Publicatie datum: 2002-01-01
Auteur: Cedric Stalpers
Collectie: 33
Volume: 33
Nummer: 1
Pagina’s: 2-13
Documenten
cedric stalpers wa t i s e en le esattitud e een veelgeciteerde definitie van attitude is een menta l e toestand georganiseerd door ervaring die richting geeft aan de reacties van een h e t b elang van individu met betrekking tot een object situatie of gedrag allport 1935 deze definitie geeft plezier in l eze n aan dat attitude een psychologische variabele is die ertoe leidt dat een individu op een consequente manier reageert op een bepaald d e r e latie tu sse n l ees attitude l eesge drag fenomeen in dit geval lezen in de vorm van en bibliothe e k gebrui k afkeuren of goedkeuren opzoeken of mijden dan wel waarderen of niet waarderen attitudes hebben dus een evaluatieve component voorts o n danks liet potentieel belang van leesattitude voor de zijn attitudes gevormd door ervaringen zoals verklarii g van verschillen in leesfrequentie en de eerdere leeservaringen in het onderwijs of de ecnnetir g van leesbevorderingsprojecten is neder vrije tijd directe ervaringen of meer indirecte lands onderzoek naar deze variabele en de ipiate ervaringen zoals leesbevorderende handelingen waarin deze feitelijk leesgedrag verklaart schaars dat van ouders waarderend spreken over boeken is een gemis voor onderwijs en bibliotheek aangezien kinderen meenemen naar de bibliotheek een nieefinsfnirnent dat liet construct leesattitude boeken cadeau geven etc als individuen geen operationaliseert inzicht kan verschaffen in verschillen directe of indirecte ervaring hebben met een tussen lezers en gebruikt kan wondert voor de bepaald fenomeen kunnen ze ook geen attitude effectbepaling van leesbevorderingspr jecten ten aanzien van dat fenomeen hebben positieve cedric stalpers ontwikkelde en toetste een schaal die ervaringen worden geacht in positieve zin bij te leesattitude nieet naar aanleiding van een recente dragen aan een attitude terwijl negatieve vraag van jeugdbibliothecarissen orii een dergelijk ervaringen leiden tot een negatieve attitude of instriinnent dit artikel geeft weer wat een leesattitude een verslechtering van een bestaande met name is en vat liet belang ervan is voorts worden de directe zelf verkregen ervaringen worden resultaten van een onderzoek onder 175 leerlingen geacht een sterk effect op een attitude uit te weerqeven ivaarniee is vastgesteld of attitude op een oefenen wanneer een leerling zelf ervaart dat betrouwbare manier gemeten kan worden en tivell e boeken vaak saai of te moeilijk zijn kunnen voorspellende waarde liet heeft voor leesgedrag en deze negatieve ervaringen ertoe leiden bibliotfreelzgebriiik wanneer ze als representatief ervaren worden dat de betreffende leerling een negatieve leesattitude krijgt in internationaal onderzoek naar factoren die het leesgedrag in de vrije tijd en op school oskamp 1991 geeft aan dat attitudes niet verklaren wordt frequent de variabele alleen een evaluatief karakter hebben en leesattitude naar voren geschoven onder andere gebaseerd zijn op ervaringen maar ook dat ze mckeima 1994 matthewson 1994 stokrnans een relatief duurzaam en stabiel karakter 1999 als leesbevordering vier doelen heeft hebben een lezer zal niet van de een op de meer lezen beter lezen meer plezier in lezen en andere week of de een op de andere maand het teksten van hogere toegedichte literaire plezier in lezen verliezen of het lezen als zinloos kwaliteit lezen betreft leesattitude twee ervaren leesattitudes kunnen echter wel daarvan deze variabele wordt beschouwd als de gerelateerd zijn aan levensfasen zo zien we dat theoretische uitwerking van leesplezier ohlsen tijdens de tienerjaren veel mensen het plezier in 199 2 en wordt gezien als een noodzakelijke lezen verliezen ook zij die als kind graag lazen voorwaarde voor een goede leesgewoonte ofwel schram 1999 cecil snlith 1990 vond in zijn frequent lezen onderzoek dezelfde breuk leesattitudes van kinderen zijn relatief stabiel maar deze zijn slechts in beperkte mate voorspellend voor d e 2002 1 moer 2 attitude die het kind als tiener zal hebben en de ficatie of beperking ten grondslag met object attitude die een tiener heeft is vervolgens weer doelen we op het soort boeken in dit geval in beperkte mate voorspell end voor de lees narratieve teksten eerder dan informatieve attitude die hij of zij later als volwassene zal boeken en niet bereik doelen we op het feit dat hebben op basis van zijn data kan gecon lezen en niet het lenen kopen of cadeau geven cludeerd worden dat binnen levensfasen van boeken centraal staat attitudes zeer stabiel zijn maar daartussen niet stabiel hoeven te zijn samenvattend wordt in dit onderzoek lees attitude gedefinieerd als de stabiele evaluatieve stokmans 1999 2000 werkt in haar onder houding ten opzichte van lezen in de vrije tijd zoeken het begrip leesattitude verder uit en gebaseerd op directe oftvel eigert en indirecte zoals geeft aan dat het gebaseerd is op de verwachte opvoeding ervaringen en venvachte consequenties van consequenties ofwel de waargenomen functies gerirnq van het lezen voor een individu anders gezegd een individu staat positief ten opzichte van het wat i s het bel ang v an le