Intercultureel onderwijs – ofwel: het onderwijs als bijdrage in de emancipatie van ethnische minderheden; of het onderwijs als pedagogische legitimatie voor het ‘klaarstomen’ van de volgende generatie gastarbeiders?

Publicatie datum: 1982-01-01
Collectie: 13
Volume: 13
Nummer: 2
Pagina’s: 3-15

Documenten

wietske miedem a intercultureel onderwijs ofwel het onderwijs als bijdrage in de emancipatie van ethnische minderheden of het onderwijs als pedagogische legitimatie voor het klaarstomen van de belei d volgende generatie gastarbeiders alhoewel er al tientallen jaren ethnische minderheden in nederland wonen heeft het beleid in nederland daar tot voor kort geen rekening mee gehouden sinds kort is er een aantal maatregelen getroffen wietske miedema schetst de stand van zaken en geeft aan in welke richting intercultureel onderwijs vorm en inhoud zou moeten krijgen het is meer dan het over en weer leren kennen en waarderen van elkaars culturen inleidin g ten wie zijn de culturele minderheden waar ko men ze vandaan waar komen ze terecht hoe intercultureel moet het onderwijs zijn hoe daarna bekijken we de ontwikkelingen in het bi hoe multi wat houden deze termen in theo overheidsbeleid in het bijzonder met betrekking rie precies in en wat is er binnen een gewone tot het onderwijs school in de praktijk mogelijk je zou hopen dat tenslotte beschrijven we de ontwikkelingen in de het antwoord op deze vragen net als in de televi onderwijspraktijk en doen we een poging deze in sieserie soap zou kunnen luiden deze en alle verband te brengen met het denken over onder andere vragen zullen worden beantwoord in de wijsvernieuwing in bredere zin volgende aflevering confused you won t be after watching the next episode of om wie gaat het allesbehalve het is meer zo dat er aan de discus sie over intercultureel onderwijs niet meer te ont oud minister pais omschrijft in zijn beleidsplan komen valt en dat deze steeds ingewikkelder culturele minderheden mei 1981 een minder wordt werd door velen enkele jaren geleden ge heidsgroep als een groep personen van relatief noegen genomen met extra ondersteunend twee beperkte omvang met gemeenschappelijke eth de taal onderwijs nu gaan hen zelfs uitgewerkte nische en of culturele kenmerken die meerdere programma s voor intercultureel onderwijs niet generaties omvat en waarvan het grootste deel ver genoeg zie o a carby 1981 in dit artikel als gevolg van sociaal economische en culturele zal ik een poging wagen de ontwikkelingen in het factoren problemen ondervindt bij de participa denken over het onderwijs van culturele minder tie in de nederlandse samenleving een ietwat heden globaal te schetsen daarvoor zullen we cryptische omschrijving de acom adviescom eerst enkele feitelijke gegevens op een rijtje zet missie onderzoek minderheden geeft een scher 3 pere omschrijving in haar eerste rapport mei grote diversiteit binnen de groepen van ethnische 1979 stelt de commissie duidelijk dat het hier minderheden diversiteit qua uiterlijke kenmer bovendien gaat om groeperingen wier leden naar ken qua moment van en redenen voor migratie objectieve maatstaven een lage sociale positie in qua taal en cultuur ambonezen kwamen in nemen en door de rest van de samenleving als een 1951 met hun gezinnen uit indonesie aan in ne aparte groep worden beschouwd en wel in die derland de ambonezen vormen een zeer hechte mate dat het lidmaatschap van die groep als het homogene groepering die merendeels in speciale allesoverheersende kenmerk van zijn leden geldt woonwijken samen woont ellemers 1980 de deze aanvullende definitie lijkt verre de voorkeur categorie surinamers en antillianen is veel min te verdienen omdat zij niet alleen spreekt van der homogeen de migratie kwam al in de jaren problemen van minderheden bij de participatie vijftig op gang en is pas in de jaren zeventig sterk aan de nederlandse samenleving maar bovendien toegenomen behalve in omvang zo schrijft elle het element van discriminatie en stereotypering mers is de migratie uit suriname ook in samen vanuit de dominante nederlandse maatschappij stelling veranderd waren het eerst voornamelijk als medeveroorzaker van de problematiek aan creolen uit de middengroepen de laatste jaren geeft kwamen vooral creolen uit lagere milieus en hin doestanen naar nederland toe de acom spreekt van een ethnische minderheid tenslotte de meest omvangrijke groep die der ingeval het gaat om een minderheid wier cultuur buitenlandse werknemers dit is tegelijk ook de gewoonten normen waarden taal van vreemde meest heterogene groep naar nationaliteit cul origine is tuur religie taal en rechtspositie ook binnen het beleidsplan van 0 w somt op wie in de visie een nationaliteit treden grote verschillen op gaat van de overheid tot de culturele minderheden ge het om stedelingen of plattelanders om marok rekend worden kaans of berber sprekenden islamitische of de buitenlandse werknemers en hun gezinnen christen turken enz voornamelijk bestaande uit turken marokka nen spanjaarden italianen joegoslaven por een tweede belangrijk punt dat opvalt is dat tugezen grieken allen afkomstig uit de zoge hoewel vele leden van minderheidsgroeperingen naamde wervingslanden en voorts ook kaap ervan dromen ooit nog eens terug te keren naar verdianen pakistani ca 280 000 personen het land van herkomst en een enkeling dat ook ingezetenen van surinaamse afkomst ca doet het merendeel van hen waarschijnlijk in ne 180 000 personen derland zal blijven een aantal factoren is hier ingezetenen afkomstig uit de nederlandse an voor aan te wijzen met name de economische en tillen ca 30 000 personen politieke situatie in het land van herkomst zal ingezetenen afkomstig van de molukse eilan voor velen een terugkeer onmogelijk maken bo den ca 38 000 personen vendien is er de binding met nederland de veran vluchtelingen met name de vluchtelingen die dering van een economische in een sociale migra na 1970 naar nederland kwamen voorname tiestroom in het geval van de buitenlandse werk lijk afkomstig uit chili argentinie urugay en nemers door een nog steeds voortdurende gezins vietnam ca 7 000 personen turkije hereniging een relatief hoog geboortecijfer waar