Documenten
en door zgn snuffeluurtjes te organi seren kunnen de voorraden in de klasse bibliotheek geregeld ve rv erst worden op deze wijze kunnen een aantal fictie boeken uit de klassebibliotheekjes voor nieuwe geruild worden uit de centrale bibliotheek met snuffeluurtjes worden uurtjes bedoeld waarin kinderen onder leiding in groepjes uit diverse klassen of bij toerbeu rt snuffelen in de centrale bibliotheeka met een enkel uurtje per week afhankelijk van de grootte v an de school komt men al een heel eind om administratieve problemen t e voorkomen is het dan wel ra a dzaam de hulp van enkele mo e ders in te roepen documentatiecentrum aan de opmerkingen over de centr al e schoolbiblio theek voegen we nog het volgende toe de centrale schoolbibliotheek kan het uitgangspunt zijn voor het komen tot een documentatiecentrum waarin naast informatie v e boeken worden opg e no men filmstroken dia s wandplaten landkaa rten stempels grammofoonp laten geluidsbanden catalogu s kaartjes van films tijds chriften enz uiteraard dient de code ring overeen t e komen met die van de boeken en in een systematische catalogu s te worden ondergebracht ongetwijfeld zal de uitbouw van het documentatiecentrum de k omende jaren ruime aandacht krijgen wordt vervolgd het moedertaalgedeelte uit de amsterdamse schooltoet s een ov e rzicht na vijf jaar h wesdor p 1 inleidin g sinds 1966 wordt aan h et eind van de zesde klas van het basisonderwijs een steeds groei ende groep leerlingen de van oorsprong amsterdamse schooltoet s afgenomen deze to e ts tracht kennis van en inzicht in de gangbare schoolvak ken te meten hij wordt gebruikt als hulpmiddel bij het bepalen van de soo rt van voortgezet onderwijs die de leerlingen gaa n volgen de instituten die bij de contractie van de toets waren betrokken hebben hun werkzaamheden echter ook gezien als een uitstekend middel om het ba s isonder wijs te analyseren zijn einddoelstellingen te concretiseren en ter discussie te stellen de samenwerkende instituten die de voornaamste verantwoording hadden voor de constructie en afname van de toets waren het nutsseminarium voor peda samenwerkende instituten nutsseminarium en r i t p amsterdamse school toetsen groningen 1967 p 1 49 gogiek en het research instituut voor de toegepaste psychologie beide te am sterdam zij droegen de verantwoording tot en met de toets 1969 met ingang van de cursus 1969 1 970 is deze overgenome n door het pas opgerichte centr a al instituut voor toetsontwikkeling c i t o te arnhem vooral organisatorische aspecten van het project namen ee n zodanige omvang aan dat de taak voor de in principe op research en begeleiding ingestelde in stituten te zwaar werd wel heeft vooral het nutsseminarium en in mindere mate het r i t p nog een zekere verantwoordelijkheid voor de inhoud van de toets een aantal medewerkers van deze ins tituten is nog steeds betrokken bij de zuive re toetscontractie om enig inzicht te geven in de groei van het aantal aan de toets deelnemende leerlingen volgen hier de getallen van 1966 1970 1966 6000 1967 11000 1968 16000 1969 30000 1970 f 44000 de deelname van 1970 berust op een schatting de deelnemende scholen zijn verspreid over het hele land het ziet ernaar uit dat de groei van het aantal deelnemers zal voortgaan het is daarom van belang dat in breder kring aandacht wordt gevestigd op de inhoud van de toets en op de door de toe t scorlriuctie op gang gebrachte discus sie over de einddoelstellingen van het basisonderwijs reeds in 1966 achtte a d de groot beinvloeding van het onderwijs door de toets een niet te verwaar lozen aspect we l sprak hij de verwachti ng uit dat deze beinvloeding pas in con later stadium van belang zou kunnen worden het is nu 1970 het is de moeite waard de inhoud van de toets die voor zo n groot deel van het basis onderwijs belangrijk is eens kritisch te bekijke n in het volgende wordt slechts aandacht geschon ken aan het deel van de toets dat aan n ederlandse taal is ge wijd daarnaast zijn er ook nog de delen r ekenen en a lgemene kennis d i t laatste deel bevat vragen op het gebied van aardr ijkskunde geschiedenis biolo