Interactie en taalvaardigheid. Ideeën voor het basisonderwijs.

Publicatie datum: 1993-05-01
Collectie: 22
Volume: 22
Nummer: 5
Pagina’s: 9-14

Documenten

interactie en taalvaardigheid ideeen voor het basisonderwijs ilse humblet inge schuurmans piet van avermaet 84c kris van den branden tot voor enkele jaren waren de begrippen taalvaardigheid en taalvaardigheidson derwijs nauwelijks ingeburgerd in het vlaamse onderwijs sinds geruime tijd valt er in het denken rond taalonderwijs echter een duidelijke verandering waar te nemen van een klassieke aanpak van taalonderwijs een aanpak waarbij taalkennis cen traal staat en die zowel bij veel autochtonen als bij de meeste allochtone kinderen weinig of geen resultaten oplevert kan een verschuiving worden vastgesteld naar een aanpak waar taalvaardigheid centraal staat ook in de huidige onderwijspraktijk zijn tekenen van deze verschuiving merkbaar waarom taalvaardigheid hierbij dringt zich direct een tweede vraag op oor de meeste mensen in het onderwijs is deze keuze en de wat is taalvaardigheid verantwoording ervan bekend zie o a andere bijdragen in stel ik wil me vestigen als kolenhandelaar vonk wij willen alles toch nog en ik beschik over een uitgebreid adressen even op een rijtje zetten de voor bestand dat ik van mijn voorganger heb naamste reden voor het niet slagen overgenomen mijn voornaamste opdracht van leerlingen is een onvoldoende beheer bestaat erin de kolen die door klanten sing van het nederlands het taalonderwijs besteld worden ter bestemming te bren dat leerlingen krijgen heeft in te hoge mate gen wat heb ik in eerste instantie nodig om het vergroten van de kennis van die taal tot deze opdracht te kunnen uitvoeren een doel terwijl de eerste doelstelling het ver ve rv oermiddel een vrachtwagen met groten van het begrip en het gebruik van de losse opligger is een efficienter voertuig om taal die op school en in de klas gebruikt kolen rond te voeren dan een kruiwagen wordt moet zijn er wordt echter bijna nooit dezelfde vraag kunnen we nu met betrek de vraag gesteld welk nederlands een leer king tot het onderwijs stellen als leerkracht ling dan wel moet beheersen om op school beschik ik b v in de vorm van een leerplan en in het onderwijs te kunnen functioneren over een ruim pakket van kennis vaardig dit is nochtans onontbeerlijk en zou de prio heids en attitudinele aspecten die ik op ritaire vraag moeten zijn een of andere manier wil overbrengen aan mei juni 1993 nummer 5 22e jaargang nni de leerlingen deze aspecten kunnen op het afzonderlijke deelcomponenten bijvoor terrein van het nederlands taalbeschou beeld op het verwerven van de syntactische wende componenten of op het terrein van regels rond de vorming van de verleden tijd zaakvakken b v aardrijkskunde liggen de of op het verwoorden van een oorzakelijk vraag is dan wat er in eerste instantie nodig verband en doen in een tweede zgn toe is om de overdracht van deze kennis vaar passingsfase een poging om die verleden digheden en attitudes mogelijk te maken tijds regels of die zinnetjes met omdat in dus met andere woorden waaraan heeft een echte taalgebruikssituatie aan te wen een leerling in eerste instantie behoefte hij den heeft behoefte aan die taal die gebruikt die stap van de deeltjes naar het geheel lijkt wordt om de voomoemde kennis en vaar in de praktijk echter bijzonder moeilijk voor digheidscomponenten te kunnen verwerken een taalleerder het is dus niet zo dat en opslaan de leerling moet de taal dus omdat een taalleerder binnen een driloefe niet zozeer kennen maar hij moet ze kun ning drie keer een voltooid tegenwoordige nen gebruiken hij moet vaardig zijn in die tijd perfect heeft geproduceerd hij dat ook taal dit impliceert dat taalvaardigheid de spontaan zal doen als zijn moeder hem s vaardigheid is om taal te gebruiken om avonds vraagt wat hij die dag op school informatie allerlei boodschappen te begrij heeft gedaan als we afzonderlijke woorden pen input en te interpreteren en om infor vergelijken met bouwstenen en de regels matie te kunnen versturen output van de grammatica met de cement