esa ttitude lezen als hij of zij positieve consequenties zoals een minimale leesvaardigheid zoals aangeleerd plezier ontspanning en kennisverrijking ervan in het basisonderwijs lijkt een noodzakelijke verwacht zij vond in haar onderzoek onder maar geen voldoende voorwaarde voor feitelijk volwassen lezers en niet lezers dat niet name lezen wanneer een kind goed kan lezen maar er affectieve ofwel gevoelsmatige consequenties van niet positief tegenover staat is de kans groot dat het lezen prikkeling van fantasie identificatie het in de vrije tijd niet zal lezen zo vond met personages dagdromen over het gelezene roettger 1982 in haar onderzoek dat er een belangrijke bijdrage leverden aan de technisch gezien minder goede lezers zijn die voorspelling van feitelijk leesgedrag deze desondanks een positieve leesvaardigheid had bevinding stemt overeen niet het onderzoek van den en andersom dat er technisch goede lezers telleger 1987 die affectieve leesdoelen zoals waren die een negatieve leeshouding hadden stemmingsregulatie negatieve emoties meer de eerstgenoemde groep las beduidend meer en hanteerbaar maken en een slechte stemming hechtte er ook beduidend meer waarde aan verminderen danwel positieve emoties en een voor het bereiken van een goede leesgewoonte goed humeur verkrijgen een belangrijke rol lijken niet alleen technische leesvaardigheden toedichtte bij het verklaren van verschillen in maar is ook een positieve houding noodzakelijk leesgedrag wel of niet lezen is niet alleen een zaak van kunnen maar ook van waarderen wanneer men spreekt over een attitude ten aanzien van gedrag zoals in dit geval lezen is het leesattitudes worden verondersteld bepalend te van belang om het specifieke gedrag nader te zijn voor het wel of niet hebben van een lees omschrijven in termen van domein tijd object gewoonte en mickulecky vond in zijn onder en bereik fishbein ajzen 1975 met domein zoek 1997 dat een leesgewoonte noodzakelijk doelen we op het kader waarin het lezen is voor het behoud van de leesvaardigheid plaatsvindt in dit geval niet alleen school maar louter leren lezen was onvoldoende zo bleek ook de vrije tijd onder leesgewoonte wordt uit zijn onderzoek voor het behoud van immers niet name het lezen in de vrije tijd leesvaardigheid hiervoor is frequent lezen verstaan wanneer een kind immers alleen leest waardoor men vaardigheden oefent en uitbreidt op of voor school maar niet in de vrije tijd lijkt in de vrije tijd vereist of anders gezegd rust een leesgewoonte afwezig tijd verwijst naar het roest tijdstip of de duur van het gedrag aangezien we in dit onderzoek eerder belangstelling hebben onderzoek naar leesattitudes kan informatie voor de leesgewoonten dan voor tijdelijke opleveren die gebruikt kan worden voor de verschijnselen zoals het voornemen om op praktijk van leesbevordering wetenschappelijke moment a boek b te gaan lezen ligt aan het aandacht voor de psychologische determinanten leesgedrag in ons onderzoek geen tijdsspeci van het lezen kan informatie oplevere n 2002 1 moer 3 waardoor de effectiviteit van leesbevorderings projecten vergroot wordt een belangrijk theoretisch gegeven is bijvoorbeeld dat lees attitudes een vrij stabiel karakter hebben dat gegeven wekt de indruk dat leesbevorde ringsactiviteiten een minimale duur en inten siteit dienen te hebben oen duurzame gedrags veranderingen te kunnen bereiken een redelijk stabiel persoonskenmerk als een attitude kan immers niet eenvoudig met kortdurende projec ten veranderd worden verschillende effectme tingen van leesbevorderingsprojecten hebben dit vermoeden bevestigd leesplezier bepaalt liet leesgedrag voorts kan een meetinstrument dat leesattitude op een betrouwbare manier operationaliseert waardoor ontstaat een leesattitude gebruikt worden bij het bepalen van de oskamp 1991 geeft aan dat er vier factoren effectiviteit van leesbevorderende initiatieven zijn die attitudes mede vormen te weten eigen door onderwijs en bibliotheken voorwaarde ervaringe n ouders invloedrijke leeftijdsgenoten hierbij is natuurlijk wel dat leesattitude het de zogenaamde peer groep en het onderwijs veronderstelde effect heeft op leesgedrag het merendeel van onze attitudes verkrijgen we dankzij onze ouders zo vond helma van lierop de attitudetheorie wordt meer dan zestig jaar 1 992 dat ouders een grote invloed kunnen frequent gebruikt in sociaal psychologisch uitoefenen op het leesgedrag van kinderen door onderzoek ter verklaring van cultureel en voor te lezen te praten over boeken en als maatschappelijk relevant gedrag de variabele rolmodel te fungeren door zelf te lezen greaney leesattitude kan mogelijk niet alleen dienen om 1980 vond in zijn onderzoek dat het hierbij inzicht te verschaffen in leesgewoonten van ni e t zozeer gaat om de sociaal economische kinderen maar ook gehanteerd worden om klasse van ouders maar eerder om hun feitelijk vanuit een gedegen theoretisch kader inzicht te gedrag zoals kinderen mee naar de bibliotheek krijgen in verschillen in gebruik van de nemen en hen boeken cadeau geven naarmate openbare bibliotheek ondanks dat meer dan kinderen dichter bij de adolescente levensfase n negen op de tien kinderen lid is van de komen verschuift de