Honderd meter in elf seconden?

Publicatie datum: 1993-01-01
Auteur: Helge Bonset
Collectie: 11
Volume: 11
Nummer: 1
Pagina’s: 71-77
helge bonset honderd meter in elf seconden een bespreking van henk lammers taal in tweevoud communicatieve competentie taalvaardigheid en het onderwijs in het nederlands academisch boekencentrum de lier 1991 de hoofdstelling van taal in tweevoud de in 1991 verschenen dissertatie van henk lammers luidt communicatieve competentie en taalvaardigheid zijn niet hetzelfde in tweehonderdvijftig pagina s onderbouwt de auteur deze stelling via een verkenning en definiering van beide begrippen via beschouwingen over weer in die definities opgenomen andere begrippen zoals situaties en domeinen regels en normen cognitieve operaties en monitoring moedertaal en standaardtaalgebruik en via een wel heel summiere empirische verkenning de lezer raakt en passant op prettige wijze op de hoogte van belangrijke topics uit de taalbeheersing taalkunde en didactiek van het nederlands omdat lammers discussies en wetenschappelijke standen van zaken overal helder samenvat en ze vaak ook nog voorziet van een dosis human interest in de vorm van uit het leven gegrepen communicatieve situaties lammers hoofdstelling is binnen het kader van het onderwijs in het nederlands geen open deur hij toont dat aan met behulp van citaten uit diverse didactische publikaties zoals het volgende wat de verhouding is tussen talig en niet talig in de communicative competence is moeilijk te bepalen in elk geval zijn ze zo verweven dat taalvaardigheid praktisch nagenoeg hetzelfde is als communicative competence griffioen en damsma 1978 p 49 of een ander voorbeeld spreekvaardigheid maakt deel uit van iemands communicative competence het vermogen om in allerlei sociale situaties adequaat te communiceren leidse werkgroep 1986 p 40 is het nu zo n ramp dat didactici en onderwijsgevenden nederlands de neiging hebben communicatieve competentie en taalvaardigheid gelijk te stellen volgens lammers wel ze doen daarmee geen recht aan de wijze waarop de beide begrippen gebruikt worden in theoretische publikaties zoals in meuffels 1982 en hymes 1972 een beter gebruik van beide begrippen zou dan ook de discussie over doelen en inhouden van het onderwijs nederlands verbeteren meer in concreto draagt de gelijkstelling van communicatieve competentie en taalvaardigheid volgens lammers bij aan een ongewenste opvatting binnen onderwijs en didactiek van het nederlands de continuiteitsopvatting op pagina 236 237 beschrijft lammers deze opvatting als volgt volgens die visie gaat het bij het aanleren van taalvaardigheden om een voortgezette ontwikkeling van de communicatieve competentie het taalvaardigheids onderwijs is geen autonoom domein waar andere wetten gelden dan in het domein spiegel 11 1993 nr 1 71 77 van de communicatieve competentie het is in wezen een voortgezette ontwikkeling van de primaire socialisatie die organisch aansluit bij de kennis en kunde waarover de leerlingen al beschikken of die in hun lacunes voorziet in de continuiteitsop vatting wordt dan ook groot belang gehecht aan een ononderbroken ontwikkeling het natuurlijke taalverwervingsproces mag niet gefrustreerd worden in dit verband worden specifiek schoolse vormen van taalonderwijs dan ook niet gemotiveerd vanuit het besef dat er wezenlijke verschillen zijn tussen communicatieve competentie en taalvaardigheid maar vanuit didactische overwegingen lammers voegt hieraan toe deze continuiteitsopvatting moet afgewezen worden het taalvaardigheidsonderwijs is geen verdere ontwikkeling van de communicatieve competentie als iemand bepaalde taalvaardigheden niet beheerst moet dat niet worden toegeschreven aan lacunes in zijn communicatieve competentie maar moet geconstateerd worden dat die vaardigheden kennelijk nog niet geleerd zijn deze scherpe afwijzing van de continuiteitsopvatting in het laatste hoofdstuk komt niet uit de lucht vallen in zijn voorgaande hoofdstukken heeft lammers de begrippen communicatieve competentie en taalvaardigheid dusdanig verhelderd en omschreven dat de concrete verschillen ertussen duidelijk zijn geworden communicatieve competentie wordt vanzelf verworven in de leefwereld taalvaardigheid wordt geleerd binnen en of in de omgang met instituties communicatieve competentie heeft te maken met communicatief handelen waarbij het bereiken van wederzijds begrip voorop staat en de normen in het communicatieproces de functie hebben van een fundament voor consensus taalvaardigheid heeft te maken met strategisch handelen waarbij het bereiken van eigen