gie en natuurkunde 2 de inhoud van de toets 2 1 overzich t het taalgedeelte wordt gevormd door een aantal subtoetsen alle bestaand uit een aantal vragen in meerkeuzevorm ite ms u i t het aantal items per subtoets kan men het belang aflei de n d at de cont r uc teurs hechtten aan de diverse on derdelen d e volgende tabel biedt hiervan een overzicht t a p 50 aantal items is subt oets 1 966 1 1 967 19 68 1 1 969 1 197 0 stillezen groot stuk 19 22 30 30 30 stillezen kleine stukken 22 25 30 30 30 spelling 30 25 35 35 30 kerndictee 20 25 grammatica 20 25 34 35 30 gemengde taalopgave n 40 48 35 35 60 opstel totaal 151 1 70 i 1 64 i 165 1 18 0 het opstel wordt hie r voor de vol l e digheid ver m e l d h et werd slech ts in 1966 afgenomen 2 2 d e stilleestoetse n de stilleestoets bestaat uit teksten die gevolgd worden door een aantal vragen deze trachte n te peilen of de lee rli ng de te kst begr epen heeft er is t elkenjare een groot stilleesstuk geweest bestaande uit een een of meerdere bladzijden lange tekst gevolgd door een groot aantal items en een aantal kleinere stillees stu kjes elk ter lengte van een alinea en elk gevolgd door twee of dr ie items reeds in 1966 werd getracht een omschrijving te geve n van de voor dit doel te k i ezen teksten en de te s t ellen vragen d eze moesten zovee l mogelijk verband houden met de hele tekst m en wi lde geen vragen stellen over w oor dbete kenissen uitdrukkingen e d d at neemt niet weg dat zulk e vragen wel degelijk w orden aan g etroffen in volgende jaargangen van de s chool toets de discussie over de doelst ellingen van het vak lezen is echter op gang ge k omen t elkenjare was een aantal toetscons tru c te u rs genoodzaakt zich te bezinnen op vragen als we l ke teksten zijn geschikt voor dit doel welke vragen mogen we stellen welke vaardigheden l iggen binnen de einddoe ls tellingen van het basison derwijs er ontstond een steeds steviger greep op de over i ge ns zeer comp l exe vaardig heid l ezen in de toets van 1970 zijn bew u st de vragen over twee catego rien verdeeld nl de reproductievragen en de inzichtsvragen d e inzichts vrage n kunnen betrekking hebben op de interpre t atie van een zinsne de binnen de context van het verhaal of op de conse q uenties van bepaa l de u i tspraken voor de ontw i kkeling van het verhaal z e kunn en ook als afsluitende vragen toetsen of inzicht i n het geheel van de verhaalstruc t uur is berei k t het ziet ernaar uit dat het in de toekomst mogelij k zal zijn de inhoud van d e subtoetsen voor sti l lezen veel bewuster te bepal en dan i n het b egin e n door de gegroeide vaardigheid in het construeren van vragen en door het ge groeide inzicht in de te toetsen vaardig h e i d ma g m en v erwachte n dat het toe val w el k e te k st wor dt ge l ezen we lke vragen stelt ee n toevalli g e cons truc teur daarbij een mi nder grote rol za l spe l en amsterdamse schooltoetsen p 52 51 2 3 d e spellingtoets en het k ern dicte e d e vaardigheid in het spelle n werd i n 1966 en 1967 op twee m ani e r en ge toetst de spellingtoets bevatte een aantal vierkeuze vragen van het volgende type a b c d jan had beloofd de motorfiets in de garage te zullen zetten maar hij houdt zich nooit aan zijn belofte de leerling moet hier aangeven welk woord fout is gespeld het kerndictee lijkt erg op een gewoon dictee de onderwijzer dicteert een aantal zinnen de leerling schrijft telkens slechts een of twee woorden per zin op de portier werd gearresteerd schrijf op werd gearresteerd de onderwij zer corrigeert later alleen het woord gearresteerd in 1968 is het kerndictee uit de toets weggelaten dit is niet gedaan omdat de toetsen hetzelfde meten zoals wel eens wordt verondersteld de samenhang tussen de genoemde toetsen is te gering om te concluderen dat dezelfde vaar digheid werd gemeten om louter technisch organisatorische redenen is het kerndictee weggelaten bij de steeds massaler deelname zag men zich genood zaakt de hoeveelheid administratief werk waarbij en door de onderwijzers en door het administratief personeel fouten werden gemaakt tot het uiterste te beperken in 1967 en 1968 waren de