zigeuners ca 20 a 25 000 personen door veel kinderen van buitenlandse werknemers woonwagenbewoners ca 20 000 personen nederlandse scholen bezoeken draagt hiertoe bij personen van chinese afkomst een groepering steeds meer buitenlandse werknemers komen in die in het beleidsplan niet wordt genoemd het bezit van een permanente vestigingsvergun wordt in het acom rapport uitdrukkelijk wel ning de ingezetenen uit suriname hebben veelal vermeld de acom schat de grootte van deze de nederlandse nationaliteit in ieder geval een groep in mei 1979 op enkele duizenden duidelijke uitspraak voor een permanente vesti grietje bouwmeester schat hun aantal echter ging helaas is deze werkelijkheid pas kortgeleden medio 1981 al op ca 40 000 personen inter tot regeringskringen doorgedrongen nadat de actie 1981 nederlandse overheid er te lang van is uitge gaan dat nederland geen immigratieland is komt het meest opvallende in deze opsomming is de de jongste beleidsnotitie van het coordineren d 4 ministerie van binnenlandse zaken nu toch ook se n va n h un toch a l k ansar m e k i ndere n n og w or tot de conclusie dat de aanwezigheid van ethni de n verslechterd door de aanwezigheid van rela sche minderheden in ons land een zaak van blij tief grote aa nta l le n al l oc h to n e ki nd e re n h e t z ij n vende aard is bz beleidsnotitie 1981 de ne juist de autochtone n eder l andse arbeiders ouden derlandse samenleving is een multi raciale multi van dagen andere uitkeringstrekkers in de oude ethnische multi nationale samenleving geworden w ij ken in de grote en middelgrote steden van ons la nd d ie he t mees t rec htstreek s w orde n gecon maar niet overal in gelijke mate want hoewel f ro nt ee rd m et de f r icti es i n ee n mu l t ic u l tu re l e het aandeel van de minderheden in de gehele be sa m en le v i ng volking zo n 5 a 6 procent bedraagt gaat het in feite om een concentratie in enkele gebieden de d e onde rw ij ss it u atie minderheden zijn vooral getrokken naar de vier grote steden en hierbinnen dan weer naar de in deze paragraaf zal ik een schets geven van de oude negentiende eeuwse wijken waar de wonin aantallen allochtone kinderen in het onderwijs gen goedkoop en dus slecht zijn en enkele in de verdeling over de verschillende schoolsoorten dustriegebieden daarbuiten twente de oostelij en de prognose voor de nabije toekomst ke mij nstreek west brabant deze tendens zal zich verder voortzetten was het in de tabel op pagina 6 zijn de grootste categorie aandeel van niet nederlandse geboorten in neder en ethnische minderheden zoals ze per 16 10 land in 1978 6 3 procent i v m 1971 2 7 pro 1980 over kleuter en lager onderwijs waren ver cent voor amsterdam zijn de cijfers 24 4 pro deeld weergegeven cent in 1978 tegenover 6 2 procent in 1971 in het aantal buitenlandse leerlingen in het basison de ons omringende landen doet hetzelfde ver derwijs is sinds 1978 meer dan verdubbeld deze schijnsel zich voor verscherping van de proble stijging is niet voor alle nationaliteiten dezelfde matiek treedt op doordat die concentratiegebie het aantal turkse leerlingen was in 1980 ten op den tegelijkertijd die wijken zijn waar vooral zichte van 1972 verzesvoudigd het aantal marok autochtone nederlanders wonen die ook in een kaanse leerlingen vertienvoudigd terwijl de groep achterstandssituatie verkeren het zijn juist de spaanse leerlingen sinds 1976 nagenoeg gelijk stimuleringsscholen scholen met veel neder bleef vd berg 1980 landse kinderen uit achterstandssituaties die uitgesplitst per nationaliteit leeftijd en school ook grote aantallen buitenlandse en of surinaam soort valt op hoeveel oudere turkse en marok se kinderen moeten opnemen vd berg 1980 kaanse leerlingen op een kleuter of lagere school een en ander heeft tot gevolg dat autochtone verblijven die daar qua leeftijd eigenlijk niet kinderen met de grootste achterstanden zich vaak thuishoren 7 jaar en ouderen op de kleuter als minderheid tussen allochtone kinderen met school 13 jaar en ouderen op de lagere school eveneens zeer grote achterstand bevinden toe hieruit mag blijken dat de problematiek van de loop en leegloop 1979 allochtone leerlingen verscherpt naar voren komt binnen deze concentratiegebieden zijn de effec wanneer het gaat om de overgang van de ene naar ten van de bestaande maatschappelijke ongelijk de andere school uit een in 1981 in amsterdam heid op het terrein van arbeid huisvesting onder gehouden enquete bleek dat het verblijf van 6 wijs en inkomen het duidelijkst zichtbaar en jarige allochtone leerlingen op de kleuterschool hier zou zich een multiculturele samenleving veel vaker wordt verlengd nog maar een jaartje moeten ontwikkelen een samenleving die onder kleuteren dan van autochtone ojarige leerlingen grote spanning staat want hoezeer men ook uit steen en van ittersum 1982 problemen met de gaat van de gelijkwaardigheid van culturen de taal het nog niet ingeburgerd zijn in de neder dagelijkse omstandigheden waarin men met el landse cultuur maar vooral ook de aansluitings kaar te maken heeft laten een andere realiteit problematiek tussen het kleuter en lager onder zien spanningen op de arbeidsmarkt werkeloos wijs spelen hierbij een rol ook de overgang lager heid op de woningmarkt een tekort aan betaal voortgezet onderwijs blijkt een belangrijk knel bare en goede woningen en een groot gebrek aan punt te vormen buurtvoorzieningen in het onderwijs denk aan de angst van vele nederlandse ouders dat de kan bekijken we de verdeling van buitenlandse leer 5 b uitenlandse k inderen in het kl euteronderw ijs en gew oon lager onderwijs naar nationaliteit en ric htin g van de sch ool per 16 10 1980 k o g o to taal totaa l na t ionaliteit grieks 165 457 i taliaans 4 28 1 906 joegoslavisch 523 905 marokkaans 4 497 9 933 por t ugees 3 64 1 241 spaans 68 4 2 364 tunesisch 109 1 33 turks 6 650 20 433 overige 3 4 62 9 596 b uiten lands totaal 16 8 2 2 46 968 moluks 609 2 266 surinaams a ntilliaans 4 064 17 776 bron interne reg istratie leerlingen minis terie van onderwijs en weten sc happ en het gaat o m computertelling en m et een voorlop ig karakter tingen over de schoolsoorten binnen het voortge portugese leerlingen