invloed van de ouders naar bibliotheek de instelling voor kinderen de die va n de leeftijdsgenoten kinderen gaan belangrijkste plaats is om boeken te verkrijgen elkaar opvoeden en conformeren zich aan de en deze zich veel inspanningen getroost om het smaak van hun leeftijdsgenoten sociaal cul lezen te bevorderen is wetenschappelijk tureel planbureau 2000 stalpers 2002 onderzoek naar de bibliotheeksector immers attitudes die gebaseerd zijn op eigen ervaringen nog zeer schaars de noodzaak tot meer zijn doorgaans het meest duurzaam wanneer theoretisch gefundeerd onderzoek naar gelezen verhalen aansluiten bij de leesmotieven bibliotheekgebruik gaf van der burg al in 1989 van kinderen zoals onderscheiden door saskia in haar onderzoek naar bibliotheekgebruik door tellegen en m en door lezen vormen van kinderen pag 29 voldoening ervaart die men niet verwacht had de zogenaamde secu n daire leesmotieve n zal de informatie die voorhanden is is vaak dit in positieve zin bijdragen aan de leesattitude frnqrrientarisch van aard over veel belangrijke als de inhoud van gelezen verhalen echter niet aspecten van liet bibliotheekgebruik is niets bekend appe ll eert aan leesmotieven die men heeft bovendien ontbreekt een tr eoretrscr kader waarin gelezen boeken fre quent tegenvallen of deze als onderzoeksresultaten geplaatst uvorden te moeilijk ervaren worden kunnen deze teleurstellingen de leesattitude schaden zeke r ooz 1 moer 4 wanneer deze als representatief en sterk ervaren plezier en een nutscomponent waarbij geldt worden aangezien attitudes gevormd worden dat beide een ongelijk voorspellend effect door ervaringen is deze factor een belangrijke kunnen hebben op gedrag sommige gedra rol toegedicht in het ontwikkelde meetinstru gingen zoals het maken van huiswerk zullen nient niet name door de nutscomponent voorspeld het onderwijs kan een sterke invloed uitoefe worden terwijl andere zoals een bezoek aan de nen op de leesattitude aangezien veel van de bioscoop eerder door de pleziercomponent feitelijke leeservaring binnen liet onderwijs voorspeld worden in ahtolas visie bepalen opgedaan wordt leesmaterialen die op school zowel het nuts en normgerichte utilitaire aspect gebruikt worden de mate van en soort aandacht en het meer affectieve hedonistische aspect voor technisch zwakke lezers de ruimte voor samen de totale attitude om de nutscomponent plezierlezer het aanbod aan leesboeken in een te operationaliseren gebruikt hij termen als omgeving die verleidt tot lezen en het rolmodel nuttig verstandig en waardevol voor de dat een docent vormt door zelf te lezen kunnen pleziercomponent termen als leuk saai ver allen direct of indirect de leeshouding van velend en plezierig kinderen bepalen mckenna 1994 naast het onderwijs kan ook de bibliotheek een het onderscheid tussen de hedonistische en grote invloed uitoefenen op de leeshouding van utilitaire component is zinvol omdat lezen kinderen met name voor kinderen is de zowel plezierdoelen als nutsdoelen kan dienen openbare bibliotheek een belangrijke plek om een scholier kan besluiten te lezen om zijn boeken te verkrijgen een activiteit die zowel taalvaardigheid te verbeteren meer succes te door ouders als school gestimuleerd wordt van hebben op school en kennis te verwerven zo der burg 1989 de bibliotheek kan invloed op vond roettger in haar onderzoek dat er de leesattitude uitoefenen door een aantrek scholieren waren niet een zwakke leesvaardig kelijke opstelling van materialen die verleidt tot heid maar een positieve leesattitude deze lezen boekbemiddeling en het uitvoeren van doelgroep zag lezen als een noodzakelijke voor leesbevorderingsprojecten zoals in brabant de waarde voor succes op school en een belangrijk rode draad middel om niet onder te hoeven doen voor hun klasgenoten sco k lll a l s 1999 plezier en nu t in het voorgaande is niet name aandacht er is weinig consensus over welke consequenties geweest voor leesplezier als onderdeel van de pleziercomponent van het lezen consti leesattitude attitudematen die uitgaan van een tueren weliswaar keert tellegers stemmings globale gevoelsstaat ofivel attitude uitwerken als regulatie in de meeste onderzoeken terug lezen het structureel wel of niet beleven van plezier om een negatieve stemming te verbeteren of aan liet lezen onder andere ohlsen 1992 aleer hanteerbaar te maken dan wel een posi blijken doorgaans een goede voorspelling te tieve stemming avontuur spanning en opwin bieden van feitelijk leesgedrag in de vrije tijd ding op te zoeken en verwijst zij ook naar stalpers 2002 ahtola 1982 stelt in zijn nells 1988 absorptiebegrip lezen oen op te beschouwing van attitudes dat deze echter uit gaan in een verhaal in een droomwereld te minimaal twee dimensies kunnen bestaan te stappen en alles om je heen te vergeten toch weten een hedonistische waarbij geanticipeerd wees een literatuurstudie naar consequenties van plezier centraal staat en een utilitaire waarbij het lezen uit dat er door theoretici vele het nut de waarde en de wijsheid van een affectieve consequenties van het lezen onder gedrag centraal staan de nutscomponent wordt scheiden worden stalpers 1998 zoals spanning geacht dicht tegen persoonlijke normen aan te