items van de spellingtoets nog alle van het hierbo ven geschetste type in 1969 werd een kleine wijziging geintroduceerd a b c d je behoeft hem beslist niets op de mauw te spelden geen fout de leer ling moet bepalen of a b of c fout zijn gespeld en anders d kiezen in 1970 zullen enkele nieuwe itemtypen worden geintroduceerd o a zal de leerlingen worden gevraagd waarom men een bepaalde werkwoordsvorm zo spelt hoe oud wordt j e vader morgen het woordje wordt is juist gespeld omdat a de stam van het werkwoord word is en het tweede persoo n enkelvoud is b het in de tegenwoordige tijd staat e n het derde persoon enkelvou d is c het in de tege nwoordige tijd staat en j e era chter staat d het in de verleden tijd staat en het derde persoon enkelvoud is een an d er type is in welke zin moet je e beu rt inv ullen a j e kunt je niet voorstellen dat op die stille weg een ongelu k is b op zo n rustige landweg zoiets zelden c orrelat ies tusse n de t oetsen i n 1 966 e n 1 967 resp 6 2 en 42 gecorri geerd voor attenuat i e resp 78 en 5 6 d it a l ternatief is ingevoerd o m d e invloe d va n het ra de n t e ver m indere n vgl het onderzoe k va n k in g e n ka mp d ie deu tsche n schul leistungstests weinheim 1 962 p 202 21 1 52 52 c maar ja het ook toen het mistte d in gee n v a n deze drie zinnen voorts worden nog enkele varianten geintroduceerd 2 4 de grammaticatoets s inds 1 966 wordt de gram m aticatoets voor de helft aan zinsontle ding en voor de helft aan woordbenoeming besteed een aantal factoren heeft het de samenstellers van de toets moeilijk gemaa k t een toets te leveren die ie deree n t evreden stemde z owel de veranderde inzichten op het gebied van de gramm ati cale analyse zelf als de veran d eren de ho u di ng t o v het nut van he t traditionele gra mmaticaonderwijs veroorzaa kt en twijfel en t e rug hou dendheid bij de itemcons tructeurs o m dat bovendien niet zeker was hoever de toets mocht gaan zij n vanaf 1966 tot 1969 telkens zeer elementaire v ragen gesteld die van de leerlingen niet mee r vroegen dan ee n bepaald zins deel te identif i ceren e e n paar voorbeelden van d eze i tems d e hoteleigenaar praa tte met zijn gasten i n deze zin is met zijn gasten a bepaling c lijdend voorwer p b gezegde d onderwerp zelfs fiine splintertjes di e uit een gouden ring worden gebeiteld moeten zuin i g worden bewaard het onderstreepte woord is een a aanwijzend voornaa mwoord c b ijvoeglij k naamwoord b bezittelijk voornaa mwoor d d voorzetse l i n de toetsen van 1 966 t m 1968 komen dus voorname lijk deze eenvoudige etiketteer items voor de helft v an de toets be trof de zinsde len o nder werp gezegde lijdend voorwerp meewerk end voor werp en bepaling de andere helf t de woordsoorten zelfstandig en bijvoeglijk n aa mwoor d werkwoord l idwoord telwoord voorzetsel bijwoord en vier voornaamwoor de n aanw bez pers vragend i n totaal werden vanaf 1 966 tot e n m e t 1 969 resp 20 2 5 34 en 35 ite ms aan grammat i c a besteed in 1 970 zullen het er 3 0 zijn die echter inhoudelijk zeer zullen verschillen va n de tra di tionele h ier volg en enkele voorbeelden d ie arme man laten niet in de stee k vul de zin voor jeze l f aan hoe noem je het weggelaten zinsdeel a bepaling c meew erke n d voorwerp b lijdend voorwerp d onderwerp mijn grootvader gaf een electrische trein welk woord past het beste op dei open pl e k het moet ee n meewe rke nd voor werp zijn a gisteren c ik b hij d mij 53 wat zijn in de onderstaande zinnen gelijke zinsdelen brieven posten we niet vaak van wie heb jij dat boek geleend a brieven ji j b brieven van wie c we dat boek d we jij in welke zin komen onderstaande vier zinsdelen voor onderwerp gezegde bepaling lijdend voorwerp a geef jij hem dit boek b gisteren fietste de man op straat c hij heeft de tuin besproeid d vorige week heeft hij mijn vader gezien behalve deze itemvarianten bestaat de mogelijkheid uit nog 14 andere te kie zen de varianten allen in een brochure waarop ik terugkom aan het onder wijs worden bekendgemaakt d e toets 1970 is een poging de veilige traditie te doorbreken het risico is groot dat het onderwijs hierop