Documenten
sjaak kroon harde en zachte gegevens over ontwikkelingen in het voortgezet moedertaalonderwijs 1 inleiding onlangs publiceerde het instituut voor toegepaste sociologie te nijmegen onder de titel veranderen is gewoon een onderzoeksrap port met een inventarisatie en nadere analyse van op scholen voor voortgezet onderwijs in nederland voorkomende ontwikkelingen uit dit op een grootschalige schriftelijke schoolenquete gebaseerde rapport blijkt dat van de 1600 aan het onderzoek deelnemende scholen maar liefst 73 met ontwikkelingen bezig is ontwikkeling wordt daarbij gedefinieerd als een door de school bewust geini tieerd geheel van activiteiten dat tot doel heeft binnen bepaalde tijdsgrenzen antwoord te geven op een door de school ervaren on derwijskundige probleemsituatie of tot doel heeft vorm te geven aan een door de school gewenste nieuwe onderwijssituatie van galen bulte 1982 6 scholen moeten met zo n ontwikkeling ex pliciet bezig zijn dat wil zeggen dat het gaat om ontwikkelin gen die duidelijk omschreven of benoemd kunnen worden en niet om veranderingen die ook in het kader van goed gegeven onderwijs als het ware geruisloos ingevoerd worden van galen bulte 1982 14 het onderzoek onderscheidt op enqueteniveau negen ontwikke lingsgebieden met daarbinnen in totaal 69 ontwikkelingsvarianten deze gebieden en varianten verwijzen over het algemeen niet naar vakinhoudelijke ontwikkelingen ontwikkelingsvarianten die door de scholen wel specifiek vakinhoudelijk hadden kunnen worden in gevuld zijn met name te vinden onder het ontwikkelingsgebied leerstof leerstofinhoud binnen dit gebied werden echter slechts twee varianten door meer dan 5 van de deelnemende scholen ge noemd het betreft de aanpassing van de leerstof aan nieuwe vak inhoudelijke inzichten en het geschikt maken van de leerstof voor nieuwe werkvormen de nadruk blijkt te liggen op ontwikke lingen op de gebieden leerlingbegeleiding en brugklas brugpe riode vakinhoudelijke ontwikkelingen spelen nauwelijks een rol eenzelfde tendens is merkbaar in de bundel onderwijs bestel en 3 spiegel 1 1983 nr 2 3 28 beleid van kemenade red 1981 ook dit boek gaat voor een be langrijk deel over ontwikkelingen en veranderingen in het neder landse onderwijs vgl vooral lagerweij 1981 maar ook hier zijn de bijdragen vooral algemeen en vooral gericht op onderwijsveran deringen op meso en macroniveau en ook hier wordt aan vakinhou delijke ontwikkelingen nauwelijks aandacht besteed over de vraag in hoeverre er in het voortgezet onderwijs in neder land sprake is van vakinhoudelijke ontwikkelingen van welke aard die eventuele ontwikkelingen zijn en in hoeverre ze mislukken of slagen zijn nog maar weinig systematische onderzoeksgegevens be schikbaar dat er van vakinhoudelijke ontwikkelingen en verande ringen in het nederlandse onderwijs echter wel degelijk sprake is lijkt me duidelijk niet alleen de in bladen voor onderwijs gevenden telkens opnieuw terugkerende en verre van geruisloos ge voerde vakinhoudelijke discussies over zaken als de nieuwe wis kunde het grammatica onderwijs of literatuur op school vormen daarvoor een duidelijke aanwijzing maar ook recente vakspecifie ke overzichten ten aanzien van het aardrijkskunde onderwijs van den bosch 1980 het geschiedenisonderwijs toebes 1981 en het literatuuronderwijs duits thijssen 1983 documenteren dat uitge breid voor het voortgezet moedertaalonderwijs in nederland be staat echter afgezien van de historische studie van de vos 1939 een dergelijke documentatie zoals bijvoorbeeld strassner 1977 en ball 1982 die voor het duitse respectievelijk engelse moedertaalonderwijs bieden nog niet recente vakinhoudelijke ontwikkelingen in het nederlandse moeder taalonderwijs op het havo vwo vormen voor zover ze samenhangen met taalwetenschappelijke disciplines het onderzoeksobject van het nijmeegse project taalwetenschap en moedertaalonderwijs het betreft hier natuurlijk maar een klein onderdeel van het uitge breide complex van al dan niet geslaagde vakinhoudelijke verande ringen waardoor het moedertaalonderwijs van de laatste jaren ge kenmerkt wordt de resultaten van het onderzoek leveren dan ook niet meer dan een ontbrekend stukje van de puzzel die de recente vakinhoudelijke ontwikkelingsgeschiedenis van het nederlandse moe dertaalonderwijs nog is en waarvan het onderzoek pas op gang komt vgl werkverband onderzoek van het moedertaalonderwijs 1982 en griffioen 1983 in wat volgt ga ik eerst kort in op de opzet en de uitvoering van het genoemde onderzoek par 2 vervolgens presenteer ik te gen de achtergrond van de vraag naar mogelijke oorzaken van het niet slagen van vakinhoudelijke veranderingen in het moedertaalon derwijs een aantal voorlopige kwantitatieve par 3 en kwalita tieve par 4 onderzoeksresultaten en in aansluiting daarop sta ik tot slot kort stil bij de wenselijkheid van een gecombi neerde kwantitatieve en kwalitatieve aanpak in onderwijsonderzoek par 5 4 2 het project taalwetenschap en moedertaalonderwijs het volgende is in belangrijke mate ontleend aan het onderzoeks voorstel en de tot nu toe verschenen voortgangsrapportage van het project vgl kroon 1982 bij de opzet van het project taalwetenschap en moedertaalonder wijs werd er van uitgegaan dat maatschappelijke ontwikkelingen van invloed zijn op de inhouden van het moedertaal onderwijs voor die opvatting vonden we steun bij met name westduitse onder zoeksliteratuur vgl voor een overzicht maas 1974 en hamburger autorenkollektiv 1975 tegen de achtergrond van historisch materialistische analyses van de sociaal economische ontwikkeling na de tweede wereldoorlog wordt in die literatuur een expliciet verband gelegd tussen de voortschrijdende democratisering van samenlevingsprocessen en de toenemende mechansering en automatisering van het produktie proces in de duitse bondsrepubliek enerzijds en bepaalde ontwik kelingen in het westduitse moedertaalonderwijs anderzijds in het moedertaalonderwijs observeert men een sterkere nadruk op monde ling communicatieve aspecten van taalvaardigheid die wordt ver bonden met de toenemende democratisering democratisering vereist immers meer en intensiever overleg en daarvoor worden aan steeds meer mensen hogere eisen gesteld op het gebied van de verbale com municatie tegelijkertijd neemt men in het moedertaalonderwijs een toenemende formalisering van het grammatica onderwijs en de tekstanalyse waar die wordt mede gezien als een antwoord op de uit de automatisering voortvloeiende maatschappelijke behoefte aan mensen die vertrouwd zijn met formele en abstracte talen en procedures bij de overdracht en verwerking van informatie ten aanzien van de aangeduide veranderingen in het moedertaalon derwijs wordt aan twee belangrijke ontwikkelingen in de taalwe tenschap een bemiddelende rol toegekend de communicatieve ten dens zou mede gevoed worden door inzichten en onderzoeksresulta ten op het gebied van de socio en pragmalinguistiek disciplines die zich richten op de sociale en communicatieve aspecten van taal en taalgebruik de formaliseringstendens door ontwikkelingen op het gebied van de grammatica die zich vooral in de transforma tioneel generatieve variant in snel tempo ontwikkelde tot een formeel descriptieve theorie van de taal met name dit laatste aspect wordt in de genoemde literatuur uit de zeventiger jaren over het algemeen aangeduid als de linguisti sierung van het moedertaalonderwijs tegen deze achtergrond richt het onderzoek zich onder de steek woorden communicatie onderwijs en grammatica onderwijs in eerste instantie op de bechrijving en interpretatie van recente ontwikke lingen in het voortgezet moedertaalonderwijs in nederland deze ontwikkelingen worden beschreven en geinterpreteerd in termen van 5 de taalwetenschappelijke