Documenten
hoe dom is onze taalrijkdom 1 inleiding in hoe kritisch is ons geschiedenisboek hagelslag 2 juni 1974 pp 12 16 werd door middel van een konkrete analyse van een bekend schoolboek aangetoond dat de scholieren in het huidige geschiedenis onderwijs worden gemanipuleerd dit gebeurt met name door het verschaf fen van gekleurde of leugenachtige informatie en halve waarheden het is evenwel duidelijk dat de leerling in feite via de taal van onver schillig welk schoolboek kan worden misleid voor een vak zoals neder lands geldt dit zeker vooral wanneer in de hoogste klas van het middel baar onderwijs essays over algemene onderwerpen worden bestudeerd het recente laatste deel van de nieuwe taalrijkdom vijfde volledige herziene druk door dr l debaene uitg de nederlandsche boekhandel antwerpen 1975 bevat bijvoorbeeld beschouwende teksten over de jeugdbeweging en het gezin het vrouwenvraagstuk politieke idealen van gisteren en morgen enz blijkens het voorbericht is het niet zo zeer de bedoeling de kritische zin te ontwikkelen dan wel dat de leerlingen door waarneming en analyse zullen leren zich ook zelf in een sierlijke vorm uit te drukken p 6 dat die essays natuurlijk het heersende maatschappijbeeld opdringen wil ik op zich nog geen bezwaar noemen dat voor die ideologie nergens openlijk wordt uitgekomen echter wel p en meer nog dat er in wordt verzwegen verdraaid versluierd en bijgekleurd een voorbeeld kan dat bewijzen 2 een voorbeeld uit het derde werkgeheel nemen we het opstel van a vansteenkiste over ontwikkelingshulp wat en hoe dat oorspronkelijk in 1971 verscheen als kerst en nieuwejaarsboodschap voor de kapucijnenmissies na enkele inleidende zinnetjes volgt een uiteenzetting die ik nu per alinea ga analyseren eerste al inea wij weten nu dat twee derde van de wereldbevolking aan ondervoeding lijdt en niet over mogelijkheden tot ontwikkeling beschikt deze mensen wonen vooral in het zuidelijk halfrond van de wereld in afrika in azie en latijns amerika we noemen die arme landen de derde wereld ten overstaan van de vrije westerse wereld en het communistisch blok p 416 een op het eerste zicht neutrale woordenkeus maar bij nader toe kijken toch sterk a ideologisch bepaalde begrippen de zgn arme landen beschikken wel over de mogelijkheden tot ontwikkeling grondstoffen en arbeidskrachten in feite zijn het rijke landen die door de kapital istische wereldeconomie belet worden zich te ontwikkelen daarom zouden we ze eigenlijk onderontwikkeld gehouden landen moeten noemen de zgn vrije westerse wereld maakten spanje portugal en griekenland daar in 1971 ook deel van uit behoort china tot het kommunistische blok of tot de derde wereld de tekst vervolgt als een van de onmiddellijke oorzaken van die ellendige toestand kunnen we vermelden de plotselinge en veelal niet voorbereide onafhankelijkheid van de meeste afrikaanse en aziatische landen als de onafhankelijkheid een oorzaak van de onderontwikkeling is bestond er dan misschien vbor de onafhankelijkheid welvaart de werkelijke oor zaken kolonialisme en imperialisme worden totaal verzwegen waar vroeger koloniserende mogendheden werk verschaften ende orde handhaafden bestaat er thans een tekort aan leidende figuren en heerst er grote werkloosheid overigens bevinden deze nieuwe landen zich nog in een groeiperiode we kunnen daarover niet verder uitweiden of de diepere verantwoordelijkheid ervan naspeuren feit blijft echter dat vele jonge landen niet voldoende bekwaam of opgeleid waren om de onafhankelijk heid op te nemen werk verschaffen in de eerste zin verdoezelt dat het om echte slavernij ging en orde handhaven moet de onderdrukking goed praten overigens is die toestand nauwelijks gewijzigd want de poli tieke onafhankelijkheid heeft de economische uitbuiting niet wegge nomen produktiemiddelen en grondstoffen blijven immers in handen van het westen en juist door die bindingen met het westen worden de ont wikkelingslanden intern verdeeld en politiek onbekwaam gehouden en dan de dooddoener bij uitstek we kunnen daarover niet verder uit weiden enz dwz we willen hier niet dieper op in gaan ook de volgende alinea is een slag in de lucht in zuid amerika werden de meeste mensen uitgebuit door het grootkapitaal en nu zij tot een meer nationaal bewustzijn komen en niet langer de finan ciele afhankelijkheid van rijkere landen inzonderheid van de verenigde staten dulden moeten ze vooral zelf hun weg zoeken en kapitaal vergaren om door allerlei werk hun moeilijkheden te boven te komen werden uitgebuit nu niet meer dus verder wordt hier letterlijk gezegd dat latijns amerika moeilijkheden ondervindt doordat het de finan ciele steun van de v s weigert als ik aan chili brazilie dominikaanse republiek cuba guatemala enz denk zie ik dat toch allemaal niet goed zitten nog een lang citaat geleidelijk hebben de welvaartstaten de westerse landen nu hun plicht van solidariteit beseft zowel van gouvernementele zijde als van de bevolking zelf is de gedachte gegroeid de onderontwikkelde ge bieden te steunen we laten buiten beschouwing of hier politieke of economische redenen meespelen momenteel bestaan er drie hulpverlenings groepen 1 de gouvernementele hulp 2 de nationale organisaties met of zonder religieuze inslag 3 de steun van bepaalde ondernemingen opnieuw dat typische we laten buiten beschouwing zinnetje ontwikkelings hulp is inderdaad vaak indirekte hulp aan de grote monopolies boven