Publicatie datum: 1971-01-01
Auteur: Fritz Zondervan
Collectie: 02
Volume: 02
Nummer: 2
Pagina’s: 53-42
Documenten
in formatieverwerking begrijpend of kritisch lezen fritz zonderva n de stroom informatieverwerking heeft zich voornamelijk beziggehou den met het leesonderwijs centraal stonden de stellingen van w drop wetenschappelijk medewerker taalbeheersing aan de rijksuni versiteit te utrecht tijdens het congres lichtte hij zijn stellingen toe met name stelling 2 begrijpend lezen is niet een vaardigheid maar een serie vaardigheden en wel de volgende zeven 1 kinderen dienen eerst de woorden en woordgroepen uit een tekst te begrijpen 2 zij moeten uit de tekstgegevens sec conclusies kunnen trekken 3 zij moeten de centrale thema s van een tekst kunnen herkennen met andere woorden zij moeten antwoord kunnen geven op vragen als waar gaat dit stuk over waar gaat deze paragraaf over en waar gaat deze alinea over 4 zij moeten de details die samenhangen met de centrale thema s kunnen onderscheiden zij moeten dus kunnen opmerken waar sprake is van voorbeelden en uitwijdingen 5 zij moeten kritiek kunnen geven op de tekst dat wil zeggen zij moeten er achter komen waar de schrijver van de tekst heen wil of zij moeten kunnen opmerken of ze al dan niet objectief worden voorge licht 6 zij moeten conclusies kunnen trekken op grond van de relatie tussen de tekstuele en buitentekstuele gegevens 7 zij moeten de tekstgegevens kunnen toepassen dat wil zeggen zij moeten ze los kunnen maken van hun eigen culturele en sub culturele context de eerste vijf vaardigheden zijn alleen gericht op de tekst en de tekstge gevens de punten 6 en 7 hebben betrekking op hoe lezende kinderen een tekst moeten gebruiken voordat de leraar een of meerdere van de zojuist genoemde vaardig heden in de klas gaat oefenen dient hij de kinderen een duidelijke leesdoelstelling te geven aldus drop in stelling 1 formuleerde hij dit als volgt lezen van informatie zonder leesdoelstelling is of je een bos gaat rooien voor je weet of het gaat om bomen hakhout padde stoelen of bosbessen het mag dus niet voorkomen dat de leraar zegt jongens en meisjes lees deze tekst eerst voor jezelf daarna zal ik jullie enkele vragen stellen de kinderen moeten dus een duidelijk omschreven opdracht krijgen zodat ze onder het lezen weten waar z e 35 op moeten letten maar dit laatste geldt ook voor de leraar en zijn leesonderwijs als een leraar expliciet weet welke vaardigheden bij begrijpend lezen onderscheiden kunnen worden zal hij zijn les efficienter kunnen inrichten hij zal waarschijnlijk met meer vrucht kunnen les geven dan wanneer hij niet precies weet waarop hij moet letten vele leraren bevestigden dit tijdens het congres zij waren blij eens van een theoreticus te horen hoe hij het leesproces beschouwde drops toelichting op zijn stellingen verschafte de aanwezigen echter ook genoeg stof tot discussie hun aandacht richtte zich met name op stelling 2 waarbij drop in zijn toelichting een scheiding maakte tussen de eerste vijf en de laatste twee vaardigheden een scheiding tussen begrijpend lezen en kritisch lezen het overgrote deel van de aanwezigen stelde namelijk dat zo n scheiding niet gemaakt mag wor den in het leesonderwijs omdat lezen niet alleen een technische vaardigheid is maar een proces dat waarden impliceert mentaliteiten vormt en tot sociale en politieke consequenties leidt zelfs in de vroegste leesstadia dienen de vaardigheden niet gescheiden met kinde ren geoefend te worden omdat de meningen hierover verdeeld waren is dit onderwerp uitgegroeid tot het kernthema van de stroom informatieverwerking een subgroep van stroom 2 probeerde het kri tische standpunt te concretiseren aan de hand van de tekst rijke en arme landen les a uit taalboekje 6a van de serie de basisschool 4 hieronder volgt hun verslag kritisch lezen van een basisschoolteks t naar aanleiding van de discussie over de genoemde tekst kwam onze groep tot de conclusie dat informatie over een controversieel onder werp intersubjectiefs moet zijn waaronder wij verstaan dat het pro bleem van alle kanten belicht wordt dit leek bij rijke en arme landen het geval te zijn maar bij nader onderzoek voldeed de tekst niet aan deze eis hieronder volgen de resultaten in het boek is de tekst in zes stukken verdeeld we geven steeds een stuk gevolgd door commentaar daarna komen de bij de tekst behorende vragen