vooropgezette doelen via het leveren van een talige prestatie voorop staat en de normen in het communicatieproces de functie hebben om na te gaan of voldaan wordt aan de eisen van de institutie communicatieve competentie heeft als uitingsvorm de moedertaal taalvaardigheid de standaardtaal communicatieve competentie heeft betrekking op het domein van de prive leefwereld de omgang met het gezin en vrienden en kennissen taalvaardigheid op de domeinen van het openbare leven de omgang als burger met instituties en functionarissen en van het schoolse leven de omgang als leerling met en binnen de institutie school het begrip taalvaardigheid scheidt lammers op grond hiervan weer in openbare taalvaardigheid en schoolse taalvaardigheid schoolse taalvaardigheid bereidt voorop de openbare taalvaardigheid die nodig is in het openbare leven in lammers visie betekent de stap van communicatieve competentie naar schoolse taalvaardigheid die de leerling in het onderwijs moet maken een drievoudige perspectiefwisseling p 236 ten eerste van begrips naar prestatie georienteerd handelen ten tweede van de leefwereld naar het openbare leven en ten derde van de moedertaal naar de standaardtaal deze perspectiefwisseling moet anders dan door de aanhangers van de continuiteitsopvatting gebeurt duidelijk worden onderkend anders zal taalonderwijs niet veel meer zijn dan het selecteren van leerlingen op taalvaardigheden die ze al dan niet van huis uit meebrengen aldus lammers in het laatste hoofdstuk geeft lammers de consequenties aan van zijn opvatting voor het onderwijs nederlands het moet worden herverkaveld in een domein schoolse 72 taalvaardigheid en een domein vrije handelingsruimte ten aanzien van het domein schoolse taalvaardigheid stelt lammers ik pleit ervoor alleen die taalvaardighe den te onderwijzen die expliciet beschreven en daarmee expliciet genormeerd kunnen worden en die van belang zijn voor deelname aan de openbare communicatie of aan een vervolgopleiding p 250 vakonderdelen en leerdoelen die niet in het bovenstaande passen moeten worden nagestreefd in het domein van vrije handelings ruimte naar mijn mening is het na lammers dissertatie in ieder geval niet meer mogelijk om de begrippen communicatieve competentie en taalvaardigheid ongereflecteerd door elkaar te gebruiken lammers heeft daarmee duidelijk bijgedragen aan een betere theoretische discussie over het onderwijs nederlands dat wil echter nog niet zeggen dat we het op alle punten met zijn begripsonderscheidingen eens hoeven te zijn en nog minder dat we hem hoeven te volgen in de praktische consequenties die hij eruit trekt in de rest van deze recensie werk ik mijn kritiekpunten nader uit een eerste kritiekpunt betreft lammers omschrijving van het begrip taalvaardigheid op pagina 41 trekt hij een vergelijking tussen taal gebruiken en lopen aan de hand waarvan hij het verschil tussen communicatieve competentie en taalvaardigheid wil verduidelijken communicatieve competentie zo stelt lammers is een vermogen waarover elk normaal mens beschikt zoals ook elk normaal mens kan lopen dit betekent niet dat een taalgebruiker nooit struikelt of soms aan de grenzen van zijn vermogen komt hij is vergelijkbaar met een wandelaar die op lange tochten of in moeilijk terrein op de beperkingen van zijn loopvermogen stuit van taalvaardigheid is sprake aldus lammers als taalgebruikers geconfronteerd worden met voor hen onbekende en nieuwe situaties of als er specifieke eisen worden gesteld die leiden tot het type perspectiefwisseling als in het voorafgaande is beschreven hij voegt hieraan toe de vergelijking met het loopvermogen doortrekkend als iemand gevraagd wordt in elf seconden honderd meter te lopen dan mag niet verwacht worden dat deze prestatie zonder meer gerealiseerd kan worden hier is sprake van een vaardigheid die gerichte training vereist de vergelijking is even curieus als onthullend voor de zwakte van lammers begripsomschrijving van taalvaardigheid wanneer we weten1 dat het wereldrecord voor honderd meter lopen 9 82 seconden is dat toplopers in nederland 10 2 seconden nodig hebben en dat gemiddeld goede sporters 14 seconden nodig hebben hoe moeten we ons dan het talig equivalent voorstellen van honderd meter lopen in elf seconden in ieder geval niet als iets dat ooit voor alle of voor een groot deel van de leerlingen in het reguliere onderwijs bereikbaar geacht kan worden en dus niet als een communaal onderwijsdoel dat zinvol na te streven is binnen het domein schoolse taalvaardigheid de vergelijking is dus onjuist dat het mij om meer gaat dan om kritiek