disciplines waar ze mee lijken te corres ponderen de maatschappelijke ontwikkeling voor zover deze een rol speelt in de ontwikkeling van zowel het moedertaalonderwijs als de taalwetenschap wordt in het onderzoek als niet meer dan een algemeen interpretatiekader gehanteerd bij de beschrijving van de manier waarop en de mate waarin er zich in het voortgezet moedertaalonderwijs in nederland vanaf het einde van de zestiger jaren vakinhoudelijke ontwikkelingen hebben voor gedaan ga ik in hoofdzaak uit van vier bronnen in eerste instantie betreft het zogenaamde documenten in ver band met het moedertaalonderwijs dat wil zeggen geschriften waarvan geredelijk lijkt te kunnen worden aangenomen dat ontwik kelingen die zich in het moedertaalonderwijs voordoen erin tot uitdrukking komen een tweede bron vormen de resultaten van eerder verricht onder zoek naar ontwikkelingen in het moedertaalonderwijs voor zover het de perceptie en het handelen van moedertaalleerkrachten be treft naar aanleiding van de gegevens uit deze twee papieren bronnen heb ik een schriftelijke enquete samengesteld voor in het havo vwo werkzame moedertaalleerkrachten de enquete levert kwantita tieve gegevens op ten aanzien van de onderzochte problematiek een vierde bron wordt gevormd door interviews met individuele leerkrachten die ook aan de enquete hebben deelgenomen de inter views leveren kwalitatieve gegevens op ten aanzien van de onder zochte problematiek in de rest van deze paragraaf ga ik vooral in op wat documenten en door anderen uitgevoerd onderzoek opleveren daarbij aanslui tend bespreek ik de verdere uitvoering van het onderzoek het zou te ver voeren hier uitgebreid op de verschillende docu menten in te gaan wie alleen al de laatste tien jaargangen van moer en levende talen naslaat kan zonder enige moeite tientallen titels noteren die op communicatie of grammatica onderwijs be trekking hebben daar komen dan nog bij incidenteel in andere tijdschriften verschenen bijdragen de cahiers van de didactiek commissie van de sectie nederlands van de vereniging van leraren in levende talen schoolboeken voor het moedertaalonderwijs di dactische handboeken voor aankomende moedertaalonderwijsgeven den en van de overheid of de verzorgingsstructuur van het onder wijs afkomstige nota s en adviezen deze en dergelijke documenten bieden van ontwikkelingen in het moedertaalonderwijs een zeer gevarieerde illustratie ze laten zien hoe het onderwijs in het nederlands althans in de ogen van de publicerende voorhoede in de loop der jaren communicatie on derwijs gaat heten hoe de leraar nederlands verandert in moeder taaldocent en hoe met deze naamsverandering een duidelijk socio 6 linguistisch geinspireerde visie op taal en taalonderwijs hand in hand gaat ze weerspiegelen ook voor een deel daarmee samenhan gend een duidelijke verandering in het denken over grammatica in het onderwijs waar ten aanzien van de communicatieve tendens ech ter primair sprake is van positief getoonzette aandacht is de teneur van de aan grammatica in het onderwijs bestede aandacht veeleer kritisch tot negatief te noemen de spraakmakende gemeen te plaatst grote vraagtekens bij de zinvolheid en het nut van tra ditioneel grammatica onderwijs enerzijds pleit men voor afschaf fing anderzijds voor alternatieven die uiteenlopen van transfor mationeel generatief georienteerd grammatica of taalbeschouwings onderwijs tot taalbeschouwing op basis van gebruikte taal dat met een beschrijving op grond van documenten alleen niet kan worden volstaan wordt duidelijk wanneer we ze confronteren met gegevens van empirisch onderzoek ten aanzien van de opvattingen het door henzelf gerapporteerde feitelijk handelen van moeder taalleerkrachten in de lespraktijk van alledag zo laat het empirisch doelstellingenonderzoek voor het moedertaal onderwijs zien dat er een groot contrast bestaat tussen de me ning van deskundigen ten aanzien van communale doelen op het ge bied van de moedertaal aan het einde van de leerplicht en de me ning van moedertaalonderwijsgevenden op dit punt de deskundigen vinden de traditionele schoolgrammatica als doelstellingengebied onbelangrijk of zelfs overbodig en zijn geneigd andere vormen van taalbeschouwing in dienst van de vergroting van de communicatie ve vaardigheid van de leerlingen belangrijker te vinden de leer krachten daarentegen zijn wel degelijk geneigd op grond van uit gesproken motieven bepaalde eisen voor communaal grammatica on derwijs te stellen terwijl daarnaast nog aan diverse wenselijk heden op dit gebied wordt vastgehouden vgl bos 1978 het svo project evaluatie van het grammatica taalkunde en taalbeschouwingsonderwijs geeft een door enquetegegevens onder bouwde bevestiging van de hierboven al gesignaleerde feitelijkheid en de omvang van het grammatica onderwijs in nederland en van de mate waarin het geven van grammatica onderwijs door leerkrachten gemotiveerd wordt vgl tordoir wesdorp 1979 het onderzoek maakt bovendien duidelijk dat er nauwelijks scholen zijn die zich niet kunnen vinden in de inhoud van het traditionele grammatica onderwijs ook scholen die een op de transformationeel generatieve grammatica of het structuralisme geente methode gebruiken blijken toch de traditionele doelen na te streven alternatief gramma tica onderwijs lijkt derhalve zeldzaam in nederland of het zou naast de traditionele grammatica gegeven moeten worden aldus de conclusie van tordoir wesdorp 1979 98 ook uit buitenlands onderzoek blijkt dat leerkrachten in hun op leiding wel met moderne taalwetenschappelijke theorieen kennisma ken maar dat er van een directe invloed van die theorieen op hun lesgeven nauwelijks sprake is vgl voor een overzicht hagen 7 kroon 1982 de gepresenteerde gegevens laten zien dat een beschrijving van ontwikkelingen in het moedertaalonderwijs alleen op basis van do cumenten een hoogst precaire zaak is omdat daarmee de opvattin gen en het feitelijk handelen van leerkrachten voor een belang rijk deel buiten schot blijven documenten mogen dan op een zeer evidente wijze communicatieve tendensen in het moedertaalonder wijs lijken te weerspiegelen leerkrachten blijken in die ontwik keling in geen geval als voorlopers gekwalificeerd te kunnen wor den waar in de documenten een hoge prioriteit voor communicatie ve vaardigheden in het moedertaalonderwijs als het ware hand in hand gaat met een grondige twijfel aan en of afwijzing van gramma tica onderwijs lijken leerkrachten zich veeleer op een gematigd tot uitgesproken positief standpunt te stellen ten aanzien van de wenselijkheid en de zinvolheid van grammatica onderwijs en waar de documenten alternatieve vormen van grammatica of taalbeschou wingsonde rwijs propageren blijken leerkrachten de traditionele grammatica of in ieder geval de doelstellingen daarvan nog hoog in het vaandel te voeren voor zover het aangehaalde onderzoek uitsluitsel geeft over de relatie tussen de taalwetenschappelijke opleiding en de moeder taalonderwijspraktijk van moedertaalleerkrachten is het beeld niet al te rooskleurig van die opleiding waarvan de transfor mationele taalkunde en de sociolinguistiek nu toch al weer een hele tijd een vast onderdeel vormen en waarin ook het structura lisme lang centraal heeft gestaan vgl zonneveld 1982 koning 1979 en uhlenbeck 1982 lijkt in de dagelijkse lespraktijk maar weinig terug te vinden een belangrijke opmerking hierbij moet echter zijn dat dit beeld voor zover het de empirische onderbouwing ervan betreft relatief fragmentarisch blijft en voor een deel gebaseerd is op betrekke lijk weinig en niet altijd even representatieve gegevens in het project taalwetenschap en moedertaalonderwijs werd daarom een uitgebreide vragenlijst samengesteld voor in het havo vwo werkzame