negatief reageert maar daarover ook later 2 5 de toets gemengde taalopgave n de toets gemengde taalopgaven bevat een aantal items die alle iets meten dat met taalgebruik samenhangt nauwkeuriger kan men de door de items gemeten variabele niet benoemen ook deze subtoets toont in de loop der jaren een duidelijke verandering deze is het gevolg van de toenemende vaardigheid in het schrijven van items en van de steeds voortdurende bezinning van de constructeurs op de onderwijsdoelen de doelstellingen die deze subtoets dekt zijn al itemschrijvende ontdekt telkens werden nieuwe deelgebieden van het taalgebruik of de algemene taal vaardigheid binnen de toets getrokken het ziet ernaar uit dat men in de toe komst zal voortgaan met de exploratie van het gebied en het in itemvorm gieten van nieuwe vaardigheden de groei van de toets gemengde taalopgaven zie het volgende overzicht is illustratief voor het wel en wee van de school toets in het algemeen 54 aantal items in getoetste vaardigheid of itemtype 1966 1967 1968 1969 1970 staande uitdrukkingen aanvullen 5 8 7 8 4 juist bijv nes zelftst nes werkes kiezen in context s 2 4 4 juist voorzetsel in bep context kiezen 9 16 7 5 2 juist voeg of verbindingswoord kiezen 1 17 4 4 1 juiste tijdvolgorde van werkes vorme n kiezen 10 5 4 5 3 het tegengestelde van een woord kiezen 12 2 5 in een gegeven situatie een spreek woord toepassen 1 2 3 juiste volgorde van zinnen bepalen 5 4 bij een gegeven spreekwoord de pas sende situatie vinden 2 bij een visueel aangeboden situati e een passende taaluiting kiezen 4 uitleg bij een moeilijk woord definitie geven 5 classificeren van woorden op gron d van betekenis 3 beroepstaal identificeren 4 woordovertolligheid signaleren 5 enkele termen figuurlijk letterlijk gebruiken 4 alfabetiseren 3 afkort ingen kennen 1 totaal 30 48 35 35 60 uit dit overzicht kan men de wisselingen in de inhoud van de toets aflezen de verdeling over de verschillende subvaardigheden of itemtypen is voor zichtig uitgedrukt een aantal jaren onevenwichtig geweest tijdens de con structie van de toetsen 1969 en 1970 is steeds gepoogd beter vat te krijgen op de nergens omschreven doelstellingen van het basisonderwijs ter illustratie van de inhoud van de toets volgen hier nog enkele voorbeelden van items 55 het is erg gemakkelijk gul te zijn met andermans dingen immers a beter een half ei dan een lege dop b door schade en schande wordt men wijs c van andermans leer is het goed riemen snijden d zuini gheid met vlij t bouwt huizen als kastelen welk woord hoort in de volgende rij niet thuis als je let op het gebruik van genoemde gebouwen kapel moskee kasteel kerk tempel kathedraal a kapel c kathedraal b kasteel d ker k i n welke regel staan de woorden in de juiste volgorde a bulderen glimlachen schateren lache n b gli m lachen schateren lachen bulderen c glimlachen lachen schateren bulderen d lachen schateren bulderen glimlachen heb je gekeken of de kluis gesloten is wie van deze mensen zou dit hebben gezegd a b adj uffrouw c sluiswachter b b ank bediende d verkeersagen t de deftige man woonde in een groot h u is toch bleek hij niet in staat al zijn schuldeisers te kunnen betalen wat is er in deze zin te veel a ar1 zijn schuldeisers c kunnen b groot d nie t 2 6 het opste l in 1 966 is door de 6000 deelnemende leerlingen een opste l geschreven zij kre gen de opdracht een verhaaltje waarvan het begin was gegeven af te maken aan de evaluatie van deze opstellen is men nooit toegekomen uiteraard zijn probleme n van organisatorische aard daarbij doorsl aggevend geweest h et bleek onmogelijk de 6000 opstellen binnen korte tijd op betrouwbare en valide wijze te beoordelen daar dat probl eem zich bij elke vo l gende toets in heviger mate zou voordoen is m et ingang van 1967 het opste l u it de toets weggelaten betrouwbaar zodanig dat een herbeoordeling door een andere beoordelaar of groep van beoordeleers voor elk opstel hetzelfde cijfer zou opleveren als de eerste keer valide zodanig dat de onderwijzers het eens zouden zijn met de beoorde lingswijze d w z met de waarde die gehecht zou worden aan b v net heil spelling