nemen ten opzichte van het zet onderwijs dan blijkt dat het overgrote deel lbo minder aan het avo deel de spanjaarden en van de turkse en marokkaanse leerlingen het lbo grieken vertonen een ongeveer gelijke verdeling volgt marokkaanse leerlingen ongeveer vijf maal terwijl de groep italiaanse leerlingen vaker het zoveel de turkse leerlingen ongeveer drie maal avo bezoekt dan het lbo twee en een half keer zoveel als de groep leerlingen op het avo ook de zo vaak a antal leerl ingen naar nationa l iteit bij het voortgezet volledi g dagonderw ijs per schoolsoort p er se ptem ber ok tober 19 78 in absolute aantallen avo lbo mbo hbo marokko 341 1 550 13 1 0 turkije 1 121 3 183 61 3 0 spanje 571 565 34 2 3 portugal 243 326 11 5 gri e ken l and 88 89 2 7 joegoslavie 101 74 4 9 tunesie 27 37 2 1 italie 811 349 40 25 3 303 6 173 167 11 0 bron d e vries 1981 6 gegevens over aantallen jongeren die hun school scholen opleidingen in techniek textiel horeca loopbaan afsluiten met einddiploma zijn niet e d op ca 1380 allochtone leerlingen geschat voorhanden een telefonische enqu ete onder am mag worden het gaat hier zowel om opleidingen sterdamse scholen voor voortgezet onderwijs in in het kader van het leerlingwezen als om cursus 1979 doet vermoeden dat de leerlingen die een sen bijzondere doeleinden einddiploma halen een grote uitzondering zijn uit bouwmeesters onderzoek blijkt voorts dat de miedema e a 1980 evenmin kunnen we uit streekscholen hoofdzakelijk door die allochtonen spraken doen over leerlingen die voortijdig de bezocht worden die hoewel ze al langere tijd school verlaten wel zijn er aanwijzingen dat het aan het nederlandse onderwijs hebben deelgeno voortijdig schoolverlaten meer bij de meisjes dan men toch vaak met onvoldoende vooropleiding bij de jongens voorkomt voortijdig schoolverlaten bij de school aanklop pen de streekscholen blijken zich zeer behoed uit een telling van oktober 1978 bleek dat er zaam op te stellen met betrekking tot het opne tweemaal zoveel turkse en marokkaanse jongens men van allochtone leerlingen en bouwmeester deelnemen aan het voortgezet onderwijs als meis suggeree rt zelfs dat zeer velen van hen niet tot de jes weliswaar zijn bij de 12 tot 16 jarige turken opleiding worden toegelaten en marokkanen in nederland de jongens overver tegenwoordigd maar er zijn er niet twee keer voor jong volwassenen en volwassenen tenslotte zoveel de vries 1981 gebaseerd op cbs gege is het moeilijk de cijfers bijeen te schrapen vens per 1 januari 1977 hieruit valt zeker voor in 1980 namen ca 480 allochtone cursisten deel de meisjes op te maken dat er onder hen abso aan dag avondonderwijs voor volwassenen de luut verzuim in de leerplichtige leeftijd voor centra voor beroepsorientatie en beroepsuitoefe komt hing werden in 1980 door ca 800 personen be aanwijzingen dat er in deze leeftijdscategorie zocht de meeste activiteiten binnen de volwasse ook door jongens wordt verzuimd zijn er vele neneducatie vinden echter niet bij officiele on maar er zijn geen kwantitatieve gegevens vd derwijsinstellingen plaats maar worden door vrij berg 1981 zie hiervan het hoofdstuk over deel willigers in buurthuizen en dergelijke uitgevoerd name aan het onderwijs aan de gesubsidieerde projecten als taallessen wanneer schoolverlaters met of zonder diploma naailessen etc gegeven door vrijwilligers nemen de arbeidsmarkt betreden vallen zij nog onder de momenteel ca 12 000 personen deel hoe groot leerplicht de 16 en 17 jarige partieel leerplichti de deelname buiten deze gesubsidieerde projec gen bezoeken een of twee dagen in de week een ten is is niet bekend vormingscentrum ongeveer de helft van deze centra hebben te maken met buitenlandse leerlin p rognos e gen waren er in 1975 nog slechts 425 cursisten in 1981 is hun aantal toegenomen tot ca 1600 uit een prognose van het sociaal cultureel jongeren in hoeverre leerlingen uit die categorie planbureau 1980 blijkt dat er in de jaren 1 98 1 verzuimen laat zich slechts raden 1989 nog zo n 60 000 turkse en marokkaanse voor velen en vooral voor hen die pas in neder kinderen en jongeren tot 25 jaar in nederland land zijn komen wonen vormt het vormingscen worden verwacht leerplichtige kinderen uit tur trum de enig overgebleven opleidingsmogelijk kije zullen nog tot in 1985 komen marokkaanse heid omdat zij bij aankomst in nederland te oud tot in 1987 verwacht wordt dat het proces van zijn en de taal nog niet spreken worden ze gezinshereniging in 1989 voltooid zal zijn meer in het reguliere dagonderwijs niet geaccepteerd dan de helft van deze groep zal bestaan uit jonge immers ook de internationale schakelklassen ren van 16 t m 24 jaar namelijk ca 33 600 perso mogen geen leerlingen boven de 16 jaar accepte nen het aantal lagere schoolkinderen zal ca ren baelde 1981 op de vormingsinstituten 13 000 bedragen terwijl op scholen voor voort wordt geen beroepsgerichte educatie geboden gezet onderwijs nog zo n 9 500 kinderen zullen hiervoor moet men zijn bij het kmbo dat in instromen op kleuterscholen bijna 5 000 kinde 1980 slechts twee groepen anderstaligen opving ren 2 grietje bouwmeester vermoedt op grond van de scholen krijgen dus nog enkele jaren te maken eigen onderzoek dat de deelname aan de streek met kinderen die direct uit het land van her 7 komst op school komen in nederland geheel centra en woonwijken bijeen zij wonen daar tus vreemd zijn de taal niet spreken etc na medio sen de nederlanders die zich eveneens in een ach 1985 krijgen we in toenemende mate te maken terstandssituatie bevinden met kinderen die hier zijn geboren en vanaf de de aantallen allochtone kinderen op school zul kleuterschool leeftijd op school zijn geweest len zeer snel toenemen in enkele jaren verdrie volgens de scp prognose zal de situatie pe r of viervoudigen door oververtegenwoordiging in 1 januari 1990 zo zijn dat de kleuterschoolpopu het lbo en een zeer geringe deelname aan het be latie praktisch geheel hier geboren is en de lagere roepsbegeleidend en vormingsonderwijs kunnen schoolpopulatie autochtoon en allochtoon in we slechts pessimistische verwachtingen koeste overgrote meerderheid voorts voorspelt men dat ren ten aanzien van de kansen