop en met anderen van gedachten wisselen over een verhaal in 2 3 komt de invulling van kerndoel 10 voor dit leerplan uitgebreid aan de orde van kerndoel 17 zijn de volgende passages van belang voor fictie onder wijs ten dienste van de toepassing bij het taalgebruik kennen de leerlin gen ten minste de volgende middelen waarmee de luisteraar of lezer gemanipuleerd kan worden figuurlijk taalgebruik cliches de karakteristieke eigenschappen van ten minste de volgende tekstsoorten het gedicht het stripverhaal het toneelstuk of de televisie serie het verhaal het dagboek de functie van beeld en opmaak in een tekst commissie herziening eindtermen 1990 p 28 naast figuurlijk taalgebruik en cliches zijn er andere technieken die schrij vers gebruiken om hun verhaal of gedicht boeiend te maken maar waar mee tevens struikelblokken voor veel jonge lezers worden opgeworpen en die dus niet mogen ontbreken in een leerplan fictie in de paragraaf hierna doen we voorstellen voor aanvulling ook op het rijtje tekstsoorten dat niet helemaal volledig is het zal duidelijk zijn dat uit de kerndoelen niet rechtstreeks een onderwijs aanbod af te leiden is interpretatie en invulling zijn een noodzakelijke tus senstap uiteraard zijn er meerdere interpretaties en invullingen mogelijk 15 2 3 doelen voor fictie onderwijs de paragrafen 2 1 en 2 2 samenvattend laten we hieronder de doelen voor fictie onderwijs volgen waarop dit leerplan gebaseerd is het onderwijs moet fictie toegankelijk maken drempels verlagen of weg nemen door er aan te werken dat de leerlingen leren wat fictie is in aanraking komen met diverse soorten fictie fictie beter leren begrijpen bewuster leren omgaan met fictie leren wat fictie is betekent fictie leren herkennen inzicht krijgen in de persoonlijke en maatschappelijke waarde van fictie kerndoel 10 leren wie fictie maakt wat verschillen overeenkomsten en grenzen met non fictie en met de werkelijkheid zijn kerndoel 10 in aanraking komen met diverse soorten fictie betekent uitgebreid kennis maken met jeugd verhalen romans en korte verhalen gedichten en lied jes toneel en cabaret tv drama films dagboeken en strips gedeeltelijk kerndoel 17 en de kenmerkende eigenschappen van de verschillende soor ten leren kennen kerndoel 17 fictie beter leren begrijpen betekent de problemen die begrip van een verhaal of gedicht in de weg staan leren overwinnen problemen worden vaak gevormd door onverwachte onvoorspelbare gebeurtenissen in een verhaal problemen kunnen ook ontstaan door de technieken die een schrijver of tekenaar gebruikt om een verhaal boeiender te maken we onderscheiden gedeeltelijk in navolging van freeman smulders 1983 de volgende categorieen problemen taal en beeld onbekende buitenlandse moeilijke of moeilijk uit te spre ken woorden en namen figuurlijk taalgebruik kerndoel 17 woordspe lingen literair abstract symbolisch taalgebruik grafische symbolen illustraties beeldgebruik decor kleding gebaren mimiek de opbouw van het verhaal niet chronologische verteltrant tijdsprongen meerdere verhaallijnen door elkaar verhaal in verhaal verhaal onderbroken door informatie het perspectief de inhoud van het verhaal verhaal speelt zich af op een voor de lezer on bekende plaats in onbekende tijd cultuur of situatie kerndoel 10 gedrag en gedachten van personages kerndoel 10 zijn vreemd onvoorspelbaar onsympathiek verhaal heeft een open einde bewuster leren omgaan met fictie betekent een keus leren maken uit het grote fictie aanbod en een mening leren vormen en geven over gelezen of bekeken fictie werken of fragmenten daarvan kerndoel 10 in hoofdstuk 3 beschrijven we gedetailleerd welk onderwijsaanbod uit deze doelen kan volgen 16 3 de leerstof de leerstofonderdelen die we in dit hoofdstuk beschrijven zijn verdeeld over vier afdelingen die corresponderen met de vier deeldoelen uit het vorige hoofdstuk iedere afdeling wordt kort ingeleid en dan volgen bij elk leerstofonderdeel binnen die afdeling een beschrijving van de essentie van de stof en een serie concrete lessuggesties deze lessuggesties zijn ener zijds bedoeld als toelichting en illustratie van de leerstof en vormen ander zijds een ideeenbron voor te geven lessen 3 1 overzicht de vier afdelingen en de leerstofonderdelen zijn als volgt geordend a wat is fictie a 1 fictie non fictie en werkelijkheid a 2 de waarde van fictie of waarom zou je lezen a 3 schrijvers makers b soorten fictie b 1 mondelinge verhalen b 2 verhalend proza b 3 gedichten en liedjes b 4 strips b 5 film en televisie b 6 toneel en cabaret b 7 dagboek b 8 hoorspel c fictie begrijpen c 1 taalgebruik c 2 tijd als structurerend element c 3 verhaallijnen c 4 perspectief c 5 tijd plaats en cultuur c 6 personages c 7 afloop en begin d bewust omgaan met fictie d 1 een keus leren maken d 2 meningen over fictie 17 3 2 de leerstof a wat is fictie de leerstof die wij hebben geschaard onder de noemer wat is fictie gaat in op enkele wezenskenmerken van fictie waarom is er fictie wie maakt haar hoe verhoudt zij zich tot de werkelijkheid wat heb je eraan het gaat er bij deze stof vooral om dat de leerlingen verhalen en poezie in een breder kader leren plaatsen en zich bewust worden van de manier waarop zij zelf en anderen fictie ervaren ze maken via de leerstof intensief kennis met de wereld der fictie a 1 fictie non fictie en werkelijkheid een mooi begin van een fictie curriculum is de leerlingen laten neuzen in een grote hoeveelheid op een tafel uitgestalde teksten kranten romans woordenboeken stripboeken tijdschriften schoolboeken dichtbundels horoscopen prentenboeken kookboeken reisgidsen filmrecensies adver tenties enzovoort de eerste opdracht hierbij is om verzonnen van echt te scheiden fantasie van werkelijkheid dan volgen vragen als wanneer en waarom lees je de verschillende teksten wat voor soort teksten lees je het liefst kun je uitleggen wat fantasie is hoe zou de wereld er zonder fantasie uitzien het begrip fictie kan geintroduceerd worden en besproken kan worden waarover de fictielessen in de komende periode zullen gaan later kunnen verschillen tussen realistische fictie en de werkelijkheid ter sprake komen waarom kan die televisieserie met een overdaad aan geweld of romantiek niet echt gebeurd zijn of kan het wel waarom is het leven in boeken altijd spannender dan in het echt hoe zou je eigen leven er in een boek uitzien wat zou je er graag bij verzinnen hoe komt het dat je soms zit te janken om een verhaal waarvan je weet dat het is verzonnen ook voor het realiteitsgehalte van dagboeken autobiografieen en gedrama tiseerde documentaires moet aandacht zijn voor de wijze waarop schrijvers en filmmakers fantasie en werkelijkheid vermengen in boeken en films de mate waarin hun eigen leven een rol speelt in hun verhalen van belang is dat leerlingen een goed inzicht krijgen in verschillen over eenkomsten en grenzen tussen fictie en non fictie en fictie en werke lijkheid zodat ze weten wat ze lezen en waarnaar ze kijken lessuggesties stal op een tafel een hele serie teksten uit laat de leerlingen uitleggen wat fictie en wat non fictie is zie hierboven laat de leerlingen in de tv gids van alle programma s op een dag aangeven of het fictie of non fictie is en waarom ze dat denken 18 laat de leerlingen een script maken voor een film of een stukje dagboek schrijven over een dag of een week uit hun eigen leven naar keuze geven ze de werkelijkheid weer of verzinnen ze er van alles bij bekijk in de les een gedramatiseerde documentaire vervolgens geven de leerlingen aan wat er waarschijnlijk verzonnen is en wat echt gebeurd kan zijn laat de leerlingen fragmenten lezen uit echte dagboeken en uit verzonnen dagboeken zijn er verschillen laat de leerlingen een realistisch verhaal lezen of een aflevering van een tv serie bekijken ze vergelijken tijdens het lezen of kijken de volgende elementen met de werkelijkheid man vrouw rolverdeling het uiterlijk van mensen de dagvulling van mensen de woonomgeving van mensen enzo voort a 2 de waarde van fictie fictie is er voor je plezier en voor je persoonlijke ontwikkeling lezen en naar films en televisie series kijken kan gewoon ontspannend zijn maar het kan je ook diep raken en aan het denken zetten over de wereld om j e heen en over hoe mensen met elkaar omgaan problemen veroorzaken of oplossen door middel van fictie kun je iets leren over gevoelens en gedachten van anderen gebeurtenissen in andere tijden andere landen andere omstandigheden fictie verruimt je blik en stimuleert je fantasie fictie levert een bijdrage aan de ontwikkeling van je mens en wereldbeeld de meeste kinderen zullen het gevoel kennen helemaal opgaan in een verhaal dat je hoort ziet of leest met een brok in je keel de laatste minuten van een film de laatste bladzijden van een boek tot je nemen of juist lachen om een komische situatie de ontspannende werking van televisie fictie hoeft niet veel aandacht te krijgen want die kent vrijwel iedereen met de leerzame kant van fictie moet voorzichtig omgesprongen worden de kennis die je uit boeken en films opdoet is immers niet altijd even betrouwbaar en meestal geschiedt dit leren bovendien impliciet het lezen van romans die in de middeleeuwen spelen kin een aanvulling bieden op het beeld datje over die tijd hebt gekregen uit andere bronnen het kan ook je belangstelling wekken voor feitelijke informatie over die periode in de geschiedenis deze wisselwerking tussen lezen en leren kan aan de orde komen maar vermeden moet worden dat leerlingen denken dat ze uit elk verhaal iets moeten leren ongeveer hetzelfde geldt voor de vormende kant van fictie je karakter en smaak veranderen natuurlijk niet na elk boek dat je gelezen hebt of elke film die je gezien hebt dat is een jarenlang durend en altijd maar door gaand proces dat zich ook niet bij iedereen in dezelfde mate zal voltrekken aan leerlingen kan wel eens gevraagd worden of ze door een verhaal anders zijn gaan denken over bepaalde dingen of ze steun vinden voor problemen in verhalen of verhalen hen stimuleren om zaken in hun eigen leven te veranderen ook kan er voorzichtig aandacht zijn voor het gevaar van het 19 ontwikkelen van een eenzijdig mens en wereldbeeld door lezen en vooral bekijken van steeds hetzelfde type verhaal van belang is vooral dat leer lingen zich enigszins bewust zijn van de subtiele vormende werking van fictie of die nu positief of negatief is lessuggesties vraag de leerlingen welke fictie zij graag lezen en zien wat weten ze nog van boeken die ze een tijdje geleden hebt gelezen wat maakte de meeste indruk herinneren ze zich nog een mooi voorleesverhaal van de basis school ook de docent vertelt over zijn haar voorkeuren laat de leerlingen naar aanleiding van een historisch verhaal feiten op zoeken over de periode waarin het verhaal speelde in encyclopedie of geschiedenisboek vraag ze dan wat er uit het verhaal echt gebeurd kan zijn en wat waarschijnlijk verzonnen is in aansluiting op leerstof over tijd plaats cultuur en situaties kan de leerlingen gevraagd worden wat ze door middel van een bepaald verhaal leren over een periode in de geschiedenis een land een cultuur of bepaalde politieke sociale situaties het bijhouden van een persoonlijk leesdagboek waarin de leerlingen noteren wat ze gelezen hebben en wat ze ervan vonden kan de leerlingen bewust maken van hun leesgedrag na een jaar kan bijvoorbeeld nagegaan worden aan welke verhalen ze nog wel eens terugdenken waar ze zich het meest van herinneren welke boeken ze nog eens willen lezen en welke beslist niet laat de leerlingen de ideale omstandigheden opschrijven voor het lezen van een spannend boek is dat op een onbewoond eiland of achter in de klas terwijl je eigenlijk moet opletten of liever s avonds in bed in je eigen kamer met een zak drop binnen handbereik of juist zonder dat soort afleiding hetzelfde kunnen ze doen voor het kijken naar een mooie film op televisie laat de leerlingen een week lang van alle fictie die ze op tv zien op schrijven waarom ze ernaar gekeken hebben de leerlingen gaan na welke moraal welk mens of wereldbeeld door verschillende verhalen en tv series wordt overgedragen en in hoeverre zijzelf of anderen erdoor beinvloed worden wat doet het verhaal met je denk je er later nog wel eens aan terug vind je datje van zo n verhaal iets kan leren a 3 schrijvers filmers programmamakers fictie wordt gemaakt de beweegredenen om een verhaal te maken kunnen erg uiteenlopen in de traditionele mondelinge vertelcultuur dienden de verhalen om collectieve kennis kronieken ballades en dergelijke of opvoedkundige lessen normen en waarden over te dragen sagen sprookjes fabels de persoon van de auteur was van ondergeschikt belang en bleef in het algemeen anoniem 20 moderne fictie is niet meer anoniem het geschreven verhaal is in het alge meen het werk van een persoon film en televisie zijn het produkt van samenwerking tussen verschillende mensen de vraag waarom schrijvers schrijven is niet eenvoudig te beantwoorden er zijn erg veel redenen te bedenken waarom iemand gebeurtenissen en fantasieen op papier zet schrijvers zijn vaak gefascineerd door de stof die ze beschrijven herinneringen bepaalde toestanden in de samenleving historische gebeurtenissen fantasieen over de toekomst en willen hun lezers daarvan deelgenoot maken de verkoopbaarheid van hun boek is niet altijd het belangrijkste wat de schrijver interesseert voor een deel spelen bij het verzinnen van een film of tv serie vergelijk bare beweegredenen een rol als bij het schrijven van een boek de stof keuze is in het algemeen dezelfde vaak zelfs wordt het verhaal van een film ontleend aan een boek maar door de grote financiele belangen en risico s wordt van de aanvang af veel meer rekening gehouden met de verkoopbaarheid van het produkt de kijkcijfers zijn bij het maken van film en tv series van groot soms van doorslaggevend belang is het schrijven van een boek in het algemeen het werk van een individu het maken van een film is een zorgvuldig gepland proces waarin tekstschrij vers cameramensen regisseurs theatertechnici enzovoort nauw met elkaar samenwerken in een sterk hierarchische structuur de basisvorming moet bij leerlingen belangstelling wekken voor de schrij ver achter het verhaal de makers van de film leerlingen houden weliswaar veel van de personages in de serieboeken die ze lezen en zijn razend nieuwsgierig naar de persoon van hun favoriete acteurs maar de schrijver van een boek en zeker de makers van een film staan vaak ver van ze af terwijl die als schepper van het verhaal onmisbaar zijn de omroepen verzorgen zelf van tijd uitzendingen over het maken en de makers van tv series en films het is heel nuttig die zo nu en dan samen met de leerlingen te bekijken en erover te praten voor geschreven fictie kan het heel verhelderend werken om een video programma over een schrijver te bekijken een schrijver uit te nodigen om in de klas te komen vertellen of een schrijver te bezoeken en bijvoorbeeld te