die die bakstenen in een bepaalde schikking bij wanneer we bij de optimalisering van het eenhoudt dan is de parallel duidelijk het is taalonderwijs uitgaan van taalvaardigheid is niet omdat iemand cement kan maken of de volgende vraag met een enkele baksteen allerlei kunsten kan uithalen dat hij ook zomaar een gebouw kan neerzetten hoe moet die taalvaardig een alternatieve weg loopt in de tegenover heid eruit zien hoe bouw je gestelde richting van het geheel naar de taalvaardigheid op deeltjes taalleerders worden daarbij geconfronteerd met taal zoals die in een twee mogelijke wegen kunnen daarbij wor reele taalgebruikssituatie voorkomt en wor den onderscheiden de eerste noemen we den ook aangezet om produktief aan deze bij gebrek aan een betere term de weg taalgebruikssituatie deel te nemen van de deeltjes naar het geheel taal wordt taalleerders wordt dus niet gevraagd om daarbij opgebroken in haar verschillende eerst afzonderlijke woorden of bepaalde deelcomponenten en van die deelcompo syntactische regels in te oefenen zij wor nenten wordt er minstens een geselec den aangezet om in een concrete en bete teerd die als ingang dient tot het verwerven kenisvolle interactie met een andere gebrui van de taal als geheel ker van de doeltaal hun intenties te ver mogelijke deelcomponenten die op deze woorden en om in diezelfde situatie de manier dienst kunnen doen zijn o a woor intenties van hun gesprekspartner te ontra denschat de regels van de grammatica of felen taalfuncties om het toch wel abstracte basisidee hier is dat precies door succesvol begrip taalfuncties wat concreter in te vul in interactie te treden met andere gebrui len hebben wij als bijlage een lijst van cog kers van de doeltaal door te ervaren hoe nitieve taalfuncties toegevoegd taal werkt en niet werkt de taalleerder de basisidee is in alle gevallen dezelfde automatisch de deeltjes binnen het geheel leerlingen worden intensief geoefend op zal gaan onderscheiden dat is trouwens nw 22e jaargang nummer 5 mei juni 1993 wat ieder kind vermag te doen binnen vraag is echter of en hoe deze kenmerken zijn haar eerste taalverwerving en wat ook te realiseren zijn in een concrete lessituatie ongestuurde tweede taalverwerving ken in wat volgt stellen wij twee werkvormen merkt de afzonderlijke componenten die voor waarin minstens een aantal van deze daarstraks werden vernoemd woorden kenmerken structureel zijn ingebakken het schat grammatica taalfuncties komen dus gaat om twee vormen van groepswerk binnen deze weg niet afzonderlijk en expli namelijk een tweezijdige taak en een car ciet aan bod maar vloeien impliciet voort uit rousel opdracht de hiernavolgende voor het concrete gebruik van de doeltaal in een beelden zijn toegespitst op de basisschool betekenisvolle situatie wel is het zo dat maar het is perfect mogelijk ze in het voort indien deze weg van het geheel naar de gezet onderwijs toe te passen cf nora deeltjes wil leiden naar succesvolle taalver bogaert greet goossens in dit nummer weving de interactie waarin de taalleerder wordt betrokken moet voldoen aan een aantal voorwaarden werkvormen 1 de interactie moet interessant en bete tweezijdige taak kenisvol zijn voor de taalleerder ze moet de aandacht van de leerdar letter het betreft hier een taak die een uitwisse lijk en figuurlijk trekken daartoe sluit ze ling van informatie vereist tussen alle deel idealiter aan bij de leefwereld van de nemende partijen dit houdt in dat alle deel taalleerder en sluit ze die leefwereld nemers slechts over een deel van de totale ook niet uit informatie beschikken en dat zij de infor 2 de interactie moet tweezijdig zijn dit matie van alle anderen nodig hebben om de betekent dat alle gesprekspartners gelij opdracht tot een goed einde te brengen zij ke rechten hebben om hun zeg te doen zijn met andere woorden afhankelijk van en dat geen der beide gesprekspartners elkaar en worden daardoor wel gedwongen het gesprek monopiliseert dit impliceert tot interactie als we deze taak bezien in bovendien dat beide partijen in mekaars termen van communicativiteit en coope informatie