Publicatie datum: 1971-01-01
Auteur: Herman G. de Boois
Collectie: 02
Volume: 02
Nummer: 1
Pagina’s: 3-7
Documenten
het onderwijs in de mondelinge taalvaardighei d enkele theo retische a s pecte n herman g de boois 1 in le i d i n g in elk leerplan nederlands behoort een belangrijke plaats ingeruimd te zijn voor het onde rwijs in de mondelinge taalvaardigheid zowel produkt i ef als recepti ef reden d aarvo or is dat n a eeuwen waa r in taalgebruik op en i g ni v eau vr ij wel uitslu i te n d schriftelijk geschiedde de laatste jaren het accent p l ot sel ing en i n ste rke mate is komen te liggen op de mondel inge commu nicat i e d e oorzaak van deze ontw ikkeling moet gezocht worden in de e x plos i e van d e techni ek deze leverde ons de telefoon de radio en de tele v i si e deze maakte ook mogelij k en dus noodzakelij k een grote versnelling van het verkeer tussen de mensen met name waar het gaat om uitwisseling van informatie dit had weer tot gevolg dat allerle i sociale structuren ge compliceerder konden worden en dus werden op die niveaus waar de totale structuur en de potenties van onze samenle ving aan de orde zijn in bestuursorganen en in wetenschap en bedrijfsleven is snelheid en nauwkeurigheid van de informatieoverdracht een absolute voor waarde geworden voor het goed functioneren van de systemen het onderwijs met name als het gericht opleidt voor functies in het bestuur en het bedrijfs leven dient dan ook zeer uitdrukkelijk mede gericht te zijn op scholing in de mondelinge taalvaardigheid het is duidelijk dat deze taak toevalt aan de docenten nederlands hoewel er toch enige competentieproblemen bestaan waarover verderop meer andere problemen die zich voordoen bij het onderwijs i n de mondelinge taalvaardig heid hebben betrekking op de formulering van het doel de analyse van het begrip de vaststelling van e i sen en normen en de toetsingsmethode het is well icht dienstig er op te wij zen dat in dit verband taal uitsluitend in aanme rking genomen zal wor den als voertuig dienend tot het overbrengen van gedachten daarb ij moet worden opgemerkt dat ontwikkel i ng van de taalvaa rdigheid o nvermijdel ijk hand in han d gaat met de ontwikkeling van de vaardighe i d in het denke n in de ru i mste zin van het woord hoewel d it artikel z ich e igenl ij k bepe rkt tot de mondelinge taalvaardigheid mag ve e l ervan ook dir ect b e trokke n word e n op het schr i fte lijk taalgebru i k 2 do e l het oogmerk van het onderwij s in de spreek en luistervaardigheid van het nederlands is de leerlingen taalweerbaar te maken zodat zij de beschik king krijgen over de mogelijkheid in elke niet specifiek emotioneel be p aalde situatie enerzijds hun gedachten te analyseren een communicatieve strategie te ontwerpen en uit te werken de passende woorden te kiezen en deze vol gens de regels van de grammatica in zinnen te rangschikken deze op effi ciente wijze te verklanken en een passende mimiek en gesticulatie te onder houden daarbij zorgdragend voor een cor re cte houding anderzijds een mondelinge ui ti ng van iemand anders te analyseren en te in terpreteren in verband met deze doelstelling houdt het onderwijs zich bezig met a heuristische procedures b denksystemen c communicatieve technieken d communicatieve strategie e n de bedoeling is meer de leerlingen op het bestaan en de gebruik s mogelijk heden ervan a ttent te maken dan ze nadrukkelijk in het gebruik erv an te bekwamen ad a 1 individuele technieken bv kenmerksbepaling en verschillende ge forceerd verband technieken 2 groepstechnieken bv de brainstorm in een of meer varianten ad b bv analyseren systematiseren associeren combineren kritiseren in duceren deduceren concluderen comprimeren ad c 1 monologen bv voorlezing toespraak causerie 2 polylogen bv gesprek debat discussie vergadering ad d bv structuurmodellen van diverse communicatieve technieken retori sche stij lmiddelen 3 analys e het mondelinge taalgebruik kent vier fasen in het produktieve stadium a de gedachte b de communicatieve str ategie c de codering in een taalsysteem langzee d de actuering van de taal c a parole in het re ceptieve stadium vallen deze fasen eveneens globaal te onderschei den zij het in omgekeerde volgorde en als een soort negatieven een verdere analyse van deze fasen levert voor de spreekvaardigheid de vol gende aspecten op ad b voorbeeld van de structuur van een inductief betoo g 4 a motivatie 1 inleiding b begripsbepalingen c exp os itie van waarneminge n d expositie van wetmatigheden eva luat i e van w aarne m inge n 2 ex pose e f formulering van concl usie s g toetsing van con clu sie s h formulering van res tricties consequenties 3 slot i j afsluiting de onde rdelen c h worden in feite v oorgeschreven door h e t commu nicatieve k a de r ad c 1 woordmater i aa l 2 grammat i ca 3 stilistiek a d d 1 techniek a articul at i e b luidheid c modulat i e d intonatie e invloed streektaal f