waarmee allochto de turkse leerlingen in het voortgezet onderwijs ne jongeren de arbeidsmarkt betreden dit pessi voor 60 procent hier geboren zullen zijn dan wel misme wordt nog eens onderstreept door de ver vanaf 1977 hier aanwezig zijn terwijl de overige wachting dat nog enkele tienduizenden jongeren 40 procent hier uiterlijk vanaf het begin van de op niet meer leerplichtige leeftijd in nederland lagere schoolperiode is gearriveerd voor de ma zullen arriveren een leeftijd waarvoor er prak rokkaanse leerlingen in het vervolgonderwijs tisch geen voorzieningen bestaan geldt dat zij voor 37 procent hier geboren zijn dan wel vanaf 1977 aanwezig terwijl ruim 60 h e t ove rh e id sbe l eid procent elders geboren is en net voor tijdens of aan het eind van de lagere schoolperiode is gearri in het voorgaande heb ik heel in het ko rt ge veerd of en dat geldt voor een zeer kleine min tracht een overzicht te geven van aantallen en derheid tijdens de voortgezet onderwijsperiode aard van de diverse categorieen ethnische minder binnen gekomen heden van huidige deelname aan het onderwijs de vries licht uit deze cijfers de conclusie dat de en de te verwachten aantallen in de toekomst leerlingpopulatie binnen de leerplichtige leeftijd hier zal het overheidsbeleid aan de orde komen sterk zal toenemen terwijl de eerste opvangpro eerst geef ik een korte historische schets van de blematiek na 1985 zal afnemen de aard van de algemene uitgangspunten van beleid ten aanzien onderwijsproblemen zal dan veranderen de pro van minderheden om daarna de bespreking toe blematiek van jongeren boven de 16 jaar zal toe te spitsen op het onderwijs nemen voor hen bestaan nu al zeer weinig facili teiten terwijl zij als groep de grootste problemen uitgangspunten van beleid hebben met betrekking tot de deelname aan in het door de wetenschappelijke raad voor het enigerlei vorm van onderwijsactiviteiten zie voor regeringsbeleid gepubliceerde rapport ethnische gedetailleerde informatie over deze leeftijdscate minderheden 1979 concludeert r penninx dat gorie het themanummer van interaktie het overheidsbeleid tot dan toe gebaseerd is op het uitgangspunt dat het verblijf van ethnische samenvattin g minderheden in nederland van tijdelijke aard is deze tijdelijkheid leidde ertoe dat gestreefd het aantal a l lochtonen in nederland neemt sterk werd naar een zekere inpassing in de nederlandse toe op het moment gaat het om zo n 600 a samenleving voor de periode dat men hier zou 700 000 personen die wij tot de groeperingen verblijven terwijl tegelijke rt ijd een zekere voor der ethnische minderheden kunnen rekenen de bereiding op de terugkeer werd nagestreefd ze groeperingen vertonen onderling grote ver penninx p 164 schillen terwijl er ook binnen een groepering gro de acom noemt dit beleid gericht op integratie te verschillen bestaan hoewel velen onder de met behoud van eigen identiteit p 22 en stelt allochtonen in nederland ooit naar het eigen land vast dat deze twee elementen van beleid ten op terug zouden willen keren zullen zij waarschijn zichte van elkaar in een spanningsvolle relatie lijk op grond van economische sociale en per staan soonlijke motieven in nederland blijven is hun pas in 1980 wordt in een reactie op het wrr aandeel in de bevolking als totaal vrij laag 5 a 6 rappo rt regeringsreactie z j voor het eerst dui procent in de praktijk wonen zij in concentra delijk gezegd dat de overheid het beleid zal gaan tiegebieden in enkele grote steden industriele baseren op de verwachting dat het verblijf va n 8 ethnische minderheden in nederland een blijvend het overheidsbeleid lijkt grotendeels gericht te verschijnsel zal zijn zij n op de afgeleide beleidsterreinen de moge een tweede uitgangspunt van de overheid betreft lijkheden echter om tekortkomingen die op de de identiteitsproblematiek de regering spreekt arbeidsmarkt zijn ontstaan op andere geb ieden zich uit voor wederzijdse aanpassing in een mul teniet te doen of te compenseren lijken betrekke ti culturele samenleving met gelijke kansen voor lijk gering autochtonen en allochtonen p 6 op het weg nemen van onrechtvaardig geachte sociale ver het beleidsterrein onderwijs schillen tussen mensen op het bevorderen van in vogelvlucht zullen hieronder de maatregelen ontplooiing in leren leven en werken volledige van het ministerie van 0 w de revue passeren werkgelegenheid en een rechtvaardige inkomens gebaseerd op spier ten doesschate 1980 verdeling bij dit alles heeft het kabinet in het 1974 beleidsplan voor het onderwijs aan groe bijzonder aandacht voor mensen in achterstands pen in achterstandssituaties onderscheid tussen situaties p 7 van de regeringsreactie kinderen die weer vertrekken en die hier langer tenslotte is er het uitgangspunt dat het minder zullen blijven bicultureel onderwijs bij de eerste hedenbeleid een verbijzondering moet zijn van groep gericht op het moederland bij de tweede een algemeen beleid gericht op groepen in ach vooral op n ederland terstandssituaties faciliteiten op het terrein van boventallige leer krachten de leerkrachten eigen taal en cultuur deze uitgangspunten worden dan in de nota uit lange tijd denigrerend de zogenaamde onderwijs gewerkt op diverse beleidsterreinen onderwijs assistenten genoemd en de zogenaamde taakleer huisvesting justitie welzijn gezondheidszorg krachten bedoeld om de kinderen nederlands te vrouwenemancipatie en ontwikkelingssamenwer leren specifieke maatregelen ten behoeve van king vreemd genoeg ontbreekt hier het terrein brugklassen bij het avo en opvangklassen bij het van de arbeidsmarkt ellemers 1980 zegt hier lbo de zogenaamde isk s onder meer over dat het vraagstuk van de eth 1975 verschijning eerste contourennota nische minderheden juist primair een probleem is voegt niets toe aan in 1974 gestelde uitgangspun van de arbeidsmarkt en hun zwakke positie op ten aanstelling coordinatoren en consulenten deze markt het cio commissie innovatie onderwijs wordt gevraagd leer en hulpmiddelen te ontwikkelen 1 976 twee sporenbeleid opnieuw bevestigd het ethnische m i nderheden werken in het instabiele seg ment van de arbeidsmarkt kok 1980 ze doen onge beleid heeft ten doel 1 integratie