interviewen behalve wat een schrijver zelf beweegt om te schrijven kunnen daarbij globaal aan de orde komen wat er gebeurt tussen het eerste idee voor een boek en het moment waarop het boek in de winkel ligt met de colofon uit een jeugdroman erbij kunnen ook de rol van een uitgever contacten met een illustrator en dergelijke besproken worden lessuggesties de leerlingen schrijven zoveel mogelijk middelen op waannee fictie werd en wordt overgedragen lied gedicht vertelling boek film radio tele visie ze geven aan hoe de maker vertolker heet zanger dichter verteller schrijver schrijver regisseur acteur en noemen bij elk middel een voor beeld dat zij kennen zoveel mogelijk met namen van makers erbij ook de docent bedenkt voorbeelden 21 laat leerlingen vijf goede interviewvragen bedenken te stellen aan hun favoriete schrijver of aan de maker van hun favoriete tv serie als het mogelijk is om echt een interview af te nemen zal dit uitgebreider voor bereid moeten worden hoe komt een schrijver aan de informatie voor een boek heeft hij de verhalen die hij schrijft zelf meegemaakt is het moeilijk om een boek te schrijven hoe oud was hij toen hij met schrij ven begon hoe krijgt een schrijver het voor elkaar om een verhaal zo spannend te maken waarom laat hij het boek slecht aflopen als hij er ook voor kan kiezen om het goed te laten aflopen met behulp van documentatie mappen uit de bibliotheek kunnen leer lingen een collage of werkstuk over een schrijver maken waarin achter grondinformatie en verhaalfragmenten met elkaar in verband gebracht moe ten worden verschillende schrijvers van eenzelfde genre van verhalen over hetzelfde thema kunnen vergeleken worden waarom laat de een de verhalen anders lopen dan de ander wat zijn verschillen en overeenkomsten leerlingen lezen informatie over twee schrijvers die ze nog niet kennen en proberen op grond daarvan hun voorkeur te bepalen ze lezen verhalen van beide schrijvers en gaan na of hun eerste voorkeur stand houdt laat leerlingen uit omroepbladen en mediarubrieken van dagbladen informatie en interviews verzamelen over bestaande en nieuwe tv series en ga met hen na wat ze te weten komen over het produktieproces laat leerlingen die een dagboek bijhouden die verhalen of gedichten schrijven vertellen waarom wanneer en hoe ze dat doen als ze willen kunnen ze ook iets van hun eigen werk voorlezen 22 b soorten fictie deze afdeling is bedoeld om leerlingen te leren wat er allemaal te lezen te bekijken en beluisteren is het is de bedoeling dat de leerlingen met alle soorten fictie waarvoor hieronder leerstof geschetst wordt in aanraking komen ze zullen meer verhalen lezen en meer tv series zien dan toneel voorstellingen bezoeken en hoorspelen beluisteren maar alle soorten fictie dienen in de basisvorming ten minste een maal behandeld te worden ook moeten verschillende genres aan bod komen dus niet alleen humoris tische poezie niet alleen detective series van televisie maar een grote variatie aan voor de leerlingen bekende en nieuwe genres moet in de basis vorming de revu passeren lezen kijken luisteren en aan de hand van opdrachten deze ervaringen verdiepen zijn de belangrijkste werkvormen in deze afdeling b 1 mondelinge verhalen het mondelinge verhaal is de basis van alle literatuur het bestond al toen het schrift nog niet was uitgevonden de vertelling heeft duizenden jaren bestaan als produkt en uiting van vertellers mensen vertelden hun kinderen en hun dorpsgenoten de verhalen door die zij van hun eigen ouders hadden gehoord rondtrekkende vertellers brachten de verhalen verder de monde linge verhalen waren voor mensen lange tijd de belangrijkste bron voor hun kennis over andere tijden andere culturen andere gewoontes hoewel ook hier de televisie zijn invloed danig laat gelden is voor de meeste mensen het mondelinge verhaal nog steeds een van de eerste ver haaluitingen waar ze mee in aanraking komen ouders vertellen hun kinde ren verhaaltjes bijvoorbeeld voor het slapen gaan ouders en grootouders vertellen hun kinderen over wat zij in hun eigen kindertijd hebben beleefd haast elke familie heeft wel een eigen repertoire van familie anekdotes kinderen zijn verzot op moppen veel mensen blijven die hun leven lang graag horen en vertellen daarnaast zijn er de sterke verhalen vaak gruwe lijk van aard die iedereen wel eens voor werkelijk waar te horen krijgt en ook weer doorvertelt naar ethel portnoy veelal broodje aap verhalen genoemd in sommige niet westerse culturen speelt de mondelinge verteltraditie nog steeds een veel grotere rol dan bij ons het mondelinge verhaal biedt de mogelijkheid kinderen uit verschillende etnische en culturele achtergronden iets van hun eigen cultuur aan hun klasgenoten te laten zien de mop de anekdote of het broodje aap verhaal bieden bovendien de mogelijkheid de leerlingen te laten zien en te leren hoe een verhaal span nend kan worden opgebouwd en uitgewerkt lessuggesties laat leerlingen hun lievelingsverhaaltjes vertellen uit hun eigen kindertijd waarom vinden ze die zo mooi wie vertelde ze in welke situatie werden 23 ze meestal verteld welke verhalen worden er nog steeds bij de leerlingen thuis verteld laat kinderen in de klas verhalen vertellen uit hun eigen cultuur of die van hun ouders ga met hen na of er soms overeenkomsten zijn in onderwerp anansi komt in verschillende gedaantes over de hele wereld voor evenals tijl uilenspiegel laat kinderen in de klas moppen vertellen ga na of sommige moppen voor anderen onbegrijpelijk zijn omdat ze in een andere omgeving zijn ontstaan ga met de leerlingen het sjabloonkarakter na van moppen over andere bevolkingsgroepen wat zegt zo n mop eigenlijk over de verteller laat de leerlingen een top vijf van elkaars verhalen opstellen neem ze op op een cassette en laat ze die van elkaar kopieren laat de leerlingen de verhalen eventueel opschrijven of typen tekstverwerken bundelen en kopieren laat leerlingen broodje aap verhalen vertellen desnoods verzinnen die de anderen nog niet kennen nodig via een professionele verteller uit in de klas of op school achterin deze publikatie zijn adressen te vinden b 2 verhalend proza binnen het genre verhalend proza onderscheiden we het korte verhaal en het lange verhaal oftewel het korte verhaal de novelle en de roman tussen deze drie bestaat slechts een gradueel verschil grofweg gezegd een kort verhaal is een korte op zichzelf staande afgeronde vertelling waarin een of meer personages voorkomen in meestal een enkelvoudige verhaallijn een roman is een uitgebreider verhaal waarin meer personages kunnen voor komen en waarin naast de hoofdlijn van het verhaal soms ook zijlijnen uitgewerkt zijn er bestaan allerlei soorten jeugd verhalen sprookjes mythen historische verhalen humoristische verhalen liefdesverhalen science fiction enzo voort met de genre indeling in de bibliotheek moeten de leerlingen zeker kennismaken niet alle soorten verhalen kunnen in de basisvorming aan bod komen met voldoende variatie als eerste criterium kan de verhaal keuze op de belangstelling van de leerlingen afgestemd worden de kennismaking met het verhaal moet opleveren dat de leerlingen weten dat er verschillende soorten verhalen bestaan en dat er voor elk wat wils is in ieder leerjaar moet een aantal korte verhalen beluisterd en gelezen worden de leerlingen moeten een of meer verhalenbundels in handen heb ben gehad zowel bundels rond een thema reizen eerste liefde en derge lijke als bundels met korte verhalen van een auteur ze moeten het ver schil kennen tussen een verhalenbundel en een roman lessuggesties de docent leest een verhaal voor of laat een verhaal op de band horen verhalen op cassettebandjes kunnen door leerlingen individueel via een 24 walkman beluisterd worden uiteraard kunnen de leerlingen ook zelf een verhaal lezen thuis of op school het is niet altijd nodig om opdrachten te laten maken bij een verhaal zwakke lezers kunnen er baat bij hebben om een verhaal te lezen en horen tegelijkertijd de leerlingen lezen of beluisteren de titel en de eerste alinea of de eerste halve bladzijde van een verhaal daarna voorspellen ze waar het verhaal over zal gaan hoe het afloopt vervolgens wordt de rest van het verhaal gelezen en vergeleken met de voorspellingen de leerlingen lezen een verhaal dat zonder titel gepresenteerd wordt en bedenken er na afloop zelf een titel voor dan wordt de oorspronkelijke titel vergeleken met die van de leerlingen wat zijn de meest toepasselijke titels een variant bij een verhaal met titel zelf een of meer andere titels bedenken en toelichten de leerlingen verzamelen in de bibliotheek de titels van enkele romans en enkele verhalenbundels ze leggen in de klas uit hoe je het verschil ziet differentiatie hoe minder titels verzameld moeten worden hoe eenvou diger de opdracht is de leerlingen bevelen mondeling of schriftelijk een door hen gelezen ver haal aan de klas aan de leerlingen maken of zoeken een of meer concrete of abstracte illu straties bij een verhaal twee of meer verhalen rond hetzelfde thema bijvoorbeeld uit een thematische bundel worden met elkaar vergeleken waar speelt het wanneer speelt het hoe wordt het thema behandeld hoe beleven de hoofdpersonen het thema wat vind je het mooiste verhaal en waarom de leerlingen bedenken vijf vragen die ze aan de hoofdpersoon zouden willen stellen de leerlingen bedenken vijf vragen die ze aan de auteur zouden willen stellen de leerlingen bevelen mondeling of schriftelijk een door hen gelezen boek aan de klas aan de leerlingen maken of zoeken een of meer concrete of abstracte illu straties bij een roman de leerlingen maken zo precies mogelijk een document na dat in het boek een belangrijke rol speelt bijvoorbeeld een brief een pamflet een affiche b 3 gedichten en liedjes zoals het wezen van het verhaal de uitwerking is van een gebeurtenis of een reeks van gebeurtenissen is het wezen van het gedicht de concentratie een momentopname hoewel gedichten soms in het kort een verhaal ver tellen drukken ze vaker vooral een gevoel een emotie uit roepen ze een stemming op de meeste gedichten onderscheiden zich qua uiterlijk van andere fictionele genres doordat ze opgebouwd zijn uit korte regels en veel wit op een bladzijde openlaten 25 in de meeste gedichten wordt gespeeld met de taal zinnen rijmen bijvoor beeld op elkaar woorden allitereren woorden en zinnen worden herhaald er is sprake van een bepaald ritme het verdient aanbeveling om in de basisvorming onder gedichten ook lied teksten van popsongs cabaret en dergelijke te verstaan veel leerlingen hebben daar een natuurlijke affiniteit mee die de stap naar poezie kan vereenvoudigen het aardigst is natuurlijk om deze liedjes ook te laten horen van enkele dichters kan meer dan een gedicht worden behandeld in de gekozen gedichten zit variatie wat betreft soort lengte en onderwerp de leerlingen moeten diverse dichtbundels in handen hebben gehad ze weten dat er rijmende en niet rijmende gedichten bestaan poezie is bij uitstek een genre waarmee leerlingen kunnen kennismaken door zelf te schrijven dat kan uiteenlopen van sinterklaasgedichten en limericks tot expressieve gedichten die al dan niet rijmen of van een metrum zijn voorzien lessuggesties leg een aantal dichtbundels op een tafel en laat de leerlingen kijken bladeren lezen en kiezen welke bundel ze het meest aanspreekt waarom die keuze uit een bundel kiezen leerlingen een gedicht om na voorbereiding voor te dragen of om van een illustratie te voorzien kopieer enkele gedichten knip elk gedicht in stukken zodat er voor elke leerling een stukje van een gedicht is de leerlingen zoeken nu al lopend door het lokaal het complete gedicht bij elkaar in de nabespreking wordt het hele gedicht voorgelezen en besproken hoe men elkaar gevonden heeft laat de leerlingen zelf een bloemlezing maken van vijf tot tien gedichten gekozen uit een aantal bundels met verantwoording van de keuze en even tueel illustraties laat elke maand een leerling een gedicht van de maand kiezen en dit bij voorbeeld op een groot vel papier overschrijven het gedicht kan ergens in de school opgehangen worden b 4 strips ook strips vertellen een verhaal meestal in tekeningen met tekst soms alleen in tekeningen een cartoon is op te vatten als een heel kort gete kend verhaal vaak met grote zeggingskracht de korte strip van enkele plaatjes of hooguit een pagina heeft vaak een grappige clou en een serie karakter waardoor de personages bekend zijn jan jans en de kinderen donald duck de familie doorzon fc knudde stamgasten hein de kort uit eikels langere strips in tijdschriften of in de vorm van een stripboek vertellen een wat uitgebreider verhaal ook deze strips verschijnen vaak in series kuifje suske en wiske in de strip staat het vertellen van het verhaal door middel van beelden voor op de tekst is eigenlijk altijd ondersteunend met uitzondering van onder 26 andere de bommel strips waarin taal en beeld een gelijkwaardige positie innemen de moderne strip maakt gebruik van dezelfde visuele technieken als de film gebruik van het perspectief en kijkstandpunt beeldseries en beeldwisseling strips worden realistisch getekend buck danny annemiek of juist karikaturaal lucky luke asterix in het algemeen staat de herken baarheid van hun karakters de vertrouwdheid van de lezers met hun favoriete personages voorop daarom ook zijn striphelden in beginsel enkelvoudige typeringen en eigenlijk nooit uitgewerkte personages met een karakterontwikkeling ook de helden van de realistisch getekende strip vertonen meestal slechts een enkelvoudige karakterisering ridderlijkheid onverschrokkenheid of juist schurkachtigheid en lafheid en zijn in hun uiterlijk van die karaktertrekken afgeleid in een strip geven spreek en denkballonnen aan wie er iets zegt of denkt er worden allerlei symbolen gebruikt sterretjes voor duizeligheid strepen en stofwolken voor snelheid een lampje voor een goed idee een hartje voor liefde ook zijn er in strips getekende oplossingen te vinden voor het uitbeelden van gebeurtenissen die zich tegelijkertijd maar op verschillende plaatsen afspelen een kader in tweeen gedeeld of een inzetje erin evenals voor het verstrijken van tijd een klok een kalender nacht zonsopgang een groot voordeel bij lessen rond strips is dat de meeste leerlingen strips kennen het zou onlogisch zijn om niet bij hun voorkeur en kennis te beginnen minder bekende strips bijzondere tekenstijlen en aparte verhalen kunnen daarna aan bod komen lessuggesties knip de plaatjes van een korte strip los en laat de leerlingen de plaatjes in de goede volgorde leggen hoe vind je die goede volgorde haal de teksten weg uit een strip en laat de leerlingen zelf de teksten be denken vergelijk de teksten van leerlingen met elkaar en met het origi neel de klas kiest de beste tekst organiseer een stripmarkt waarbij alle leerlingen een paar strips mee nemen bijvoorbeeld uit de bibliotheek om de beurt prijzen leerlingen hun favoriete strip aan na afloop