Publicatie datum: 1984-01-01
Auteur: Georges de Schutter
Collectie: 14
Volume: 14
Nummer: 1
Pagina’s: 19-24
Documenten
het eeuwige ankerspel inleiding in het min of meer recente verleden zijn ook in dit tijd schrift en in zijn oudere zuster moer tientallen teksten over spelling gepubliceerd in de meeste gevallen gaat het dan ten minste gedeeltelijk over de spelling van de werkwoordvormen een onderwerp dat de nederlandse taal gemeenschap om diverse redenen nauw aan het hart ligt in zulke mate dan nog dat de vraag of iemand kan schrijven voor velen zelfs of iemand zijn taal kent in ruime mate op precies deze vaardigheid terug wordt gevoerd 1 waarom is het d t dt probleem zo moeilijk het antwoord is eenvoudig omdat onze spellingmakers t a v de spelling van eind t niet alleen een fonologisch principe ten grond slag nemen dat doen ze bij eind p en eind x ook maar daar ook een morfologische beslissingsprocedure bij ingebouwd hebben ter illustratie van een en ander een van de eigenaardigheden van de nederlandse spelling is dat je op het einde van een woord een klank wel eens op twee manieren kunt schrijven d w z in het ene woord moet je die klank met teken 1 schrijven en in een ander met teken 2 een voorbeeld daarvan is de p die we met schrijven in schop en met b in schub de reden is dat we bij verlenging van die woorden de klank horen die met het resp gebruikte teken overeenkomt hetzelfde als bij p hebben we ook bij de x die ofwel met ofwel met ch wordt weergegeven maar daarbij is er niet zo n mooie regel als bij de p we schrijven nox b v op twee verschillende manieren hoewel bij geen van beide een ver lengde vorm mogelijk is en dan is er natuurlijk vooral het hete hangijzer van de t die kan op het einde van een woord op niet minder dan drie manieren geschreven worden t d of dt er zijn wel regels voor maar die zijn bijzonder moeilijk je moet een heleboel dingen gelijk in het oog houden en als je dan tegelijk ook nog eens over de inhoud van wat je schrijft moet nadenken sluipt er allicht al eens een foutje tussen als je het allemaal nuchter bekijkt dan blijkt het volgen de de eventuele uitbreidbaarheid met een suffix of uit gang beginnend met a is bepalend bij zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden en bovendien bij de participia van werkwoorden en zelfs ook nog bij de ovt van onregel matige sterke werkwoorden vgl de volgende woorden die allemaal als we e n weglaten de eindletter van de uitgebreide vorm bewaren hoed en goed e ver moed e de e d en voet en zoet e bezocht e vonk 1984 14de jg nr 1 19 liet en maar dezelfde eenvoudige en bovendien veralge meenbare regel we hebben precies dezelfde voor de spelling van p en x gaat ineens foute voorspellingen doen voor de ott van werkwoorden ondanks hij geloofde is het nu ineens hij gelooft en niet geloofd en ondanks hij bereidde hij bereikt en niet bereid en met het laatste voorbeeld hebben we nog een ander ju weeltje uit onze nationale spellingschat opgedolven waarom is het hij bereidde en niet bereide cf wel hij breide ook hier is er natuurlijk een morfologische reden onafhankelijk van de stam moet het ovt morfeem suffix herkenbaar blijven in het schriftbeeld dat de facto dooreenhaspelen voor gezagsgetrouwen res pecteren van een fonologisch en een morfologisch principe maakt het spellers die niet van nature taalbeschouwer en door opleiding expert zijn onmogelijk om de regels toe te passen een schatting dat 90 van de min of meer ervaren spellers de beruchte d t regels niet foutloos toepassen lijkt mij het resultaat van een bijna losbollig optimisme 2 algoritmes als oplossing in zijn artikel van 1982 brengt w van peer 3 een korte samenvatting van wat als oorzaken van de bedroevende toe stand is aangevoerd en van wat als remedie kan worden overwogen zelf opteert hij voor een aanpak op algoritmi sche basis d w z de leerling in zijn etymologische betekenis degene die wat wil bij leren krijgt een verzameling beslissingsprocedures voor zich die in elk individueel geval dat zich voor kan doen noodzakelijk tot de juiste oplossing zullen leiden de beslissingsproce dures hoeven niet noodzakelijk de eigenlijke spellingsre gels te weerspiegelen ze hebben immers als uitsluitend doel om de lerende naar het juiste resultaat te leiden welke weg daarbij ook gevolgd wordt opvallend in van peer z n voorstel is dan ook dat vrijwel geen grammaticale terminologie wordt gebruikt m a w dat ook geen grammati cale kennis wordt voorondersteld een lovenswaardige bijkomstigheid gezien de geringe