lengte originaliteit indeling zinsbouw 56 3 de relevantie van de schooltoet s de voornaamste eis die men aan toetsen mag stellen luidt vraag naar zaken die onderwezen zijn die de leerlingen gehad hebben of exacter geformu leerd toetsen dienen slechts die kennis en vaardigheid aan een meting te onderwerpen welke in de onderwijsdoelstellingen worden genoemd in hoeverre voldoen de amsterdamse schooltoetsen aan deze eis voordat we op deze vraag ingaan zullen we eerst het terrein van de praktische mogelijk heden afbakenen 3 1 de toetsbaarheid van onderwijsdoelstellinge n de productieve taalvaardigheid is niet of nauwelijks te meten door vierkeuze proefwerken dit geldt voor het stellen zowel als voor het spreken zoals men begrijpt zijn de belemmeringen vooral van technische aard daar het ontbreken van deze mogelijkheid als een groot gemis wordt gevoeld zoekt het r i t p al enige tijd naarstig naar middelen om het tekort op te hef fen opstelbeoordelingen worden onder de loep genomen en men tracht de samenhang te bepalen tussen productief schriftelijke taalvaardigheid en be paalde itemtypen en de zgn interlineaire toets nog in bewerking ook het luisteren wordt niet getoetst maar dit is trouwens pas laat ontdekt als onderwijsdoel voor 1970 heeft het c i t o een experimentele luister toets op stapel staan die mogelijk als facultatief onderdeel in 1971 in de schooltoets opgenomen wordt wellicht zijn het ook weer de technische problemen geweest die er in som mige jaren toe hebben geleid dat de gemakkelijk toetsbare stof oververtegen woordigd was spelling grammatica 3 2 relevantie theorie en praktij k aan de vervaardiging van de toetsen had een nauwkeurige formulering van de leerdoelen dienen vooraf te gaan maar er bestaat nu eenmaal geen al gemeen aanvaard leerplan van het basisonderwijs waarin de leerdoelen gede tailleerd staan omschreven en geconcretiseerd in te stellen eisen en te ver vullen opdrachten ook de proeve van een leerplan voor het basisonderwijs nutsseminarie 1967 waar de samenwerkende instituten de eerste toetsen op baseerden schoot in dit opzicht tekort de constructieteams zagen zich der halve vaak genoodzaakt zelf te beslissen welke vaardigheden en kennis rele vant geacht dienden te worden in dit verband past ook een enkel woord over de totstandkoming en samen stelling van de teams er zijn vier van deze commissies en wel voor stille zen taal rekenen en algemene kennis elk team bestaat uit vier school hoofden een pedagogisch didactisch deskundige en een toetsexpert oorspron kelijk waren alleen amsterdamse en amstelveense onderwijzers bij het werk betrokken later is getracht uit elk der regionen waarin de toets werd afge nomen een vertegenwoordiger in de commissies op te nemen dit is slechts ten dele gelukt 57 h oe dan ook het zijn deze min of meer toevallig tot stand geko men teams die u i teindelijk de toetsinhoud bepalen 3 3 nieuwe ontwikkelingen nu het r i t p door de oprichting van het c i t o van de eigenlijke toets arbeid is ontlast komt er gelukkig wat tijd beschikbaar voor projecten die mo gelijk t ot een vergroting van de relevantie leiden zoals echter uit onderstaan de opsomming blijkt is dit niet het enige doel ook het c i t o zit intussen niet stil in voorbereiding zijn op het ogenblik een enquete onder de deelnemende scholen 1970 opdat er wat meer be kend wordt over de mate waarin naar het oordeel van de scholen zelf de toet sen aan verlangens van het onderwijs voldoen het r i t p zal d m v een enquete en interviews bij ca 800 schoolhoof den navragen welke invloed de toets heeft op het leerprogramma d e resulta ten zullen door een computer worden verwerkt om inspraak van ouders en maatschappij mogelijk te maken zal het r i t p een aantal gevarieerde groepen uit de samenleving vragen hun mening te geven over de einddoelstellingen van het basisonderwijs d aarbij dient men in de eerste pl aats te denken aan de materie die in de subtoetsen algemene kenn is aan bod komt inmiddels heeft het c i t o in het najaar van 1969 de deelnemende scholen geinformeerd over de inhoud van de toets 1 970 de gebruikte itenivormen e d hopelijk