wordt gepeild wie welke strips wil gaan lezen en blijkt welk verkooppraatje het beste was laat leerlingen in eigen woorden het verhaal uit een strip vertellen of opschrijven laat leerlingen het begin van een strip lezen en daarna beschrijven hoe het verder gaat of alleen hoe het afloopt na de nabespreking over voorspel baarheid van sommige strips schrijven de leerlingen drie titels op van voorspelbare strips en drie van onvoorspelbare laat de leerlingen van een aantal cartoons aangeven welke rol de verschil lende elementen uit tekening en indien aanwezig tekst erin spelen wat kun je eventueel weglaten wat beslist niet laat leerlingen enkele cartoons van een tekenaar zien en laat ze vervolgens voorspellen wat de onderschriften zijn bij een aantal andere cartoons van die tekenaar 27 b 5 film en televisie onder het verfilmde verhaal verstaan we de volgende soorten het op zichzelf staande verhaal een speelfilm of een tv film het verhaal in een beperkt maximaal 10 15 aantal afleveringen de eindeloos durende tv feuilleton waarin voortdurend verschillende ver haalli nen met elkaar vervlochten worden afgewikkeld goede tijden slech te tijden medisch centrum west de tv serie met op zichzelf staande afleveringen waarin een vaste rolbezet ting een verhaal afwikkelt of een avontuur beleeft soms gebeurt dat op steeds dezelfde lokatie al dan niet met publiek hoewel de film en het tv drama fictionele tv programma s oorspronkelijk verschillende genres zijn zijn in de loop van de tijd de grenzen dermate vervloeid dat een gescheiden behandeling niet echt zinvol meer is de speelfilm was een genre waarvoor je naar een theater ging terwijl het tv drama veel meer een via de televisie uitgezonden toneelstuk was inmiddels worden speelfilms via de tv uitgezonden of in de videotheek geleend films worden speciaal voor de tv gemaakt clips en reclamefilms worden voor zowel bioscoop als tv ontwikkeld voor openbare vertoning wordt gebruik gemaakt van grootbeeld tv schermen film en tv draina bieden de kijkers een verhaal zoals alle andere genres door hun medium beeld beweging en geluid bieden ze de makers echter een aantal mogelijkheden die het genre een aantal specifieke kenmerken meegeven het gaat daarbij natuurlijk om het samengaan van beeld en geluid weergeven van het perspectief door middel van camerastandpunt beelduitsnede en brandpuntsafstand van de gebruikte lenzen beeldsequentie en beeldwisseling er zijn ook wel beperkingen de belangrijkste daarvan is dat in onderscheid van de geschreven genres het gefilmde verhaal veel minder aan de verbeelding van de kijker overlaat de kijker wordt veel meer door het verhaal op het pad gehouden film zien de leerlingen allemaal geregeld op de tv uit de videotheek en in de bioscoop er is een ruim drama aanbod op de nederlandse televisie dat geldt niet alleen voor het onderwerp zoals enerzijds de moderne zieken huis series die nooit lijken op te houden en anderzijds korte produkties die bijvoorbeeld spelen in het engeland van rond de eeuwwisseling er wordt ook een groot scala geboden op het gebied van pretenties en kwaliteit van eindeloos durende pulpseries in de prime time tot literair en filmisch hoogwaardige produkties op uren dat niet zoveel mensen kijken de meeste leerlingen zijn er goed in thuis en het kijken levert doorgaans geen problemen op wat er allemaal komt kijken bij het maken van televisie en film kan voor de leerlingen wel nieuw zijn er moet een verhaal zijn een scenario ko men iemand moet auteurs de cast selecteren rollen dienen geleerd de cors gemaakt te worden een regisseur moet aan het werk en een producent moet het geheel inclusief de financiering organiseren terwijl een boek het produkt is van een schrijver en soms een illustrator en een ontwerper 28 is een film het resultaat van de creatieve samenwerking tussen producent regisseur scenarioschrijver en cameraman de aftiteling van een film of tv serie bevat daarom een heleboel informatie film en tv drama bieden een verhaal en bevatten dan ook allerlei verhaal elementen die in het kader van fictie onderwijs de moeite van het behan delen waard zijn wanneer en waar speelt het verhaal zich af en hoe weetje dat hoeveel tijd verstrijkt er in het verhaal tijdens een aflevering van bijvoorbeeld dertig minuten hoe begint en eindigt het hoe zit het met het perspectief door wiens ogen zie je het verhaal met wie leef je sterk mee en hoe komt dat verhaalaspecten als personages perspectief tijd en ruimte kunnen met behulp van film uitstekend worden geillustreerd lessuggesties de leerlingen maken hun top vijf van televisieseries ze beargumenteren de volgorde schriftelijk of mondeling door hun mening te geven over de acteurs de gebeurtenissen de aankleding de omgeving waarin het speelt spreek af dat iedereen naar dezelfde aflevering van een serie kijkt de op dracht is om te noteren wie het scenario voor die serie gemaakt heeft hoe de producent de regisseur en de belangrijkste acteurs heten vooraf kan de rol en invloed van al deze medewerkers besproken worden de opdracht kan worden uitgebreid door ook te laten noteren hoe het verhaal begint en ein digt wat cruciale gebeurtenissen zijn welke problemen opgelost moeten worden bekijk met de klas een aflevering van een serie waar de leerlingen thuis waarschijnlijk niet naar kijken bespreek waarom ze de volgende aflevering wel of niet zouden willen zien laat de leerlingen een script maken voor een aflevering van een serie die over hun eigen vriendenkring of familie gaat aan bod komt selectie van gebeurtenissen personages lokaties verhouding fantasie en realiteit enz laat de leerlingen een affiche maken over hun favoriete hoofdpersoon of serie behalve illustraties kunnen er ook teksten uit tijdschriften en pro grammabladen bijgeplakt worden en zelf teksten geschreven worden een recensie een interview een persoonsbeschrijving een stukje uit een dag boek enzovoort bespreek met de leerlingen of ze graag naar de bioscoop gaan en hoe vaak wanneer ga je naar de bios en wanneer naar de videotheek wat er vaar je als verschil tussen een film zien in de bioscoop en thuis bekijk in de klas of eventueel na schooltijd enkele malen een film en bespreek er opvallende zaken van opbouw plaats tijd personages per spectief makers trucs enzovoort geef de leerlingen recensies van een film uit verschillende kranten of tijd schriften ze lezen de recensies en leggen uit waarom ze de film wel of niet willen zien laat de leerlingen van een of meer videoclips het verhaaltje navertellen of opschrijven veel van die filmpjes hebben geen verhaal maar roepen wel een bepaalde sfeer op ook die sfeer kunnen leerlingen proberen te besch ij ven wat is je favoriete muziekfilmpje op dit moment waarom dat hoe 29 belangrijk vind je de beelden en hoe belangrijk de muziek is er een rel ati e tussen het filmpje en de tekst de leerlingen schrijven zelf een scenario voor een videoclip de docent of de leerling zelf kan hier muziek voor kiezen als de hele klas dezelfde mu ziek als uitgangspunt neemt is het aardig om de ideeen voor filmpjes te vergelijken zoek met elkaar uit het filmaanbod in de stad of regio een film uit om naar toe te gaan laat de leerlingen die de zelfde film prefereren in een groepje een pleidooi voorbereiden om naar de film van hun keus te gaan uit elk groepje houdt een leerling het pleidooi vervolgens wordt door stemming een film gekozen b 6 toneel en cabaret een toneelstuk is een verhaal dat door echte personen gespeeld wordt iedere acteur leert een rol uit het hoofd leeft zich in in het karakter dat hij of zij moet spelen en er wordt veel gerepeteerd voor de voorstelling gegeven kan worden de teksten van de toneelspelers staan allemaal op papier daar staat ook bij welke gebaren er gemaakt moeten worden waar acteurs naar toe moeten lopen en dergelijke er wordt speciaal voor het toneelstuk een decor gebouwd en de acteurs dragen kleding die bij hun rol past er is een regisseur die ervoor zorgt dat het toneelstuk helemaal goed op de planken komt de regisseur heeft de leiding bij de uitvoering van een toneelstuk staat een filmregisseur een heel arsenaal van middelen ter beschikking om zijn verhaal te verbeelden beeldgebruik geluid filmen op lokatie de dramatische werking van toneel moet geheel tot stand gebracht worden met mime spel tekst en decor dat vergt een andere manier van maken maar het vergt vooral een andere manier van kijken de toeschouwer moet heel veel zelf invullen in dat opzicht staat het toneel in tussen het geschre ven vertelde verhaal en de film onder de noemer toneel kan ook cabaret de conference aan de orde komen die heeft enkele eigen kenmerken de bedoeling is altijd om een lach en een traan teweeg te brengen bij het publiek de conference bestaat uit een aantal anekdotes met een clou het zijn vaak uitgebreide grappen soms loopt er een rode draad door de voorstelling dan is er een bepaald verband tussen de verhaaltjes soms wordt het vertellen afgewisseld met liedjes zie gedichten en liedjes de ene cabaretier vertelt puur verzonnen verhalen en grappen de ander betrekt de werkelijkheid de actualiteit de politiek erbij meer dan bij de meeste toneelstukken heeft de cabaretgroep of cabaretier direct contact met het publiek toneelstukkenken worden meestal in een theater uitgevoerd sommige gezel schappen spelen ook op scholen en van tijd tot tijd is er toneel op televisie te zien het leukst is natuurlijk om met de klas naar het theater te gaan door onder toneel ook cabaretvoorstellingen te verstaan wordt de keus een stuk groter al is er tegenwoordig voldoende toneelaanbod voor jongeren 30 lessuggesties zoek met de leerlingen een toneelvoorstelling uit om te gaan bekijken het bezoek kan in de klas voorbereid worden door aankondigingen recen sies en eventueel een tekstboekje te lezen en te bespreken toegangsprij zen reserveren cultureel jongerenpaspoort en dergelijke kunnen dan ook ter sprake komen theaterbezoek is niet voor alle leerlingen gesneden koek bekijk in de klas televisie opnamen van enkele cabaret programma s en bespreek de kenmerken en verschillen van verschillende cabaretiers gebrui ken ze politiek getinte teksten of niet vormen liedjes een groot aandeel in hun show wie vind je het grappigst zijn ze voortdurend geestig of zitten er ook gevoelige noten bij schrijven ze hun teksten zelf enzovoort draai zo nu en dan tussendoor op video of cassetterecorder beroemde con ferences laat de leerlingen beroemde conferences horen uit vroegere jaren jaren 70 jaren 60 en eerder en laat ze deze vergelijken met hedendaagse confe rences b 7 dagboek kenmerkend voor een dagboek is dat het een persoonlijk zeer regelmatig bijgehouden verslag van gebeurtenissen is soms zijn dat gewone gebeur tenissen uit het leven van de schrijver die boeiend worden door zijn of haar kijk erop soms hele bijzondere gebeurtenissen die maar weinig mensen meemaken het dagboek vertoont bij uitstek de expressieve functie van taal de schrijver schrijft het dagboek voor zichzelf het taalgebruik is er in de eerste plaats op gericht vorm te geven aan de eigen ervaring en het eigen gevoel de transactie naar een lezer speelt meestal helemaal geen soms pas in tweede instantie een rol vaak wordt het dagboek voor publikatie dan ook nog enigszins bijgewerkt dagboeken zijn te herkennen aan de indeling in dagen aan de datum boven een nieuw stuk tekst dagboeken zijn altijd in de ik vorm geschreven en soms zijn er ook brieven van of aan de schrijver in opgenomen sonunige dagboeken zijn verzonnen en dus echt fictie echte dagboeken zijn eigenlijk geen fictie fragmenten uit zowel verzonnen als echte dag boeken moeten behandeld en vergeleken worden de leerlingen moeten de primaire kenmerken van het dagboek kennen ze moeten het verschil met een gewoon verhaal zien lessuggesties de leerlingen houden gedurende een afgesproken tijd een of twee weken zelf een dagboek bij en wisselen dat later uit met een of meer medeleer lingen de leerlingen werken een stuk van een verhaal om tot een dagboek en lezen dat aan elkaar voor de leerlingen werken een stuk van een dagboek om tot een verhaal leerlingen houden een dagboek bij over dezelfde periode en dezelfde ge beurtenissen de dagboeken worden naderhand met elkaar vergeleken 31 de leerlingen schrij ven een stuk van een dagboek van een tv personage naar aanleiding van gebeurtenissen in het programma b 8 hoorspel het hoorspel bestaat nog steeds maar er wordt minder naar geluisterd dan voor de komst van de televisie het hoorspel vervulde jarenlang een deel van de rol die televisie nu vervult en alleen al uit cultuur historisch oog punt moeten leerlingen er mee kennis maken verder biedt het hoorspel goede aanknopingspunten om na te denken over manieren die er zijn om je fantasie vorm te geven een verhaal te brengen het hoorspel bestaat in hoofdzaak uit dialogen en polylogen met soms een verteller die gebeurtenissen inleidt of met elkaar verbindt muziek gelui den en stilte zijn hulpmiddelen om aan te geven waar een scene zich af speelt maar ook om een bepaalde sfeer te creeren door zelf een hoorspel te maken maken de leerlingen op een actieve manier kennis met dit genre en de beperkingen en mogelijkheden ervan daarnaast zou in de klas een of tweemaal een aflevering van een hoorspel beluisterd moeten worden lessuggesties lees een kort verhaal voor dat zich leent voor bewerking tot hoorspel leg de leerlingen zo nodig uit wat een hoorspel is en laat ze in groepjes een stukje van het verhaal in hoorspelvorm schrijven en opvoeren naar keuze kan daarvoor of daarna naar een hoorspel geluisterd worden laat de leerlingen aan ouders en of grootouders vragen welke hoorspelen ze van vroeger kennen waar die hoorspelen over gingen en of ze televisie series van nu leuker vinden dan die hoorspelen luister met de klas naar een hoorspel en laat de leerlingen ieder voor zich beschrijven hoe ze denken dat de personages en ruimtes waar het zich af speelt eruit zien 32 c fictie begrijpen c 1 taalgebruik problemen die liet taalgebruik in fictie voor de lezer kijker niet zich mee kan brengen zijn moeilijk te behandelen ook volwassen lezers leggen een boek weg wanneer het taalgebruik hen niet aanspreekt of te moeilijk is het is niet de bedoeling dat leerlingen leren hoe ze zich door elk soort taal heen moeten worstelen om het verhaal te kunnen volgen wel kunnen docenten leerlingen alert maken op verschillen in taalgebruik bijvoorbeeld tussen teksten die met een verschillend doel zijn geschreven het taalgebruik in informatieve teksten of reclameteksten verschilt van het taalgebruik in verhalen of gedichten ook het taalgebruik in gedichten sprookjes of jeugd romans kan sterk van elkaar verschillen docenten kunnen leerlingen eveneens wijzen op het nut van even doorlezen wanneer ze een passage niet helemaal begrijpen en dergelijke docenten moeten in lessen over fictie ingaan op het spelen met taal in fictionele teksten figuurlijk en ambigu taalgebruik woorden met