dien is het veelal gebonden hulp dus hulp met imperalistische bijbedoel ingen de gouvernementele hulp dwz het officiele ontwikkelingsbeleid beoor deelt vansteenkiste terecht negatief de nationale organisaties van wereldformaat zoals bijv de unesco worden vlug afgedaan over de eeg ontwikkelingssamenwerking en de unctad konferenties wordt zelfs niet eens gesproken uitvoeringer en kritieklozer behandelt de auteur aktie 11 11 11 en de rol van de missies dergelijke organisaties hebben weliswaar grote ver diensten maar het inzicht zou niet mogen ontbreken dat die ontwikkelings hulp niet zelden de feitelijke situatie verdoezelt en ons de indruk geeft dat er iets aan gedaan wordt terwijl de uitbuiting door de struk tuur van de wereldhandel steeds groter wordt intussen blijven de on demokratische strukturen immers onaangetast en wat meer is over het bestaan van bewegingen voor bevrijding en emancipatie van de verdrukte bevolkingsgroepen in de derde wereld wordt met geen enkel woord gerept tenslotte heeft vansteenkiste het over de steun van grote ondernemingen p 420 hij schrijft daarover dat deze firma s veel bijdragen ter be strijding van de werkloosheid en de armoede over de uitbuiting ian goedkope arbeidskrachten en de steun van diktatoriale regimes aan de multinationals geen woord natuurlijk maar wat wil je daar ieder van deze ondernemingen een eigen doelwit nastreeft en een bepaalde aktiviteit uitoefent valt het moeilijk daarover verder uit te weiden sic bezwarend voor het hele essay is ook nog de liefdadigheidstoon die er in domineert zolang we zoals vansteenkiste over on t wikkelingssamenwerk ing blijven spreken in termen van werken van barmhartigheid p 419 zal de zo nodige mentaliteitsverandering bij ons nog lang uitblijven het is immers geen kwestie van karitatieve hulp maar van zin voor recht vaardigheid alleen door een grondige herziening van de wereldeconomie kan een en ander definitief worden opgelost 3 konklusies fierboven is aangetoond dat het essay van a vansteenkiste niet alleen in staat is om jongeren voor het derde wereldprobleem te sensibiliseren maar zelfs ronduit manipulerend mag worden genoemd door middel van dit soort missieblaadjesproza worden de leerlingen van het vrij onderwijs inzake de ontwikkelingsproblematiek dom gehouden een gelijkaardige analyse van de inhoud en het taalgebruik van andere teksten uit nieuwe taalrijkdom zal tot dezelfde konklusies leiden alleen al omwille van deze onverantwoorde tekstkeuze moeten we dit schoolboek negatief beoordelen om de scholieren bewust te maken van de ontwikkelingsproblematiek had de samensteller toch gemakkelijk betere ook qua taal en stijl teksten kunnen vinden ik denk hier bijvoorbeeld aan artikelen uit het maandblad wereldwijd dat ook door katolieke missie instituten wordt uitgegeven maar dat tenminste over de kapitalistische oorzaken van het probleem de waarheid durft te zeggen zelfs de recente publikaties van het nationaal centrum voor ontwikkelingssamenwerking 11 11 11 hadden al een veel kritischer tekst kunnen opleveren dat het ook anders kan zgnder daarom op de marksistische toer te moeten gaan bewijst ten slotte ook de open brief aan rijke mensen van de bekende radio en tv journalist cas goossens een boek dat goed aansluit bij de belangstelling en het kennisniveau van de leerlingen diskussie stimuleert en bovendien voortreffelijk is geschreven een betere basis voor klassikaal bezigzijn met het onderwerp is nauwelijks denkbaar j uyttendaele onvoltooid toekomende tijd nederlandse science fiction voor de hoogste vier jaren verzorg door son tybefg reeks cursoriche lectuur nr 4 de nederlandsche boekhandel 1978 127 blz 120 f de inleiding is driedelig 1 een aanduiding van wat science fiction is en waartoe ze dient nl als voorbereiding op de toe komst een idee waar ook de schrijver van het nawoord over st rui kelt 2 een opsom nirig van oudere werken die je erbij kan rekenen als je ze uit hun context rukt met een blik op de angelsaksische sf na 1926 3 een lovend lijstje vlaamse en nederlandse werken ook met een verrassende voorgeschiedenis dan volgen 7 verhalen een stuk van een roman en een gedicht op dit laatste na kregen de teksten een korte inleiding over leven en werk van de auteur mee en achterin staan vragen en opdrachten bij de meeste stukken inhoudsvragen vergelijkingen met andere verhalen en maatschappelijke problemen enkele vragen over verhaal structuur en weinig over de taal de gekozen teketen vormen een stijlkaart van sf neo 30 neo 50 neo 80 18 natuurlijk enz alleen het proza van van herck sam leek me nieuwer dit is ook aan de amerikaanse sf te verwijten en je kan hier dan ook niet veel tegen inbrengen zoals luk de vos zegt in het nawoord sf is geen genre maar een filter om verhalen aan te pakken een modus zoals ironie als deze modus aanslaat kunnen leerlingen wel ontvankelijk worden voor de registers en stijlen die erdoor gedekt worden en dan is er toch iets bereikt overigens is dit nawoord veel te lastig en de slotparagraaf is om het zacht te zeggen geen schoolvoorbeeld van een besluit het boekje is geillustreerd maar de illustraties krijgen zelfs geen verwijzing mee sf in de strip kan de lezers toch ook boeien en ze kennen al zo weinig goede tekenaars in de volgende druk zou minstens een bronvermelding moeten staan en als de auteurs zo liefde vol besproken worden verdienen de tekenaars ook wel wat reclame peter van everbroeck