draagt de brochure ertoe bij dat het onderwijs zich een duidelijk beeld vormt van deze toets hetgeen ze k er de waarde van de genoemde enquete ten goede zal komen 4 co n clusi e hierboven is gesteld dat de toets een belangrijke invloed op het basisonderwijs kan hebben d e toets vertoont echter een aantal zwakke plekken wat enerzijds samenhangt met de technische beperkingen die de vierkeuze vorm oplegt ander zijds met het ontbreken van een leerpla n dat de te bereiken einddoelen zo nauwkeurig specificeert dat hierover bij de toetsconstructie geen misverstanden kunnen ontstaan of onzekerheid hoeft te heersen j at kan gedaan warden ter verbetering van de toets vooral wat betreft de re levan tie wellicht kunnen maatregelen getroffen worden waardoor niet min of meer toe vallige groepen uit het onderwijs de inhoud van de toets bepalen maar een brede meer representatieve vertegenwoordiging dit doet zo kan men zich een adviesorgaan voorstellen da t via ee n netwerk van landelijk gespreide correspon denten meningen en voorstellen verzamelt deze bundelt en verwerkt tot een eerste globale doelstellingenbepaling daarna dient het die te vertalen in een aantal operationele beschrijvingen die ook direct voor de toetsconstructeurs 58 grijpb a a r zijn zo dat e r tussen h en en de adviesco m missie geen misverstan den kunnen rijzen maar ook voor de bezetting van de hu idige constructie teams zou ee n andere regeling getroffen kunnen worden ik zie hier een taak voor bij v de vereniging voor het onderwijs in het n e derl ands m aar wellicht ook voor de p e dagogische c entra of de didactiek co m missie n ederlands van de vereniging voor leraren in de l evende t alen als de v o n die zelf nog moet uitgroe ien tot een sterke landelij k e orga nisatie in de toe k omst deze taak op zich wil ne men wor dt het on derwijs in de moedertaal daarmee gediend d e toets zal dan mede door de inspraa k van vele leraren in de moede rtaal een positieve invloe d hebben op he t o n derwijs t e n geleide longitu di nal e leerstofplanning is een schone zaa k wannee r de von zich op dit terrein wens t te begeven en dat is zeke r ee n van d e voornaamste doel stelli nge n van de verenig in g dient zij zich echter te realiseren da t er op het ogenblik een overhei dsinstituut bestaat dat door de c onstructie van schoo l toetsen r eeds me tterdaa d bepaalt wat het basison d erwijs tot zijn leerd oele n dient te rekenen bedoeld is het centraal insti tuut voor toetsontwikkeling te arnhem waarvan de 1 970 toets afgenomen zal worden van ca 44 000 zesde klassertjes een aan tal d at i n de komende jaren nog wel vervee l voudigd zal worden het gaat har d geinspi reerd door de co8rdi na ti e van we rkzaa m heden d ie de von reeds tussen verschil lende pe dagogische bureau s tot st and gebrac ht h a d toog moer i n ok tober eens naa r arnhem voor een t errei nverkennend gesprek met enkele me de we rkers van het c i t o en d r e warries r esear ch instit u ut voor toegepas te psychologie te amsterdam alras bleek dat het c i t o eigenlijk niets liever zou wil len dan zich st r ik t te beperken tot zij n ei ge nlijke taak toetscon stru cfie en afname d e door de omstandighe den opge drongen nevenarbeid t w de bepaling en omschrijving van de einddoelstellingen van het basison derwijs waarove r nu eenm aal gee n communis opi nio bestaat dien t men al thans in begi nsel niet tot de taak van het insti tu ut te rek e n en afgesproke n wer d dat de hele materi e eens ter o penhartige discu ssi e zou wor den gesteld in moer waarvoor de heer wesdorp bovenstaand artikel toezegde aa n d e von nu de op dracht de bere id heid tot sa me nwerking va n de zij de van het c i t o op ade qu ate wijze te beantwoorde n e f vroom 59
Gerelateerd:
- Fictie in de basisvorming, een leerplan
- Een spiegelcurriculum voor communicatief taalonderwijs: een veldaanvraag nader beschouwd
- Verscheidenheid in eenheid en eenheid verscheidenheid. Twaalf docenten Nederlands over hun literatuuronderwijs in de bovenbouw van havo en vwo.
- Het afleiden van woordbetekenissen uit context: een poging deze vaardigheden te trainen.