moedertaalleerkrachten het is de bedoeling door de enquete een representatief antwoord te krijgen op vier vragen 1 hoe staan moedertaalonderwijsgevenden tegenover grammatica on derwijs en communicatie onderwijs 2 hoe is het gesteld met de taalwetenschappelijke geschooldheid van moedertaalonderwijsgevenden 3 wat is de mening van moedertaalonderwijsgevenden over de rele vantie van taalwetenschappelijke disciplines voor het moeder taalonderwijs 4 hoe is het gesteld met de toepassing van taalwetenschappelijke inzichten en onderzoeksresultaten in de dagelijkse lespraktijk 8 om de representativiteit van de enquetegegevens zo veel mogelijk te kunnen waarborgen werd de enquete toegezonden aan een a se lecte steekproef van 1000 in het havo vwo werkzame moedertaalleer krachten van 63 1 van de leerkrachten werd een bruikbaar inge vulde enquete terugontvangen op de verwerking en analyse van de vragenlijst wil ik hier niet al te diep ingaan alleen het volgende de gegevens zijn gebruikt voor het vervaardigen van 1 een algemene beschrijving van de deelnemende leerkrachten in termen van een reeks achtergrondkenmerken onafhankelijke va riabelen en 2 een algemene beschrijving van de uitkomsten van het onderzoek in termen van de vier genoemde vragen afhankelijke variabe len door middel van patroonanalyse werden de onafhankelijke onder zoeksvariabelen gereduceerd tot zeven relevante typologieen van leerkrachtkenmerken en door middel van clusteranalyse werden de afhankelijke onderzoeksvariabelen gereduceerd tot acht clusters van enquete antwoorden de relatie tussen typologieen en clusters werd onderzocht door middel van variantie analyses deze analyses leidden tot de be schrijving van de profielen van groepen leerkrachten die hoog res pectievelijk laag scoren op de verschillende clusters afhankelij ke variabelen de onderscheiden profielen zijn in feite ideaaltypische beschrij vingen dat wil zeggen reeksen kenmerken die weliswaar ieder af zonderlijk op analytisch niveau verklarende kracht hebben maar die in de werkelijkheid niet per se in een leerkracht verenigd hoeven te zijn daarom is de werkelijkheidswaarde van deze pro fielen nader onderzocht het bleek mogelijk in de onderzoekssteek proef groepen leerkrachten te isoleren die aan de samengestelde profielschetsen beantwoorden op basis van de profielschetsen werd via een automatische selec tieprocedure een klein bestand van moedertaalonderwijsgevenden opgebouwd bij een aantal van hen worden interviews afgenomen waarin de enqueteresultaten worden teruggespeeld naar de respon denten de kwantitatieve enquetegegevens krijgen door de kwali tatieve interviewgegevens meer relief en een grotere zeggings kracht 3 voorlopige onderzoeksresultaten harde gegevens in het voorgaande heb ik al uiteengezet dat het onderzoek uit gaat van het bestaan van een zekere relatie tussen ontwikkelingen in de taalwetenschap en ontwikkelingen in het moedertaalonderwijs ontwikkelingen in het moedertaalonderwijs worden verondersteld samen te hangen met de mate waarin leerkrachten in hun lesgeven 9 beinvloed worden door inzichten uit de taalwetenschap in de leer krachtenenquete staan in dit verband de sociolinguistiek het structuralisme en de tranformationeel generatieve taalkunde cen traal in wat volgt zal ik aan de hand van enquetegegevens voor alledrie de disciplines ingaan op de linguistische scholing van de moeder taalleerkrachten hun ideeen over de relevantie van de linguis tiek voor het moedertaalonderwijs en de mate waarin ze in hun les geven iets met die linguistiek zeggen te doen het betreft hier de vragen 2 3 en 4 zoals genoemd in paragraaf 2 de daar als eer ste genoemde vraag wordt hier verder niet aan de orde gesteld 3 1 linguistische scholing van moedertaal leerkrachten voor sociolinguistiek structuralisme en transformationeel genera tieve taalkunde afzonderlijk komen achtereenvolgens aan de orde het al dan niet geschoold zijn in de discipline de mate van ge schooldheid de in dit verband gebruikte literatuur en de mate waarin er in de opleiding van de leerkrachten aandacht werd be steed aan de mogelijke relevantie van het vak voor het moedertaal onderwijs sociolinguistiek de vraag of de leerkrachten in in verband met of na hun studie op de een of andere manier hebben kennisgemaakt met de sociolin guistiek werd door een meerderheid positief beantwoord 54 van de docenten is wel 46 niet sociolinguistisch geschoold die scholing wordt door een meerderheid 58 8 als oppervlakkig gekarakteriseerd bij 21 8 was de kennismaking intensief en 19 4 van de leerkrachten neemt een middenpositie in die kennismaking met de sociolinguistiek vond plaats via een zeer uitgebreid en zeer divers literatuuraanbod door 289 leerkrachten werden 195 verschillende titels genoemd waarvan meer dan de helft maar een keer nederlandstalige publikaties overheersen een abso lute topper 93 keer genoemd is de inleiding in de sociolinguis tiek van appel hubers en meijer 1976 in de opleiding van de meeste leerkrachten 73 4 werd niet of nauwelijks aandacht besteed aan de mogelijke relevantie van so ciolinguistische inzichten en onderzoeksresultaten voor het moe dertaalonderwijs in de opleiding van slechts 16 2 van de leer krachten werd aan genoemde relevantie wel aandacht besteed en 10 4 neemt in het gevraagde opzicht een middenpositie in structuralisme van de ondervraagde leerkrachten heeft een ruime meerderheid ken 10 nis gemaakt met de structuralistische taalkunde 70 5 slechts 29 5 heeft niet met de discipline kennis gemaakt de mate waarin men structuralistisch geschoold is wordt door iets minder dan de helft van de leerkrachten als oppervlakkig gekarak teriseerd 46 7 32 acht de genoten structuralistische scho ling intensief en 21 van de docenten neemt in dit opzicht een middenpositie in de mediaan is 3 346 zodat we kunnen spreken van een intensief geschoolde minderheid de kennismaking met de structuralistische taalkunde vond plaats door middel van een gering aantal publikaties 377 respondenten noemen samen slechts 56 verschillende titels publikaties van paardekooper uiteraard en van der lubbes woordvolgorde in het nederlands van der lubbe 1968 scoren het hoogst er lijkt spra ke van een vrij beperkte canon van voornamelijk nederlandstalige publikaties aan de structuralistische kritiek op de traditionele schoolgramma tica en in dat verband de relevantie van het structuralisme voor het moedertaalonderwijs werd in de opleiding van iets meer dan de helft van de leerkrachten 51 geen aandacht besteed bij 32 8 was dit wel het geval en 16 1 neemt in dit opzicht een middenpo sitie in de mediaan is 3 561 in de opleiding van een minderheid van de leerkrachten werd aandacht besteed aan de relevantie van het structuralisme voor het moedertaalonderwijs transformationeel generatieve taalkunde van de ondervraagde leerkrachten heeft 86 4 een grote meerder heid dus kennis gemaakt met de transformationeel generatieve taalkunde aan slechts 13 6 van de leerkrachten is de discipline in de opleiding voorbijgegaan de mate van transformationeel generatieve scholing wordt door iets minder dan de helft van de leerkrachten als oppervlakkig gekarak teriseerd 44 8 38 7 beschouwt die kennismaking als intensief en 16 5 neemt een middenpositie in de mediaan is 3 185 er is sprake van een intensief geschoolde minderheid de transformationeel generatieve scholing vond plaats op basis van een redelijk divers literatuuraanbod 491 docenten noemen sa men 102 verschillende titels met name nederlandstalige handboe ken met als toppers kraak klooster 1968 verkuyl e a 1974 en klooster verkuyl luif 1969 overheersen aan de transformationele reactie op de traditionele schoolgramma tica en in dat verband de relevantie van de discipline voor het moedertaalonderwijs