zijn geinteresseerd rativiteit cf nora bogaert greet 3 de gesprekspartners moeten mekaar goossens kan gesteld worden dat aan helpen om de interactie succesvol te beide aspecten voldaan wordt laten verlopen indien er onduidelijkhe den of begripsproblemen zijn moeten we geven een voorbeeld het onderwerp alle gesprekspartners de kans krijgen van de opdracht luidt schrijf een verhaal om die te signaleren en moet op deze signalen voldoende worden ingegaan het verhaal gaat over een meisje dat bij gesprekspartners die het moeilijk heb toeval in een verkeerd huis terecht is geko ben om hun intenties te verwoorden men en daar voorlopig ook niet meer weg moeten genoeg tijd krijgen om een kan ze moet dus o a in haar levensonder uiting te produceren en moeten indien houd voorzien ze wil frietjes met biefstuk nodig hierbij geholpen worden en salade gaan maken het is de bedoeling 4 de interactie moet verlopen in een ont dat de leerlingen hierover gezamenlijk een spannen sfeer geen der gesprekspart verhaaltje verzinnen hiertoe wordt vervol ners mag zich geremd voelen om een gens de klas ingedeeld in groepjes van elk bijdrage tot de conversatie te verlenen drie leerlingen de leerlingen uit de groepjes om zijn onbegrip duidelijk te maken of krijgen echter ieder een ander deel van de om zijn mening te verkondigen informatie zo heeft de een informatie over mei juni 1993 nummer 5 22e jaargang nni c1 de inhoud van de ijskast de ander over de moeten kiezen om zoals bij kleutergroe inhoud van de keukenkastjes en de derde pen zelf deel te nemen aan de opdracht over het recept ze hebben dus elkaars hij of zij kan dan natuurlijk maar met een informatie nodig om het verhaaltje tot een groepje tegelijkertijd bezig zijn duidelijk goed einde te brengen er zal dus druk moet zijn dat de rol die de leerkracht heeft gediscussieerd en geargumenteerd moeten in deze taak afhangt van het taalvaardig worden over de opbouw van het verhaal heidsniveau van de leerlingen in zijn of haar voor een goed verloop van deze opdracht klas is het belangrijk dat een en ander in een ontspannen sfeer verloopt een situatie waarin de kinderen zich op hun gemak voe carrousel opdracht len draagt logischerwijs bij tot een meer succesvolle communicatie een carrousel opdracht is een tweezijdige taak waarbij de samenstelling van de in bovenstaand voorbeeld is gekozen voor groepjes tijdens het uitvoeren van de taak een indeling van de klas in kleine groepjes wisselt we verduidelijken dit met een voor deze taak kan echter op verschillende beeld als onderwerp van de carrousel manieren uitgevoerd worden opdracht kiezen we het samenstellen van van leerkracht tot de gehele klas een krant in grotere groepen of in groepjes van 2 a 3 personen de leerlingen vormen groepjes van zes en krijgen elk van de leerkracht een steekkaart aan deze laatste vorm wordt in veel situ met een deelopdracht stap 1 de ene krijgt aties de voorkeur gegeven omdat blijkt dat gegevens voor een sportbericht de andere leerlingen in kleine groepjes eerder geneigd informatie over het weer een derde krijgt zijn tot interactie o a doordat ze zich meer binnenlands nieuws een andere ontvangt op hun gemak voelen in grotere groepen gegevens over het buitenland een vijfde dreigt ook het gevaar dat minder mondige over een culturele gebeurtenis en een zesde of minder vaardige kinderen oversneeuwd krijgt een roddel over een of andere ster de worden door mondiger klasgenootjes leider van de groep legt de bedoeling van de opdracht uit nl het samenstellen van voor kleuters ligt de situatie iets anders een krant aan de hand van de verschillende meestal is een kleuterklas al in groepen ver gegevens iedereen leest in stilte zijn steek deeld en is de kleuterleidster telkens met kaart vervolgens vormen alle leerlingen met een groepje bezig de tweezijdige taak zal eenzelfde deelopdracht b v sport een hier dus vaak uitgevoerd worden met de nieuwe groep stap 2 in die groep bespre kleuterleidster als participant ken ze hun steekkaart er wordt nagegaan of iedereen de informatie begrepen heeft de rol van de leerkracht in deze taak is