omvang van die kennis bij de spellende goegemeente wat is nu zo n proceduriele aanpak waard m i heel wat op voorwaarde ten minste dat a een volledige proceduriele beschrijving wordt bereikt op dit punt is van peer wat zijn eigen voorstel betreft bescheiden hij schat dat meer dan 95 van de ww vormen correct voorspeld worden dat zal in de praktijk zeker wel kioppen maar zeker is ook dat het voorge steld algoritme een imperatiefvorm rijdt voorspelt ten minste als we aannemen dat die vorm met het bij woord nu te combineren is zeker is bovendien dat het algoritme zolang het niet in de zin van noot 18 20 bij van peer is aangepast vindt jij je voorspelt beide feiten moeten als bezwaarlijk gelden een algo ritme heeft pas zin als de gebruiker er in alle gevallen op kan vertrouwen dus als het alle correcte vormen en geen andere voorspelt b dat niet alleen makkelijk toepasbare regels worden gegeven maar ook inzicht in de algemene problematiek wordt meegedeeld daarmee bedoel ik dat de procedure niet alleen gevolqd moet kunnen worden het is immers heel onwaarschijnlijk dat de speller de kaart met in structies heel de tijd in alle omstandigheden voor zich heeft leggen al zou dat in de onderwijssituatie helemaal niet zo gek zijn het algoritme moet ook gestructureerd inzicht geven zo dat de speller na inoefening heel precies weet met welke feiten hij zij in het vervolg rekening zal moeten houden op dit punt blijft van peer z n voorstel m i heel erg in gebreke er is geen intern structurerend principe dat de speller de weg kan wijzen 4 in wat volgt wordt een voorstel gedaan dat a vollediger is dan dat van van peer het heeft zelfs de pretentie dat het alle mogelijke vormen en uitslui tend die voorspelt 5 b de leerling speller heel precies inzicht geeft in het eigenaardige van de nederlandse spelling t a v de eind t klank de procedure verloopt zo dat m b t een verzameling taalvormen natuurlijke hypotheses in een logische volgorde worden uitgetest telkens wordt het eerst nagegaan of de meest eenvoudige schrijf wijze toepasselijk is voordat de minder eenvoudige in overweging wordt genomen voor de d t regels komt dat op het volgende neer als de meest eenvoudige schrijfwijze beschouwen we t dat teken heeft nu eenmaal op andere plaatsen in het woord ook de waarde it als dat niet kan dan proberen we het met d dat ten minste ook nog enkelvoudig is net als de voor te stel len klank en als ook dat niet gaat maar dat zullen we dan wel eerst heel grondig nagaan in twee ronden nl dan pas leggen we er ons bij neer dat we wel dt moeten schrijven de bedoeling van zo n voorstelling is nu precies de leer ling gevoelig te maken voor het feit dat er een goeie reden moet zijn om iets anders te gaan schrijven dan t en als die beslissing dan toch genomen is dan moet er een tweede goeie reden zijn om wat anders te schrijven dan d met name dt het voorstel is in twee aparte algoritmes opgesplitst nl een voor wat gehoord wordt als t en een voor wat gehoord wordt als dd of td jammer genoeg is zoals al gezegd een eenduidige regel of beter paar van re gels nl schrijf t behalve en in dat geval schrijf je d behalve niet mogelijk door de interferentie 21 van fonologische en morfologische principes ik stel dan ook een beregeling in twee ronden voor waarbij telkens wordt uitgegaan van de vraag kunnen we de eenvoudigste spellingswijze toepassen opmerking de instrukties zijn zo opgevat dat je bij antwoord neen op een vraag naar een lager niveau wordt gevoerd bij ja ga je op hetzelfde niveau een stap verder in de visualisering is dat dan naar rechts toe de spelling van eind il eerste ronde in overeenstemming met wat we net gezegd hebben beschouwen we t als de normale weergave van t de eerste instruktie die we moeten volgen zal dan ook zo geformuleerd worden schrijf altijd t behalve dat behalve is hier heel gemakkelijk te formuleren om met d geschreven te worden is het immers nodig dat het woord bij verlenging dus als je er een woorddeel met v aan toevoegt vormen kan opleveren waarin je heel duidelijk een d hoort dat is dus eigenlijk helemaal dezelfde regel die we ook gevon den hebben om woorden die op p eindigen toch met b te schrijven alleen is het doodjammer dat we nu niet meteen kunnen zeggen van alle woorden waarbij wel vormen met d denkbaar zijn moet je met d schrijven bijna was dat wel zo geweest maar er is een uitzondering gemaakt voor de ott persoonsvorm van werkwoorden daarvoor moeten we een tweede ronde ingaan we formuleren nu de twee instrukties van de eerste ronde