aan de beurt 1 de armoede van miljarden mensen is het grootste pro bleem in onze wereld er leven op aarde op het ogenblik ongeveer 3 500 000 000 mensen dat is 3 4 miljard of 3500 miljoen daarvan krijgen er ongeveer 400 miljoen te weinig eten ze lijden honger de armoede wordt gepresenteerd als het grootste probleem in onze wereld het verband armoede honger wordt gelegd 2 nog eens 1500 miljoen mensen eten voedsel dat voo r 36 een goede gezondheid te weinig eiwitten en vitaminen be vat deze mensen zijn ondervoed meer dan de helft van de mensheid lijdt dus honger of is ondervoed een groot deel van de wereld is vreselijk arm je kunt haast wel zeggen dat heel afrika azie en zuid amerika bestaan uit arme landen zie het kaartje op blz 13 van het infor matieboek er zijn twee alinea s in de eerste wordt gesproken over het aantal mensen dat honger lijdt of ondervoed is de tweede gaat over arme landen hier wordt het verband honger armoede gelegd de mensen die honger lijden blijken in bepaalde landen z g arme landen te wonen 3 de armoede in twee derde van de wereld is een gevolg van weinig industrie veel dingen die door de fabrieken in de rijke landen gemaakt worden moeten de arme landen kopen ook machines voor hun eigen nieuwe fabrieken moeten ze kopen in de rijke landen dat kost geld veel geld de armoede wordt volgens de tekst veroorzaakt door het kopen van a industrieprodukten en b machines voor hun eigen fabrieken maar is de armoede niet vooral het gevolg van gebrek aan industrie en wordt hij groter door het moeten kopen van genoemde industriepro dukten en machines van wie moet dat en waarom 4 ouderwetse landbouw in de arme landen is geen geld om tractors kunstmest enz voor de landbouw te kopen ze zouden er bovendien weinig aan hebben omdat de meeste boeren te weinig hebben geleerd om moderne land bouwmethoden toe te passen vele arme landen produce ren dus niet voldoende voedsel om hun eigen bevolking te kunnen voeden ze moeten daarom ook nog voedsel in rijke landen kopen de ouderwetse landbouw levert dus niet genoeg voedsel op ze kopen wel machines en kunnen daarmee omgaan landbouwwerktui gen kopen ze niet want er is geen geld voor en ze kunnen ze niet hanteren 5 onvoordelige handel de produkten die de arme landen wel aan de rijke landen kunnen verkopen leveren steeds minder geld op het gaat hier om de produkten van de land en mijnbouw zoals koffie cacao katoen rubber rietsuiker koper tin enz drie dingen worden als oorzaken van de armoede genoemd weinig industrie ouderwetse landbouw en onvoordelige handel 6 de mensen uit de rijke landen raken er zo langzamer hand wel van overtuigd dat er snel en veel hulp gebode n 37 moet worden er wordt al veel geld beschikbaar gesteld om ziekenhuizen en scholen te bouwen en om moderne land bouwwerktuigen aan te schaffen vele europeanen werken reeds in de arme landen verpleegsters doktoren en inge nieurs proberen samen met de regeringen van deze landen de landbouw de geneeskunde en het onderwijs te ontwik kelen vandaar dat als we over deze landen spreken we ze ontwikkelingslanden noemen kennelijk zijn de mensen uit de rijke landen dezelfden als vele europeanen waardoor raakt men ervan overtuigd wie ontwikkelt dat hoeft de industrie niet ontwikkeld te worden opmerkingen bij de inhou d in 1 en 2 wordt armoede gelijk gesteld met honger resp ondervoe ding de klas kan hieruit lezen leren a iemand die arm is heeft honger b iemand die niet arm is heeft geen honger c iemand die honger heeft is arm d iemand die geen honger heeft is niet arm in 3 4 en 5 wordt geconstateerd dat er weinig industrie ouderwetse landbouw en onvoordelige handel bestaat hoe dat komt wordt niet uitgelegd zijn dit oorzaken of gevolgen in 6 wordt de oplossing gezocht in het stimuleren van landbouw geneeskunde en onderwijs dit heet ontwikkelen wij zien er een vooral charitatieve benadering in er zijn drie vragen begrijpen jullie waarom er juist in de laatste jaren in de rijke landen zoveel aandacht wordt geschonken aan de ont wikkelingslanden er zijn een heleboel redenen voor te bedenken praat er samen over zou jij later in de ontwikkelingslanden willen gaan wer ken zo ja waarom en welk werk zou je er dan het liefst doen zo nee waarom niet schrijf je mening kort en duidelijk op in de ontwikkelingslanden zijn er veel dingen die moeten worden aangepakt hieronder staan er een aantal genoemd wat volgens jou