in het n eder schoold werk zware vuile onregelmatige arbeid waarin landse onderwijssysteem waardoor deze kinde regelmatig een beroep wordt gedaan op overwerk het is ren in het onderwijs gelijke kansen worden gebo routinematig machine gebonden continue en ploegen den als de nederlandse en 2 onderwijs in eigen arbeid het werk wordt laag beloond en heeft weinig sta biele werkgelegenheidsposities en hoewel leden van taal en cultuur van de buitenlandse leerling waar minderheidsgroepen individueel uit deze deelmarkt kun door deze bij een eventuele remigratie ingepast nen treden zijn er tal van factoren die dit kunnen be kan worden in het onderwijs van het land van lemmeren bovenkerk 1979 noemt discriminatie al s herkomst factor er zijn zeker wat betreft de buitenlandse werkne in 1976 werken 100 taakleerkrachten in het mers ook belangrijke wettelijke beperkingen andere factoren zijn onbekendheid met de taal en met het ar kleuteronderw ijs 400 taakleerkrachten en 150 beidsbestel bovendien ligt het gevaar van werkloosheid buitenlandse leerkrachten in het lager onderwijs op de loer terwijl het percentage werklozen in decem 1977 scholingscursussen voor n ederlandse leer ber 1980 voor de autochtonen 7 2 procent bedroeg was krachten het onder alloch tonen bijna tweemaal m b t de buiten 1978 het onderwijs in eigen taal en cultuur landse werknemers 13 5 procent of driemaal m b t de suriname rs 21 4 procent molukkers 22 0 procent en moet naast de her integratie bij terugkeer nu antillianen 23 0 procent zo hoog ook de identiteitsvorming ondersteunen op nieuw extra taakleerkrachten meer consulenten bij de onderwijsbegeleidingsdiensten cursussen de problemen in de sfeer van huisvesting onder voor n ederlandse en nu ook buitenlandse leer wijs en welzijn zijn grotendeels tot de zwakke ar krachten het voortgezet onderwijs krijgt naast beidsmarktpositie te herleiden schakelklassen nu ook hulplessen of extra 9 leseenheden genoemd in mei 1981 verschijnt het beleidsplan culturele 1979 het actieplan van het ministerie aparte minderheden in het onderwijs waarin de minister aandacht aan ethnische minderheden in het kader zijn visie zou neerleggen dit beleidsplan brengt van een banenplan voor werkloze nederlandse nauwelijks wijzigingen in het feitelijke beleid aan leerkrachten opnieuw wordt het biculturele wel worden de doelstellingen anders en vooral onderwijs bevestigd er worden maatregelen in de ook mooier geformuleerd samengevat formatie sfeer genomen ten behoeve van zowel 1 het onderwijs dient de leden van minderheids buitenlandse arbeiderskinderen als nu pas ook groepen voor te bereiden op en in staat te stellen ten behoeve van surinaamse en antilliaanse leer tot volwaardig sociaal economisch maatschap lingen schoolcontactpersonen worden aange pelijk en democratisch te functioneren en partici steld en extra faciliteiten toegekend ten behoeve peren in de nederlandse samenleving met de mo van de opvang van molukse leerlingen ook maat gelijkheid zulks te doen vanuit de eigen culturele regelen in het voortgezet onderwijs en alfabetise achtergrond ringscursussen worden aangekondigd 2 het onderwijs dient onder meer via intercul tureel onderwijs de acculturatie van de minderhe ten doesschate concludeert uit haar onderzoek den en overige leden van de nederlandse samenle dat het basisonderwijs en het voortgezet onder ving te bevorderen onder acculturatie wordt hier wijs wel maar de kleuteropvang en het onderwijs verstaan een tweezijdig of meerzijdig proces van aan jongeren jong volwassenen nauwelijks aan elkaar leren kennen aanvaarden en waarderen en dacht krijgen in het overheidsbeleid enige maar het zich openstellen voor elkaars culturen of ele veel te weinig aandacht is er voor de bijscholing menten ervan volstrekt onvoldoende voor de samenhang school doelstelling 1 tracht in te gaan op de specifieke gezin overige maatschappelijke sectoren onderwijsbehoefte van specifieke categorieen ten doesschate suggereert dat er voldoende aan leerlingen terwijl de tweede doelstelling gericht is dacht zou zijn geweest voor een goed beleid op op minderheid en meerderheid op intercultureel de kleuter en lagere scholen in mijn visie is van onderwijs een goed beleid geen sprake tot 1980 toe wan het beleidsplan formuleert een aantal aangrij neer het concept beleidsplan verschijnt wordt pingspunten van beleid om deze doelstellingen te het beleid gekenmerkt door ad hoc maatregelen realiseren om tegemoet te komen aan de speci en tweeslachtigheid uitgangspunt was een ge fieke onderwijsbehoefte van allochtone leerlingen richtheid op zowel een toekomst in nederland wil men als een toekomst in het land van herkomst de faciliteiten creeren voor de eerste opvang ne taakleerkracht moest het kind nederlands leren derlands leren orientatie op de samenleving de buitenlandse leerkracht moest het voorberei schakeling naar reguliere klassen den op een mogelijke terugkeer naar het land van het eigen taal en cultuuronderwijs een wette herkomst een tweede uitgangspunt is geweest lijke basis geven waarom nog steeds niet voor dat de problematiek van allochtone kinderen leerlingen van surinaamse en antilliaanse af vooral een taalproblematiek was faciliteiten zijn komst w m gericht op het ontwikkelen van lange tijd afgestemd geweest op het aantal jaren het zelfconcept en het zelfbewustzijn van leerlin dat een kind aan het nederlandse onderwijs had gen en ook op een vergemakkelijking bij de re deelgenomen hieruit mag ook worden verklaard integratie in het onderwijssysteem in het land van waarom er voor kinderen van surinaamse en an herkomst tilliaanse afkomst lange tijd geen extra facilitei de meerzijdige achterstandsproblematiek aan ten waren pas in 1979 wordt de extra taak pakken via nederlandse taallessen het verstevi kracht ook voor hen ingezet een eigen taal en gen van de relatie school ouders en via het in cultuuronderwijs is er voor hen al helemaal niet tercultureel onderwijs speciale aandacht zal wor ten derde valt op te merken dat de faciliteitenre den geschonken aan de achterstandspositie van gelingen geen enkel verband vertoonden met het meisjes en vrouwen zogenaamde stimuleringsbeleid dat ten behoeve