in een vorm die makkelijk toe te passen is 1 1 schrijf t behalve als je bij hetzelfde woord een vorm kunt bedenken waarin je duidelijk d hoort in dat geval neem je instruktie 1 2 1 2 schrijf d behalve als het woord een persoonsvorm is in de ott een vorm dus die met nu of nog beter met tegenwoordig 6 verbonden kan worden b v hij komt tegenwoordig in dat geval ga je naar de tweede ronde 2 1 tweede ronde ook hier gaan we ervan uit dat de meest eenvoudige manier nog altijd is om t te schrijven we beginnen in die tweede ronde dus eigenlijk opnieuw met een poging om het toch maar zo eenvoudig mogelijk te doen en het blijkt dat dat de juiste manier is want in de gevallen die na de eerste ronde overgebleven zijn moet je al een heel goeie reden hebben om geen t te schrijven die reden is dan dat bij verlening van het woord dus als we vormen van 22 hetzelfde woord proberen te maken die niet op t uitgaan alleen maar vormen ontstaan waarin we duidelijk d horen dat is b v het geval bij een woord als ik bloed we kunnen daarbij bloeden maken of bloedend of gebloede of bloedden maar nooit krijgen we een vorm waarin geen d te horen is als dat het geval is mogen we dus geen t schrijven we proberen het dan eerst met d hier is de regel bijzonder moeilijk we schrijven immers d niet alleen als het woord bij ik staat maar ook nog als het gevolgd wordt door jij of door de verdofte vorm daarvan je en bovendien in de zogen bevelende vorm wat blijft er dan nog voor dt over want dat beschouwen we toch als de uitzondering dat proberen we te formuleren in instruktie 2 2 2 1 schrijf t behalve als van het woord alleen maar ver lengde vormen bestaan waar je heel duidelijk d in hoort in dat geval neem je instruktie 2 2 2 2 schrijf d behalve als het woord bij hij zij of het staat of bij een zinsdeel dat door een van die woorden te vervangen is of als het woord in de zin voorafge gaan wordt door jij of door de verdofte vorm daarvan je i p v dat je moet dus altijd jij kunnen staan niet jou of jouw in dat geval neem je instruktie 2 3 2 3 schrijf dt het algoritme visualisering 7 input eind t 1 1 uitbreiding 1 2 pers vorm ja 2 1 uitbreiding 2 2 hij zij ja a met d mogeliik7 ott bruikbaar altijd met d het bij tegenwoordiq stop neen neen neen neen jij je voor a het woord neen stop 1 stop 1 stop stop i schrijf t 1 schrijf d 2 schrijf t 3 schrijf d 4 schrijf dt 5 specifieke vraagstelling algemene vraagsteling voor werkwoordvormen output 1 t in bv laat adj subst ww verkocht verwacht ovt of vd bracht 2 d in by goed hoed vermeed je had deed reed vermoed vd 3 t in bv je hij kamt belaagt verdraagt ott 4 d in b y ik vermoed vermoed jij je vermijd imp 5 dt in by hij vermijdt jij je breidt uit 23 toelichting voor gebruik in de klas is noodzakelijk dat de leerlingen heel precies het verschil vatten tussen de vragen 1 1 en 2 1 de eerste is erop gericht na te gaan of bij het woord zoals het is gegeven ergens een vorm met hoorbare d bestaat in 2 1 of alle mogelijke afgeleide vormen een hoorbare id hebben het spreekt wel vanzelf dat ott vormen die al op basis van 1 1 een vorm met t krijgen dat ook door 2 1 zouden krijgen een dubbel circuit dus dat tenminste bij woorden als hij bekomt verneemt enz niet anders dan tot het juiste resultaat kan leiden de spelling van td en da allereerst merken we op dat de enkele of dubbele spelling van d en t alleen een probleem vormt als zo n klank na wat anders dan een ongespannen korte vocaal staat het lijkt mij eigenlijk weinig zinvol woorden met zo n ongespannen vocaal mee in het algoritme op te nemen in de praktijk zullen er niet meer fouten tegen gemaakt worden dan tegen woorden met een andere consonant tussen korte vocaal en 21 tenzij dan om het volle gewicht te leggen op het feit dat bij de andere woorden dus die met gespan nen lange vocaal of tweeklank of met een consonant voor de t a of d a de enkele schrijfwijze de normale is uit het voorgestelde algoritme blijkt trouwens dat er niet minder dan twee voorwaarden voldaan moeten zijn voordat in de tweede kategorie dubbele schrijfwijze correct wordt tte resp dde is dus de uitzondering die uitsluitend in de ovt van ww vormen optreedt en dan nog alleen bij regelmatige zwakke wwn die in de ott ook al t of d te horen geven dat laatste kunnen we in een memotech nische formule ook zo voorstellen verdubbeling komt in de ovt voor maar dan alleen als de gehoorde vorm ook in het meervoud van de ott voorkomt het is dus ik we ontmoette n gisteren omdat we ook kunnen zeggen we ontmoeten tegenwoordig 24