werd in de opleiding van een meerderheid 60 8 van de leerkrachten geen aandacht besteed bij 28 1 van de leerkrachten was dit wel het geval en 11 2 neemt een midden positie in samenvattend kunnen we stellen dat er wat alledrie de disciplines 11 betreft sprake is van een geschoolde meerderheid van in het ne derlandse moedertaalonderwijs werkzame leerkrachten de transfor mationeel generatieve taalkunde scoort het hoogst 86 4 als goede tweede volgt het structuralisme 70 5 en een heel eind daaronder met 54 de sociolinguistiek 6 3 van de leerkrachten is in geen enkele 35 7 daarentegen is in alledrie de discipli nes geschoold ten aanzien van de mate waarin men taalwetenschappelijk geschoold is is wat betreft alledrie de disciplines een meerderheid van de leerkrachten van mening dat die scholing als oppervlakkig bestem peld kan worden een vergelijking van de medianen laat zien dat de sociolinguistiek er in dit verband het slechtste afkomt me diaan 3 870 daarna volgt het structuralisme mediaan 3 346 en relatief het intensiefst acht men de transformationeel genera tieve scholing mediaan 3 185 in de opleiding van de meeste leerkrachten werd bij alledrie de disciplines geen aandacht besteed aan de mogelijke relevantie van het vak voor het moedertaalonderwijs een vergelijking van de me dianen laat zien dat de sociolinguistiek er ook in dit geval het slechtste afkomt mediaan 4 515 als slechte tweede volgt de transformationeel generatieve taalkunde mediaan 4 113 en het meest was er aandacht voor de relevantie van het structuralisme voor het moedertaalonderwijs mediaan 3 561 de in de opleiding blijkbaar veel gebruikte en veelal onderwijspraktisch gerichte publikaties van paardekooper zullen aan dit gegeven niet vreemd zijn 3 2 relevantie van linguistische disciplines voor het moedertaal onderwijs voor sociolinguistiek structuralisme en transformationeel gene ratieve taalkunde afzonderlijk komen aan de orde de mate waarin de leerkrachten voor zover in de desbetreffende disciplines ge schoold deze disciplines van belang achten voor het moedertaal onderwijs en de mate waarin ze argumenten voor een positieve dan wel negatieve stellingname in dit opzicht aanvoeren argumenten voor het al dan niet relevant zijn van de verschillen de linguistische disciplines voor het moedertaalonderwijs konden de leerkrachten geven in twee open vragen de antwoorden werden door middel van kwalitatieve codering verwerkt vgl wester 1980 sociolinguistiek van de 340 sociolinguistisch geschoolde leerkrachten is een ruime meerderheid 74 5 van mening dat sociolinguistische inzichten en onderzoeksresultaten van belang zijn voor het moedertaalonder wijs slechts 3 9 acht de sociolinguistiek niet van belang voor het moedertaalonderwijs en 21 6 neemt een middenpositie in 12 voor het relevant zijn van de sociolinguistiek voor het moeder taalonderwijs werden door 280 leerkrachten in totaal 485 argumen ten genoemd dat is gemiddeld 1 7 argument per leerkracht het hoogst in dit verband scoren argumenten die te maken hebben met de verbetering van de didactiek van het moedertaalonderwijs tegen het relevant zijn van de sociolinguistiek voor het moeder taalonderwijs werden door 32 leerkrachten in totaal 37 argumenten genoemd dat is gemiddeld 1 1 argument per leerkracht het niet toepasbaar zijn van de discipline scoort hier het hoogst structuralisme van de 445 structuralistisch geschoolde leerkrachten is iets meer dan de helft 50 2 van mening dat het structuralisme van belang is voor het moedertaalonderwijs volgens 21 8 is dit niet het geval en 28 1 neemt een middenpositie in voor het relevant zijn van het structuralisme voor het moedertaal onderwijs werden door 248 leerkrachten in totaal 368 argumenten genoemd dat is gemiddeld 1 5 argument per leerkracht het hoogst in dit verband scoren argumenten die te maken hebben met de leer doelen van het moedertaalonderwijs tegen het relevant zijn van het structuralisme voor het moeder taalonderwijs werden door 94 leerkrachten in totaal 119 argumen ten genoemd dat is gemiddeld 1 3 argument per leerkracht de vol gens de docenten te grote ingewikkeldheid van de discipline scoort hier het hoogst transformationeel generatieve taalkunde minder dan de helft van de 545 transformationeel generatief ge schoolde leerkrachten 41 9 is van mening dat het vak van be lang is voor het moedertaalonderwijs 30 2 acht de discipline voor het moedertaalonderwijs niet van belang en 27 9 neemt een middenpositie in voor het relevant zijn van de transformationeel generatieve taal kunde voor het moedertaalonderwijs werden door 249 leerkrachten in totaal 368 argumenten genoemd dat is gemiddeld 1 5 argument per leerkracht het hoogst scoren ook hier argumenten die te ma ken hebben met de leerdoelen van het moedertaalonderwijs tegen het relevant zijn van de transformationeel generatieve taal kunde voor het moedertaalonderwijs werden door 167 leerkrachten in totaal 213 argumenten genoemd dat is gemiddeld 1 3 argument per leerkracht ook hier scoort de te grote ingewikkeldheid van de discipline het hoogst samenvattend kan gesteld worden dat een niet onaanzienlijke groep moedertaalonderwijsgevenden van mening is dat inzichten en onder 13 zoeksresultaten van de sociolinguistiek en in iets mindere mate van de structuralistische en transformationeel generatieve taal kunde van belang kunnen zijn voor het moedertaalonderwijs een vergelijking van percentages en medianen laat zien dat de so ciolinguistiek in dit opzicht het hoogste scoort een ruime meer derheid 74 5 mediaan 1 840 acht de discipline van belang voor het moedertaalonderwijs ten aanzien van het structuralisme en de transformationele taalkunde zijn de verwachtingen met betrekking tot hun relevantie voor het moedertaalonderwijs hoewel minder dan in het geval van de sociolinguistiek ook relatief hooggespan nen wat betreft het structuralisme is iets meer dan de helft van de leerkrachten 50 2 mediaan 2 498 in het geval van de trans formationele taalkunde iets minder dan de helft 41 9 mediaan 2 790 positief gestemd ten aanzien van de relevantie van de dis cipline voor het moedertaalonderwijs opmerkelijk is het grote aantal docenten dat bij deze vraag een middenpositie inneemt er lijkt ondanks veelal hooggespannen ver wachtingen toch een bepaalde onzekerheid te bestaan ten aanzien van de mogelijke relevantie van de taalwetenschap voor het moeder taalonderwijs wat de naar voren gebrachte argumenten betreft kan worden opge merkt dat door voorstanders in alledrie de gevallen meer en meer gearticuleerde argumenten werden geformuleerd dan door tegenstan ders relatief de meeste argumenten werden naar voren gebracht ten faveure van de mogelijke relevantie van de sociolinguistiek voor het moedertaalonderwijs 3 3 invloed van linguistische disciplines op het lesgeven voor zover ze opgaven sociolinguistisch en of structuralistisch en of transformationeel generatief geschoold te zijn werd aan de leerkrachten gevraagd of er sprake is van een invloed van die dis ciplines op hun lesgeven als dit het geval was kon met voorgege ven antwoordcategorieen worden aangegeven hoe die invloed er con creet uitziet sociolinguistiek van de 340 sociolinguistisch geschoolde leerkrachten blijkt de sociolinguistiek bij een meerderheid 37 7 niet van invloed op het lesgeven bij 33 1 is wel sprake van een invloed en een gro te groep 29 1 neemt in dit opzicht een middenpositie in door 279 leerkrachten werden in totaal 651 antwoorden gegeven op de vraag hoe de sociolinguistiek concreet van invloed is op hun lesgeven de categorie als taalwetenschappelijke achtergrond voor de leerkracht bij het lesgeven in het algemeen scoorde het hoogst 208x 14 structuralisme bij een meerderheid 52 9 van de 445 structuralistisch geschool de