dankzij lezen kun je spannende avonturen liggen waarbij lezen gezien kan worden als beleven fantasie door te lezen kun je je middel om te voldoen aan een persoonlijke fantasie de vrije loop laten en herkenning norm zoals een goede taalvaardigheid en succes lezers kunnen plezier beleven wanneer ze op school attitude bestaat in zijn visie uit een zichzelf herkennen in een personage e n 2002 1 molt 5 hierdoor meer inzicht krijgen in hun eigen attitudes ajzen 1988 als in de onderwijs gevoelsleven daarnaast worden in de literatuur psychologie bandura schurk 1981 wordt in ook genoemd inleven in de hoofdpersoon dit kader het fenomeen van self ecac een absorptie ofwel opgaan in het verhaal esthe belangrijke rol toegedicht self efficacy is de tische reacties plezier beleven aan de schrijfstijl waargenomen eigen vaardigheid om succesvol en manier van vertellen eerder dan aan de te zijn op een bepaald terrein in dit geval lezen inhoud van het verhaal en assertie opkijken ofwel het vertrouwen in de eigen leesvaar tegen sterke of succesvolle personages die als een digheden self efficacy is niet hetzelfde als rolmodel kunnen fungeren technische leesvaardigheid maar eerder de om vast te stellen in hoeverre deze onder uitwerking ervan op het zelfvertrouwen van een scheiden consequenties onder een noemer te lezer attitude en efficacy kunnen in theorie plaatsen waren was aan 140 volwassen lezers een sterk samenhangen aangezien beide het resultaat groot aantal stellingen voorgelegd over vornien zijn van eerdere positieve of negatieve ervarin van voldoening die zij door het lezen van gen niet het lezen wigfield 1997 het doel boeken konden verkrijgen stalpers 1999 een van dit onderzoek is om vast te stellen in factoranalyse die over de voorgelegde stellingen hoeverre dat het geval is en beide variabelen werd uitgevoerd wees uit dat vragen betreffende voorspellend zijn voor gedrag de plezierige ofwel affectieve consequenties het concept leesattitude wordt niet alleen in verdeeld zijn over drie verschillende factoren te relatie tot leesvaardigheid geanalyseerd maar weten affect gericht op personages zoals deze variabele wordt ook gebruikt om vanuit herkenning inleven en assertie ofwel opkijken een meer theoretisch perspectief het biblio tegen persowages affect gericht op de plot zoals theekgebruik van kinderen onder de loep te spanning en absorptie en affect verkregen door nemen de centrale probleemstelling van dit de sclirstijl eerder dan de inhoud van het artikel is daarmee bepaalt leesattitude liet leesgedrag verhaal ofwel esthetische reacties en de frequentie vair liet bibliotheekgebruik aangezien dit pilotonderzoek alleen onder volwassen lezers en niet onder kinderen was ond e r zoek s opze t uitgezet en het slechts een kleinschalig bij het operationaliseren van leesattitude is proefonderzoek was zijn de bevindingen ervan gebruik gemaakt van verschillende meetinstru niet vertaald naar vragen in het meetinstrument menten die beschreven zijn in publicaties van de dat onder de kinderen is uitgezet in plaats international reading association ter inspiratie daarvan is niet twee open vragen gevraagd welke zijn geraadpleegd henk melnicks 1995 the consequenties van het lezen kinderen het meest reader self perception scale gambrell palmer waarderen wat vind je het leukst aan lezen en codling mazzonis 1 996 motivation to read wat vind je het leukst aan jouw lievelingsboek profile de vragenlijst van saskia telleger 1987 en wiffitelds motivation for rending questionnaire do e l s te lling e n probl eem s te lling van dit 1997 als ook vragenlijsten die in de dagelijkse ond erzoek praktijk van het bibliotheekonderzoek gebruikt gezien het veronderstelde belang van lees zijn bij het opstellen van de vragen is er op attitude op leesgewoonte is het doel een meet gelet dat eerdere leeservaringen en verwachte instrument te ontwikkelen dat a betrouwbaar is consequenties van het lezen aan de orde ofwel voldoende interne samenhang heeft en kwamen de vragenlijst is besproken met een b een goede voorspelling biedt van leesgedrag jeugdbibliothecaris om te verzekeren dat deze tevens is het doel leesattitude niet in isolatie te begrijpelijk zou zijn voor kinderen zo is de bestuderen maar te toetsen of deze variabele uitdrukking opgaan in een verhaal veranderd in verklaringskracht toevoegt aan traditioneel in een verhaal duiken voorts is afgezien van het gehanteerde variabelen zoals geslacht en lees gebruik van likertstellingen ste l l i ngen zoals ik vaardigheid vind lezen leuk waarop men kan reageren door in het voorgaande is verschillende keren gespro mee oneens of mee eens aan te kruisen en is ken over moeite hebben met lezen in relatie tot gebruik gemaakt van regul iere mu ltiple choice leesattitude zowel in de theorievorming over vragen lezen is a zeer leuk b leuk c saai o f 2002 1 moer 6 d zeer saai de verwachting hierbij was dat van de respondenten was 54 jongen en 46 deze opzet begrijpelijker zou zijn meisje de gemiddelde leeftijd was 10 7 jaar het in de vragen van de leesattitudeschaal komt minimum was 9 jaar en het maximum 12 jaar ieder onderdeel van de gehanteerde definitie deze vragen maakten deel uit van een terug het evaluatieve