Publicatie datum: 1986-01-01
Auteurs: Wilfried Luyten, Marc Stevens
Collectie: 16
Volume: 16
Nummer: 1
Pagina’s: 42-53
Documenten
gedichten door zien vooraf een tijdje geleden schreven marc stevens en wilfried luyten een boekje bij mekaar over poezieonderwijs onder de titel gedichten door zien kinderen leren poezie lezen dit boekje verschijnt binnenkort bij acco tenminste als de goden de auteurs gunstig gezind blijven in dit nummer lichten we alvast een tipje op van de sluier en publiceren we enkele fragmenten uit het boek het boek is opgedeeld in een praktisch en een theoretisch gedeelte in het praktisch gedeelte behandelen de auteurs vier thema s op een poetische manier uitgebreid vertellen ze ons hoe je met kinderen in de voetsporen van de dichter de poezie kan ontdekken stapje voor stapje beeld voor beeld een van de thema s die ze behandelen is de stad uit dit thema lichtten we voor u een fragment het zal al snel duidelijk worden bij de lectuur dat de auteurs niet altijd even gelukkig zijn met het traditionele kinder poezieonderwijs zo zetten ze zich bijvoorbeeld sterk af tegen de kindzoete rijmelarijen en schrikken ze er ook niet voor terug om poezie naar de kinderen toe te schuiven waarin dubbele bodems en poetische symboliek gebruikt wordt in elk geval een uitdaging alvast een voorsmaakje l v w redactie een stad is een vreemd ding een inleiding een stad is een vreemd ding sommige dichters beschrijven haar agressie haar koelheid onnatuurlijkheid en doodse sfeer voor andere schrijvers betekent de stad leven het is daar waar mensen mekaar vinden in een stad valt er heel wat te beleven in het schrijven over een stad kun je zelf heel veel gevoelens kwijt een stad is een vreemd ding ze verandert jaar in jaar uit dat veranderen is niet gebonden aan aardse of natuur lijke wetten het zijn de mensen die de stad veranderen en ze leefbaar of onleefbaar maken in een stad staan de huizen in de rij en parken slingeren zich daar doorheen samen met smalle straatjes of brede lanen je ruikt er de vreemdste geuren na mekaar de zon priemt er langs bomen en schaduwen zijn er dikwijls hoekig als het regent wordt de goot een beetje beek maar dat is een ander ver haal en een ander thema die stad willen we eens bekijken en beleven 42 vonk 1986 16de jg nr 1 de stad ontmoeten vooroefeningen we gaan wandelen de stad in di t wordt een zeer ongewone leerwande ling want we hebben geen andere pretenties dan te wandelen we streven geen inzichten na van hoe een bakker werkt of hoe fabrieken er van binnen uitzien of welke soorten bomen er in dit park groeien we willen wel kijken luisteren ruiken en voelen en daar woorden voor vinden zoals dichters dat doen want wandelen in jouw stad is jezelf bijeenscharrelen en ontdekken hoe vruchtbaar je wel bent dat is van een doodse straat een bonte menigte stenen maken en mensen uit hun huizen halen wandelen in de stad is jezelf een beetje vinden geluiden rangschikken en voelen kleuren smaken en proeven woorden vervangen door dingen die je tot zichzelf laat komen wandelen in de stad is een lantaarnpaal nabootsen en denken dat je een dakgoot bent wandelen in de stad is van het ene raam naar het andere vliegen en denken dat je een vogel bent wandelen in jouw stad is het einde na de wandeling waarin de kinderen hopelijk enkele nieuwe brillen uitproberen d w z de stad op verschillende manieren bekijken n v d r proberen we met hun ervarin gen te spelen en ze op een paar manieren in woorden te vertalen wandelen kijken zoals dichters ons kuieren zou best verlopen in kleine groepjes het komt erop aan dat de leerlingen mekaar zo weinig mogelijk afleiden op ons tochtje leg ik niets uit jullie moeten zelf dingen vinden die schrijf je dan maar ergens op de dingen waar het om te doen is zijn die welke je normaal niet ziet hoort of ruikt om zulke zaken nu te vinden moet je soms je ogen eens dicht doen