Interacties met zorgleerlingen

Publicatie datum: 2002-01-01
Collectie: 05
Volume: 05
Nummer: 2
Pagina’s: 10-13
zorgleerlingen zijn maar dat er wel vaak schriftelijk bestellen bij zorgleerlingen in alfabetiseringskiassen zitten omdat het als de laagste onderwijsvorm wordt uitgeverij partners gezien postbus 8639 3009 ap rotterdam er zit meer in dan je denkt fax 010 4071644 isbn 90 5819 160 5 uitgeverijpartners nl bestelnummer 160 5 e mail partners ced nl prijs e 54 50 vit l1et veld in het vorige nummer van alfa nieuws 2002 no 1 gaven carry van de guchte en henny jellema hun mening over de inzet van de nt2 bloks woordenschat van sten vert naar aanleiding van die discussie ging henny zich steeds meer afvragen waarom nu eigenlijk de woordenschat van de stenvert bloks wel begrepen en geleerd wordt door haar leerlingen moeilijk lerende isk ieerlingen van de lieven de keyschool en waarom de woorden en de tekst van de meester die niet kon schrijven de krant in de klas alfa nieuws 2001 no 4 niet in onderstaand fragmenten geeft henny zo gedetailleerd mogelijk weer hoe zo n interactie met enkele zorgleerlingen verliep interacties met zorgleerlingen henny jellema lieven de keyschool haarlem fatima en abdullah zitten respectievelijk zes maanden en vier maanden bij mij in de klas 1 ze hebben beiden iets bijzonders fatima is zo n leerling die heel lang op de vraag hoe heet je met ja heeft geantwoord en abdullah probeert een taalgenoot van hem morsal alles te laten tolken fatima heeft bij een test de kwalificatie zeer zwakke motoriek gekregen met het advies haar veel te laten kleuren ze stottert ernstig het technisch lezen van het verhaal van de lichaamstaal ogen gezicht enz lijkt erop te meester die niet kon lezen een gedeelte wijzen dat ze geen idee hebben van wat ik daarvan is hiernaast nogmaals afgedrukt bedoel dus ik wijs weer op mezelf ik ben een levert eigenlijk geen problemen op hoewel vrouwen meneer goverse weten jullie wie fatima ook stottert met lezen komt ze er toch meneer goverse is is een man meneer wel uit stoel is ook een man en juffrouw arenda is een dan vraag ik hier staat meester wat is een vrouw let wel dit wordt heel vaak in de klas meester genoemd dit soort algemeenheden verwoord ik kijk hier lees maar er was eens een man ik dagelijks tegen een ieder die bij me in de die niet kon lezen het gaat hier over een buurt komt man ze reageren met een vriendelijke blik maar ik wijs naar mezelf en vraag ben ik een komen niet dichterbij nog maar eens man ik is een meester een man of een vrouw beide leerlingen zeggen niets en hun ze reageren niet 10 juffrouw arenda de school ze zeggen niets denken zo te zien keihard ja een aantal leerlingen reageren en knikken over een goed antwoord fatima kijkt naar de andere leerlingen en knikt melek waarom werkt jouw vader dan ook van ja abdullah vraagt iets aan melek denkt even na en ik maak een geld morsal gebaar met mijn vingers ik morsal wat vraagt abdullah melek stralend geld morsal hij vraagt waar gaat dit over ik juist om geld te krijgen ik in een school zijn boeken schriften enz heeft deze man in ons verhaal dat ik abdullah jij moet elke dag de krant rond de andere leerlingen zeggen nee abdullah en brengen waarom doe je dat fatima doen niet meer mee dus ik richt mij abdullah draait zich weer naar morsal maar ik speciaal tot fatima hou hem tegen en herhaal abdullah jij moet ik die meester kan niet lezen is dat niet raar elke dag de krant rond brengen van je vader een meester die niet lezen kan fatima een waarom meester die niet lezen kan hoe zit dat abdullah dat moet vader fatima ja ik fatima waarom gaat abdullah elke dag de abdullah draait zich weer naar morsal en vraagt krant rondbrengen iets in rap afghaans fatima ja morsal antwoordt en ik vraag hen wat ze en dan zwiept brauli elke dag te laat maar zeggen zwierig als altijd de klas binnen morsal tegen abdullah zeg maar dat is raar ik goedemorgen brauli waarom werken de ik u ja dat is raar waarom doet die meester mensen dat dan brauli ha anders heb je geen geld ze kijken me diepzinnig aan ik dus waarom werk ik ik ik ben juffrouw op deze school waarom brauli flamboyant en sfeermakend oh jij doe ik dat verdient niet zoveel maar jouw auto is mooi n dan komt melek erbij staan hij weet donders goed dat hij en ik het zo ik melek waarom ben ik hier juffrouw wat over weer te laat gaan krijgen de denk je rasversierder melek haalt haar schouders op kijk ik heb wel wereldwijze leerlingen ik voor mij is dit werk waarom werken maar abdullah en fatima volgen dit gesprek mensen abdullah fatima waarom werken allang niet meer mensen de tweede interactie die henny beschrijft is een gesprek dat gevoerd wordt naar aanleiding van het invullen en leren van woordjes uit de stenvertbloks bladzijde 1 van het nt2 blok woordenschat a hij kijkt me even aan stenvertbloks bekadidact baarn ik zeg jij strijken en