meer dan een betekenis komen veel voor in poezie en kunnen dan ook het beste vooral aan de hand van gedichten behandeld worden het is niet zinvol om leerlingen allerlei uitdrukkingen en metaforen te leren het gaat erom dat ze het verschijnsel figuurlijk taalgebruik kennen en erop bedacht zijn dat in fictie niet alles letterlijk bedoeld is in poezie wordt vaak vrijmoedig omgesprongen met de grammatica de schrijver kan daarmee een bepaalde bedoeling hebben en daarom is het zin mg om op dit aspect van het taalgebruik in te gaan tenslotte kan de docent ingaan op verschillende mogelijke stijlen in proza wat maakt een stijl grappig of spannend wat onderscheidt een persoon lijke emotionele stijl van een vlakke onpersoonlijke stijl aan het eind van de basisvorming moeten leerlingen in staat zijn om te verwoorden wat ze moeilijk vinden aan het taalgebruik in een boek en do centen moeten er naar streven dat leerlingen aan het eind van de basis vorming moeilijker boeken aankunnen dan aan het begin van het voort gezet onderwijs lessuggesties de leerlingen zoeken bijvoorbeeld in de bibliotheek of noemen een boek dat ze erg moeilijk vinden hieruit wordt het eerste stuk gelezen de vra gen waarom liet moeilijk is vindt iedereen dat en waarom de schrijver het op deze manier heeft geschreven worden besproken en vervolgens pro beren de leerlingen het gelezen stuk in eigen woorden te zeggen of op te schrijven van twee verschillende verhalen wordt het taalgebruik vergeleken op pun ten als aantal moeilijke woorden onbegrijpelijke vergelijkingen en beeld spraken zinslengte grammatica sfeer die door het taalgebruik wordt opge roepen namen van personages en plaatsen 33 de leerlingen herschrijven een fragment uit een boek dat voor hun leef tijd bedoeld is voor kinderen die een paar jaar jonger zijn wat verandert er allemaal een voorbeeld vooraf kan de leerlingen op gang helpen een dialoog of monoloog uit een verhaal dat veel leerlingen te moeilijk vinden wordt geanalyseerd is het plechtig formeel taalgebruik of juist informeel gewoon plat met invloeden uit een andere taal waarom zou dit zo gedaan zijn hoe zou jij het zeggen van fragmenten waarin het taalgebruik niet eenvoudig is geven de leer lingen aan wat voor soort verhaal het is detective historische roman oor logsverhaal liefdesroman enzovoort ze begrijpen wellicht meer dan ze denken de leerlingen zoeken uit een hele serie fragmenten waarin het taalgebruik niet eenvoudig is de fragmenten die bij elkaar horen de leerlingen proberen naar aanleiding van twee of meer fragmenten uit verschillende werken van een schrijver een omschrijving van het soort taalgebruik te geven plechtig grappig gewoon spannend romantisch de leerlingen herschrijven gedichten met een niet gebruikelijke volgorde van woorden in gewone zinnen daarbij kan de leerlingen gevraagd worden waarom de schrijver voor de bewuste woordvolgorde gekozen heeft laat de leerlingen de verschillen in taalgebruik opschrijven bij het ver woorden van een soortgelijke gebeurtenis in een gedicht een verhaal een dramatekst en een krantebericht welke manier van verwoorden vinden de leerlingen het geslaagdst c 2 tijd als structurerend element in fictie gebeuren dingen met de tijd die in het werkelijke leven niet moge lijk zijn flash back vooruitwijzing het overslaan van een periode vertra ging tijdverdichting en andere manipulaties met de tijd maken dat de verhaalvolgorde en de tijd die een periode bestrijkt afwijken van de tijdsvolgorde en duur in de werkelijkheid leerlingen die voornamelijk verhalen met een chronologische opbouw ken nen en niet bekend zijn met deze technieken raken wellicht in de war en haken af als ze het verhaal niet meer kunnen volgen een verhaal dat bij voorbeeld middenin de gebeurtenissen begint snapje als lezer zelden direct je leest verder en langzamerhand wordt duidelijk waar het om gaat wie er belangrijk zijn wat er gebeurd is en gebeurt je moet dus weten dat het in zo n geval noodzakelijk is om enig geduld op te brengen om het verhaal te snappen juist ook in de film wordt met behulp van visuele technieken veel gewerkt met tijdselementen met voorbeelden uit de film kan de docent de tijdsele menten heel goed zichtbaar maken decorwisseling ander lichtgebruik enzovoort als de leerlingen wordt gewezen op de tijd als structuurelement en op de functie ervan in het verhaal breiden ze hun kennis en daarmee hun lees mogelijkheden uit afhankelijk van de problemen met de tijd als structuur 34 element waar de leerlingen tegenaan lopen kunnen aan de orde gesteld worden de chronologische opbouw de flash back gebeurtenissen uit het verleden die belangrijk zijn voor het heden naar voren halen is niets anders dan even terug in de tijd de flash forward vooruitwijzing korte mededeling die verraadt hoe iets verdergaat of hoe het later met een personage gesteld is de tijdsprong soms wordt in een verhaal een periode overgeslagen vertraging er wordt in het verhaal veel tijd besteed aan een gebeurtenis die in werkelijkheid weinig tijd kost versnelling er wordt in het verhaal weinig tijd besteed aan een gebeur tenis die in werkelijkheid veel tijd kost gelijktijdigheid van gebeurtenissen in strips wordt gelijktijdigheid bijvoorbeeld weergegeven door een beeldkader binnen een ander beeldkader te plaatsen in andere fictievonnen meestal na elkaar verteld let wel het gaat niet om de termen deze zijn voor de meeste leerlingen onnodig abstract het gaat alleen om de inhoud van de begrippen lessuggesties bespreek aan de hand van voorbeelden alle genoemde tijdmanipulaties waarom zouden makers van fictie deze mogelijkheden van tijdbeschrijving in verhalen gebruiken en niet gewoon recht toe recht aan de gebeurtenissen opschrijven verwijs ook naar film en televisie waar omwille van de span ning vaak de chronologie verbroken wordt leg uit dat het mogelijk is om een dun boekje te schrijven waarin wel tweehonderd jaar voorbij gaan en een dik boek dat maar enkele dagen beschrijft schets ruwweg een bestaand verhaal laat de leerlingen drie keer de eerste regels bedenken van hetzelfde verhaal zodat het achtereenvolgens aan het begin in het midden en aan het eind van de gebeurtenissen begint lees eventueel een kort verhaal voor dat bij deze opdracht gebruikt kan worden laat de leerlingen aan de hand van een gegeven verhaalfragment aangeven hoe dit met een sprong vooruit of een flashback vervolgd zou kunnen worden ze schrijven de eerste regels van het vervolg laat de leerlingen een in stukken geknipt kort verhaal met een flashback of andere tijdmanipulatie erin in de goede volgorde zetten laat de leerlingen nagaan hoeveel tijd er verloopt in een bepaalde aflevering van een tv serie en uitleggen hoe ze dat weten de leerlingen gaan na welke middelen diverse fictie makers schrijvers dichters striptekenaars regisseurs van film en van toneel hebben om te laten zien dat iemand droomt fantaseert of aan iets terugdenkt bij elk middel dat ze noemen zoeken ze een voorbeeld de leerlingen herschrijven een korte strip in proza en brengen er een tijdsprong in aan 35 c 3 verhaallijnen in veel televisieseries komen binnen een aflevering meerdere verhaallijnen aan de orde meestal horen die lijnen bij elkaar en is er sprake van een vlechtwerk van verhalen de verschillende verhaallijnen worden met elkaar afgewisseld zonder datje de draad kwijtraakt de leerlingen zijn door tele visieseries vertrouwd met de presentatie van meerdere verhaallijnen door elkaar en daardoor kan zonodig vrij eenvoudig de link gelegd worden naar verhaallijnen in geschreven fictie in een verhaal kan bijvoorbeeld sprake zijn van een verhaallijn waarin een romance wordt verhaald een verhaallijn met spanning en sensatie drugs smokkel moord diefstal etcetera een verhaallijn waarin een persoonlijk probleem wordt uitgewerkt en een verhaallijn waarin een vete tussen twee personen of twee families wordt uitgevochten de docent kan er speciaal de aandacht op richten dat het eind van een aflevering van een tv serie meestal wordt gevormd door een spannend mo ment in een van de verhaallijnen dat je als kijker door deze manier van vertellen genoodzaakt wordt de volgende keer weer te kijken om te weten hoe het afloopt lessuggesties laat de leerlingen van een aflevering van een televisieserie bijhouden welke verhaallijnen er in voorkomen en wat die met elkaar te maken heb ben start er een nieuwe lijn wordt er iets afgerond op welk moment in welke verhaallijn stopt een aflevering bij een actuele televisieserie waarin het verhaal uit meerdere lijnen be staat verzinnen de leerlingen zelf een complete nieuwe lijn en verdelen die in op zichzelf staande begrijpelijke stukken als een video opname van een aflevering aanwezig is kunnen de leerlingen bovendien aangeven waar in het verhaal de stukken uit hun verhaallijn passen van een voor gelezen roman worden de verschillende verhaallijnen gein ventariseerd is het mogelijk om een van de lijnen gebeurtenissen weg te laten of stort het verhaal dan in elkaar c 4 perspectief als twee mensen verslag doen van een gebeurtenis die ze beiden hebben meegemaakt verschillen die verslagen eigenlijk altijd van elkaar die verschillen kunnen worden veroorzaakt door verschillende factoren bevond de verteller zich letterlijk dichtbij of ver van de gebeurtenis hoe was de verteller betrokken bij de gebeurtenis toeschouwer betrok kene dader slachtoffer wat was de stemming van de verteller op het moment van de gebeurtenis of op het moment van vertellen had de verteller veel kennis over de achtergronden van de gebeurtenis wat is de mening van de verteller over de gebeurtenis enzovoort 36 als toehoorder of lezer wordt je kijk op de gebeurtenis sterk bepaald door het verhaal datje hoort en dus door het standpunt van degene die het ver telt hoor je later een andere versie dan kun je soms behoorlijk gaan twij felen in fictionele verhalen noemen we dit standpunt perspectief of vertelstand punt ook in fictionele verhalen wordt de beleving van het verhaal door de lezer of kijker sterk bepaald door het gebruik van het perspectief daarom moeten de leerlingen iets weten over perspectief in verhalen in film tv drama en strips is het gebruik van perspectief heel belangrijk en dus ook heel zichtbaar leerlingen hebben daar ook allemaal wel ervaring mee daarom kan het perspectiefgebruik in films en strips uitstekend worden gebruikt bij het uitleggen van het perspectief in boeken de leerlingen moeten daarom in elk geval iets weten over de optische vor men van perspectief kikkerperspectief de situatie wordt van onderaf gezien om iets groter voor te stellen dan het is hitler zag er bijvoorbeeld nauwkeurig op toe dat hij altijd enigszins van onderaf werd gefotografeerd of gefilmd in een verhaal kunnen we dan de zinsnede tegenkomen de woudreuzen torenden hoog boven de rij zwoegende mensen uit neutraal perspectief de camera bevindt zich op ooghoogte in een beschrijving in een boek wordt het van bovenaf op ooghoogte of van onderaf gezien dan in het midden gelaten de expeditie baande zich een weg door het oerwoud vogelperspectief de situatie wordt van bovenaf gezien om iets kleiner voor te stellen dan het is of om een overzicht van de situatie te kunnen geven de mensjes worstelden zich tergend langzaam door het onmetelijke oerwoud waarvan het golven van de boomkruinen aan de horizon oploste in de wazig blauwe lucht ook de diverse mogelijkheden van afstand tot het onderwerp zijn relevant extreem totaal bijvoorbeeld het complete voetbalveld totaal bijvoorbeeld een situatie in een kamer of een kantoor half totaal bijvoorbeeld twee personen aan een tafeltje in een restaurant half close up bijvoorbeeld een persoon achter het stuur van een auto close up bijvoorbeeld alleen het gezicht van een persoon detail bijvoorbeeld een hand met een mes of tranen in een oog in b 4 is iets uiteengezet over tekenstijlen in strips karikaturaal of rea listisch de wijze van tekenen beinvloedt sterk de manier waarop de lezer naar de gebeurtenissen in het verhaal kijkt en die ervaart asterix verhalen bijvoorbeeld blijven altijd vrolijk terwijl thorgall verhalen een realis tisch getekende viking strip altijd een heldhaftige sfeer uitstralen specifiek voor het prozaverhaal moeten dan nog worden onderscheiden het ik verhaal waarbij de beleving van het verhaal door de lezer sterk wordt beinvloed door de gedachten en gevoelens van de ik figuur het hij of zij verhaal waarbij vaak hetzelfde geldt maar met iets meer afstand tot de gebeurtenissen het vertellersverhaal waarbij het verhaal wordt verteld door een onzicht bare persoon die vaak de gedachten en gevoelens van de eigenlijke perso 37 nen kan lezen en commentaar kan geven op de gebeurtenissen deze verteller is een beetje te vergelijken met de onzichtbare verslaggever in een tv reportage lessuggesties laat de leerlingen bij verschillende striptekeningen aangeven met welke vorm van optisch perspectief ze te maken hebben kikker of vogelper spectief of neutraal en wat de afstand is tot het onderwerp van detail tot extreem totaal laat de leerlingen twee pagina s uit stripalbums met heel verschillende tekenstijlen niet elkaar vergelijken laat ze het gebruikte perspectief be noemen laat ze aangeven aan welk perspectief ze de voorkeur geven laat de leerlingen zoeken naar stripverhalen met plaatjes waarin opvallend gebruik is gemaakt van het perspectief laat de leerlingen diverse scenes uit afleveringen van tv series zien zet de videoband eventueel stil laat ze de verschillende vormen van perspec tief benoemen laat de leerlingen delen van een film of een aflevering van een tv serie zien welke veranderingen in camerastandpunt zien ze geef de leerlingen diverse korte fragmenten uit verhalen laat ze het perspectief benoemen ik vertelling hij zij vertelling vertelling met verteller die boven het verhaal staat commentaarverhaal laat de leerlingen een fragment lezen van een verhaal met meer perso nages dat vanuit een personage verteld wordt in de ik vorm of in de hij zij vorm laat ze een vervolg schrijven vanuit een ander personage perspectiefwisseling geef de leerlingen enkele plaatjes uit verschillende strips waarop ver schillende personages voorkomen laat ze een van de personages uitkiezen en vanuit zijn of haar gezichtspunt het verhaaltje van de strip vertellen geef een verhaaltje dat verteld wordt door een verteller die boven de ver haalgebeurtenissen staat en waarin meerdere personages optreden laat de leerlingen een van de personages kiezen en het fragment herschrijven van uit het perspectief van dit personage laat de leerlingen een verhaaltje lezen waarin een wisseling van het perspectief voorkomt laat ze daarna weergeven hoe de kijk van de ver schillende personages van waaruit de gebeurtenissen worden verteld onder ling verschilt en hoe je daardoor ook een ander beeld van de verhaal gebeurtenissen krijgt c 5 tijd plaats en cultuur een verhaal kan zich afspelen in 1994 in een middelgrote nederlandse pro vincieplaats