hoor je dan geen dingen die je nog nooit zijn opgevallen of probeer eens alleen maar 43 te ruiken snuif je geen geuren die je nu pas voor het eerst opsnuift je kan verder nog nieuwe dingen zien of voelen als je wat opschrijft noteer dan ook in welke omgeving dat was drukke straat plein veel lawaai weinig mensen maar namen van straten hoef je niet te noteren na een uurtje zitten we opnieuw in de klas en we bespreken enkele resultaten we vergelijken mekaars waarnemingen en proberen er woorden voor te vinden soms zal dat niet zo gemakkelijk zijn vandaar de volgende alternatieve mogelijkheid we vergeten de wandeling even en geven alle kinderen het gedicht thuiskomen dat lezen we samen en we gaan na waarover het wel zou kunnen gaan iemand komt thuis en ziet hoort allerlei dingen die heel eigen zijn aan zijn thuis het gaat om de waarneming van iemand die het eigene merkt van de dingen in hun omgeving ik zou het heel tof vinden dat jullie zelf eens een gedicht schrijven over jullie wandeling natuurlijk is dat niet gemakkelijk misschien gaat het beter als je je gedicht wat laat lijken op een voorbeeld b v thuiskomen je moet enkel de titel veranderen en natuurlijk ook een beetje de inhoud want je moet over jouw wandeling schrij ven om je nog meer te helpen staan er naast het gedicht thuiskomen nog een paar vraagjes gebruik ook wat je tijdens de wandeling hebt opgeschreven zie volgend blad de parallelgedichten die de kinderen schrijven kunnen worden voorgelezen de hoorders kunnen hun interpretaties geven we kunnen ons afvragen wat de dichter gezien heeft hoe de stad op hem overkwam welke bril hij had opgezet misschien ook wel of hij het prettig of vervelend vond of hij blij of kwaad was wandelen in woorden de taal van de dichter in deze oefening willen we twee doelen realiseren aller eerst willen we de kinderen enig inzicht geven in technie ken die dichters vaak onbewust hanteren daarnaast willen we de kinderen voorbereiden op gedichten die ze later in het thema nog zullen lezen als we over technieken spreken dan hebben we het over de manier waarop de taal wordt aangepakt dus vooral dat aspect van het communica tieschema behandelen we hier in een boek over poezie klinkt het wellicht raar maar de opdrachten die de kinderen moeten uitwerken zijn min of meer geprogrammeerd de leerkracht hoeft enkel de oefening in te leiden en de gefotocopieerde bladen uit te delen van dan af kunnen de leerlingen in groepjes verder in de gedichten die volgen komen nog wel eens personifica ties en neologismen voor daarop en daarmee werken de 44 kinderen in resp opdracht 1 en 2 thuiskomen m s ik kwam thuis wij gingen buiten en liepen of stonden te kijken naar tja en ging zitten waarnaar ik zat te kijken naar hoe buiten bomen met mekaar praatten naar hoe mensen voorbijgingen op het voetpad ik zat te luisteren waar heb jij naar geluisterd welke geluiden kwamen op je af naar hoe moeder welke heel gewone ma a r toch op en vader aan t koken val l ende dingen hoorde je waren en mekaar hard genoeg woordjes toefluisterden ik voelde de hardheid wat voelde je kon je al de dingen vasthouden van de stoel voelde je ook dingen die je niet de frisheid van de lucht kon zien in onze woonkamer ik rook de geur van eten rook je wat en van een vogel een parkiet om juist te zijn die vogel zag ik ook en ik hoorde hem maar vooral zijn geur hoe wist jij zo zeker dat je in de stad aan het wandelen was overtuigde me ervan hoe zag je dat dat ik thuis was rook je dat voelde je dat hoorde je dat 45 in de nu volgende introductie van de leerkracht wordt aan de kinderen expliciet een stuk van het communicatie schema gepresenteerd het is natuurlijk wel naar de kin deren vertaald lichtjes aangepast is het ook in andere thema s te hanteren binnenkort lezen we nog enkele gedichten waarin de stad een rol speelt dat is niet niks want sommige gedichten zijn toch niet