karakter komt terug in de grootschalig bibliotheekonderzoek onder vraag of men lezen leuk versus vervelend vindt scholieren de consequenties komen terug in de vragen of men lezen spannend en meeslepend vindt en de resulta t e n eigen ervaringen worden bevraagd met een om vast te stellen of de interne samenhang stelling over de mate waarin kinderen de boeken ofwel de betrouwbaarheid van de vragen over die ze in het verleden hebben gelezen leuk attitude efficacy en leesfrequentie hoog genoeg vonden het stabiele karakter van de leesattitude is was zijn de zogenaamde cronbach s alfa s van bevraagd roet een item over de mate waarin deze schalen berekend men lezen zou missen als men er niet aan toe zou komen een eenvoudige manier om de alfa s te interpreteren is ze naar rapportcijfers te vertalen aan 1 75 leerlingen in groep 6 7 en 8 van vier door een vermenigvuldiging met 10 hieruit brabantse basisscholen en 1 openbare biblio blijkt de betrouwbaarheid van efficacy theek is de vragenlijst voorgelegd met daarin voldoende is na weglating van een vraag die niet gesloten vragen over leesattitude self efficacy met de andere bleek samen te hangen hetzelfde leesfrequentie en bibliotheekgebruik lees bleek te gelden voor de utilitaire ofwel frequentie is met vier vragen bepaald hoe vaak nutscomponent van attitude wanneer een hein leest men in het algemeen wanneer heeft uien werd weggelaten steeg de interne samenhang voor het laatst een boek gelezen hoeveel van de serie vragen de operationalisatie van de minuten heeft men de afgelopen week gelezen hedonistische ofwel pleziercomponent van en hoeveel boeken heeft men de afgelopen attitude bleek zeer goed maand gelezen die gestandaardiseerd zijn dat vervolgens zijn de plezier en nutscomponent houdt in dat antwoorden op deze vragen zijn van de leesattitude vastgesteld door het omgerekend naar een score die de spreiding gemiddelde te berekenen van de verschillende rond het gemiddelde aangeeft het is immers vragen gemiddelde van de pleziercomponent niet mogelijk een gemiddelde te berekenen van 2 88 standaarddeviatie 0 70 gemiddelde van bijvoorbeeld het aantal minuten per week met de nutscomponent 3 27 standaarddeviatie het aantal gelezen boeken per maand daarom 0 5 5 hetzelfde is gebeurd voor self efcacy zijn alle antwoorden omgezet naar de mate van gemiddelde 2 91 standaarddeviatie 0 55 afwijking van het gemiddelde waardoor ant bij leesfrequentie zijn zoals gezegd de woorden op verschillende vragen wel verge antwoorden op de vier vragen allereerst lijkbaar zijn gestandaardiseerd en vervolgens gemiddel d tabel 1 interne sarneiihaitg van de verschillende schalen uitgedrukt genieten roet crvrignrlrs nfn s 0 00 staat voor geen interne samenhaag 0 60 staat voor voldoende interne samenhang aantal vragen aantal ue elate n cronbach s n fn vrage n leesattitude pleziercomponent 6 86 leesplezier nutscomponent 2 70 self efficac y 3 6 3 leesfrequentie 4 77 2002 1 moer 7 ta b el 2 mate van samei2ha rtg tussen de drie variabelen lopend van 0 aeen samenhang tot 1 volledige samenhar q leesattitude l eesnttiturle sef ecacy leesfrequentie plezier nu t leesattitude pleziercomponent 64 40 59 leesplezier nutscomponent 6 4 33 7 5 s e l f e fficacy 40 33 2 8 leesfrequentie 7 5 59 28 iinimum 1 89 maximum 2 41 frequentie te voorspellen en is vervolgens vervolgens is niet een correlatieanalyse vast getoetst in hoeverre de componenten van gesteld in hoeverre deze vier variabelen met leesattitude nog iets aan deze voorspelling elkaar samenhingen toevoegen zowel de componenten van leesattitude als geslacht meisjes lezen meer dan jongens en efficacy hangen betekenis vol met elkaar en met self efficacy leerlingen die weinig moeite met leesfrequentie samen de kans dat de samenhang het lezen ervaren lezen meer dan leerlingen die op toeval berust is in alle gevallen kleiner dan veel moeite met het lezen ervaren verklaren 1 de samenhang tussen attitude en 17 van de verschillen in leesgedrag wanneer leesfrequentie enerzijds is hoger dan die tussen echter de componenten van de leesattitude aan leesfrequentie en self efficacy anderzijds om te de regressieanalyse worden toegevoegd trekken toetsen hoe sterk de voorspellende waarde is van deze het effect van geslacht en self efficacy weg attitude op leesfrequentie is een regressieanalyse anders gezegd het verschil tussen jongens en gebruikt deze maat geeft in percentages aan hoe meisjes in leesfrequentie berust niet name op goed variabele n a variabele b voorspelt in een verschil in leesattitude hetzelfde geldt voor deze analyse is allereerst geprobeerd niet verschillen tussen de groep leerlingen die weinig traditionele maten self efficacy ofwel waar moeite met het lezen ervaart en de groep die genomen leesvaardigheid en geslacht de lees meer moeite ervaart met het lezen van verhalen tabel 3 regressieanalyse reet als onafhankelijke variabelen geslacht en self ecacy in model 1 en de twee componenten van attitude toegevoegd in model 2 gestandaardiseerde t waarde p waarde verklaarde beta waard e variantje model 1 17 geslacht 31 3 57 01 self efficacy 23 2 73 0 1 model 2 59 geslacht 00 05 97 self efficacy 05 7 0 49 leesattitude pleziercomponent 65 7 51 00 1 