op lammers stilistisch vermogen blijkt als we een andere vergelijking trekken die realistischer aandoet communicatieve competentie staat daarin gelijk aan lopen taalvaardigheid aan wandelen op lange tochten of in moeilijk terrein als we van die vergelijking uitgaan wordt de door lammers 73 gecreeerde afstand tussen communicatieve competentie en taalvaardigheid opeens een stuk minder groot en ook komt de door lammers bestreden continuiteitsopvatting weer als redelijke hypothese in het gezichtsveld uit de voetganger kan zich de wandelaar ontwikkelen op voorwaarde van voldoende motivatie stimulans en inderdaad ook van gerichte training maar een perspectiefwisseling als door lammers bedoeld lijkt hiervoor niet per se nodig doordat lammers taalvaardigheid zo extreem prestatiegericht typeert en de afstand met communicatieve competentie aldus kunstmatig vergroot verzwakt hij de geloofwaardigheid van zijn betoog een tweede kritiekpunt betreft lammers visie op de functies van taalonderwijs op pagina 24 stelt hij dat op school taalvaardigheden worden onderwezen met als doel deelname aan a het maatschappelijke verkeer of b een vervolgopleiding mogelijk te maken hier ontbreekt een derde doel persoonlijke ontwikkeling dat wel genoemd wordt in bijvoorbeeld de algemene doelstelling voor het vak nederlands in de basisvorming commissie herziening eindtermen 1991 met het oog op hun maatschappelijk functioneren persoonlijke ontwikkeling en de voorbereiding op verdere studie en beroep is het onderwijs in de nederlandse taal erop gericht op pagina 95 stelt lammers dat het taalonderwijs geen specifieke taak heeft ten aanzien van het taalgebruik in het prive leven elke taalgebruiker heeft het recht in zijn prive leven zijn moedertaal te gebruiken en het behoort niet tot de taken van het taalonderwijs de normen die gelden voor het openbare taalverkeer of het gebruik van het standaard nederlands in prive situaties te bevorderen op pagina 172 spreekt lammers over de mogelijkheid van het vergroten van de motivatie van de leerlingen voor het taalonderwijs een mogelijkheid is zo stelt hij de opdracht in een herkenbaar kader te plaatsen c q deze te laten aansluiten bij de eigen ervaring hij voegt hieraan toe hier dreigt het gevaar van een vermenging van het domein van de communicatieve competentie met dat van de schoolse taalvaardigheid het is duidelijk lammers vindt dat het taalonderwijs zich verre moet houden van de persoonlijke ontwikkeling het prive leven en de communicatieve competentie dat dit de mogelijkheid om bij ervaringen van leerlingen aan te sluiten sterk beperkt geeft hij zelf al aan en hoe het in zijn visie dan moet met creatieve en sociale doelstellingen binnen het taalonderwijs vernemen we niet doordat lammers in zijn betoog het taalonderwijs steeds gelijk stelt aan schoolse taalvaardigheid en dus aan normering en voorbereiding op openbaar taalgebruik verdwijnt zo n vraagstuk waarschijnlijk uit zijn gezichtsveld met een normatieve opstelling als de hierboven genoemde raakt lammers ook wel ver verwijderd van zijn oorspronkelijke doel een verheldering van de begrippen communicatieve competentie en taalvaardigheid in de hoop dat deze van belang is voor het taalonderwijs p 26 begrippen verhelderen is iets anders dan normen stellen die bovendien zo losjes onderbouwd zijn als hier het geval is 74 echt ontsporen doet lammers betoog naar mijn mening mijn derde en laatste kritiekpunt op het einde van het boek waar hij een voorstel voor de herverkaveling van het taalonderwijs doet lammers stelt hier voor om het taalonderwijs op te delen in het domein van de schoolse taalvaardigheid en het domein van de vrije handelingsruimte het verschil illustreert hij met behulp van de groots bekende classificatie van leereffecten zie schema universeel existentieel regels van of in de wereld verrassingen rijkdom van de wereld wereld dingen die altijd zo zijn andere nieuwe dingen die bestaan onver situaties s die reacties r wachte bijzonderheden mogelijkheden feiten vereisen antwoorden keu ideeen r uitzonderingen m b t vooronderstel zen behandelingswijzen lingen aangaande de wereld e d nooit r b d regels aangaande mijzelf verrassingen aangaande mijzelf zelf persoonlijke regelmatighe andere nieuwe voor mij open wegen onver den in situaties zal moet wachte mogelijkheden het is mogelijk dat ik mag ik altijd reageren met r kan mag wil moet durf wens te kiezen r zal moet mag kan ik anders dan ik vooronderstelde aangaande mij nooit r kiezen zelf naar lammers mening moet het domein van de schoolse taalvaardigheid alleen leerdoelen