moedertaalleerkrachten is de structuralistische taalkunde niet van invloed op het lesgeven bij 33 8 is dit wel het geval en 13 4 van de docenten neemt een middenpositie in door 225 leerkrachten werden in totaal 491 antwoorden gegeven op de vraag hoe de structuralistische taalkunde concreet van invloed is op hun lesgeven de categorie als taalwetenschappelijke ach tergrond voor de leerkracht bij het lesgeven in het algemeen scoorde ook hier het hoogst 203x transformationeel generatieve taalkunde bij een ruime meerderheid 71 1 van de 545 transformationeel geschoolde leerkrachten is de transformationele taalkunde niet van invloed op het lesgeven bij 16 5 is dit wel het geval en 12 4 van de docenten neemt een middenpositie in door 245 leerkrachten werden in totaal 419 antwoorden gegeven op de vraag hoe de transformationeel generatieve taalkunde concreet van invloed is op hun lesgeven en ook in dit geval scoorde de categorie als taalwetenschappelijke achtergrond voor de leer kracht bij het lesgeven in het algemeen het hoogst 198x samenvattend kan worden opgemerkt dat zowel de sociolinguistiek het structuralisme als de transformationeel generatieve taalkunde slechts in zeer geringe mate van invloed zijn op het lesgeven van de in die disciplines geschoolde leerkrachten een vergelijking van de medianen laat zien dat de sociolinguis tiek er in dit opzicht nog het beste afkomt mediaan 3 079 daarna volgen het structuralisme mediaan 3 674 en de transfor mationeel generatieve taalkunde mediaan 4 544 wat betreft de manier waarop de onderscheiden disciplines van in vloed zijn op het lesgeven voor zover van zo n invloed dus uber haupt sprake is zijn de betrokken leerkrachten zeer eensgezind de meest indirecte manier van beinvloeding scoort het hoogst in alledrie de gevallen linguistische disciplines zijn primair van invloed op het moedertaalonderwijs in de vorm van taalwetenschap pelijke achtergrondinformatie voor de leerkracht bij het lesgeven in het algemeen 3 4 samenvatten het beeld dat de gepresenteerde gegevens opleveren lijkt me glo baal wel duidelijk de leerkrachten die het onderwijs in het nederlands op het havo vwo voor hun rekening nemen zijn in meerderheid linguistisch ge schoold 86 4 in de transformationeel generatieve taalkunde 15 70 5 in het structuralisme en 54 in de sociolinguistiek de genoten linguistische scholing wordt voor alledrie de disci plines door een meerderheid van de leerkrachten als weinig inten sief gekarakteriseerd het minst intensief acht men zich geschoold in de sociolinguistiek daarna volgen het structuralisme en de transformationeel generatieve taalkunde in de opleiding van de meeste moedertaalonderwijsgevenden werd aan de mogelijke relevantie van linguistische disciplines voor het moedertaalonderwijs niet of nauwelijks aandacht besteed re latief de meeste aandacht in dit opzicht kreeg het structuralis me daarna volgen de transformationeel generatieve taalkunde en de sociolinguistiek de genoten linguistische opleiding hoe oppervlakkig en weinig gericht op de praktijk van het moedertaalonderwijs die ook is blijkt voor een meerderheid van de docenten voldoende aanleiding linguistische inzichten en onderzoeksresultaten van belang te ach ten voor het moedertaalonderwijs het meeste belang in dit ver band kent men toe aan de sociolinguistiek daarna volgen het structuralisme en de transformationeel generatieve taalkunde in sterk contrast met dit laatste staat het onderzoeksgegeven dat linguistische inzichten en onderzoeksresultaten in de praktijk van het moedertaalonderwijs niet of nauwelijks worden toegepast bij een meerderheid van de leerkrachten is de linguistiek niet van invloed op het lesgeven relatief nog de meeste invloed in dit opzicht heeft de sociolinguistiek daarna volgen het struc turalisme en de transformationeel generatieve taalkunde een opmerkelijke conclusie die uit het voorgaande getrokken kan worden is dat de sociolinguistiek de discipline met andere woor den waarin de minste leerkrachten geschoold zijn waarvan de scho ling als het oppervlakkigst wordt getypeerd en waarbij de minste aandacht werd besteed aan de relevantie ervan voor het moedertaal onderwijs door de leerkrachten niet alleen het meest relevant voor het moedertaalonderwijs wordt gevonden maar ook relatief het meest frequent in het moedertaalonderwijs wordt toegepast voor de meest bekende discipline de transformationeel generatieve grammatica geldt juist het omgekeerde zij wordt relatief het minst relevant geacht voor het moedertaalonderwijs en in het moe dertaalonderwijs ook het minst in praktijk gebracht de uit dit onderzoeksresultaat sprekende specifieke tegenstelling tussen sociolinguistiek en transformationele taalkunde lijkt me echter ondergeschikt aan een meer algemene uit de enquetegege vens te destilleren tegenstelling leerkrachten vinden inzichten en onderzoeksresultaten van taalwetenschappelijke disciplines wel van belang voor het moedertaalonderwijs maar doen er in de prak tijk van dat onderwijs weinig mee 16 4 voorlopige onderzoeksresultaten zachte gegevens op basis van kwantitatieve enquetegegevens heb ik in het voorgaan de laten zien dat er een tegenstelling bestaat tussen wat moeder taalleerkrachten vinden van en wat ze concreet zeggen te doen met linguistische inzichten en onderzoeksresultaten in relatie tot het moedertaalonderwijs de geschetste tegenstelling lijkt me van dezelfde rol als de te genstelling die keddie 1971 135 aanduidt als de discrepantie tussen educationist context en teachers context zij komt tot dit onderscheid op basis van kwalitatief onderzoek in een sectie mens en maatschappijwetenschappen op een engelse middenschool educationist context verwijst naar theoretische noties naar ab stracte begrippen naar hoe het er op school in de klas aan toe zou moeten gaan teachers context verwijst naar de praktijk naar het concrete lesgeven naar hoe het er op school in de klas feite lijk aan toe gaat uit keddies onderzoek blijkt dat leerkrachten zich in de context van de concrete lespraktijk in hun doen en la ten vaak laten leiden door ideeen en opvattingen die ze in de context van hun theoretische kijk op het lesgeven beslist en ex pliciet verwerpelijk achten ook al is de leerkracht in beide con texten een en dezelfde persoon toch is de kennis die hij in de ene context heeft niet dezelfde als de kennis die hij in de an dere context heeft dit gegeven aldus keddie is niet onbelangrijk als het erom gaat te verklaren waarom onderwijsverandering op school vaak fout loopt of stagneert ondanks alle oprecht goede bedoelingen van de betrokken leerkrachten bewustwording van deze tegenstelling die er op de keper beschouwd een is tussen theorie en praktijk lijkt voor het slagen van onderwijsverandering een fundamentele voor waarde deze tegenstelling bestaat in het geval van mijn onderzoek niet alleen als resultaat van kwantitatieve enquetegegevens de geen queteerde leerkrachten zijn zich van die tegenstelling zelf ook tot op zekere hoogte expliciet bewust dat wil ik illustreren met een geordende en becommentarieerde bloemlezing van schriftelijke commentaren van leerkrachten bij de in het project taalwetenschap en moedertaalonderwijs gebruikte vragenlijst in deze bloemlezing is anders dan in de interviews gebeurt geen onderscheid gemaakt tussen commentaren van verschillende typen leerkrachten oud of jong man of vrouw linguistisch geschoold of niet linguistisch geschoold vernieuwend of behoudend etc bovendien zijn alleen die commentaren opgenomen die op de een of andere manier bijdragen tot verheldering van de hiervoor geschet ste tegenstelling als het gaat om de vraag waarom moderne taalwetenschappelijke in zichten in het moedertaalonderwijs weinig in praktijk worden ge 17 bracht