leesattitude nutscomponent 20 2 50 05 2 ooz 1 moer 8 de eerste groep leest alleen meer dan de tweede lezen ofwel de consequenties die ze wensen te wanneer ook hun leesattitude beter is ervaren met het lezen de meest genoemde voorts blijkt dat de hedonistische ofwel plezier consequenties waren spanning door 50 component van de leesattitude een sterker effect genoemd fantasie en verbeelding 27 humor heeft op feitelijk leesgedrag dan de 18 iets ervan leren 15 meegesleept nutscomponent de nutscomponent voegt worden door een verhaal en wegdromen 11 slechts 2 verklaarde variantje toe aan de ontspanning voor het slapen gaan 13 en variantje die door de hedonistische component meeleven met of zich inleven in personages reeds verklaard is terwijl andersom de plezier 8 of om de woorden van de lezers zelf te component 24 verklaarde variantje toevoegt gebruiken als er personen in het verhaal aan de variantje die door de nutscomponent voorkomen kun je zelf verzinnen hoe die er uit reeds verklaard is uit de gestandaardiseerde zien dat je er zelf in je hoofd over fantaseert beta coefficienten in tabel 3 valt eveneens af te je bedenkt er dan allemaal dingen erbij i k leiden dat het effect van de pleziercomponent vind dat boeken zonder plaatjes veel leuker zijn groter is dan die van de nutscomponent ik kan altijd een beeld in mijn hoofd zien over eenderde van de variantje in leesattitudes wordt het wegdromen in een andere wereld schreven verklaard door geslacht meisjes hebben een kinderen in sommige boeken gebeuren leuke positiever leeshouding dan jongens leeftijd en nare dingen en dat vind ik leuk want dan jongere kinderen hebben een iets positiever word ik helemaal in het verhaal meegenomen leeshouding dan oudere en self efficacy dat boeken je in het verhaal meenemen en dat leerlingen die weinig moeite hebben met het je ze in een keer wilt uitlezen je kunt er lezen staan positiever ten opzichte van het helemaal in inleven en je voelt het net als in het lezen gezien de uitkomsten van de regressie boek je kunt gewoon helemaal in een andere analyse die in tabel 3 gepresenteerd is lijken wereld terecht komen deze variabelen een direct effect op de lees niet alleen het leesgedrag maar ook het attitude te hebben maar geen direct effect op bibliotheekgebruik van kinderen is onder de gedrag de variabelen geslacht en leesvaardigheid loep genomen alhoewel bibliotheekstatistieken voegen niets toe aan de voorspellende waarde uitwijzen dat bijna alle kinderen tussen de 8 en van leesattitude verandering in verklaarde 2 jaar lid zijn van deze instelling verschilt het variantje 0 1 f verandering df 2 174 gebruik ervan sterk zo komt 20 van de 0 11 p 96 bevraagde kinderen wekelijks in de bibliotheek met twee open vragen is gepoogd te achter tegen 29 die er eens per drie maanden of halen wat kinderen het meest waarderen aan het minder komt 15 van de kinderen leen t tabel 4 meervoudige rt gressieanalyse reet eerst geslacht en self ecacy model 1 en vervolgens leesnttitiide riiodel 2 als verklarende variabelen en frequentie waarmee enen de bibliotheek bezoekt als afhankelijke variabele gestandaardiseerde t waarde p waarde verklaarde beta waarde vn riantie model 1 6 geslacht 18 1 93 06 self efficacy 15 1 69 09 model 2 18 geslacht 01 13 90 self efficacy 01 06 95 leesattitude pleziercomponent 35 2 9 0 001 leesattitude nutscomponent 09 81 42 2002 1 moer 9 wekelijks een boek tegen 17 die nooit een van de verschillen in leenfre quentie verklaart boek in de bibliotheek leent geslacht en waargenomen leesvaardigheid voegen geen verklaringskracht toe aan de variabelen geslacht meisjes gaan iets vaker leesattitude verandering in verklaarde variantie naar de bibliotheek dan jongens en self efficacy 1 f verandering df 2 174 1 23 p 30 leerlingen die weinig moeite ervaren met lezen gaan iets vaker naar de bibliotheek dan con clu s ie s en aanbevelingen leerlingen die meer moeite niet het lezen de probleemstelling van dit onderzoek was in ervaren verklaren zes procent van de verschillen hoeverre leesattitude gebruikt kan worden om in bezoekfrequentie de verklaringskracht van verschillen in leesgedrag en bibliotheekgebruik deze variabelen wordt echter weggetrokken te verklaren wanneer het eerstgenoemde door de pleziercomponent van leesattitude die theoretisch construct op een betrouwbare 18 van de variantie in bezoekfrequentie manier geoperationaliseerd kon worden gezien verklaart leerlingen die een positieve lees de hoge cronbach s alfa voor de plezier houding hebben bezoeken vaker de component en de ruim voldoende alfa als het bibliotheek ongeacht hun geslacht of waar gaat om de nutscomponent kan geconcludeerd genomen leesvaardigheid net zoals we zagen bij worden dat het construct betrouwbaar geope leesfrequentie voegen ook hier waargenomen rationaliseerd is het bleek dat leesattitude en leesvaardigheid en geslacht geen verklarings dan niet name de pleziercomponent de kracht toe aan leesattitude verandering in meerderheid van de verschillen in leesgedrag verklaarde variantie 0 1 f verandering verklaart en hierbij het effect van geslacht en df 2 174 03 p 97 vervolgens is geanaly waargenomen leesvaardigheid wegtrok hetzelf seerd in hoeverre leesattitude