bevatten die corresponderen met kwadrant a uit het schema als argumentatie geeft hij het taalvaardigheidsonderwijs moet zich beperken tot nauwkeurig geformuleerde doelen en taken dit sluit b uit uitgaan van onderwijsba re doelen en taken dit sluit c uit en zich beperken tot taken waarvoor eenduidige normen geformuleerd kunnen worden dit sluit d uit de leereffecten b d zijn wel degelijk van belang voor het onderwijs maar ze moeten in het domein van de vrije handelingsruimte nagestreefd worden en niet in dat van de schoolse taalvaardigheid p 246 de leerdoelen binnen het domein van de schoolse taalvaardigheid wil lammers geformuleerd zien als instructional objectives waarbij hij eisner 1969 citeert in an effective curriculum using instructional objectives the terminal behavior of the student and the objectives are isomorphic het bovenstaande voorstel is onwenselijk en gelukkig ook tot grote hoogte onuitvoerbaar beide oordelen zal ik nu toelichten het voorstel is onwenselijk omdat het aanleiding zou geven tot een sterk verschraald taalonderwijs het ironische van de situatie is dat de groot zijn classificatie van leereffecten ontworpen heeft als antwoord op de educational measurement benadering die werkte met instructional objectives de groot 1974 noemt die benadering meting zonder vorming het tegenovergestelde van vorming zonder meting waar hij 75 zoals bekend ook op tegen was zijn classificatie van leereffecten was nu juist bedoeld om leerervaringen zichtbaar en bespreekbaar te maken die bij een educational measurement benadering uit het gezichtsveld dreigden te verdwijnen maar door de groot fundamenteel werden geacht het ligt voor de hand zo stelt de groot in dit verband bij het begrip fundamentele ervaringen minder aan cel a te denken dan aan de cellen b en c en het meeste aan cel d p lammers voorstel zou dus betekenen dat het taalonderwijs de fundamentele leerervaringen verwijst naar de vrije handelingsruimte erg logisch lijkt dit niet en evenmin bevorderlijk voor de kwaliteit van het onderwijs in het andere domein dat van de schoolse taalvaardigheid gelukkig is lammers voorstel in strikte zin dan ook niet uitvoerbaar hij ziet over het hoofd dat het in de groots classificatie niet in de eerste plaats ging om door leerkrachten na te streven leerdoelen maar om door leerlingen gerapporteerde leereffecten en die zijn maar ten dele stuurbaar en gelukkig vaak per leerling zeer verschillend concreet als een leerling van zijn leraar leert om door te vragen in interviews instructional objective binnen kwadrant a regels van of in de wereld dan verhindert niets deze leerling om de opgedane kennis en vaardigheid ook toe te passen in prive situaties binnen kwadrant c regels aangaande mijzelf en als een leerling van zijn leraar leert dat het gebruik van sterke formuleringen in een betoog het is gewoon dus ontzettend stom als niet overtuigender is dan meer gematigd woordgebruik maar eerder minder overtuigend dan valt dat voor de leraar binnen kwadrant a dingen die altijd zo zijn maar voor de leerling misschien wel binnen b een hele verrassing concluderend lammers dissertatie is een interessant en lezenswaardig boek het kennisbelang van het taalonderwijs en taaldidactiek is ermee gediend dat de termen communicatieve competentie en taalvaardigheid niet klakkeloos door elkaar worden gebruikt dat heeft lammers aannemelijk gemaakt op lammers scherpe scheiding tussen beide begrippen zijn visie op de functies van taalonderwijs en vooral zijn voorstellen tot herverkaveling van dat taalonderwijs is forse kritiek mogelijk noten 1 ik dank deze informatie aan theo rethans leraar nederlands te rotterdam en sportsman te delft bibliografie commissie herziening eindtermen 1990 advies kerndoelen voor de basisvorming in basisonderwijs en voortgezet onderwijs den haag 76 eisner e d 1969 instructional and expressive educational objectives their formulation and use in curriculum in w j popham e w eisner h j sullivan e a instructional objectives chicago griffioen j en h damsma 1978 zeggenschap groningen groot a d de 1974 over fundamentele ervaringen prolegomena tot een analyse van gesprekken met schakers in pedagogische studien nr 7 p 329 349 hymes d h 1972 on communicative competence in j b pride en j holmes eds sociolinguistics harmondsworth p 269 293 leidse werkgroep moedertaaldidactiek 1986 red moedertaaldidactiek een handleiding voor het voortgezet onderwijs muiderberg 4e druk meuffels h l m 1982 studies over taalvaardigheid amsterdam diss uva manuscript binnengekomen 6 oktober 1992 manuscript aanvaard 10 december 1992 77