zomaar te begrijpen dat wordt echter een stuk gemakkelijker als je over de sleutels beschikt die het slot van het gedicht kunnen openen voor elk 123 gedicht heb je zeker drie sleutels nodig die krijgen elk ook een naam het sleutelwoord een sleutel is dat je allereerst rustig moet kijken en luisteren naar de dingen waarover de dichter schrijft als hij over de stad schrijft dan moet jij de stad in en ze bekijken zoals je ze nog nooit bekeken hebt dat hebben wij al gedaan ons eerste slot is open als jij 1 de stad gevoeld hebt sleutelwoord 1 de bril van de dichter om een gedicht gemakkelijk te openen moet je echter nog een sleutel hebben en dat is die van de woorden dichters willen soms iets zeggen maar ze kunnen het niet en daarom gaan ze vreemde woorden gebruiken dat zullen wij vandaag ook eens doen zo leren we de tweede r e 2 sleutel gebruiken sleutelwoord 2 de taal van de dich ter de laatste sleutel is dat je zin moet hebben in het lezen van een gedicht en dat je het mooi of droevig of moet vinden dat je er wat voor jezelf moet uitha len misschien lukt dat niet van de eerste keer of met alle gedichten toch blijven proberen sleutel woord 3 ik ontmoet de dichter de volgende opdrachten gebeuren dan schriftelijk er kan gedifferentieerd mee gewerkt worden de hele klas kan aan een opdracht werken of in groepjes kan aan de twee opdrachten tegelijk worden gewerkt opdracht 1 we leggen twee kolommen met woorden aan in de eerste kolom plaatsen we dingen geen personen of dieren die ons tijdens de wandeling door de stad zijn opgevallen die we vreemd mooi apart vonden schrijf dus een zelfstandig naamwoord neer met daarbij als je wil een lidwoord en bijvoeglijk naamwoord in de tweede kolom schrijf je zaken op die zeggen wat jij zelf heel erg graag doet doe woorden uitleg is dat fietsen met vrienden gaan voetballen snoapen zorg voor wat groepjes woorden nu voegen we groepjes woorden uit de twee kolommen samen we nemen een woord of een groepje woorden uit de eerste kolom en eentje zomaar ergens uit de tweede kolom die twee samen geven ons een vreemd stukje zin zoals dichters dat wel eens schrijven dat we nu proberen volle 46 dig te maken als je dat gelukt is mag je bij die zin gerust nog wat meer schrijven tot je een verhaaltje of gedicht hebt dit samenvoe gen en uitschrijven kun je een paar keer doen cl2 e a a n e o2 je f v cl2 dor c ov oe ez cc opdracht 2 in deze oefening maken we nieuwe woorden want de woorden die bestaan hebben we al zo dikwijls gebruikt dat we er een beetje op uitgekeken zijn schrijf eerst een tiental dingen voorwerpen op die je tijdens je wandeling hebt gezien of gehoord bijvoorbeeld een stoel schrijf naast elk woord op waar dat voorwerp voor gebruikt wordt wat de mensen ermee doen erop zitten probeer met die laatste woorden nu een nieuwe naam te maken voor dat ding stoel zittoestel maak daar dan ook een zin mee 16chacu nxotm4 q e n nvuu44 l jvdcuea e oo c a a ci g oge o e a ogt ci faxd f onctrat q 1azz re t azir e tt t 24ary ems c oe b tot slot gaan we gezamenlijk na welke betekenissen er achter de zinnen zitten en wanneer we die zouden gebruiken hierna volgt nog een deeltje over voelen in woorden waarin de auteurs ingaan op de stad en haar symbolen n v d r 47 een foto album van de stad foto s en gedichten na de vooroefeningen houden we ons nu bezig met stadsge dichten dat doen we via een ommetje we zullen namelijk allereerst een fotoalbum van de stad aanleggen net zoals in de albums die bij ons thuis in een lade liggen roepen de foto s uit dit stadsalbum een heleboel herinneringen op foto s kijken brillen uitproberen we vragen de kinderen prenten en foto s van de stad mee te nemen naar de klas ook posters zijn welgekomen mate riaal daaruit maken we een selectie waarin we voldoende contrasten steken momenten van regen en zon stille buurt en drukke straat plein en straat enz we houden zowat