noemen veel leerkrachten met name praktische hinderpalen die een dergelijke verandering c q vernieuwing van het moeder taalonderwijs in de weg staan een erg belangrijke factor in dit verband blijkt gevormd te wor den door de sectie nederlands waarvan men deel uitmaakt in veel gevallen zijn de formuleringen die de leerkrachten ten aanzien van hun sectie kiezen min of meer neutraal theorie en praktijk sluiten in het lesgeven vaak niet op el kaar aan vanwege diversiteit van opvattingen binnen een sec tie waardoor omwille van een zekere continuiteit nieuwe op vattingen nauwelijks een kans krijgen maar vaker spreekt uit de commentaren een potentiele of zelfs dui delijke conflictsituatie ik vind jammer dat er geen aandacht wordt besteed aan de con flictsituatie waar je als docent in kan zitten met betrekking tot de sectie op mijn school wordt altijd met de traditionele grammatica gewerkt terwijl ik zelf anders zou willen dat ook probeer maar wel te veel rekening moet houden met de eisen wensen van de sectie en bijvoorbeeld mijn collega s zijn allemaal voor 1976 afgestudeerd ik heb niet de indruk dat ze zich ooit nog wat in enige theoretische achtergrond van het grammatica onderwijs zullen verdiepen moge er na hun pensionering wat leven in de brouwerij komen met name jonge leerkrachten voor het eerst op een school werk zaam ervaren de sectie als een duidelijk probleem een jonge leraar wordt in het begin van zijn leraarschap ge dwongen zich te conformeren met de bestaande situatie op een school zeker gezien het grote aanbod moet hij proberen zijn baantje te behouden wanneer een bepaalde zekerheid verkregen is kost het veel tijd en moeite om hier weer bovenuit te ko men met name als het gaat om verandering vormt de sectie een belemme ring ik kwam als jonge onervaren lerares terecht in een zeer tra ditioneel denkende sectie waarvan de meest invloedrijke leden de ouderwetse grammatica een warm hart toedroegen dragen het is bijzonder moeilijk dat patroon te doorbreken en tenslotte leg je je erbij neer onder druk gezet door afspraken omtrent leerprogramma s en gecoordineerde proefwerken de geschetste conflictsituatie kan uiteindelijk leiden tot berus ting en aanpassing ik voel me dan ook niet geroepen als eenling in de spits te beuken naast de stagnerende invloed van de sectie worden ook meer mate riele praktische hinderpalen veelvuldig genoemd bijvoorbeeld het ontbreken van goede schoolboeken er zijn nauwelijks boeken te noemen die op scholen gebruikt kunnen worden in verband met sociolinguistiek of transforma 18 tioneel generatieve grammaticalessen hetzelfde anders geformuleerd zowel voor communicatieve taalvaardigheid als voor de grammati cale taalwetenschap bestaan naar mijn mening geen prettige goed gedoseerde schoolboeken en dat maakt het in de praktijk allemaal nogal moeilijk en als dergelijke boeken er al zouden zijn dan nog gooien zaken als grote leerlingenaantallen capaciteitsproblemen urendruk overbelasting huisvesting van de school en dergelijke roet in het eten dat er in schoolboeken meer aandacht besteed wordt aan communi catieve vaardigheden en het belang daarvan ook door docenten onderkend wordt betekent nog lang niet dat er in de praktijk ook werkelijk meer tijd en aandacht aan besteed wordt daar voor zijn de klassen te groot de faciliteiten afwezig en de docent te overbelast met name de te grote klassen worden vaak genoemd veranderingen in het moedertaalonderwijs worden mijns inziens meer besproken dan in praktijk gebracht omdat dit laatste na genoeg onmogelijk is in klassen met 25 tot 30 leerlingen en de huisvesting in onze supergehorige barakken maakt iedere andere vorm dan frontaal lesgeven het werken voor mijn buren onmogelijk ook exameneisen en de toetsbaarheid van de lesstof spelen een rol er is een voortdurend spanningsveld tussen formele exameneisen en vernieuwde taalinzichten vaak in combinatie met tijdgebrek graag zou ik aan de mondeling communicatieve aspecten van taal vaardigheid meer aandacht besteden maar gebrek aan tijd 3 uur moedertaalonderwijs per week en eindexameneisen waarvoor veel training in schriftelijk werk noodzakelijk is maken dit moeilijk en wat toetsing betreft de toetsbaarheid van wat je onderwijst bepaalt in hoge mate je keuze voor lesstof en vorm ook als je dat eigenlijk zelf nogal bedenkelijk vindt verder kunnen de eisen van collega s van andere vakken in het al gemeen als belemmering werken grammatica onderwijs zou ik het liefste afschaffen voor neder lands niet nodig maar voor de vreemde talen moet het nu een maal je zou de leerlingen duperen bij ons op school als je ze niet goed grammatica gaf dus daar gaat je kostbare tijd dan ook het instroomniveau en het niveau van de leerlingen in het al gemeen worden genoemd de praktijk wordt bepaald door het niveau van de instroom van af de basisscholen enerzijds en de eisen van het eindexamen voor de verschillende scholen anderzijds het niveau van de leerlingen wordt soms expliciet gediskwalifi ceerd 19 de schriftelijke vaardigheid van de leerlingen is zo gering dat daar alle tijd aan opgaat daarmee samenhangend is er twijfel over het rendement van de les sen aandacht schenken aan mondeling communicatieve aspecten van taalvaardigheid stuit op problemen als ongeinteresseerdheid van de leerlingen ordeproblemen rendement van de lessen voor de gemiddelde leerling sommige leerkrachten noemen het hele scala praktische hinderpalen tegelijk leerboeken jaarprogramma s eindexameneisen klassegrootte verschil van opleiding en visie van sectiegenoten en collega s de eis van streven naar uniformiteit enz lessentabellen lo kaliteiten en dergelijke zijn belemmeringen die het functione ren naar eigen inzicht onmogelijk maken een leraar kan derhal ve alleen werken volgens methodes die passen in bestaande situ aties zonder beproefd pasklaar programma inclusief argumen tatie en motivering heeft hij geen schijn van kans deze en andere meer praktische weerstanden die volgens de leer krachten verantwoordelijk zijn voor het feit dat er van vernieu wing in het moedertaalonderwijs vaak weinig terecht komt keren terug in meer algemene vaak pessimistische beschouwingen die door sommigen op dit punt geleverd worden mijn indruk is dat veel van wat op onderzoeksinstituten en uitgeverijen wordt ontwikkeld niet wortel kan schieten in de schoolpraktijk 1 omdat die praktijk gebaseerd is en blijft op onderwijs kundige opvattingen en praktische schoolorganisatie ver ankerd in een in wezen nauwelijks veranderend sociaal eco nomisch systeem met name het voortbestaan van scholen be paalt veel en de wurgpaal van het eindexamen 2 omdat de aandacht en de energie van de leraar misschien van de leraar nederlands wel extra de afgelopen jaren via allerlei sluipwegen meer en meer getrokken is naar andere dan vakinhoudelijke werkzaamheden het star vasthouden aan een vakinhoudelijke status quo is een vorm van zelfbescher ming van de docent idealen en praktijk liggen vaak ver uit elkaar het zou goed zijn wat meer onderscheid te maken tussen de idealen die men zich als docent stelt en dat wat er in de klas van gerealiseerd kan worden de problemen waarmee een docent nederlands dagelijks te maken krijgt de problemen die hij wer kelijk als een bedreiging van zijn bestaan als docent ervaart zijn meestal van een geheel andere orde dit neemt niet weg dat de zorg voor dergelijke inhoudelijke aspecten van het on derwijs natuurlijk bijzonder belangrijk is kortom het onderwijsveld is veel sterker conserverend dan op de uni versiteiten studiecentra enz wordt aangenomen 20 bij een enkeling gaat het gesignaleerde pessimisme soms over in twijfel zelf vind ik het totale schoolgebeuren zo remmend werken op de communicatie dat ik de genoemde nadruk onwezenlijk onecht