moeilijke woorden worden besproken en of helemaal afhankelijk van de klas waar hij of opgezocht vervolgens wordt op basis van zij mee werkt in het voorbeeld werd uitge de informatie op de steekkaart een tekstje gaan van leerlingen die taalvaardig genoeg opgesteld voor de krant daarna keren de zijn om de opdracht gezamenlijk uit te voe leerlingen terug naar hun oorspronkelijke ren in dit geval is het de taak van de leer groep waar ze een voor een hun artikel kracht erop toe te zien dat een en ander voorstellen en een suggestie doen voor de goed verloopt dat wil zeggen dat iedereen plaats in de krant waar het zal verschijnen zich aan zijn of haar deelopdracht houdt in stap 3 als elke leerling zijn haar artikel het geval van minder taalvaardige leerlingen voorgesteld heeft wordt er gediscussieerd echter zal de leerkracht er wellicht voor over de plaats en de ruimte die het zal ivij wit 22e jaargang nummer 5 mei juni 1993 gen in de want elke leerling vindt zijn bij uitdaging bieden om dat te doen het ver drage natuurlijk het belangrijkst ma ar er delen van informatie onder verschillende moet een consensus bereikt worden de deelnemers en het verzinnen van opdrach beste krant zal hater opgehangen worden in ten waarbij die informatie noodzakelijk moet de klas worden uitgewisseld kan daar alleen maar toe bijdragen door de manier waarop deze activiteit is georganiseerd zijn de leerlingen genood zaakt met elkaar te communiceren om de ilse humblet e a opdracht tot een goed einde te brengen steunpunt nederlands als tweede taal elke leerling beschikt over informatie die de blijde inkomsfstraat 7 anderen niet hebben en die ze nodig heb 3000 leuven ben om de taak uit te voeren cf stap 3 daarnaast is het ook belangrijk dat alle groepsleden toegang hebben tot de infor matie de leerlingen moeten elkaar dus hel pen als er onduidelijkheden of begripspro blemen zijn cf stap 2 door het werken in kleinere groepjes zijn de leerlingen minder geremd om te praten en komen ze ook meer aan bod dan bij een activiteit waarbij de hele klas betrokken is uit onderzoek blijkt dat bij dergelijke taken de beste resul taten gehaald worden als de groepen hete rogeen samengesteld zijn heterogeen qua etnische achtergrond sekse taalvaardig heidsniveau leiderschapskwaliteiten en vriendschapsbanden de rol van de leer kracht is bij een dergelijke activiteit niet te onderschatten hij zij dient het materiaal goed voor te bereiden en tijdens het wer ken in groepjes moet hij zij ervoor zorgen dat de samenwerking vlot verloopt bibliografie in deze bijdrage zijn geen bibliografische het laatste woord verwijzingen opgenomen er is wel uit o a volgende literatuur geput de bovenstaande voorbeelden zijn niet hei lig er zijn ongetwijfeld duizend andere en galton m williamson j group betere invullingen te verzinnen van twee work in the primary classroom dige taken en carousselopdrachten london new york routledge 1992 belangrijk is echter dat de principes die aan de basis van deze voorbeelden liggen wor sharan s e a cooperation in den in acht genomen als wij leerlingen wil education brigham young university len aanzetten om met elkaar en met hun press 1980 leerkracht in interactie te treden dan moe ten werkvormen worden opgezet die leerlin sharan s cooperative learning new gen een reden een dosis plezier en een york praeger 1990 mei juni 1993 nummer 5 22e jaargang w bijlage taalfuncties i cogumeficonceprueel descriptief 1 benoemen beschrijven hier en nu 2 informeren beschrijven geheugen 3 specificeren analytisch 4 sequentiexen 5 illustreren 6 vergelijken contrast 7 classificeren 8 expliceren middel doel 9 condities voorwaarde 10 argumenteren reden verklaring 11 concluderen 12 samenvatten 13 generaliseren oorzaak gevolg 14 toepassen van inzichten problemen signaleren oplossen alternatieven geven projectief 15 informeren redeneren toekomst 16 zich inleven in gevoelens ervaringen capaciteiten van anderen ii expressief 1 eigen mening geven oordeel formuleren gevoelens uiten 2 fantaseren rollenspel verhaaltjes verzinnen doen alsof lifw 22e jaargang nummer 5 mei juni 1993