leenfrequentie de gold voor de afhankelijke variabelen biblio verklaart theekbezoek en leenfrequentie waar de verkla ringskracht respectievelijk 18 en 29 was geslacht meisjes len e n meer dan jongens en self efficacy leerlingen die weinig moeite net als in het onderzoek van mckenna bleek ervaren niet lez e n lenen m eer dan leerlingen di e dat meisjes en goede lezers een positievere wel moeite niet het lezen ervaren verklaren leeshouding hebben waarschijnlijk omdat gezamenlijk 13 van de verschillen in meisjes meer door hun omgeving gestimuleerd leenfrequentie net als bij bezoek fr equ e ntie en worden om te lezen en omdat bij goede lezers leesgedrag wordt het effect van deze twee een plezierige leesbeleving niet belemmerd onafhankelijke variabelen weggetrokken door wordt door een geringe leesvaardigheid een de pleziercomponent van leesattitude die 29 nieuwe bevinding is dat leesattitude mee r tabel 5 meervoudige regressieanalyse ni et geslacht model 1 en vervolgens attitude en self ecary model 2 als verklarende variabelen en leenfrequentie als af3iankel ij i e variab ele gestandaardiseerde t ivaarde p waarde verklaarde beta waarde variantie model 1 13 geslacht 32 3 42 00 1 self efficacy 17 1 9 5 05 model 2 29 geslacht 11 1 26 21 self efficacy 00 0 3 9 8 leesattitude pleziercomponent 42 3 70 00 1 leesattitude nutscomponent 08 77 44 2002 1 moer 10 verklaringskracht heeft dan geslacht en maar vervolgens weinig mogelijkheden heeft leesvaardigheid hetgeen noopt tot de conclusie om een leuk boek te verkrijgen bijvoorbeeld dat louter stimulering door de ouders of een door een gering aanbod in de school of goede leesvaardigheid bijdragen aan een goede openbare bibliotheek dan kan dit negatief leesgewoonte maar er geen voldoende voor uitwerken op de leesfrequentie waarde voor zijn en daarmee ook geen uitput tende verklaring bieden voor leesgewoonten de cedric stalpers is als onderzoeker verbopideri aait de leesgewoonte lijkt toch eerder gebaseerd op de provinciale bibliotheek centrale voor noord brabant positieve consequenties van het lezen die de erg iverkt aan een proefschrift rift over de relatie nissen de leerling zelf ervaart zoals het meeleven met leesattitude van adolescenten iri relatie tot hu n personages de prikkeling van verbeelding en bibliotheek gebri ik prornotoms zijti de heer pro dr d fantasie het meegesleept worden in verhalen of schram universiteit utrecht en mevrouw dr m het vergaren van kennis stokrnans katholieke universiteit brabant hij wil een aanbeveling voor vervolgonderzoek is om graag marieke buisman uei gdbibliotl ecaris de vragenlijst onder een groter aantal kinderen bedanken voor haar waardevolle adviezen bij het uit te zetten ook in stedelijke gebieden het opstellen van de leesattimdeschaal en petra van onderzoek is uitgevoerd in scholen en een oosterhout merieuverker van de afdeling bibliobussen bibliotheek waaraan de provinciale bibliotheek van pbc noord brabant voor haar hulp bij de centrale noord brabant diensten levert deze uitvoering van liet onderzoek zijn doorgaans gevestigd in dorpen waardoor kinderen in een stedelijke orngeving buiten lite r a tuur beeld zijn gebleven het promotieonderzoek ahtola 0 hedonic and utilitarian aspects of van saskia telleger wees echter uit dat de consumer behaviour an attitudinal pers invloed van geografische factoren op het pective in e hirschman en m holbrook leesgedrag slechts klein was symbolic coii s t11 77cy behnviour ann harbour een andere aanbeveling is om wanneer de association for consumer behaviour 1983 vragenlijst wordt uitgezet in een andere ajzen i attitudes personality and behavior provincie te toetsen of de formulering in een chigaco dorsey 1988 boek duiken begrepen wordt door kinderen bandura a d schunk cultivating alternatieve formuleringen die kinderen zelf competence self efficacy and intrinsic gebruikten waren zo spannend dat je het niet interest through prosimal self motivation in kan wegleggen dat je het boek in een keer journal of personality aiirl social psychology vol wilt uitlezen en helemaal meeleven met het 41 1981 verhaal uiteraard is het ook mogelijk om burgt m van der jei wd te boek een overzicht verschillende alternatieve formuleringen te naar ieesqedrng vrijetijdsbesteding en bibliotheek hanteren en vervolgens vast te stellen of deze gebruik door jongeren den haag nederlands goed met elkaar samenhangen bibliotheek en lectuur centrum 1989 een derde aanbeveling betreft het opnemen van burgt m van der bibliotheekgebruik door de jeugd variabelen die in dit onderzoek buiten beeld verslag van een onderzoek onderjongeren in de zijn gebleven maar mogelijk wel een rol kunnen leeftijd van 10 tot 20 jaar den haag neder spelen een belangrijke variabele kan de sociale lands bibliotheek en lectuur centrum 1991 norm ofwel de positieve invloed van ouders op cecil smith m a longitudinal investigation of het lezen zijn deze variabele is in het huidige reading attitude developnient erom childhood onderzoek niet uitgebreid aan de orde to adulthood i n journal of educational gekomen een tweede variabele betreft de psychology vol 83 1990 mogelijkheid die een kind heeft gezien het fishbein m i ajzen belief attitudes