tien foto s over iedereen krijgt dan rustig de tijd om die foto s te bekijken daarna stellen we de klas zo op dat we in kring kunnen praten en dat de foto s nog zichtbaar zijn we gaan nu vergelijkend praten vooral over de sfeer die de foto s oproepen zie volgend blad werken aan een album de kinderen krijgen hun eigen foto s terug voor de volgen de oefening kunnen ze die nog wel gebruiken wie bezit er thuis foto albums welke soorten foto s zitten daarin zijn er albums die over een ding of gebeurtenis gaan vertel daar eens wat meer over om welke gebeurtenis gaat het waarom bewaar je je ouders deze albums welke waarde hebben ze bekijk je bekijken je ouders die boeken geregeld staat er ook wel eens iets in geschreven nu leggen we ieder voor zich ook een foto album aan uit tijdschrif ten kranten reclameblaadjes en hopelijk ook een schoendoos vol vergeelde kiekjes halen we foto s die met de stad te maken hebben die proberen we te ordenen op om het even welke manier de stad van vroeger tot nu de stad van s morgens tot s avonds straten in de stad huizen in de stad een wandeling door de stad zodat we ons album ook een eigen titel kunnen geven al die herinneringen van mensen kleven we zorgvuldig in een schrift je er is hierbij slechts een verplichting we kleven de foto s enkel aan een kant van een dubbele bladzijde zodat we nog heel wat ruimte overhouden om te schrijven wat je hierbij wil schrijven is om het even laat het niet alleen zomaar een gewone beschrijving van de foto worden schrijf er heel speciale dingen op die je ziet of er zelf bijdenkt of schrijf iets over de heel gewone dingen op 48 wat zie je op de foto zou het daar prettig zijn waarom niet wie leeft daar of komt daar vooral wat gebeurt er op de foto op die plaats vind je dat normale dingen voor die plaats waaraan doet die foto jou nog denken ben je al in zo n buurt geweest wanneer was dat hoe voelde je je toen welk gevoel roept die foto bij je op welke andere foto past het best bij deze waarom 4ixltsvi ay 1w3f h y y ik t7klim q r 61 4 o i o t ll l7a 0 rne a f f cej tij j f u d eq a g eillo q q w eti bo tuoe q 49 de foto maar op een heel speciale manier zoals ook dichters dat doen natuurlijk mag moet je je album mooi verzorgen kleuren vanzelfsprekend geven we de kinderen wat tijd om dit werk af te maken op allerlei manieren zijn varianten mogelijk de hele klas kan gezamenlijk aan een album werken waarbij iedereen voor foto s en teksten zorgt een andere mogelijkheid biedt het werken in groepen elke groep verzamelt foto s en verwerkt die in een groepsalbum deze manieren van werken houden wel risico s in daarover meer in de volgende oefening waar we eigenlijk ook met gedichten zullen werken een andere variant betreft de commentaar die de kinderen bij de foto s schrijven om de opdracht concreter te maken kan de kinderen gevraagd worden zich in te beel den dat ze een voorwerp van op de foto zijn ze moeten zich inleven en in hun album neerschrijven wat ze zien voelen ruiken horen en wat ze zich zouden wensen zie volgend blad gedichten in ons album gedichten lezen en verwerken terwijl er aan het album gewerkt wordt wellicht in de klas en thuis bieden we de kinderen een reeks gedichten aan in een eerste stadium moeten ze die lezen en in hun fotoalbum proberen te gebruiken de vraag die ze zich moeten stellen is dus welk gedicht past bij een of andere foto de redenen daarvoor kunnen verschillend zijn dezelfde situaties doen zich voor de sfeer die uit beide spreekt is dezelfde de twee roepen gellj kc gevoe lens op enz op dit ogenblik wordt er op die overeen komst nog niet verder ingegaan wanneer de kinderen niet alle gedichten in hun album kwijt kunnen wat ook niet echt hoeft mogen ze ook nog op zoek gaan naar foto s die bij een gedicht passen of eventueel een collage maken wellicht is het aanleggen van een groepsalbum hier het meest verrijkend voor