om de tweede doelstelling het bevorderen van van nederlandse arbeiderskinderen wordt ge acculturatie te realiseren kiest men als aangrij voerd pingspunt het intercultureel onderwijs het gaat volgens het beleidsplan om het bevorde 10 ren van meer kennis en begrip voor de culturele ontwi kk el i ng in de ond erwij spr a kt i j k achtergronden van de verschillende bevolkings groepen ter stimulering van een zich wederzijds sicultureel onderwijs openstellen voor elkaars cultuur of elementen op vele scholen in nederland met allochtone daarvan vanuit het uitgangspunt dat alle culturen leerlingen is de situatie zo dat de extra taakleer gelijkwaardig zijn er dient hierbij ervoor ge kracht de kinderen in kleine groepjes uit de klas waakt te worden dat het overwicht van het cultu haalt om ze nederlands te leren buitenlandse en rele grondpatroon van de autochtone nederland molukse leerlingen volgen binnen of buiten se bevolking zou leiden tot een niets ontziende schooltijd een hele of halve dag het onderwijs in druk tot assimilatie zo voegt het beleidsplan eigen taal en cultuur ze kunnen na de lagere hieraan toe school bij onvoldoende aanspreekbaarheid een internationale schakelklas bezoeken waarna ze tot zover een samenvatting van de doelstellingen op het reguliere voortgezet onderwijs wanneer en beleidsaangrijpingspunten van het beleidsplan ze daar tenminste naar doorstromen een gerin met betrekking tot het basisonderwijs het zou ge ondersteuning van enkele extra lessen per jaar hier te ver voeren het plan in zijn geheel samen te ontvangen overigens geldt dat hoe langer het vatten kind het nederlandse onderwijs heeft genoten het komt neer op extra taalonderwijs onderwijs hoe minder het recht kan doen gelden op extra in eigen taal en cultuur en de voorbereiding op ondersteunende faciliteiten dit is in grote lijnen het leven in een multiculturele samenleving of de gangbare onderwijspraktijk dat wil niet zeg hiertoe voldoende faciliteiten ter beschikking gen dat er geen grote verschillen zijn binnen de worden gesteld is een vraag een tweede vraag be ze praktijk er zijn ook enkele scholen die de treft de dubbelzinnigheid van de doelstelling van extra taakkracht benutten om de klassen te ver het eigen taal en cultuuronderwijs dat zowel de kleinen er zijn er ook waarin de extra taakleer identiteitsontwikkeling van de leerlingen moet kracht in de klas komt en met de klasseleerkracht ondersteunen als ook moet voorbereiden op een een gecoordineerde onderwijsaanpak ontwikkelt eventuele terugkeer terwijl het tevens een bijdra niettemin blijft haar taak voornamelijk gericht ge moet leveren aan het intercultureel onderwijs op het proces van tweede taalverwerving ook tenslotte zou ik een vraagteken willen plaatsen het onderwijs in eigen taal en cultuur wordt in de bij het begrip acculturatie het uitgaan van gelijk verschillende steden verschillend georganiseerd waardigheid van culturen is een mooie zaak we in amsterdam kent men het systeem van de les hebben echter te maken met een samenleving puntscholen elders onder meer dat van de vlie waarvan ongelijkheid ook in het onderwijs gende brigades een kenmerk is de verhouding minderheid een schatting van het ministerie van o w van de meerderheid is niet een getalsverhouding het is wijze waarop allochtone kinderen hun lagere een dominantieverhouding het gaat om funda schooltijd doorbrengen van de 6000 uren lager mentele verschillen in maatschappelijke positie onderwijs om discriminatie ook om het ongewenste zouden naar schatting 1000 uren verloren vreemdeling zijn in een ander land in het land gaan zolang het kind nog onvoldoende neder van een ander lands verstaat en spreek t een multiculturele samenleving is nederland worden 1200 uren gebruikt voor het onder niet hoogstens een samenleving waarin meerdere wijs in de eigen taal en cultuu r culturen trachten te overleven het beleidsplan is worden 600 uren doorgebracht bij de taakleer van een ongehoord optimisme het is gebaseerd kracht om nederlands te leren op het liberale beginsel van individuele sociale tesamen 2800 uren in de resterende 3200 uren mobiliteit een ieder die wil en kan heeft de mo moet het kind zich die leerstof eigen maken gelijkheid hogerop te komen en ontkent niet waarvoor het nederlandse kind 6000 uren de tijd in bewoordingen wel als men het op de keeper krijgt hoewel bij deze schatting wel enige kriti beschouwt het structurele karakter van de on sche kanttekeningen te maken zijn geeft dit wel gelijkheid in onze samenleving de ernst van de situatie aan vd berg 1981 p 26 wij zouden deze gangbare onderwijspraktijk wil 1 1 len betitelen als het bicu iure onderwijs onder thema s feest spelletjes kleding maar stelt zich steuning van het proces van tweede taalverwer vooral ten doel de onderlinge relaties tussen ving via een remedial teaching achtige praktijk allochtone buitenlandse en autochtone neder en geheel apart hiervan en van de rest van het landse kinderen te bevorderen hen te leren sa nederlandse onderwijs het onderwijs in eigen men te werken en samen te spelen binnen en taal en cultuur het kind wordt bijgespijkerd in buiten de school het nederlands en als het eenmaal voldoende de verschuiving in uitgangspunt is er een van een aanspreekbaar is dan kan het met de normale les nadruk op de cultuur van het land van herkomst meedraaien is de veronderstelling we vinden in naar een nadruk op de multiculturele situatie op deze benadering de gedachte van het compensa school en in de buurt deze aanpak sluit in tegen tie onderwijs terug het kind heeft een taal ach stelling tot hetgeen is opgemerkt rond bicultureel terstand en moet worden bijgewerkt de taalcom onderwijs veel meer aan bij de uitgangspunten en pensatieprogramma sbleken niet te werken de de traditie van het stimuleringsonderwijs dat we ingelopen achterstand na het programma bleek kortweg samenvatten als de school ouders na enkele jaren weer teloor te gaan buurt aanpak met als didactisch principe het uit in reactie hierop is het stimuleringsonderwijs gaan van de belevings en ervaringswereld van kin voor arbeiderskinderen ontstaan dat niet alleen deren in de school wat de taalverwerving betreft de taal