eerst moet gebeuren schrijf je bovenaan wat minder noodzakelijk is zet je daaronder enz werk maar met nummers als er meer dingen zijn die volgens jou op de eerste plaats moeten staan zet daar dan ook een 1 voor meer verkeerswegen meer cafes meer ziekenhuizen meer televisie s 38 meer koffiezetapparaten meer schole n meer bioscopen meer vrachtwagen s de eerste vraag laat alle mogelijkheden open ook niet in de tekst genoemde de andere twee sturen weer in de richting van landbouw geneeskunde en onderwijs de laatste kan bovendien tot cirkelredene ringen leiden woordkeus we vielen over woorden als onze wereld in 1 vreselijk arm in 2 geld veel geld in 3 de tekst probeert zakelijke informatie te verschaffen door woorden als deze wordt een beroep gedaan op het sentiment van de lezer conclusies in ongeveer 400 woorden wordt het grootste probleem van onze wereld besproken verklaard en opgelost in een taal die voor de ede klas van de basisschool begrijpelijk is dat dit uitloopt op een uiter mate simplistische behandeling verwondert ons niet het probleem van de rijke en arme landen wordt bekeken vanuit sociaal stand punt honger armoede en hulp we vinden dit eenzijdig er is dus ons inziens niet voldaan aan het criterium van intersubjectiviteit wel zijn de verstrekte gegevens juist of het enig nut heeft een dergelijk probleem op deze manier voor te leggen aan de leerlingen betwijfelen we zou het niet beter zijn een aspect dat als zodanig gepresenteerd wordt te kiezen bij voor beeld vrijwilligers voor afrika discussie of bovenstaande kritiek van de subgroep overal even juist en ter zake is laat ik in het midden hij geeft in elk geval inzicht in het kritische standpunt dat tijdens de conferentie werd ingenomen hier staat de intersubjectiviteit van een oefentekst centraal daartegenover staat de mening van drop in stelling 6 de teksten waarop kinderen hun activiteiten van het begrijpend lezen oefenen moeten in hun soort perfect zijn 6 tijdens de discussie met drop formuleerde deze zijn standpunt ongeveer aldus bij het leesonderwijs moet de leraar teksten kiezen met betrekkelijk waardevrije termen en onderwer pen pas nadat de kinderen de eerste vaardigheden onder de knie hebben kan de leraar overgaan op het oefenen met minder perfecte teksten in het raam van dit verslag heeft drop desgevraagd zijn eigen ervaring met zijn stellingen gegeven hieronder volgt zijn reactie o p 39 de door mij gestelde vraag hoe gingen de stellingen voor u de von in en hoe kwamen ze er weer uit natuurlijk had ik me voorbereid om de stellingen toe te lichten en wel speciaal stelling 2 de serie vaardigheden waaruit begrijpend lezen bestaat kon ik indelen in een vijftal zones 1 lexicale vaardig heid kennen van de betekenis van woorden in de context 2 struc turele vaardigheid zien van de verbanden met name tussen centrale thema s en details 3 het trekken van conclusies uit de tekst al dan niet met gegevens en regels van buiten de tekst 4 het kritisch lezen herkennen van bedoeling c q opzet van de schrijver 5 het concre tiseren van de tekstgegevens toepassen van tekstinformatie op de buitenwereld t zal wel mede door die gedetailleerde uitleg zijn geweest dat vooral stelling 2 in bespreking is gekomen maar in een subgroep heb ik een interessante discussie over de eerste stelling meegemaakt ik had deze geformuleerd binnen het stroom thema ik had dus aangenomen dat het de lezer om bewuste informatieverwerking gaat in de discussie achtte men het geinteresseerd lezen van een informatief artikel in vrij nederland in mijn stelling ten onrechte verdonkeremaand ik moet toegeven dat dit soort lezen informatieverwerving kan ople veren zonder dat er een bewuste doelstelling is intussen geloof ik niet dat dit spelenderwijs verwerven van informatie een techniek is die men als aanbevelenswaardig moet aanleren wanneer men niet bewust selecteert met het doel een bepaalde informatie te verwerven dan blijven aard en omvang van die verwerving toevallig het norma le artikel lezen is een aanbevelenswaardige manier van tijdverdrijf dat kan leiden tot allerminst te versmaden ontwikkeling nu na de discussie zou ik stelling 1 willen herformuleren het lezen om infor matie uit een tekst te halen zonder dat een scherper bepaalde doel stelling vastlegt hoeveel informatie van welke aard in hoeveel beschik bare tijd men wil verwerven is inefficient als methode het onderwijs