snelhei d g r egelmaa t 2 tactiek a gesticulatie b mimiek c attitud e d contact met publie k e gebruik hulpmiddele n de luistervaardigheid valt uiteen i n de volgende onderdelen ad d 1 waar ne m ing van het au ditieve materiaa l 2 waar n em ing van het visuele materiaal ad c 1 kennis van de woordenschat 2 beheer sing van de gram m at ica 3 kennis van stil i stische fenomenen zowel bete k e ni ssen bv uitdruk kingen zegswijzen als methoden e ufemisme n hyperbolen enz ad b 1 ontva nk elij kheid voor commun i catieve strategieen en tactieken 2 analyse van co mmunicatieve techni e ken ad a interpretat ieve vaar digheid 5 4 norme n principiele en daardoor onoverkomelijke problemen bij het formuleren van de eise n die g este l d mo eten w orden aan de kwalit e i t v a n de m o nde li ng e ta a lv a ar dighe id zijn a bij geen van de onderdelen is objectief vast te stellen wat absoluut vol maakt en wat absoluut onvolmaakt is b het is soms evenmin vast te stellen wat beter is dan iets anders en wat minder goed c het is du s zeker onm ogelijk objectief een gre ns te bepalen tu ssen onvol do ende en v oldoende t aalvaardighe i d weliswaar kan men een aantal elementen exact meten luidheid spreeksnel heid en re gel m aa t ver sc heid enheid in het geb ruik van woorden en z i nsstruc turen zinslengte s maar het heeft geen nut het te doen want de verkregen ge g evens zijn m e t geen mog e lijkhe i d te int erprete r en ook is wel vrij objec tief vast te stellen of een zinsconstructie geheel conform de grammatica is dus volmaakt of niet maar ook met dat gegeven valt in feite weinig te be g i n nen een b eoordel a ar i s nu aange wezen op een intuit i eve norm dat d i e er i s weet ie dere l er aar nederlands maar waa rop hij be ru st is ondui del ijk he t ligt voor de ha n d aa n te neme n dat elk van de g e n oemde aspec ten van spreek en luiste rvaardi ghei d een ro l speelt bij de totale beoo rdel ing vrijwel elk v an de spreektechni sche aspecten k a n zel fs domineren in n eg atieve zin o m dat ze moeilijk of n iet te compenser en z ij n min de r sterk kan ee n ne gati eve bein vl oeding uitg aan van ee n de r andere aspecten bij de spreekvaard igheid moet recht wedervaren e n erzij ds aan h et onderwe rp anderzijds aan h et publiek in het alg emeen zal de tot ale beoordeling uitg aa n van he t al d an ni et functioneren van de uit i ng bij de luistervaardigheid wordt de beoordel i ng extr a bemoeilijkt door dat ze in de praktijk alleen indirect beoor deel d kan wor den nl via ee n vorm van pro duk tief taalge b ruik daardoor is het soms moe ilij k vast te stellen of onregel matigheden ontstaan zijn in het recepti eve of pas i n het produ k tieve stadium s toe t s i n g het bezwaar van h et gebruik van de intuit ieve beoordelingsmaatstaf is gelegen i n de omstand ighe id dat el ke beoor delaar er zijn eigen exemplaa r op na h ou dt ze bl ij ke n nogal te ver schi l l en de c o nsequentie daarvan is dat e r we in ig waarde gehech t kan worden aan de beoor de ling deze constatering p l eit tegen h et exam ine r en van de mondel inge taa l vaardighe id maar toch nu volg d e oorspronkeli j k een alin ea waar in ik op pe d agogisch d idactische g ronde n het examine ren van spreek e n luistervaa rdi ghe id toch meende te moete n ver d edigen bij nader inzi en l eek dat stukje mij niet voldoe nde steek houdend ik nodig een ieder uit te trachten een aantal wel steekhoudende ar g um enten t e verzamelen 6 6 competenti e in het bijzonder tijdens een examen speelt de competentie van de beoorde laar een rol de leraar nederlands is onbetwistbaar competent op het gebied van de langzee en de parole c a de materie van de communicatieve strategieen ligt echter goeddeels op het terrein van de logica zoals al werd aangegeven de leraar nederlands is daarin geen specialist maar zal over het algemeen evenmin een volstrekte leek zijn moeilijker ligt de zaak van de competentie waar het om de gedachte gaat deze kan a uitdrukkelijk wel b niet in het bijzonder c uitdrukkelijk nie t behoren tot de competentie van de docent nederlands als zodanig ad a bv betreffende de nederlandse literatuur ad b bv betreffende algemeen maatschappelijke zaken ad c bv betreffende de thermochemie het is niet mogelijk dat een examinator zijn beoordeling beperkt tot de wi ver taalkundige fasen want deze maar ook de communicatieve strategie worden gedicteerd door de gedachte weliswaar kan vrijwel elke verhandeling die niet uitgaat van specialistische voorkennis door de leraar nederlands wor den beoordeeld maar een verhandeling die wel gebaseerd is op specialistische kennis en elke beschouwing en ieder betoog kunnen alleen door hem beoor deeld worden als het onderwerp al dan niet uitdrukkelijk tot zijn competentie behoort bij het examineren van de mondelinge taalvaardigheid mogen daar om alleen onderwerpen ter sprake komen die tot de competentie van de examinator behoren 7