maar een complex geheel van verschillen legt vlakbij de nadruk op het creeren van taalge de factoren aangreep om de onderwijssituatie te bruikssituaties die de natuurlijke taalontwikke kunnen verbeteren ling van alle kinderen moeten stimuleren impli ciet lijkt men ervan uit te gaan dat de nederland multicultureel onderwijs se taalontwikkeling voor allochtone en autochto in de praktijk is dan ook veel kritiek op het bi ne kinderen op kleuter en lagere school leeftijd culturele onderwijs ontstaan die te maken had vergelijkbaar verloopt en dus vergelijkbaar onder met principiele organisatorische didactische en steund moet worden hier lijkt het project wel inhoudelijke bezwaren bovendien waren er pro licht als reactie op de al te zware nadruk op apart blemen met de opleiding van leerkrachten die taalonderwijs in de biculturele situatie ietwat te niet op deze taken waren voorbereid de reactie zijn doorgeschoten naar het andere uiterste cre van het onderwijsveld ging in de richting van wat eer zoveel mogelijk taalgebruikssituaties stimu we het multiculturele onderwijs willen noemen leer het samen werken praten doen aan elkaar hierin kunnen we verschillende posities onder rapporteren en dan komt het nederlands wel zo scheiden het ging er vooral om de aparte positie lijkt men te denken van allochtone leerlingen te bestrijden en een po ging te doen deze leerlingen in de k las te integre intercultureel onderwijs ren in de eerste plaats werd gewerkt aan het in als reactie op het begrip multicultureel onderwijs formeren van autochtone leerlingen over en hen is het begrip intercultureel onderwijs ontstaan waardering bij te brengen ten aanzien van de cul van eenstemmigheid over de invulling van dit be tuur van de allochtone kinderen het project grip is echter geen sprake verschillende auteurs thuisland ncb theunissen en papendorp is leggen heel verschillende klemtonen zo bena hiervan een goed voorbeeld de naam zegt het al drukken van wijck en soutendijk 1980 het in het ging erom de cultuur uit het land van her tercultureel onderwijs als het thematisch uitwer komst in de klas te brengen het project samen ken van interculturele conflicten op school en in wonen samen leven swsl centrum uit rot de buurt dors 1981 benadrukt het intercultu terdam is hiervan ook een voorbeeld dit project reel onderwijs als voorbereiding voor alle kinde is themagewijs uitgewerkt en richt zich op the ren ook die in heemstede en aerdenhout op ma s als voeding wonen literatuur liedjes e d leven en werken in een multiculturele samenle voor de allochtone kinderen zou deze aanpak er ving in mijn visie moet het intercultureel onder toe moeten leiden dat zij nu ook eens het gevoel wijs drie elementen omvatten zouden krijgen in het middelpunt te staan aan het moet gericht zijn op alle kinderen in de dacht te krijgen en zich trots zouden kunnen klas autochtone zowel als allochtone hierop voelen op hun afkomst een project als vlakbij kom ik nog terug abc oud west i s m vrek werkt ook met het moet daarenboven maar didactisch wel er 12 mee overeenstemmend tegemoet komen aan de alleen binnen maar ook buiten de school van specifieke onderwijsbehoefte van allochtone leer daar de nadruk op school buurtprojecten lingen hiermee wordt in de eerste plaats bedoeld c de uitwerking naar een intensieve ouderparti het ondersteunend onderwijs in de eigen e n in de cipatie vloeit logisch uit het voorgaande voort nederlandse taal over de verdere invulling van ouders serieus nemen als opvoeders en hen zich deze specifieke onderwijsbehoefte valt op dit mo medeverantwoordelijk laten voelen voor de gang ment nog niet zoveel te zeggen tot nog toe is van zaken op school hiernaar bitter weinig onderzoek gedaan d intercultureel onderwijs is vooral thematisch het moet inhouden dat er ook op scholen ervaringsgericht onderwijs samen ervaringen op waar geen allochtone kinderen zijn gewerkt doen samen op onderzoek uitgaan samen reflec wordt aan de bestrijding van discriminatie en teren op voor de eigen belevingswereld relevante racisme ten aanzien van dit laatste punt is de thema s formulering niet toevallig een andere dan die in wanneer we een poging doen de principes te ach het beleidsplan wordt gehanteerd ik geloof niet terhalen achter deze gedachtengang komen we zo aan die multiculturele samenleving voor de uit op de volgende redenering leeman miedema totstandkoming ervan zal meer nodig zijn dan het 1981 we herkennen een aansluiting bij de theo over en weer leren kennen en waarderen van el rie ten aanzien van onderwijs en maatschappelij kaars culturen hiervoor is een fundamentele ver ke ongelijkheid het gaat er niet alleen om de ont andering van de samenleving nodig die meer wikkelingsmogelijkheden van alle kinderen te ver wordt gediend met een gevecht tegen discrimina groten en te zorgen dat alle kinderen in principe tie en racisme en dit gevecht tegen de bestaande kunnen doorstromen naar alle typen van voortge ongelijkheid in de samenleving moet worden ge zet onderwijs het gaat er ook vooral om om de voerd door allochtonen en autochtonen s a men kwaliteit van het onderwijs te verbeteren theo en wel d a ar waar ze wonen werken en naar rieen over de ongelijkheid in het onderwijs tonen school gaan ook vandaar de term intercultureel aan dat gegeven dezelfde talenten onderwijssuc onderwijs ces van kinderen milieu bepaald is we hebben te maken met een maatschappij waarin een structu keren we nog eenmaal terug naar de praktijk rele ongelijkheid zit ingebakken allochtone kin daar valt het onderscheid multi intercultureel deren hebben in deze maatschappij het meest te onderwijs niet zo makkelijk te maken dit blijkt lijden van deze structurele ongelijkheid autoch wel uit de bespreking van het vlakbij project tone arbeiderskinderen zijn evenzeer structureel wel valt op dat in de ontwikkelingen van de laat kansarm ste tijd vooral datgene wat ik als eerste element een verbetering van het onderwijs is dus noodza van intercultureel onderwijs heb genoemd wordt kelijk door effectieve samenwerking van school uitgewerkt hieronder wil ik proberen dit ele gezin buurt door ouders en kinderen in hun ment nader te omschrijven en aan te