vouwen ik wat staat hier fatima vouwen juist hij schudt zijn hoofd en lacht zie je het plaatje wat doet het meisje ik gaat jouw mama vouwen vouwen ga jij eens vouwen hier is een stuk abdullah ja mama en zuster papier abdullah ga ook eens vouwen goed ik fatima moet jij thuis strijken en vouwen zo een keer vouwen twee keer vouwen zeg fatima knikt ik laat het emancipatie vraagstuk eens na jongens vouwen voorlopig voor wat het is ciska dresselhuys is ik laat ze het woord zeker vijf keer herhalen tenslotte ver uit de buurt vooral voor fatima met haar spraakgebrek is ik wat doe je eerst strijken vouwen en het herhalen van een woord zichtbaar prettig wassen nadat ze het een keer goed gedaan heeft zie je we doen 1 2 3 wat komt eerst ze antwoorden haar zelfvertrouwen groeien prompt goed en geven mij het gevoel dat ze ik wijs naar de bloes van fatima weten waar we het over hebben ik fatima kun je de bloes ook vouwen als je ik wijs nog eens naar het meisje in het klaar bent met strijken ik doe de stenvertblok wat is zij aan het vouwen strijkbeweging voor fatima kijkt naar een stuk papier p p p p fatima lacht en zegt ja zo vouwen papier ik abdullah ga jij in jouw huis strijken en ik goed zo kun je papier ook strijken vouwen fatima schudt haar hoofd 12 abdullah schudt met zijn handen maakt een vuur gebaar van zich branden en zegt dan kan niet nog een voorbeeld we zijn nu op bladzijde 25 er staan een paar kinderen afgebeeld hun gezichten hebben een verschillende uitdrukking voor me zitten vier leerlingen melek mustafa fatima en abdu ah ik moet je kijken dat ene kind kijkt heel blij en hoe kijkt mustafa nu boos nee niet boos die andere hoe kijkt die dit heet verdrietig abdullah wanneer kijk jij melek boos verdrietig als de bus te laat is of als je een ik boos kijk eens goed jongens is dat boos kadootje krijgt wat is er hier aan de hand fatima lees het fatima ik zeg tegen jou die som is fout kijk je woord eens dat bij dat andere kind staat dan blij of verdrietig fatima minder fatima v v v v v v vverdrietig ik is dit kind minder kun je zeggen dat ik kijk eens verdrietig kun je dat meisje is minder fatima probeert het en we lachen allemaal abdullah minder is niet goed ik waarom niet en zo teuten en tpr ren wij ons vrolijk door abdullah meer is goed de stenvert bloks ik waarom mustafa een heeft veel die niet veel 1 om privacy reden zijn de namen van de ik aha die een heeft meer en die ander heeft leerlingen veranderd minder hier fatima een stapel schriften jij geeft meer aan melek en minder aan mustafa naschrift van jeanne kurvers en ineke van de craats nt2 specialisten respectievelijk verbonden aan mms babylon van de katholieke universiteit brabant en aan de afdeling toegepaste taalwetenschap van de katholieke universiteit nijmegen uit deze fragmenten krijgt men de indruk dat het lezen en begrijpen van de tekst over de schoolmeester weliswaar het doel is maar dat de twee beschreven zorg leerlingen dat doel nu nog niet kunnen halen ai is het niet helemaal duidelijk waarom niet zouden deze leerlingen de woorden school en verhaal in hun eigen taal ook niet kennen en meester en jun misschien wel en dan is het vooral een t2 probleem wellicht had morsal dit probleem voor abdullah eenvoudig op kunnen lossen misschien is het inderdaad iets wat op conceptueel niveau ligt met zulke leerlingen kun je dan ook niet het besluit nemen even gauw een tekstje te lezen omdat al enige tijd van tevoren met de voorbereiding van die tekst begonnen moet worden ook het goed inleiden van de tekst blijkt geen overbodige zaak begin met de al aanwezige kennis op te roepen bijvoorbeeld door gezamenlijk te associeren rond het woord school dat hier toch een wat minder makkelijk concept bleek te zijn het is meer dan een gebouw waar je om half negen vijf dagen in de week naar toe gaat de vraag hoe een school er van binnen en van buiten uit ziet in je eigen land en in een dorpje in afrika had al veel naar voren kunnen halen dat nuttig is voor het begrip van de tekst het woord meester was vast wel door een leerling naar voren gebracht en met het bord vol zelfgenoemde woorden wordt het lezen en begrijpen van de tekst vast veel gemakkelijker als je woorden gaat semantiseren moet je daar eigenlijk ook zelf van tevoren over nagedacht hebben als ik bijvoorbeeld wil uitleggen wat een meester is moet ik er dan de nadruk opleggen dat het om een man gaat of dat die man anderen iets wil leren en een medeleerling die even in de eigen taal een woord kan noemen is soms een handige uitkomst tja maar we weten wel dat er vaak onder druk van het moment iets anders uit je mond komt dan de meest ideale en meest verantwoorde vraag of uitleg daarom is er ook zo heel dringend een goede nt2 methode nodig voor deze groep leerlingen en daarom moeten docenten zich ook in de eerste plaats houden aan de woordenschatlijn van die nog niet beschikbare methode 13