waar de autochtone leerlingen hun eigen woonplaats in kun nen herkennen het kan spelen in een doorsnee nederlands gezin waar in de winter stamppot op tafel komt en in de zomer een frisse salade waar de kinderen allemaal hun eigen kamer hebben en waar je met de fiets achter om naar de schuur kunt 38 een verhaal kan ook spelen in een museum in istanbul in smalle steegjes in buenos aires in een chinees gezin of in het indonesische oerwoud dan kan een verhaal nog spelen in de middeleeuwen in de tweede wereldoorlog in de toekomst of in enig ander tijdperk het decor waarin een verhaal speelt levert niet per definitie lees of kijk problemen op dit is pas het geval wanneer gebeurtenissen in een verhaal of gedicht niet meer te begrijpen zijn doordat bepaalde kennis over de tijd of plaats waarin het speelt of de culturele achtergrond van de personages ontbreekt dit kunnen details zijn zoals de inrichting van het amerikaanse schoolsysteem maar wie niets weet over de apartheid in zuid afrika zal weinig begrijpen over een verhaal dat in dat land speelt of een gedicht dat er over gaat lezen over of kijken naar de gebeurtenissen die gesitueerd zijn in een andere tijd plaats en cultuur dan die waarin je zelf leeft vergt enig voor stellings en inlevingsvermogen en soms zullen leerlingen daarbij gehol pen moeten worden in de inleiding wezen we er al op dat met name al lochtone leerlingen wel eens uitleg nodig zullen hebben bij de situaties in typisch nederlandse jeugdboeken omdat boeken en films uit andere tijden landen culturen heel leerzaam kunnen zijn en mits goed gebruikt je kennis van de wereld uit kunnen breiden is dit niet zo maar een leerstofonderdeel dat alleen in geval van problemen aan de orde moet komen er kan bijvoorbeeld informatie over een bepaald land gelezen worden naar aanleiding van een verhaal leerlingen kunnen zich op veel manier verdiepen in een bepaalde historische periode of bepaalde culturen nadat ze daar door middel van een boek kennis mee hebben gemaakt de televisie biedt een schat aan programma s ook speci aal voor jonge mensen gemaakt over andere landen tijden en culturen lessuggesties laat de leerlingen een fictiefragment zien of lezen en dan vertellen in welk land en of in welke tijd en of in wat voor milieu aren rijk het speelt laat ze uitleggen hoe ze dit weten organiseer een project rond een bepaald land leerlingen lezen fictie over en uit dat land en ook zakelijke informatie als afsluiting kunnen ze een verslag of collage maken of een presentatie houden organiseer een project rond een bepaalde cultuur leerlingen lezen fictie en zakelijke informatie en beschrijven verschillende aspecten die in elke cultuur voorkomen relatie ouders kinderen liefde omgang met dieren wonen en werken school en dergelijke laat de leerlingen na het kiezen van een boek dat in een vreemde tijd plaats of cultuur speelt enkele dingen opschrijven die ze geleerd hebben over die tijd plaats of cultuur laat leerlingen bij het lezen van een boek dat in vreemde tijd plaats of cultuur speelt vragen noteren die bij hen opkomen naderhand kunnen ze die vragen met behulp van zakelijke informatie gaan beantwoorden ook kan een medeleerling die het boek ook gelezen heeft proberen de vragen te beantwoorden 39 vraag de leerlingen wat hun favoriete tijdperk is waar ze bijvoorbeeld graag over lezen en laat ze enige kenmerken geven van die tijd en verschil len met onze tijd laat de vragen die allochtone leerlingen hebben over typisch nederlandse tijd plaats en cultuurverschijnselen beantwoorden door autochtone leer lingen vervolgens vertellen allochtone leerlingen over vergelijkbare ver schijnselen in hun eigen cultuur c 6 personages personages in verhalen zijn voor jeugdige lezers en kijkers zeer belangrijk ieder heeft wel zijn of haar favorieten en de personages bepalen voor hen voor een groot gedeelte of een verhaal mooi spannend of aangrijpend is er zijn verschillende soorten personen het eerste onderscheid is dat tussen hoofdfiguren en bijfiguren de hoofdfiguur is degene die in het verhaal centraal staat die met zijn of haar belevenissen de rode draad van het verhaal vormt over hem of haar kom je het meest te weten er is overi gens niet altijd sprake van slechts een hoofdpersoon in verschillende tv series waarin veel verhaallijnen naast elkaar staan volg je het reilen en zeilen van meerdere personages en in jeugdboeken en jeugdfilms treden soms groepjes kinderen als hoofdpersonen op het tweede onderscheid is dat tussen enerzijds personages die onder de in vloed van de gebeurtenissen veranderen en over wie de lezer gaandeweg het verhaal steeds ineen te weten komt en anderzijds de personages die in het verhaal niet veranderen stereotiepen zijn de hoofdpersonen in stripverhalen tv series en serieboeken zijn in het al gemeen stereotiep daardoor is er maximale herkenbaarheid voor de lezer kijker deze weet altijd wat hem of haar te wachten staat en dat vergroot de aantrekkelijkheid van de persoon en daarmee van de serie de strip of het boek boeken en films die niet in serie worden gemaakt hebben vaak juist de verandering of ontwikkeling van de hoofdpersoon als onderwerp tenslotte kan de docent de leerlingen laten zien dat hun mening over de hoofdpersoon afhangt van verschillende dingen in de eerste plaats moet de leerling zich kunnen identificeren met het personage om het aardig te kunnen vinden of dat mogelijk is hangt af van het perspectief dat de maker van het fictiewerk hanteert met een personage datje door het hele verhaal heen nauw volgt en in wie je allerlei karakter trekken van j ezel f herkent kun j e j e als lezer of kijker gemakkelijker iden tificeren in de tweede plaats kan de maker in dialogen karakteriseringen uitingen van andere personages beschrijvingen en typeringen in hoge mate of de lezer of kijker het personage aardig vindt de docent kan er op wijzen dat van het karakter van de personages niet alles ingevuld wordt zou dat wel gebeuren dan zou het verhaal erg lang dradig worden de docent kan laten zien dat de leerlingen lege plekken in het karakter van een personage vanuit hun eigen kennis aanvullen lessuggesties laat de leerlingen omslagen van boeken zien waarop personages staan af gebeeld laat ze opschrijven hoe ze ook gezien de titel en het genre van het boek denken dat de hoofdpersoon is hetzelfde kan gedaan worden met aankondigingen uit tv gidsen of filmposters laat ze daarna hun vermoe dens koesteren laat de leerlingen hun favoriete personen van verschillende genres noe men laat ze argumenteren waarom juist die persoon hun favoriet is laat de leerlingen van een boek film of aflevering van een tv serie de hoofdfiguur en de bijfiguren onderscheiden wat zijn de verschillen tussen de hoofdpersonen en bijfiguren hoe vaak treden ze op welke personages zijn voorspelbaar en welke onvoorspelbaar van wie kom je het meest te weten wie volg je in het verhaal wie vind je het aardigst in wie herken jejezelf het meest laat de leerlingen een boek of lang verhaal lezen of film zien welk per sonage heeft aan het einde ten opzichte van het begin duidelijk een veran dering doorgemaakt is anders over dingen gaan denken handelt anders ziet zichzelf of anderen anders laat de leerlingen proberen die verandering ontwikkeling in een paar woorden te karakteriseren laat de leerlingen een verhaal lezen dat vanuit verschillende perspectieven is verteld krijgen ze door de verandering in perspectief een ander beeld van verschillende personages laat de leerlingen een persoon in een verhaal volgen wat zien of lezen ze werkelijk over deze persoon laat ze dat in een kolom onderbrengen zijn er ook dingen die ze in het verhaal niet tegenkomen maar wel veronder stellen laat ze dat in een andere kolom onderbrengen help ze als docent vooral bij dit laatste wel op weg voor een denkbeeldige roman verzinnen de leerlingen namen voor de ro manfiguren de opdracht kan meer of minder voorgestructureerd worden bijvoorbeeld door af te spreken dat het een liefdesroman is of science fiction een historische roman enzovoort en wat voor soort personages er allemaal in voorkomen c 7 afloop waarom lopen de meeste verhalen goed af waarom laat een maker van fic tie soms een verhaal slecht aflopen of met een open einde het is van be lang dat de leerlingen kennismaken met verschillende oplossingen voor het eind van een verhaal zowel in boek als filmvorm het eind van een verhaal is niet altijd bepalend voor de beleving van alles wat eraan voorafgaat het kan gewoon een manier zijn om het verhaal te besluiten maar een andere keer bevat de laatste bladzijde of de laatste halve minuut de clou waar in het hele verhaal naar toegewerkt werd zoals in griezelverhalen en thrillers bijvoorbeeld vaak het geval is in dat geval is het begrijpen van het einde cruciaal voor de beleving van het hele verhaal 41 de manier waarop het verhaal afloopt is sterk bepalend voor het gevoel dat de lezer of kijker na afloop overhoudt de docent kan aan de hand van verschillende fictiewerken diverse aflopen en de effecten ervan belichten het happy end van vaak gruwelijke sprookjes stelt de jeugdige en vaak ook niet jeugdige toehoorder in staat om toch met een gerust hart te gaan slapen het open einde is bedoeld om de lezer of kijker te laten nadenken over de betekenis van de gebeurtenissen die zich in het verhaal hebben voltrok ken een somber droevig of angstig einde versterkt in hoge mate het gevoel van angst verdriet enzovoort dat de maker wil overbrengen zie bijvoor beeld het einde van het toneelstuk gebaseerd op het dagboek van anne frank in het onderdeel verhaallijnen is de leerling al gewezen op het einde van afleveringen van tv series in tv series wordt heel zorgvuldig gewerkt met de afloop van scenes en afleveringen met als doel de aandacht van de kijker vast te houden de kijker moet blijven kijken en het liefst reikhalzend naar de volgende aflevering uitzien daarom eindigt elke aflevering van een vervolgserie dan ook vlak voor de ontknoping van het probleem opdat de kijker zich in spanning afvraagt hoe het in de volgende aflevering verder zal gaan cliffhangers noemen we zulke vasthouders tegenwoordig lessuggesties laat de leerlingen plaatje voor plaatje een strip lezen en stoppen op het moment dat ze zeker denken te weten hoe het verhaal afloopt ze vertellen hoe het einde er uit ziet en lezen dan verder om hun idee te controleren laat de leerlingen een week lang van films en series die ze op tv zien noteren of ze goed of slecht aflopen of een open einde hebben ze schrijven de titel op en vatten het verhaal en het einde heel kort samen laat de leerlingen n a v bijvoorbeeld goede tijden slechte tijden de cliffhangers van verschillende scenes en van de afleveringen inventariseren lees een kort verhaal voor met een open einde en laat leerlingen kort opschrijven hoe het verder zou kunnen gaan lees een kort verhaal voor met een slechte afloop en bespreek met de leerlingen waarom de schrijver deze afloop verzonnen zou hebben lees een kort verhaal voor en stop op een moment dat de afloop nog niet duidelijk is de leerlingen verzinnen allemaal een goede een slechte en een open afloop geef de leerlingen de opdracht naar een aflevering van een tv serie en naar een speelfilm op tv te kijken wat vinden ze van het einde van de afleve ring en van de film hadden ze liever een ander einde gezien laat ze dit met argumenten omkleden laat de leerlingen drie fictiewerken noemen waarvan ze het einde voor spelbaar maar het verhaal toch spannend mooi of aangrijpend vonden 42 d bewust omgaan met fictie de laatste leerstofafdeling is bedoeld om leerlingen te leren bewust en zelfstandig met fictie om te gaan ze leren hoe je een keus kunt maken uit het enorme fictie aanbod ze leren hoe je een mening kunt vormen over fictie die mening kunt uiten en bespreken met anderen en ook hoe je met meningen en opvattingen over fictie van anderen kunt omgaan d 1 een keus leren maken hoe kiezen ervaren lezers hun volgende boek op welke manier bepalen wij al dan niet met de tv gids in de hand waar we naar gaan kijken wat valt er op dat gebied te onderwijzen wij lezen boeken die ons door anderen vrienden recensenten worden aanbevolen we kiezen een boek van een schrijver waarvan we eerder met plezier iets lazen of van een schrijver die alom geroemd wordt en waarvan eigenlijk iedereen iets gelezen moet hebben een boek over een onderwerp dat ons interesseert kan in aanmerking komen tenslotte kun je door boekhandel of bibliotheek dwalen informatie vragen flapteksten lezen bladeren in de tv gids zoeken we op vergelijkbare manier naar favoriete regisseurs en acteurs laten we ons leiden door begeleidende artikelen door wat anderen ervan vinden en verleiden door het spannende einde van de vorige aflevering door leerlingen op school kennis te laten maken met allerlei soorten ver halen en gedichten wordt hen geleerd dat er keuzemogelijkheden zijn en dat er voor elk wat wils is de bovengeschetste manieren waarop ervaren le zers hun keus bepalen kunnen met de leerlingen besproken en zo nodig geoefend worden lessuggesties laat leerlingen aan een flink aantal vrienden vriendinnen schoolgenoten zusjes en broertjes neefjes en nichtjes vragen om een heel mooi boek ver haal of gedicht liedje te noemen uit de lijst die zo ontstaat kiezen ze een titel om zelf te lezen ze noteren van wie de tip kwam en waarom ze dit werk gekozen hebben vertel de leerlingen over klassiekers onder de jeugdboeken boeken die lang geleden geschreven werden die iedereen kent en nog steeds mooi gevonden worden pietje bell kruimeltje de katjangs dick trom joop ter heul ook titels uit de literatuur voor volwassenen kunnen genoemd worden laat de leerlingen een van die boeken kiezen om te lezen neem de leerlingen mee naar de bibliotheek en vraag om een rondleiding door bibliotheekpersoneel geef leerlingen zo nodig vooraf informatie over de inrichting de catalogus het leensysteem en dergelijke organiseer een les rond lapteksten en omslagen bijvoorbeeld gekopieerd in de jeugdafdeling van de bibliotheek waarbij de leerlingen aangeven of en waarom die summiere informatie hen aanspreekt of niet vgl het project kaftje kijken van het nblc 43 laat de leerlingen bladeren in een flinke hoeveelheid boeken geleend uit een bibliotheek en of door leerlingen van thuis meegebracht ze kiezen een of twee boeken om te gaan lezen en schrijven van deze boeken op waarom ze die gekozen hebben ook schrijven ze van twee boeken op waarom ze die niet gekozen hebben laat leerlingen recensies en of artikelen over schrijvers lezen ze kunnen deze zelf zoeken in documentatie mappen in de bibliotheek in een korte reactie schrijven ze op wie hen wel en niet aanspraken en waarom d 2 meningen over fictie inhoud en bedoeling zowel maatschappelijke discussies over de waarde van bepaalde boeken en films onderscheid tussen lectuur en literatuur censuur literaire prijzen als discussies in kleinere kring op het schoolplein op