maar ook onverwezenlijkbaar acht en cynisme in toenemende mate twijfel ik aan de zin het nut en zeker de effectiviteit van bijna alles wat in de lessen ned gedaan wordt ook voor zover het taalbeschouwing betreft veel docenten geven ook aan dat de kern van de tegenstelling ligt in heel algemeen geformuleerd de afstand tussen de taal weten schap en de schoolpraktijk de wetenschap staat behoorlijk ver van de dagelijkse lesprak tijk in het voortgezet onderwijs met name de overbelasting van leerkrachten verhindert initiatie ven hunnerzijds tot verbetering van die relatie de afstand tussen taalkunde op wetenschappelijk niveau en de lesgevers in het voortgezet onderwijs is veel te groot de laatsten zijn met hun 29 lesuren overbelast en beschikken niet over de tijd om meer dan oppervlakkig en informatief kennis te nemen van wat taalkundigen aan nieuwe inzichten te bieden heb ben en ik vind het ontzettend moeilijk mijn onderwijs in verband te brengen met wetenschappelijke inzichten eenmaal in de prak tijk beland kom je toch niet meer aan de wetenschappelijke in zichten toe bovendien heb ik geen zin om meer energie in het werken te stoppen dan de concrete onderwijspraktijk vraagt als ik tijd overheb de praktische waarde van wetenschappelijk nieuws wordt vaak te klein gevonden ik heb de indruk dat er in het onderwijs veel te weinig door sijpelt van wat er in de wetenschap aan nieuws wordt gevon den en als er iets doorsijpelt is het vaak te wetenschappelijk te abstract en hoor je misschien terecht vaak dat is alle maal mooi maar wat kan ik er morgen of ovennorgen in de klas mee doen en je probeert in grote lijnen je vak bij te houden door algemene studies en samenvattingen te lezen maar je kan daar weinig mee aan in de dagelijkse lessen een mogelijke oorzaak of de onderwijspraktijk sluit weinig aan bij de wetenschappe lijke onderzoeksresultaten of methoden of de wetenschap denkt te weinig vanuit de praktijk van de schoolse onderwijstechni sche persoonlijke of maatschappelijke problematiek van onder wijsgevenden en onderwijsontvangers ook praktische hinderpalen blijken in de gesignaleerde afstand tussen theorie en praktijk vaak een rol te spelen met name het 21 ontbreken van een didactische vertaling van wetenschappelijke in zichten naar de onderwijspraktijk doet zich voelen misschien moet er sneller overgegaan worden tot het vertalen van wetenschappelijke kennis in didactisch materiaal bovendien acht men zich op het punt van veranderen onvoldoende geschoold ik denk dat veel docenten ik zelf in ieder geval in theorie het belang van communicatieve aspecten van taalvaardigheid voor het moedertaalonderwijs van harte beamen zij het niet als enig doel daarvan maar dat zij niet beschikken over kennis van en of vaardigheid in voor dat doel geschikte werkvormen en men ziet op tegen praktische consequenties die veranderen heeft wetenschappelijk uitgewerkte ideeen zou ik graag verwerkt zien maar helaas verzet zich in de praktijk nog o zo veel hiertegen veranderde aanpak heeft enorm veel consequenties vandaar mond jes maat beginnen en dan maar hopen het verschil tussen lesgevers en andere moedertaalonderwijs kundigen als verbijzondering van de tegenstelling tussen prak tijk en theorie wordt vaak genoemd mijns inziens is er een kloof ontstaan tussen de wetenschap pers en de gewone veldwerkers bijna alle publikaties ten aan zien van moedertaalonderwijs worden geschreven door mensen met vrijwel geen onderwijservaring dat hindert hen niet jam mer want ik wil best wel eens wat anders een intensievere relatie tussen deskundigen en praktijkwerkers wordt wenselijk geacht ik denk dat het belangrijk is dat vakliteratuurschrijvers eens feedback krijgen van vakliteratuurlezers de belangrijkste er varing die ik heb opgedaan in mijn korte onderwijsloopbaan is dat je het contact met de vakliteratuur gauw verliest omdat de praktische toepasbaarheid vaak gering is ontwikkelingen sneller gaan dan je kunt bijhouden en je gezien de hoeveelheid werk nadien niet veel zin over hebt om over je vak allerlei literatuur te bestuderen en algemeen verduidelijkend zou ik willen opmerken dat de gesigna leerde vernieuwing richting communicatie vooral in de vakbladen weerklank vindt en bij vakgenoten die niet dagelijks met het onderwijs bezig zijn te vaak ontbreekt een werkelijke prakti sche invulling die niet tot vrijblijvendheid aanleiding geeft ook onderwijspraktisch gerichte bladen bieden onvoldoende soelaas alle artikelen in moer en levende talen ten spijt vernieuwing in het onderwijs zal op een andere manier bereikt moeten wor den veel leerkrachten wijzen op de gebrekkige scholing die ze ten aan zien van de taalwetenschap en de voor het moedertaalonderwijs re levante aspecten daarvan in hun opleiding hebben genoten en in combinatie daarmee op de geringe ruimte die het onderwijs over 22 laat om het vak bij te houden de noodzaak van bijscholing wordt door veel docenten benadrukt het onderwijs laat geen tijd tot bezinning over voor confron tatie met theorieen uit de studietijd dit heeft tot gevolg sat je weer eens beseft dat onderwijs te veel beslag legt op de gewone dagelijkse schoolzaken en daardoor de blik ver nauwt en wetenschappelijke ontwikkelingen zijn leuk en aardig maar er zal veel intensiever gepoogd moeten worden ze in te voeren in het onderwijs vanzelf gaat dit vanwege drukke bezigheden van de docent nederlands zeker niet zinvolle oplossingen moeten gezocht worden in een uitgebreid supervisiesysteem voor begin nende leraren en in een regeling waarbij docenten taakuren krijgen voor bezoek van studiedagen en voorbereiding van leer plannen en vooral lesmateriaal bijscholing en lesgeven tegelijk wordt als te belastend ervaren binnen de razende drukte van het onderwijs zou het aanbeveling verdienen een docent de gelegenheid te bieden zijn vak als neerlandicus zeer veel omvattend bij te houden de band tus sen wetenschap en onderwijs is te los en vrijblijvend een heel specifieke kijk op nascholing waarin bovendien de rela tie tussen theorie en praktijk heel concreet wordt geillustreerd tot slot na mijn studie waarin ik overvloedig getrakteerd werd op de taalkundige ideeen van chomsky c s bleek ik met lege gramma ticale handen voor de klas te staan een voor de leerlingen geschikte methode was nog in ontwikkeling collega s konden niet overtuigd worden resultaat zelfstudie met paardekooper de aangehaalde commentaren maken duidelijk dat individuele leer krachten zich er terdege van bewust zijn dat er een aanzienlijke afstand bestaat tussen wat ze op het stuk van vernieuwing van het moedertaalonderwijs mede in relatie met taalwetenschappelijke inzichten in de klas allemaal zouden willen doen en wat ze er concreet kunnen doen in de geleverde commentaren lijken me in hoofdzaak drie groepen hinderpalen te onderscheiden op het eerste gezicht worden voor de genoemde afstand vooral prak tische hinderpalen verantwoordelijk gemaakt zoals het ontbreken van goede schoolboeken te grote klassen te weinig uren overbe lasting huisvesting en dergelijke en vooral door beginnende leerkrachten de al dan niet actieve tegenwerking van de sectie waarvan men deel uitmaakt dat dit soort zaken veel genoemd wordt is niet verwonderlijk ze zijn concreet benoembaar en je wordt er in het onderwijs elke dag opnieuw en vaak zeer tastbaar mee gecon fronteerd in nauwe samenhang met dergelijke praktische bezwaren wordt het meer algemene probleem van de afstand tussen theorie en praktijk 23 naar voren gebracht wetenschappelijke ideeen zijn niet toepas baar onderzoekers en lesgevers staan te ver uit elkaar en als gevolg van overbelasting is deze afstand door de leerkrachten bijvoorbeeld door bijscholing nauwelijks te overbruggen het betreft hier een categorie hinderpalen