dient efficiente methodes aan te leren in de discussies over de tweede stelling kwam het accent te liggen op het kritisch lezen van daaruit gingen lijnen naar lexicale vaardigheid b v wat is de betekenis van de amerikanen zijn in vietnam om het volk te bevrijden naar concluderen en concretiseren nu had ik bij voorbaat toegegeven dat men de subvaardigheden in een andere volgorde zou kunnen opstellen omdat ze elkaar door dringen toch verraste het me dat velen een aversie toonden tegen onderwijs in begrijpend lezen dat in eerste instantie technisch zou zijn ik betwijfel allerminst dat lexicale vaardigheid structureren concluderen en concretiseren beslissend bepaald kunnen worde n 40 door waarden immers men beoordeelt de gegeven feitelijkheid achter de woorden met zijn eigen waarden maar ook na de soms warme maar plezierige discussies blijf ik erbij dat de norm ale volgorde is begrijpen van woordbetekenissen zoals die in eerste instantie gangbaar zijn herkennen van samenhangen kritisch oordelen het laatste moge het hoogtepunt zijn het kan m i pas terecht zijn wanneer het tevens het eindpunt is en de eerste twee activiteiten naar behoren zijn uitgevoerd gebeurt dat niet dan krij gen we letterlijk voor oordelen en dat is iets waartoe we m i nimmer mogen opleiden uit de discussies heb ik intussen geleerd hoezeer een oefentekst de normale reacties opwekt van iedere tekst die een aansprekend pro bleem stelt aan de ene kant is dat een groot geluk omdat de tekst dus blijkt te functioneren aan de andere kant levert het een groot didactisch probleem immers iedere methode vraagt een mate van abstractie van het methodisch benaderde althans gedurende de perio de dat het kennismaken met en aanleren van de methode plaats moet vinden pas wanneer de methode van het verantwoorde begrijpend lezen deel is geworden van het natuurlijke lezen van informatie is volledige concentratie op de inhoud van de informatieve tekst verant woord maar dan hebben we ook het stadium van het eigenlijke methodische leesonderricht achter de rug dan hebben we het gereed schap om de vele maatschappelijke taken uit te voeren die gebaseerd zijn op begrijpend lezen van informatieve teksten wie intussen in het oefenstadium geconfronteerd wordt met informa tie die hem raakt verkeert zeker in dezelfde ongemakkelijke situatie als de sportsman die bezig is met een training om z n techniek te veranderen en die daartussendoor nog wedstrijden moet spelen de discussie over stelling 6 kwam voort uit mijn formulering die inderdaad zeer verschillende interpretaties toeliet ik bedoelde niet dat een oefentekst bij voorbeeld altijd logisch of ethisch perfect zou moeten zijn wel dat het specifiek te oefenen aspect van het lezen er ondubbelzinnig en goed herkenbaar in aanwezig moet zijn ik zou de stelling aldus willen herformuleren als kinderen een bepaalde sub vaardigheid van het begrijpend lezen moeten gaan oefenen dan die nen de oefenteksten een volledige ontplooiing van die subvaardigheid mogelijk te maken gaat het b v om het herkennen van centrale ideeen dan dienen er ook heldere en goed herkenbare centrale ideeen aanwezig te zijn in de tekst of het tekstgedeelte waarmee geoefend wordt natuurlijk moet men deze stelling in samenhang met de volgende zien op de perfecte aanbieding moeten stadia volgen van imperfec te helaas normale maar dit vergt een oefenproces apart en be wust 41 het zal duidelijk zijn dat de vaardigheden die door drop hierboven werden toegelicht in de verschillende leesniveaus van kinderen een verschillende rol spelen of het leesonderwijs beperkt blijft tot ver groting van de taalvaardigheid alleen zal onder meer afhangen van het vervolg van de discussie die tijdens het von congres 1971 op gang is gekomen noten 1 w drop stellingen verstrekt aan alle deelnemers van de von conferentie gehouden van 3 6 april te noo rdwijkerhout zie bijlage 1 2 i dem 3 fie van dijk lezen verstre kt aan de d eelnemers van de von conferentie gehou den van 3 6 april 1971 te noor dwijkerhout z ie bijlage 2 4 r corp oraal j a miche ls scholten en n g verbaan de basisschool taalboekje 64 groningen 1970 5 cf w drop op blz 4 8 van moer 197 1 2 tijdschrift voor het onderwijs in het nederlan ds purmerend 1971 noemt dit rep resentatief dat informatie die niet com pleet is kan zijn in ieder geval alle oordeelsmogelijkheden moet openlaten 6 w drop stellingen zie noot 1 42