een verjaardag moeten voor iedereen begrijpelijk toegankelijk zijn daarom moeten leer lingen leren om meningen van anderen op dit gebied te volgen maar eigen lijk ook om zelf een mening over fictie te geven hoe kom je aan een mening over fictie en vooral hoe uit je die mening een mening is op te vatten als een combinatie van een oordeel en een gevoel iedereen die leest voelt wel iets je kunt die gevoelens tijdens het lezen peilen je vergelijkt met andere boeken films die je kent je leest een recensie en vergelijkt die met je eigen ideeen over het boek de film je praat met anderen over het boek en vergelijkt hun mening met de jouwe al deze manieren om een mening te vormen kunnen in de klas uitgevoerd worden vervolgens oefenen de leerlingen op verschillende manieren het verwoorden van hun mening het bespreken van gevoelens en oordelen met anderen overigens kunnen leerlingen niet altijd verplicht worden om hun diepste gevoelens over een boek of film in de klas te uiten enige kiesheid is geboden ook zal duidelijk moeten zijn dat het er binnen zekere grenzen niet zozeer om gaat of een mening goed of fout is maar of de lezer kijker het verhaal begrepen of aangevoeld heeft van belang is dat ook de docent zijn mening geeft over verhalen zonder deze overigens aan de leerlingen op te dringen zijn mening is met per definitie goed hij kan leerlingen uitdagen om er een andere mening tegenover te zetten zonodig door zelf mogelijke andere gezichtspunten aan te dragen de manier waarop de docent zijn mening onderbouwt moet een voorbeeld zijn voor de leerlingen jaarlijks worden gouden en zilveren griffels uitgereikt aan de beste ne derlandse respectievelijk nederlandse of vertaalde kinder en jeugdboeken ook uit kinderen bestaande jury s wijzen elk jaar in verschillende regio s de beste jeugdboeken aan het lezen van jury rapporten met name de gebruik te criteria en winnende boeken en het zelf beoordelen van deze boeken kan leerzaam zijn lessuggesties reik de leerlingen een serie beoordelingswoorden aan mooi moeilijk zielig opwindend makkelijk somber ingewikkeld saai spannend vro lijk interessant slaapverwekkend enzovoort een opdracht die steeds terug kan keren is om leerlingen al dan niet met behulp van deze woorden aan te laten geven wat ze van een verhaal vinden en dit toe te lichten bij voor beeld door een passage te noemen die ze heel mooi moeilijk zielig enzo voort vinden stimuleer leerlingen daarnaast om in hun eigen woorden te vertellen wat ze van een verhaal vinden en liefst iets meer dan nou wel leuk of stom een mening hoef je niet altijd over een compleet boek of een complete film te geven laat leerlingen eens vertellen wat ze vinden van de perso nages of van de sfeer of van het begin de afloop de spanning sopbouw de illustraties het omslag de titel het taalgebruik maak met de klas een lijst van criteria waarmee een boek beoordeeld kan worden eventueel met behulp van een griffel jury rapport laat dan alle leerlingen hetzelfde boek lezen en beoordelen de leerlingen kunnen hun oordelen bediscussieren laat de leerlingen in groepjes een top lo van beste boeken aller tijden samenstellen of laat ze het slechtste boek of de slechtste tv serie verkie zen laat leerlingen een reclame affiche maken voor hun favoriete verhaal of een tv reclamespotje beschrijven waarin een boek wordt aangeprezen komt de schrijver aan het woord of enthousiaste lezers wordt er een frag ment voorgelezen of verfilmd welke muziek of geluiden horen er bij laat regelmatig leerlingen vijf minuten praatjes houden over een tv serie of film van de avond ervoor met een vaste structuur noem titel schri j ver hoofdrolspelers vat het verhaalverloop samen en noem de hoogte punten vertel wat je er van vond en of je anderen deze filinity serie aan raadt vertel de leerlingen over het verbieden en censureren van boeken en het vervolgen van schrijvers in heden en verleden laat de leerlingen er kran te artikelen over lezen lees met de klas fragmenten uit een verguisd boek en vraag de leerlingen naar hun mening bekijk en bespreek samen een film die twintig jaar geleden niet door de beugel kon vraag de leerlingen wat ze vinden van de in amerika geopperde mogelijk heid om gewelddadige films op televisie ontoegankelijk te maken voor jonge kijkers middels een meegestuurd signaal en een thuis door ouders in te voeren code in het televisietoestel en in hoeverre houden de leerlingen zich aan de leeftijdadviezen bij films in de nederlandse bioscopen 45 4 planning en organisatie er zijn veel mogelijkheden om de in hoofdstuk 3 beschreven leerstof in de les aan de orde te stellen in de eerste plaats dekken bestaande lesmaterialen voor een deel deze stof de meeste schoolboeken voor nederlands in de basisvorming besteden aandacht aan fictie bij de magazines tikker en bumper verschijnt vanaf augustus 1993 lesmateriaal dat op de kerndoelen gebaseerd is en veel scholen zullen in de loop der tijd materiaal gemaakt of verzameld hebben bovendien maakt het instituut voor leerplanontwik keling fictielessen die direct in het verlengde van dit leerplan liggen deze lessen zullen onder de titel fictie voor de basisvorming als leerboek ver schijnen in dit hoofdstuk schetsen we drie verschillende manieren om het fictie onderwijs uit hoofdstuk 3 in de praktijk gestalte te geven het eerste voor beeld gaat uit van de fictie lijn uit de methode die u gebruikt methode plus het tweede voorbeeld sluit aan bij de traditie van thematisch cur sorisch onderwijs en geeft aan hoe de leerstof in een klassikale cursus en met individuele opdrachten rond thema s verwerkt kan worden cursus en thema s het derde voorbeeld schetst hoe fictie onderwijs gecombineerd kan worden met de vakonderdelen schrijven lezen spreken en luisteren en met andere vakken fictie geintegreerd voorafgaand aan deze drie modellen gaan we in op de beschikbare tijd voor fictie onderwijs in de basisvorming en ter afsluiting van het hoofdstuk bespreken we de toetsing van fictie onderwijs 4 1 hoeveel tijd is er beschikbaar fictie is geen onbelangrijk vakonderdeel binnen de basisvorming het leerplan nederlands voor de basisvorming van het instituut voor leerplan ontwikkeling verbeek e a 1993 adviseert om in ieder jaar van de basis vorming 15 van de beschikbare lestijd aan fictie te besteden evenveel als aan schrijfonderwijs en aan onderwijs in spreken en luisteren zie afbeel ding 4a als in jaar 1 vier uur nederlands wordt gegeven en in jaar 2 en jaar 3 drie uur steeds veertig weken lang dan zijn er in het eerste jaar voor fictie 24 lesuren beschikbaar in het tweede jaar 18 en in het derde jaar ook 18 een voorbeeld van de urenverdeling in een vierjarige basisvorming is te vinden in onderstaand schema onderdeel jaar 1 jaar 2 jaar 3 totaal uren uren uren uren spreken luisteren 15 24 18 18 60 schrijven 15 24 18 18 60 informatief lezen 23 37 27 27 91 fictie 15 24 18 18 60 taalvariatie en media 7 11 9 9 29 vrije ruilrite 25 40 30 30 100 totaal 100 160 120 120 400 in de vrije ruimte die de basisvorming de scholen laat is voor drie jaar nog 100 uur beschikbaar waarvan uiteraard ook een deel aan fictie gewijd kan worden 4 2 methode plus organisatie het opstellen van een fictie leerplan dat het taalboek als basis heeft begint met het bekijken van de fictielijn uit dat boek uit de eerste drie delen van het boek voor zover beschikbaar moet de leerstof voor fictie op een rijtje gezet worden de inhoudsopgave of een leerstofoverzicht is een handig startpunt bij onduidelijkheden kunt u het betreffende hoofdstuk even opslaan om te kijken welke leerstof er precies geboden wordt door vervolgens deze lijst te vergelijken met de kerndoelen en of met de leerstof die in hoofdstuk 3 van deze publikatie beschreven is ontstaat een beeld van de lacunes en extra s in het taalboek dat u gebruikt de gaten moeten gevuld worden met materiaal uit andere bronnen en met betrekking tot de extra s moet besloten worden of ze wel of niet deel van h e t onderwijsaanbod gaan uitmaken omdat in een taalboek de aandacht voor fictie vaak noodgedwongen beperkt is is het raadzaam om belangrijke onderdelen die er wel in voorkomen uit te breiden met behulp van ander lesmateriaal aanvullend lesmateriaal ter invulling van gaten en ter uitbreiding van wel aangeboden leerstof kan bijvoorbeeld gemaakt worden door bij een fictietekst zelf enkele opdrachten te maken lessuggesties voor alle leerstofonderdelen vindt u in hoofdstuk 3 en hierna bij de andere benaderingen van fictie onderwijs planning de relevante stof uit het boek kan in de gegeven volgorde worden aange boden dit betekent over het algemeen dat er om de zoveel tijd een of twee lessen aan fictie gewijd zullen worden waarna weer met lezen schrijven spreken luisteren grammatica en spelling doorgegaan wordt deze ver snippering kan worden tegengegaan door onderwerpen samen te voegen die in elkaars verlengde liggen de leerstofonderdelen uit hoofdstuk 3 kunnen als kapstok gebruikt worden verspreid door de methode zijn bijvoorbeeld aan de orde plaats en tijd waarin het verhaal speelt samengevoegd kun nen deze onderdelen een wat langere lessenserie vormen die wordt aange boden in lessen die niet te ver uit elkaar liggen een eindopdracht waarin het geleerde verwerkt wordt aan de hand van een thuis gelezen verhaal boek of serie gedichten kan zo n lessenserie dan completeren door de leerstofelementen die de docent belangrijk vind op deze manier te herordenen ontstaat een onderwijsaanbod met samenhang waarvan misschien meer blijft hangen bij de leerlingen dan van vele losse stukjes omdat er diverse taalmethoden in omloop zijn volstaan we niet deze alge mene beschrijving van de mogelijkheden die er zijn om vanuit het boek degelijk fictie onderwijs te geven 4 3 cursus en thema s organisatie voor wie het onvoldoende vindt om de fictie lijn uit het taalboek te volgen en vindt dat leerlingen ook regelmatig de gelegenheid moeten hebben op school om zich persoonlijk te verdiepen in teksten en beelden er meer mee te doen kan een combinatie van een klassikale cursus en individueel thematisch lezen en kijken aantrekkelijk zijn de leerlingen krijgen in het voorbeeld van deze onderwijsvorm dat we hieronder uitwerken keuzemoge lijkheden en veel zelfstandigheid ze passen de theorie uit een cursus toe in de praktijk van het zelf lezen de rode draad van dergelijk fictie onderwijs is een klassikale cursus waarin de leerstof uit hoofdstuk 3 stap voor stap wordt aangedragen met behulp van fictie fragmenten en opdrachten wordt de theorie in de les verwerkt mits toereikend kan zo n cursus bestaan uit de stof die het taalboek of een specifieke fictiemethode biedt deze fictiemethode kan bijvoorbeeld zijn het hiervoor genoemde leerboek fictie voor de basisvorming daarnaast is er een thematisch gedeelte na een cursusblok van bijvoor beeld 6 lessen volgt een periode waarin de leerlingen individueel werken ze kiezen ten eerste een thema dat centraal zal staan in de verhalen die ze zelfstandig gaan lezen en bekijken bijvoorbeeld oorlog vriendschap mid deleeuwen school dieren zuid amerika enzovoort omdat de docent enige informatie over het thema zal moeten geven hangt van hem af hoe breed het thema aanbod is bij elk thema horen tenminste een lees en kijklijst met titels om uit te kiezen en een serie opdrachten waar de leerling er een of meer van moet maken deze opdrachten hebben betrekking op de stof uit de voorafgaande cursus op het thema en op het geven van een oordeel over de gelezen en bekeken werken de leerlingen lezen en bekijken in de eerste drie lessen en ook thuis een deel van de bron nen en werken in elk geval vanaf de derde les aan opdrachten naar keuze van de docent werken leerlingen alleen of in groepjes het kan aardig zijn om per thema een map te maken waarin de leerling al lerlei informatie vindt titels recensies achtergrondinfonuatie en bijvoor beeld ook kopieen van het werk van leerlingen die eerder dit thema kozen voor elk thema moeten enkele identieke mappen beschikbaar zijn omdat leerlingen natuurlijk wel eens voor hetzelfde onderwerp zullen kiezen alle mappen moeten van tijd tot tijd gesaneerd worden verouderd materiaal er uit actuele informatie en nieuwe titels er in een van de opdrachten zou kunnen zijn om enkele nieuwe teksten aan de map toe te voegen en verou derd materiaal te verwijderen suggesties voor thema lessen zijn te vinden bij de lessuggesties in hoofd stuk 3 in bijlage 2 en in lezen voor de lijst lbo mavo nblc 1990 die leeslijsten bevat en verwerkingsopdrachten rond de thema s buiten beentjes historische boeken science fiction vriendschap tweede wereldoorlog en verliefd in de meeste openbare bibliotheken zijn thema 48 mappen aanwezig en sommige scholen zullen dergelijke mappen in een eigen documentatiecentrum hebben planning in 24 lesuren jaar 2 en jaar 3 kan bijvoorbeeld twee keer de reeks 6 lessen cursus 6 lessen thematisch werken gegeven worden een cursus van 12 lessen gevolgd door een thema periode van 12 lessen is mogelijk en zo zijn er nog meer urenverdelingen denkbaar wanneer ook uren uit de vrije ruimte voor fictie bestemd worden kunnen de thema periodes of juist de cursussen verlengd worden ook kan de volgorde cursus thema omgedraaid worden zodat leerlingen eerst zelf bepaalde zaken ontdekken en proberen op te lossen voordat er in de klas op ingegaan wordt een planningsvoorbeeld van thematisch cursorisch fictie onderwijs in jaar 3 gebaseerd op 28 lessen ziet er als volgt uit cursusperiode 1 8 lessen dagboeken hoorspel poezie taalgebruik wat is fictie van verschillende dagboekfragmenten wordt het taalgebruik en het effect daarvan vergeleken ter sprake komt ook de echtheid van dagboeken en verschillen en overeenkomsten met autobiografieen bij zowel een hoor spel als voorgedragen poezie is goed luisteren van belang het onderwerp taalgebruik komt terug en ook is er aandacht voor pauzes en stiltes ge luidseffecten en ritme er kan worden stilgestaan bij het gegeven dat zowel gedichten als dagboeken persoonlijke documenten zijn die in het grens gebied van fictie en niet fictie te situeren zijn thema periode 1 6 lessen in de thema mappen zitten titels en of kopieen van korte verhalen romans dagboeken gedichten televisieseries actueel of met verwijzing naar video opnamen ervan recensies artikelen over de behandelde genres informatieve teksten over het onderwerp thema s kunnen zijn fantasie oorlog beroepen relaties de stad suggesties voor opdrachten voor zover niet gekoppeld aan bronnen houd een week lang een dagboek bij en beschrijf daarin onder andere je gedachten over het thema beschrijf van twee dagboeken waarom je denkt dat ze echt zijn of niet zoek vervolgens informatie over de schrijver en probeer uit te vinden of je gelijk had zoek drie heel verschillende gedichten rond het thema die je graag in de map wilt doen en schrijf een kort stukje over de verschillen in taalge bruik in die gedichten bekijk een aflevering van een televisie serie en