die veel minder tastbaar is dan de hiervoor genoemde maar waarop toch en misschien juist wel door die geringe tastbaarheid naar het zich laat aanzien veel veranderingen stuklopen een derde groep bezwaren heeft te maken met een aantal implica ties van de school als institutie hiermee zijn we aangeland bij de meest ondoorzichtige maar tevens meest fundamentele vernieu wingsweerstand ook als de afstand tussen theorie en praktijk wordt overbrugd en de genoemde praktische bezwaren uit de weg wor den geruimd dan nog blijft het totale schoolgebeuren de school als instituut met zijn eindexameneisen zijn toetsdwang en wat dies meer zij zo remmend werken op de communicatie dat verande ringen en vernieuwingen die juist op communicatie de nadruk leggen als en nu parafraseer ik een van de zojuist al aangehaalde leer krachten onwezenlijk onecht en onverwezenlijkbaar beschouwd moe ten worden het beeld dat uit deze samenvatting spreekt is pessimistisch het lijkt me echter wel realistisch veranderen gaat niet vanzelf maar kost tijd moeite en inspanning en dat alles zonder succesgaran tie gelukkig zijn er steeds opnieuw leerkrachten die zich er hierdoor niet van laten weerhouden aan veranderingen en vernieu wingen mee te werken het lijkt me nog helemaal afgezien van de vraag of het uberhaupt wel nodig of zinvol is dat per se de sociolinguistiek het struc turalisme of de transformationeel generatieve grammatica in het moedertaalonderwijs worden toegepast in ieder geval een belang rijke taak van onderwijsonderzoek de weerstanden waarop verande ringen en vernieuwingen in het moedertaal onderwijs kunnen stuk lopen en ook de facto blijken stuk te lopen nader in kaart te brengen en te analyseren en ze zodoende ook voor leerkrachten uiteindelijk beheersbaar te maken 5 besluit met de gepresenteerde leerkrachtreacties pretendeer ik natuurlijk niet een in alle opzichten representatief beeld te geven van de mening van de leraar of lerares nederlands in het nederlandse moe dertaalonderwijs over de mogelijke oorzaken van het niet of nauwe lijks toegepast worden in dat onderwijs van taalwetenschappelijke disciplines daarvoor zijn de beschikbare gegevens te beperkt en ook te toevallig tot stand gekomen ik ben er echter wel van over tuigd dat dit soort gegevens zinvolle en in veel gevallen zelfs onmisbare extra informatie kan verschaffen ten aanzien van onder 24 werpen die met behulp van kwantitatieve enquete gegevens alleen maar ten dele kunnen worden verduidelijkt en verklaard de hiervoor gesignaleerde discrepantie tussen theorie en praktijk als een oorzaak van het stagneren van vernieuwing van het moeder taalonderwijs is hiervoor een goed voorbeeld de enquetegegevens releveren dat zo n discrepantie feitelijk bestaat maar pas de leerkrachtcommentaren bij de enquete maken meer inzicht mogelijk in de aard en de oorzaken van die discrepantie voor zover althans door de leerkrachten gepercipieerd het is daarom dat ik veel verwacht van de eerder genoemde indivi duele leerkrachtinterviews waarin op basis van de verzamelde en quetegegevens meer specifiek dan met behulp van toevallige ge schreven reacties op discrepanties en problemen als de zojuist genoemde kan worden ingegaan ik verwacht van de interviews met name een bijdrage aan de interpretatie van de geconstateerde in congruentie tussen theoretische ideeen over moedertaalonderwijs vernieuwing mede op basis van moderne taalwetenschappelijke in zichten en de dagelijkse praktijk van het moedertaalonderwijs een belangrijke volgende stap die in mijn onderzoek niet meer gezet zal kunnen worden zou moeten zijn via observatie in de con crete lespraktijk na te gaan wat leerkrachten die zeggen taalwe tenschappelijke inzichten in de praktijk te brengen precies doen in de klas en wat dat uiteindelijk betekent in termen van obser veerbare gedragsverandering van leerlingen vgl lagerweij 1981 510 molenhoek 14 maart 1983 bibliografie appel r g hubers g meijer sociolinguistiek utrecht ant werpen het spectrum 1976 ball s j competition and conflict in the teaching of english a socio historical analysis in curriculum studies 14 1 1982 p 1 28 bos d j empirisch doelstellingsonderzoek voor het moedertaal onderwijs amsterdam r i t p 1978 bosch h m j van den geografie in het onderwijs een bijdrage tot de selektie legitimatie en evaluatie van geogra fische onderwijsdoelstellingen diss nijmegen nij megen c p g 1980 galen a m van j a bulte veranderen is gewoon ontwikkelingen uit de almanak voortgezet onderwijs verder uitgediept nijmegen i t s 1982 25 griffioen j denkbeelden over object doelstelling en methodes van onderzoek in de universitaire lerarenopleiding in spiegel 1 1 1983 p 9 40 hagen a j kroon sociolinguistisch onderzoek en moedertaal onderwijs in leidse werkgroep moedertaaldidactiek red 1982 p 183 202 hamburger autorenkollektiv sprachunterricht gleich linguistik zur kritik des linguistisierten sprachunterrichts stuttgart metzier 1975 keddie n classroom knowledge in young ed 1971 p 133 160 kemenade j a van red onderwijs bestel en beleid groningen wolters noordhoff 1981 klooster w g h j verkuyl j h j luif inleiding tot de syn taxis culemborg stam robijns 1969 tweede druk koning w k b sociolinguistiek in de nederlandse taalgemeen schap bibliografie van de taalwetenschap nr 1 am sterdam instituut a t w uva 1979 tweede druk kraak a w g klooster syntaxis culemborg keulen stam kem perman 1968 kroon s taalwetenschap moedertaalonderwijs en onderwijstaal kunde in kroon red 1982 p 1 36 kroon s red taalwetenschap en moedertaalonderwijs thema nummer gramma 1982 1 nijmegen 1982 lagerweij n a j de veranderbaarheid van onderwijs in van ke menade red 1981 p 501 567 leidse werkgroep moedertaaldidactiek red moedertaalonderwijs in ontwikkeling een overzicht van onderzoek tot 1980 muiderberg coutinho 1982 lubbe h f a van der woordvolgorde in het nederlands een syn chrone structurele beschouwing assen van gorcum 1968 tweede druk maas u argumente fur die emanzipation von sprachstudium und sprachunterricht frankfurt a m athenaum fischer 1974 26 strassner e aufgabenfeld sprache im deutschunterricht zur wandlung sprachdidaktischer konzepte zwischen 1945 und 1975 tubingen gunter narr 1977 thijssen m literatuuronderwijs duits sinds de invoering van de mammoetwet theorie en praktijk werktitel diss nij megen nijmegen te verschijnen 1983 toebes j g geschiedenis een vak apart het probleem van de verbinding van geschiedenis met andere mens en maat schappijvakken in het bijzonder maatschappij leer in het voortgezet onderwijs van de bondsrepubliek duits land engeland en nederland diss nijmegen meppel krips 1981 tordoir a h wesdorp het grammatica onderwijs in nederland een researchoverzicht betreffende de effecten van grammatica onderwijs en een verslag van een onderzoek naar de praktijk van dit onderwijs in nederland 1s gravenhage staatsuitgeverij 1979 uhlenbeck e m enige beschouwingen over verleden heden en toe komst van de taalwetenschap in nederland in forum der letteren 23 3 1982 p 163 183 verkuyl h j e a transformationele taalkunde utrecht ant werpen het spectrum 1974 vos h j de moedertaalonderwijs in de nederlanden een histo risch kritisch overzicht van de methoden bij de stu die van de moedertaal in het middelbaar onderwijs se dert het begin van de 19e eeuw turnhout van mierlo proost 1939a en b werkverband onderzoek van het moedertaalonderwijs vernieuwing en vernieuwingsweerstanden in voortgezet moedertaalon derwijs onderzoeksprogramma nijmegen interne noti tie 1982 wester f kwalitatieve waarneming en analyse inleiding in de kwalitatieve methodologie nijmegen sociologisch in stituut k u n 1980 young m f d ed knowledge and control new directions for the sociology of education london collier macmil lan 1971 27