de kinderen ze zullen voordat ze een gedicht in het album moeten opnemen moeten discus sieren over de sfeer van gedicht en foto en de gevoelens die worden opgeroepen een risico bij dit groepswerk is natuurlijk dat men niet tot overeenstemming komt omdat men een gedicht of een foto anders interpreteert een selectie van gedichten met een paar letterlijke sfeer beelden volgt na deze uiteenzetting na een weekje of wat bekijken en bespreken we mekaars albums dat kan door eerst een soort van tentoonstelling te houden waarin de kinderen mekaars albums doorbladeren en er onderling over praten daarna kan elk kind in een gesprekskring zijn album diepgaander voorstellen de klas kan reageren op wat zij geslaagd vond mooi vreemd er moet natuurlijk gepraat worden over de combinaties 50 p 4 f 3 y 40 w 51 cr e f i a n o s a a e r 0 h s re 0 4i ro p a w p u n 1 ro in e 0 v p 4 ai 1 r a ni e 1 r 4 c 4 tr n a i a r ns a u g a 4 1 a o a a n a a o a a a o ni 0 u p a tr tr x g x h a 1 ro w r p 4 i ro u s na x roe s aa tr d 3 t p 0z i 05 4 a aa 0 ai g 14 i 0a a a d0 4trx00s dga a n o ou 4 4 4 a al 0z 3 n a htr 1 xrdt n 0 g 4 4 ni ro i rl a gno0t1 tr icros 3 n yca ca a a xe a z rd t n o a co n a r d a 0 0 h o ui n4 s40 a 0 ro 3 n e h p 0 a 4 v4j 0 n a 0 ni h a e m tsc 3 w 0 4 c o pn ri r1 p u1 sa 0 4 1 u4 a 0 0 4 w tr a td 4 0 ri u 7 5 a a q 4 o a a h af c a u a r n 0 a r a tr 4 m a h z p b4 4 np 4 4 u aa a ct a 1 n 4 i iz 0 ts ts 4 4 g 144 a p 0 r a b 4 m 4 a g a4 0 tr 1 1 0 a u a h 0 q 040 imo a o0 c a 00 r 7 30 n ri u ri w o n 3 e p a s xna e u xg a a g 4 1 0 e s x a r ww r tr a a a a ge 1 n roa oero a roer 30ua oro0 prn4 4j z 0 ro 4 0 tr a1 n a c 0 a c c wi 4u 0 4 z o 1 r 4 a 0 34 1 a e 4 4 x ro nis c i g o a a g as ra a a a sa 4 4ao x0aa 04 0 0034 1xmn 40 a a rotr hetr 3 4 it1 tn 00rt1 i oe iro a 30b re ro sa n tr r i 4 u x wow a ni p s x g tr al tr tr tr g a 0 0a 0c a a c c 4 o 4 ia 0 1 a g ti xu0 a a4 4roro rs roro i ro 1 e 1n rova a u rooroa u e n na i 00roe hrororo p 0 52 foto s teksten en gedichten en het waarom daarvan moch ten hier woorden tekort schieten dan kan een waardenschaal helpen gedichten en foto s kunnen overeenkomen omdat ze blij droevig levendig vreemd saai koud warm plechtig ongevoelig gevoelig zijn we kunnen het dan ook hebben over welke foto s bij een bepaald gedicht werden geplaatst voor sommige gedichten zal dat niet zo moeilijk geweest zijn een gedicht zoals oude huizen kan gemakkelijk een foto van een oud huis meekrijgen al hoewel niet om het even welke foto goed zal zijn moei lijker wordt het bij een gedicht als stad waar de inhoud en het onderwerp niet langer de overhand hebben maar waar de sfeer het gedicht en dus ook de foto zal bepalen doorheen de discussie moet het echter duidelijk blijven dat we niet op zoek zijn naar de betekenis van het gedicht maar dat we ieder onze eigen waardevolle interpretatie kunnen hebben het werken met foto s wil dus de kinderen kansen geven om hun interpretatie en hun beleving in een vorm te gieten we zijn dus niet bezig met auteursgedich ten maar met lezersgedichten ook bij het selecteren van de gedichten houden we er reke ning mee dat er foto s zullen worden bijgepast het zijn gedichten waarin geen al te moeilijke symboliek wordt gehanteerd op een aantal van die moeilijkheden werd in een vooroefening reeds geanticipeerd b v personifica ties hier volgt een mogelijke selectie vergezeld van wat sfeerbouwend fotomateriaal slechts een voorbeeld drukken we hier af n v d r zie vorig blad hierna volgen nog deel 4 en 5 in deze delen lopen de auteurs een beetje weg van het thema stad en schenken ze o a aandacht aan de ruimere symboliek vb groter kleiner tot slot wijzen ze nog op een aantal niet behan delde aspecten en geven ook hiervoor nog een korte aanzet n v d r wilfried luyten berentrodedreef 11 2820 bonheiden marc stevens constant jorislaan 11 2100 deurne 53