beschrijf of en zo ja hoe er gebruik gemaakt wordt van stiltes en geluidseffecten ook muziek cursusperiode 2 8 lessen toneel en cabaret 2 lessen film 1 les verhaallijnen 2 lessen tijdsprongen 2 lessen aan de hand van video fragmenten uit een cabaretprogramma kunnen in drie lessen verhaallijnen functie en effect van decor kleding en rekwi sieten verschillen in stijl en sfeer met andere cabaretiers recensies versus de eigen beleving en dergelijke aan de orde gesteld worden in de volgende drie lessen kunnen naar aanleiding van een bezochte toneel voorstelling dezelfde onderwerpen behandeld worden in de laatste twee les sen worden decor en kleding verhaallijnen en tijdsprongen in film en to neel met elkaar vergeleken bijvoorbeeld aan de hand van een als huiswerk bekeken film op televisie theeza periode 2 6 lessen in de thema mappen zitten titels en of kopieen van korte verhalen romans toneelstukken die op dat moment te zien zijn en of tekstboekjes televisie series actueel of met verwijzing naar video opnamen ervan films recensies artikelen over de genoemde genres en onderwerpen thema s kunnen zijn politiek humor liefde seks toekomst grieken romeinen enzovoort het toneel cabaret en film aanbod kan mede bepa len welke thema s de voorkeur hebben met een goede videotheek op school worden de mogelijkheden voor een vast aanbod groter suggesties voor opdrachten voor zover niet gekoppeld aan een of meer bronnen beschrijf hoe het thema behandeld wordt in twee van de fictionele bron nen uit de map 50 schrijf een korte recensie over een van de toneel of cabaret voorstel lingen die je op video hebt gezien maak een decorschets voor de toneelbewerking van een van de romans of verhalen uit de map licht toe waarom het decor er zo uitziet beschrijf in het kort welke verhaallijnen en of tijdsprongen er voorko men in een van de films uit de map 4 5 fictie geintegreerd organisatie de kerndoelen nederlands bieden erg veel mogelijkheden voor het integre ren van vakonderdelen hawinkels 1991 een monoloog spreekbeurt in de klas kan heel goed een boekpresentatie zijn of een verslag van een week televisiedrama kijken er kunnen teksten geschreven worden waarin ande ren overtuigd worden van de kwaliteit van een nieuwe film in een discus sie kan een gedicht centraal staan en met recensies en achtergrond infor matje over schrijvers acteurs regisseurs boeken films toneel en televi sie drama kan lezen van zakelijke teksten ook over fictie gaan in dit kader wijzen we er op dat een klassediscussie over een film of een spreekbeurt over een boek niet vanzelf zowel fictie als spreek luister onderwijs is voor de verschillende betrokken domeinen moeten duidelijke doelen en eisen vaststaan er moet zowel op het gebied van fictie als van spreken luisteren in dit geval iets geleerd worden wil er van echte integratie sprake zijn dat betekent dat er regelmatig aandacht nodig is voor theorie rond een enkel vakonderdeel voor fictie kunnen dat net als bij de aanpak methode plus en cursus en thema s onderdelen uit het taalboek zijn zo nodig aangevuld met stof uit hoofdstuk 3 integratie met andere vakonder delen krijgt vooral gestalte in de verwerking van de fictionele teksten of beelden in het geval van een gecombineerd onderwijsaanbod zoals hierboven be doeld moet het ook de leerlingen volstrekt duidelijk zijn dat ze twee of meer dingen tegelijk aan het leren zijn en dat ze aan eisen op meer dan een terrein moeten voldoen planning omdat er uiteindelijk aan alle vakonderdelen voldoende tijd besteed moet worden is het niet zo dat er met deze onderwijsvorm meer tijd beschikbaar is voor fictie hoogstens zal fictie vaker het onderwerp zijn van lessen rond andere vakonderdelen en dat is mooi meegenomen maar niet vol doende als het gaat om serieus fictie onderwijs steeds zal theorie over fictie aspecten en uitleg over aspecten van het andere vakonderdeel naast elkaar gegeven moeten worden in de opdrachten die de leerlingen maken ter verwerking van het geleerde moeten beide vak onderdelen terug te vinden zijn en ook in de evaluatie en beoordeling ervan moet voor alle aspecten aandacht zijn wanneer een leerling een spreek 51 beurt houdt over verhaallijnen in televisieseries zal moeten blijken dat er iets geleerd is over verhaallijnen en ook iets over de opbouw van een spreekbeurt publiekgericht spreken en dergelijke uitleg en theorie hoeft niet altijd vooraf te gaan aan opdrachten het is goed mogelijk om de leerlingen eerst zelf iets te laten schrijven en vervol gens op zowel aspecten van het schrijven als fictionele aspecten in te gaan een ander voorbeeld na uitleg over een onderdeel van zakelijk lezen le zen de leerlingen een filmrecensie met opdrachten op het gebied van zake lijk lezen vervolgens worden verwachtingen van de leerlingen over de kwaliteit van die film besproken en daarna wordt de film bekeken en volgt een opdracht over een fictie aspect van de film met het taalboek en of leerstofonderdelen uit hoofdstuk 3 als basis zal ge zocht moeten worden naar dit soort combinatiemogelijkheden er zullen les senreeksjes ontstaan die meer omvatten dan een enkel fictiehoofdstuk uit het taalboek maar minder diepgaand zijn dan de thematische verwer king van cursuselementen de kracht van deze vorm van fictie onderwijs is dat het de natuurlijke manier van omgaan met fictie benadert voorbeelden fictie en schrijven fictiedagboek bijhouden dat wil zeggen een maand lang persoonlijke notities maken over gelezen en bekeken fictie aan de hand van richtvragen strip in proza herschrijven zelf gedichten schrijven zelf een verhaal schrijven met bijvoorbeeld aandacht voor tijdsprongen meerdere verhaallijnen perspectiefwisseling bij een bestaand fragment een begin of eind maken verslag schrijven van een interview zie fictie en dialoog een rol voor jezelf schrijven in een televisie serie fictie en lezen recensies van jeugdboeken zoeken lezen achtergrond informatie zoeken over tijd plaats waarin het boek speelt informatie over de schrijver zoeken lezen voorbeschouwingen en recensies over film toneel en televisie drama lezen fictie en monoloog korte en langere spreekbeurten over fictie bijvoor beeld verslag doen van een week televisie drama kijken hoogtepunten dieptepunten genres realiteitsgehalte verhaallijnen er zijn allerlei aan dachtspunten een boekbespreking houden in duo s een gedicht voordragen moppen vertellen fictie en luisteren luisteren naar verhalen naar poezie naar documentaires over schrijvers naar een hoorspel en ook praten over de betekenis van hoorspelen in de tijd dat er nog geen televisie was ter vergelijking luisteren naar een tv serie zonder beeld luisteren naar medeleerlingen die fictie voordragen of bespreken fictie en dialoog fictie interviews afnemen elkaar interviewen over lees gewoonten en ervaringen favoriete verhalen enzovoort een jeugdboe ken schrijver interviewen informatie inwinnen bij een bibliotheek 52 fictie en polyloog klassegesprek over verhaal groepsgesprek voor ver kiezing van het beste boek met een groepje een hoorspel maken en opne men of opvoeren een discussie over stellingen als in een spannend jeugd boek moet de hoofdpersoon een jongen zijn een uur tv kijken ken per dag is genoeg 4 6 toetsing er zijn verschillende redenen om fictie onderwijs te toetsen ten eerste is het een gegeven dat een vak onderdeel waar cijfers voor worden gegeven een hoger aanzien geniet bij de leerlingen en waarom zou fictie onderwijs minder serieus moeten worden genomen dan bijvoorbeeld schrijfonderwijs voor leerlingen en docent is het bovendien van belang om te weten of les sen effect hebben weten en kunnen de leerlingen meer dan voor die les sen mits daar onderwijs in is gegeven kan het herkennen van tijdsprongen per spectief en bepaalde vormen van taalgebruik bijvoorbeeld getoetst worden zoals bij het lezen van informatieve teksten getoetst wordt of leerlingen het juiste verband zien tussen twee alinea s of leerlingen de eigenlijke bedoeling van de schrijver onderkennen en dergelijke ook de tijd waarin een verhaal speelt kan onderwerp van een toets zijn evenals voor het ver haal relevante eigenschappen van de hoofdpersoon mits deze gegevens op te maken zijn uit het fragment of verhaal dat in de toets wordt aangeboden en mits het in voorafgaande lessen aan de orde is hoe je dit kunt doen daarnaast is het mogelijk om de meer open opdrachten die leerlingen ma ken in het kader van fictie onderwijs te beoordelen op aspecten als inhoud verzorging omvang opbouw en volledigheid en zelfs taalgebruik voor waarde is dat de leerlingen vooraf weten op welke aspecten ze beoordeeld zullen worden en weer dat er in het voorafgaande onderwijs voldoende aan dacht voor deze aspecten is geweest het zal duidelijk zijn dat wij aanraden om de toetsing van het vakonderdeel fictie op ongeveer dezelfde wijze uit te voeren als de toetsing van andere vakonderdelen 53 literatuur waarnaar in de hoofdstukken 1 4 verwezen wordt boer m de de basis voor een leerplan fictie in moer 1992 7 p 253 258 bonset h e a nederlands in de basisvorming een praktische didactiek muiderberg 1992 commissie herziening eindtermen advies kerndoelen voor de basisvorming in basisonderwijs en voortgezet onderwijs ministerie van onderwijs en wetenschappen 1990 freeman smulders a het kinderboek als struikelblok 2e druk den haag nb lc 1986 hawinkels k leerplan jeugdliteratuur in de basisvorming een voorstel in leesgoed 1991 5 verbeek j bouwstenen voor de basisvorming een leerplan nederlands wol ters noordhoff groningen 1993 vos jacques feit en fictie over de didactiek van het jeugdboek in de klas purmerend muusses 1981 vos jacques waar werken we naartoe literatuuronderwijs in mavo vier in leestekens oktober 1985 p 28 31 vos jacques jeugdliteratuur didactiek en methodiek leiden martinus nijhoff 1988 54 5 documentatie en adressen in dit hoofdstuk geven we een overzicht van de instellingen en middelen die u ten dienste staan bij de realisering van het fictie onderwijs ten dele be treft dat titels en instellingen die u wellicht bekend zijn deze bevinden zich vooral op het gebied van onderwijsverzorging leesbevordering en boek promotie wij hebben echter ook gegevens opgenomen die tot dusver in het taal onderwijs minder bekend waren daarbij gaat het meer om instellingen die zich richten op audiovisuele vorming en audiovisuele media de gegevens zijn verdeeld in publikaties tijdschriften en adressen van instellingen overal is kort aangegeven wat voor soort informatie u ervan kunt verwachten en hoe deze bereikbaar is 5 1 publikaties bonset h de boer m en ekens t nederlands in de basisvorming een praktische didactiek muiderberg 1992 verbeek j e a bouwstenen voor de basisvorming een leerplan nederlands groningen 1993 kraaijveld r a j jeugdliteratuur in de praktijk zutphen 1989 verhalende jeugdliteratuur voor 14 tot 16 jarigen tellegen van delft s en coppejans l verbeeldend lezen nblc den haag 1992 systematisch onderzoek naar de diverse vormen van verbeeldend lezen onder scholieren docenten en bibliothecarissen de leesvampier leesmethode voor het ibo lbo cps hoevelaken 1990 ovb brochure 239 240 241 leesmethode bestaande uit een docentenhandleiding en twee lesboeken thematische aanpak lezen voor de lijst lbo inavo nblc den haag 1990 uitgebreide brochure met voorbeelden van een basisboekenlijst een aantal thema s met uitvoerige opgave van titels die binnen dat thema passen en suggesties voor het werken met strips van klassebibliotheek tot schoolmediatheek nblc den haag 1991 uitgebreid overzicht van wat er komt kijken bij het opzetten van een eigen schoolmediatheek pennen w van der literatuur daar snap ik niks van stichting lezen amsterdam 1992 leesbevorderende projecten voor lbo mavo 55 once upon a time lokv utrecht thematische introductie in de geschiedenis en taal van de film filmcahiers lokv utrecht thematische kijkwijzers bij speelfilms verschenen zijn film leren lezen algemene inleiding in de taal van de film en diverse cahiers over specifieke films 5 2 tijdschriften vloer tijdschrift van de von vereniging voor onderwijs in het neder lands dit tijdschrift bevat geregeld artikelen over werken met fictie in de klas levende talen tijdschrift van de vereniging voor leraren in levende ta len dit tijdschrift bevat geregeld artikelen over werken met fictie in de klas leesgoed uitgave van het nblc in den haag tijdschrift voor onderwijs gevenden en bibliothecarissen over lezen leesbevordering en boekpromo tie tsjip tijdschrift voor literaire vorming uitgave van de stichting promo tie literatuuronderwijs redactieadres zie voorin deze uitgave 5 3 adressen slo instituut voor leerplanontwikkeling project nederlands vo postbus 2041 7500 ca enschede tel 053 84 08 40 aps algemeen pedagogisch studiecentruin postbus 85475 3598 al utrecht tel 030 85 66 00 cps christelijk pedagogisch studiecentrum postbus 30 3870 ca hoevelaken tel 03495 41 211 kpc katholiek pedagogisch centrum postbus 482 5201 al s hertogenbosch tel 073 21 54 35 spl stichting promotie literatuuronderwij s de schietspoel 1 5051 dl goirle tel 013 34 60 93 lokv landelijk ondersteuningsinstituut kunstzinnige vorming ganzenmarkt 6 postbus 805 3500 av utrecht tel 030 33 40 18 het lokv kan u informeren over adressen van ckv s bij u in de buurt het lokv ondersteunt plaatselijke steunpunten of centra voor kunst zinnige vorming 56 ckv s op het gebied van literaire en audiovisuele vor ming deze ckv s adviseren en ondersteunen scholen vaksecties en do centen die audiovisuele elementen in hun fictie onderwijs willen opnemen nblc nederlands bibliotheek en lectuur centrum taco scheltemastraat 5 postbus 93054 2509 ab s gravenhage tel 070 31 41 500 het nblc is de landelijke overkoepelende vereniging van de openbare jeugd bibliotheken in nederland de dienst boek en jeugd van liet nblc levert materialen en ontplooit activiteiten op velerlei gebied o a samen stelling van keuzelijsten tenstoonstellingspanelen en posters ontwikkeling van leesprogramma s ontwikkeling van materialen t b v de kinder boekenweek de bibliotheek omvat een grote collectie oude en nieuwe jeugd boeken en secundaire literatuur het nblc kan u informeren over adressen en activiteiten van de provin ciale bibliotheekcentrale pbc bij u in de buurt niam nederlands instituut voor audiovisuele media neuhuyskade 94 postbus 97734 2409 gc s gravenhage tel 070 33 14 3500 het niam ondersteunt het onderwijs met pedagogisch didactische hulpmid delen op audiovisueel gebied in alle onderwijsvormen not nederlandse onderwijs televisie noordse bosje 16 18 postbus 1070 1200 bb hilversum tel 035 72 36 11 de not verzorgt diverse op het onderwijs gerichte tv produkties op het gebied van fictie en jeugd literatuur nfi nederlands film instituut audiovisuele dienst postbus 515 1200 am hilversum tel 035 21 76 45 het nfi leent films video s en andere materialen aan het onderwijs cpnb stichting collectieve propaganda voor het nederlandse boek keizersgracht 391 postbus 10576 