intention aanbod van openbare bibliotheek and behavior an introrluctiorr to theory and schoolbibliotheek en boekhandel om een titel research reading addison wesley 1975 te vinden die aansluit op de eigen gambrell l b palmer r codling s leesvoorkeuren en leesmotieven wanneer een mazzoni aslessing motivation to read in leerling wel een positieve leesattitude heeft the rending teacher vol 49 1996 2002 1 moer 1 1 greaney v factors related to amount and type schram 1j kracht van hei lezen utrecht of leasure time reading in reading research faculteit der letteren universiteit utrecht quarterly vol 3 1980 1999 henk w s melnick the reading self stalpers c motives people have for reading perception scale a new tool for nieasuring fiction an overview of barlier theories for how children feel about themselves as use in furore research barcelona 10 x readers in the readinqteacller vol 48 1995 conference for cultural economics 1998 lierop debrauwer w van ik heb het ulel in jouu stalpers c llimensions of reading pleasure stem gehoord over de rol van iet gezin in de proceedirtgsaimac conference 1999 helsinki literaire socialisatie van kinderen deflt eburon helsinki school of economics and business 1992 administration 1999 matthewson g model of attitude influence stalpers c waarom haken leners af in upon reading and learning to read in k bibliotheekblad nr 18 2001 1zuddell m ruddell h singer theoretical stalpers c gevormd door ervaringen de roodels and processen of reading newark relatie tussen de leesattitude van tieners en international reading association 1994 hun betrokkenheid met de bibliotheek in mckenna r towards a model of reading t s j i p letteren jaargang 1 l nummer 3 2001 attitude acquisition in e h cramer m stalpers c leesattitude en sociale omgeving als marrietta fostering the love of reading the verklarende factoren voor leesgedrag en affective domain newark international bibliotheekgebruik een onderzoek onder 240 reading association 1994 dertien en veertienjarige scholieren nog te mickulecky l the need for affective literaten verschijnen in e h cramer m marrietta fosterinq the stokmaas m reading attitude and its effect on love of reading the affective domgin newark leisure time reading in poetics vol 26 1999 international reading association 1994 tellegen s i catsburg waarom zou je lezen nell v lost in a book the psycholoqy of reading for het oordeel van scholieren anders dan men vel pleasure new haven yale university press eens dacht groningen wolters noordhoff 1988 1987 ohlsen r leesplezier operationalisatie van een triandis h attitude and attitude change new begrip zwolle provinciale bibliotheek york wiley 1971 centrale drenthe 1992 wigfield a children s rnotivations for reading oskamp s attitudes and opinions englewood and reading engagement in j t guthrie cliffs prentice hall 1991 a wigfield reading engagement niotivatiiag roettger d elementary students attitudes readers dirough integrated instruction newark towards reading in the reading teacher 1982 international reading association 1997 schlundt bodien w nelck da silva rosa reflectie op literatuur nieuwe wijn in oude zakken in tsjip letteren 2000 2002 1 moer 12 bijl a ge vragen l e e sa ttitude sc h aal 5 van alle verhalen die je gelezen hebt hoeveel 1 vind je lezen spannend vond je leuk ik vind lezen heel spannen d o bijna alle boeken vond ik leuk oen te lezen 0 i k vind lezen een beetje spannend de meeste boeken vond ik leuk om te lezen o i k vind lezen saai sommige boeken vond ik leuk om te lezen i k vind er niets aan bijna geen enkel boek vond ik leuk om te lezen 2 vind je het lezen van verhalen leuk ik vind lezen heel leuk 6 beleef je veel of weinig plezier aan lezen 0 ik vind lezen leuk i k beleef veel plezier aan leze n 0 ik vind lezen niet echt leuk o ik beleef een beetje plezier aan lezen 0 ik vind lezen vervelend ik beleef weinig plezier aan leze n ik beleef helemaal geen plezier aan lezen 3 als je een tijdje niet aan lezen toekomt mi s je h et dan 7 vind je l ezen nuttig of ju i st t ijdverspilling dan mis ik het lezen echt 0 lezen is heel nutti g 0 dan mis ik het lezen een beetje lezen is nutti g 0 dan mis ik het lezen niet lezen is een beetje tijdverspilling dan ben ik blij dat ik niet hoef te lezen lezen is tijdverspillin g 4 komt het wel eens voor dat je je helemaa l 8 vind je dat je van lezen veel leert verdiept in een verhaal en vergeet wat er o m 0 van lezen leer ik veel je heen gebeurt van lezen leer ik een beetje ik duik vaak helemaal in een verhaal e n van lezen leer ik weini g vergeet dan wat er om me heen gebeur t van lezen leer ik niets ik duik meestal helemaal in een verhaal e n vergeet dan wat er om me heen gebeur t 0 ik duik songs helemaal in een verhaal e n vergeet dan wat er om me heen gebeur t ik duik nooit in een verhaal 2002 1 moer 13
Gerelateerd:
- Fictie in de basisvorming, een leerplan
- Een spiegelcurriculum voor communicatief taalonderwijs: een veldaanvraag nader beschouwd
- Verscheidenheid in eenheid en eenheid verscheidenheid. Twaalf docenten Nederlands over hun literatuuronderwijs in de bovenbouw van havo en vwo.
- Het afleiden van woordbetekenissen uit context: een poging deze vaardigheden te trainen.