1001 en amsterdam tel 020 62 64 971 de cpnb organiseert ieder jaar o a de kinderboekenweek en de bekroning van de beste kinder en jeugdboeken met de gouden en zilveren griffels en penselen sss stichting schrijvers school samenleving huddestraat 7 1018 hb amsterdam tel 020 62 34 923 bij de sss zijn schrijvers en dichters aangesloten die op scholen en in bibliotheken vertellen over hun werk of werkgroepen begeleiden de sss produceert ook videofilms rond auteurs stichting lezen keizersgracht 391 1016 ei amsterdam tel 030 62 30 566 57 de stichting lezen is een samenwerkingsverband van overheid boekenbranche bibliotheekwezen en dagbladpers voor de instandhouding en bevordering van de leescultuur daartoe verspreidt de stichting lezen o a voorlichtingsmateriaal the mainstreain of poetry goes back to the old tribes has been carried forward by the great subterranean culture 58 bijlagen bijlage l de kerndoelen nederlands algemene doelstelling met het oog op hun maatschappelijk functioneren persoonlijke ontwik keling en voorbereiding op verdere studie en beroep is het onderwijs in de nederlandse taal erop gericht te bevorderen dat leerlingen in staat en bereid zijn taal zowel produktief als receptief in mondelinge en schriftelijke vorm te gebruiken om dat te kunnen moeten de leerlingen enerzijds de waarde van taal voor hun cognitieve en affectieve ontwikkeling in haar verschillende functies kunnen ervaren en moeten ze de mogelijkheden ervan in manieren van praten luisteren schrijven en lezen voor hun ontwikkeling leren ge bruiken anderzijds moeten leerlingen in communicatieve situaties juiste vormen van taalgebruik en denkwijzen kunnen toepassen en in taaluitingen van anderen deze denkwijzen en vormen van taalgebruik kunnen interpreteren van belang daarbij is dat leerlingen in dergelijke situaties hun kennis gevoelens en gedachten kunnen verkennen en ordenen en strategieen kunnen hanteren die op het bereiken van het communicatieve doel zijn afgestemd in beide gevallen is het van belang dat leerlingen leren reflecteren op taal en taalgebruik domein a taalgebruik subdomein spreken luisteren 1 de leerlingen kunnen in situaties met een meer formeel karakter aan een dialoog deelnemen met het oog op het geven of verkrijgen van de nodige informatie het weergeven van een eigen mening het overhalen van een gesprekspartner tot handelen 2 de leerlingen kunnen in klas of schoolverband aan een polyloog deelne men met het oog op het geven of verkrijgen van de nodige informatie het weergeven van een eigen mening het bereiken van een voor hen aanvaardbaar resultaat subdomein spreken 3 de leerlingen kunnen in de vorm van een korte monoloog voor een bekend publiek een persoonlijke beleving vertellen of een situatie beschrijven 59 subdomein luisteren kijken 4 de leerlingen kunnen intensief luisteren en doelgericht luisteren 5 de leerlingen kunnen een voor hen bestemde mondelinge instructie uitvoe ren 6 de leerlingen kunnen van een voor hen bestemde uitleg of een voor hen bestemd radio of televisieprogramma een globale samenvatting geven of de belangrijkste elementen ervan vertellen subdomein schrijven 7 de leerlingen kunnen zich zowel zakelijk als persoonlijk schriftelijk uitdrukken ten behoeve van hun directe omgeving officiele instanties of toekomstige werkgevers met het oog op het geven of verkrijgen van de nodige informatie en het overhalen van de geadresseerde tot handelen daarbij hanteren ze die conventies met betrekking tot interpunctie spelling struc tuur kenmerken van tekstsoorten taalgebruik en uiterlijke verzorging die daarvoor doelmatig zijn 8 de leerlingen kunnen op basis van reacties en suggesties van anderen een eigen tekst herschrijven subdomein lezen 9 de leerlingen kunnen globaal lezen doelgericht lezen en studerend lezen 10 de leerlingen kunnen in fictionele en niet fictionele teksten die aansluiten bij hun ervaringswereld en ontwikkelingsniveau en voor hen geschikt taal gebruik bevatten onderscheid maken tussen de daarin voorkomende feiten en meningen mededelingen en voorbeelden de volgende relaties herkennen middel en doel oorzaak en gevolg antwoord geven op vragen over het denken en handelen van de personages in de tekst de beschreven situatie de relatie tussen tekst en werkelijkheid de waarde van de tekst voor hen zelf en anderen aangeven welk doel de schrijver nastreeft en van die teksten een globale samenvatting geven waarin ten minste het hoofdonderwerp en de hoofdgedachte verwoord zijn 11 de leerlingen kunnen een voor hen bestemde schriftelijke instructie uit voeren 1 domein b kennis over taal en taalverschijnselen 12 de leerlingen kennen de regels voor de spelling van de werkwoords vormen en om deze regels te kunnen toepassen herkennen zijn in een zin de persoonsvormen de onderwerpen en de gezegdes waarin voltooide deelwoor den voorkomen 13 de leerlingen kunnen onderscheid maken tussen meer en minder formele taalgebruikssituaties en weten welk taalgebruik in deze situaties gehanteerd wordt 14 de leerlingen kennen het onderscheid tussen dialecten groepstalen en standaardtalen zij hebben inzicht in de achtergronden van verschillen in gesproken taal het ontstaan van talen en het in stand blijven en veranderen ervan 15 de leerling kennen schrijfprocessen en schrijf procedures zij kunnen vooraf of na afloop van het schrijfkarwei aangeven welke keuzes zij maken of gemaakt hebben 16 de leerlingen hebben inzicht in de maatschappelijke rol die de media spe len in de communicatie 17 ten dienste van de toepassing bij het taalgebruik kennen de leerlingen ten minste de volgende middelen waarmee de luisteraar of lezer gemani puleerd kan worden figuurlijk taalgebruik cliches persuasieve en suggestie ve elementen de karakteristieke eigenschappen van ten minste de volgende tekstsoorten het gedicht het stripverhaal het toneelstuk of de televisie serie het verhaal het dagboek de instructie tekst de reclametekst het krante artikel de functie van beeld en opmaak in een tekst en hebben zij inzicht in hoe een tekst gestructureerd kan worden met behulp van alinea s en door middel van een indeling in inleiding kernstuk en slot domein c informatievaardigheden 18 de leerlingen kunnen bij het verwerven van informatie gebruik maken van de volgende voor hen geschikte informatiebronnen en systemen vraaggesprekkenken audiovisuele media schriftelijke informatiebronnen geautomatiseerde gegevensbestanden 19 de leerlingen kunnen voor het verwerken van informatie zelf een eenvou dig gegevensbestand opzetten 20 de leerlingen kunnen in alle stadia van het schrijfproces tekstverwer kingsprogrammatuur gebruiken 61 bijlage 2 keuzelijst opdrachten uit piet gielen xander noe literatuuronderwijs een zure appel in moer 1990 1 p 10 e v n b deze opdrachten hebben betrekking op het omgaan met geschreven fic tie maar met enige aanpassing zijn de meeste heel goed bruikbaar bij film en televisie 1 ontwerp een lettertype waarin het betreffende boek gedrukt zou kunnen worden toelichten 2 hou een interview met de hoofdpersoon hoofdpersonen van het boek of interview de schrijver je moet wel informatie uit het boek aan de orde laten komen in je interview 3 schrijf een verhaal met hetzelfde thema als het gelezen boek 4 kopieer enkele recensies over het gelezen boek kun je halen bij de bieb plak ze in je schrift bespreek de argumenten die gebruikt worden en lever conunentaar 5 ontwerp enkele illustraties bij het gelezen werk voorzie ze eventueel van commentaar 6 schrijf een gedicht n a v het gelezen boek 7 teken een plattegrond van een belangrijke ruimte in het verhaal 8 ontwerp voor het verhaal een omslag zodanig dat een aspirant koper duidelijke informatie krijgt over de sfeer van het verhaal 9 bespreek uitvoerig hoe de spanning in het boek wordt opgebouwd 10 maak een reclamefolder voor het boek plak die in je schrift 11 laat een deel van het verhaal in een ander land met een volstrekt andere cultuur spelen pas namen en andere uiterlijkheden aan 12 bedenk zelf vijf mogelijke nieuwe titels voor het boek duidelijk toelich ten 13 stel je voor dat jij de schrijver bent aan welke passage heb je met het meeste plezier gewerkt en waarom 62 14 zoek een of naeer gedichten die bij het verhaal passen kopieer ze en plak ze in je schrift of schrijf ze over motiveer je keuze 15 maak van een passage van het verhaal een strip 16 maak naar aanleiding van het gelezen boek een lied pas de soort aan 17 welke vragen zou je de schrijver willen stellen laat duidelijk uitkomen datje het boek hebt gelezen 18 maak van het verhaal een krantebericht 19 beargumenteer waarom het de moeite waard is je boek te bewaren zodat het over tweehonderd jaar nog gelezen kan worden 20 laat twee hoofdpersonen met elkaar corresponderen schrijf minimaal drie brieven 21 herschrijf een fragment van het verhaal in een andere stijl b v roman tisch ironisch platvloers impressionistisch 22 schrijf een ander slot aan je boek 23 schrijf een artikel voor een weekblad als story of prive dat heet ik was een dag te gast bij de naam van de hoofdpersoon van het boek invullen 24 schrijf een recensie n a v het verhaal verwerk hierin ook informatie over de auteur 25 ga het gelezen boek na op zijn werkelijkheidsgehalte wat is levensecht wat niet geef ook argumenten 26 maak van de meest werkzame passages een filmscript geef nauwkeurige aanwijzingen voor de cameraman welke acteurs actrices zou je kiezen 27 als de schrijver in de vorige eeuw geleefd zou hebben hoe zou hij het boek dan geschreven hebben 28 beschrijf het uiterlijk van enkele belangrijke personen lichaam kleding maar dan uitsluitend op basis van de in het verhaal verstrekte gegevens citeer dus 29 schrijf een gedeelte van het verhaal vanuit een ander vertelperspectief 30 schrijf een ingezonden brief waarin je je uitvoerig boos maakt over het boek of over de handel en wandel van een romanfiguur 63 31 geef een zo nauwkeurig mogelijke persoonsbeschrijving teken ze eventueel na en beschrijf ook het karakter 32 uit welke gegevens in het verhaal blijkt in welke tijd het speelt duide lijk toelichten 33 zoek tien uitdrukkingen en of spreekwoorden die van toepassing zijn op het boek duidelijk toelichten 34 zoek bij het boek zakelijke informatie over het onderwerp bespreek de verschillen tussen deze fictionele en de zakelijke tekst en 35 maak n a v het gelezen boek een draaiboek voor een hoorspel deel de scenes in schrijf de rollen uit geef muziek en geluiden aan 36 schrijf een gedeelte van het dagboek van een of meer hoofdpersonen 37 noem minstens vijf problemen die je als regisseur zou hebben als je het boek zou verfilmen 38 zoek muziekwerken waarvan je vindt dat ze bij het gelezen boek passen met muziekwerken worden alle genres muziek bedoeld motiveer je keuze uitvoerig je kunt ook een cassettebandje maken 39 zoek tien foto s die bij het boek passen plak ze in en motiveer je keuze 40 schrijf de horoscoop voor enkele personen uit het boek 41 laat een van de hoofdfiguren dromen beschrijf die droom 42 vergelijk het gelezen boek met de verfilming van het boek 43 vergelijk twee boeken die hetzelfde thema hebben 44 de figuren in boeken reageren vaak anders op bepaalde situaties dan jij gedaan zou hebben bespreek uitvoerig hoe jij op bepaalde situaties die in het boek beschreven worden gereageerd zou hebben 45 zoek kunstreprodukties bij het boek licht je keuze toe 46 bedenk zelf een opdracht noteer die opdracht in je scluift misschien is deze lijst dan volgend jaar nog langer 64 leeservaring je leeservaring of je eigen mening moetje over elk gelezen boek voor je lijst op papier zetten lengte minimaal een halve pagina het is de bedoeling dat je je eigen mening zo goed mogelijk probeert te beargumenteren met behulp van concrete voorbeelden uit het gelezen werk de literatuurmeter kan een hulpmiddel zijn bij het formuleren van je lees ervaring mogelijk kunnen ook onderstaande vragen je helpen hoe ben j e aan dit boek gekomen waarom ben je dit boek gaan lezen wat verwachtte je toenje met lezen begon hoe kwam je aan die verwachting is uitgekomen watje van het boek verwachtte licht toe hoe voelde je je toen je het boek las waarom hoe voelde je je toenje het boek uit had waarom voor wie voor welk publiek is het boek volgens jou geschreven waarom denk je dat herken je gebeurtenissen waarover het in het boek gaat geef concrete voorbeelden vind je het verhaal echt waarom wel of niet kun je het boek met andere nederlandse boeken vergelijken met welke en waarom kun je het boek met vertaalde boeken vergelijken met welke en waarom kun je het boek met films vergelijken met welke en waarom welk stukje van het boekje heeft of jou de meeste indruk gemaakt hoe komt dat wat vind je de mooiste passage uit het boek noem de bladzijde en geef aan waarom je dat stukje zo mooi vindt wat vind je liet minst goede aan het boek leg duidelijk uit raadje anderen aan het boek te lezen motiveer je antwoord 65 colofon deze speciale aflevering van tsjip tijdschrift voor literaire vorming werd met dank aan de auteurs van het leerplan fictie in de basisvorming verzorgd door de redactie en in opdracht van de stichting promotie literatuuronder wijs met steun van het instituut voor leerplanontwikkeling slo gedrukt bij quickprint nijmegen in een oplage van 700 ex de eerste exemplaren zijn op 10 december 1993 tijdens een feestelijke bijeen een komst in het alberdingk thijmcollege te hilversum aangeboden aan de au teurs en andere aanwezigen daarbij werden drie korte demonstratielessen verzorgd door wil van der veur docent en medewerker van het ivlos r u utrecht jeugdboekenschrijfster selma noort en docent max verbeek een forum onder leiding van anja van leeuwen medewerker slaa en eind redacteur biografie bulletin met als deelnemers naast selma noort en max verbeek uitgever everard huizing bumper tikker diepzee etc ruud kraaijeveld auteur van schoolboeken docent en literatuurcriticus en anne de vries verbonden aan het nblc en de vu amsterdam boog zich over de betekenis van het leerplan deze tsjip extra wordt de abonnees donateurs van de spl ter gelegenheid van de jaarwisseling aangeboden naast aflevering 3 4 december 1993 extra exemplaren zijn te bestellen op onderstaand spl adres prijs per ex f 15 plus portokosten bij bestelling van 10 of meer exemplaren ineens be taalt u per ex f 12 50 plus portokosten bij vooruitbetaling op door ons te zenden rekening te voldoen niet abonnees niet donateurs van de stichting promotie literatuuronderwijs worden lid van de spl door een briefkaartje met naam adres telefoonnum mer etc te zenden aan de administratie adres voor nederland spl de schietspoel 1 5051 dl goirle telefonische aanmelding of be stelling na 18 00 uur bij het zelfde adres 013 346093 adres voor vlaanderen spl r u gent sint pietersplein 5 9000 gent telefonische aanmelding op werktijden 091 643549 een lidmaatschap kost met ingang van 1 januari 1994 f 40 bf 750 per jaar instellingen betalen f 50 resp bf 900 studenten f 30 resp bf 550