geven hoe talige en culturele uitingen serieus te nemen de gemeenschappelijke noemer in de ontwikke door aan te sluiten bij de ervaringen van de kin ling van het denken over intercultureel onderwijs deren moet het kind zich geaccepteerd en veilig weergegeven kan worden weten om zich zo optimaal te kunnen ontwikke a intercultureel onderwijs isgeiniegreerd onder len maar dit is niet voldoende al deze maatrege wijs gericht op alle kinderen in de klas het wil len zijn niet alleen bedoeld om de motivatie van het isolement van de buitenlandse kinderen in de kinderen om te leren te verhogen intercultureel klas doorbreken evenzo het isolement van de onderwijs wil de kinderen ook inzicht laten ver school in de buurt het vat de klasseleerkracht werven in de eigen situatie in die structurele on de extra taakleerkracht en de buitenlandse leer gelijkheid in de samenleving ze weerbaar laten kracht op als leden van hetzelfde team met de worden ze handelingsbekwaam maken daarom zelfde status dat werkt aan de didactische en in gaat intercultureel ook verder dan het onderling houdelijke invulling van het begrip intercultureel vergelijken van culturen het grijpt momenten onderwijs van interculturele conflicten van discriminatie b intercultureel onderwijs wil ook zeggen het van identiteitsproblemen aan om kinderen te leren erkennen en het scheppen van een eenheid in de meester te zijn over hun eigen situatie belevingswereld van het kind kinderen leren niet het bewust worden van de eigen positie in de sa 13 menleving het analyseren van de maatschappij in ding van racisme allemaal goed en wel zegt ze termen van belangentegenstellingen het stimule als het maar niet ten koste gaat van het nastreven ren van onderlinge solidariteit tussen kinderen op van een goed prestatieniveau in de zaakvakken school maar ook tussen ouders dat geeft aangrij het gaat er immers om dat allochtone jongeren pingspunten om het intercultureel conflict te met een redelijke kwalificatie de arbeidsmarkt overwinnen en je eigen antwoorden te vinden op betreden maar al te vaak is dit niet het geval en de eisen die je situatie je stelt voor de hele klas dan heeft volgens stone multi of intercultureel wil dat zeggen dat ervaren kan worden waar de onderwijs gefunctioneerd als pedagogische legiti gemeenschappelijke punten waar overeenkom matie voor een onderwijsmodel dat allochtone sten tussen leerlingen liggen en kan er een moge jongeren weinig anders overlaat dan de gast ar lijkheid ontstaan onderlinge verschillen te relati beiders van morgen te zijn veren voorwaarde voor een dergelijke onder ook de in het begin van dit artikel aangehaalde wijspraktijk is wel dat in de klas ruime aandacht hazel carby heeft haar bedenkingen haar stand wordt besteed aan maatschappijleer inzicht ver punt is dat de school die uitgaat van een multi werven in de structuur van de samenleving en ver culturele gemeenschap binnen haar muren in fei anderingsstrategieen en mondiale vorming denk te het begrijpen van de maatschappij als een ver aan achtergrond van trekarbeid kolonialisme houding van dominante en ondergeschikte cultu arm rijk verhoudingen culturen van herkomst ren uitsluit alleen wanneer we ook de schoolklas landen als terrein van racisme en strijdterrein tegen racis het thematisch en ervaringsgericht leren geeft me begrijpen kunnen we het begrip intercultu dan de mogelijkheid collectieve leerervaringen op reel onderwijs zinnig invullen 3 te doen en deze te vertalen naar gemeenschappe carby s definitie van de mythe van intercultureel lijke en individuele gegevenheden van de eigen onderwijs is de mythe van gelijkheid tussen situatie en gemeenschappelijke en individuele kinderen die erachter steekt ze haalt een citaat aangrijpingspunten te vinden om te zoeken naar aan uit de film slacks britannica handelingsmomenten en veranderingsstrategieen 1 mean its something that was generated from school they veere saying you re gonna want a car you re di scu ss ie gonna want a house and you gotta do this and you gotta do that and you wanva earn a wage about a in de beschrijving van de ontwikkelingen in het certain amount iys all drummeel into you you know overheidsbeleid en in de onderwijspraktijk is de time after time you re gonna veeel this and you re nadruk komen te liggen op het basisonderwijs gonna want that and so on you re gonna veeel a holiday at least once a year and all them things and op dat terrein heeft zich het denken over inter you gotta study you know and what they didn r telt cultureel onderwijs het verst ontwikkeld wel you was that you re black and we re going to stop you licht geeft de praktijk van het basisonderwijs ook doing all this we re going to do our best to stop you de meeste mogelijkheden hiertoe getting all this een betoog over intercultureel onderwijs binnen het voortgezet onderwijs of de volwassenenedu zowel stone als carby hoewel vanuit totaal ver catie zou waarschijnlijk heel anders moeten wor schillende uitgangspunten roepen fundamentele den opgezet vragen op rond de invulling van het begrip inter naast de beperking tot het basisonderwijs tekent cultureel onderwijs dit soort vragen zal de leer zich binnen het intercultureel onderwijs een be kracht die dagelijks doende is enigerlei vorm van perking af tot een bepaald aspect ervan namelijk intercultureel onderwijs in praktijk te brengen een nadruk op het sociaal leren het is hie rtegen hen waarschijnlijk niet in dank afnemen want dat maureen stone 1981 waarschuwt in haar hoe we ook theoretiseren het is de leerkracht die boek the myth ofmu ti cultural education be iedere dag opnieuw voor de zware taak staat zijn vorderen van onderlinge solidariteit het analyse of haar onderwijs zo in te richten dat allochtone ren van je eigen positie in de samenleving bestrij leerlingen maximale kansen worden geboden 14 noten ellemers j e ethnische minderheden in nederland in intermediair themanummer 1980 zie ook ellemers j 1 zie de te kst va n e e n goed i ni tia ti e f v a n dori n e e probleem van de tweede generatie van minderheden j uray i n d i t numm er in nederland een sociologische analyse in beleid en 2 b ij h et ter perse gaan v a n dit n um mer werd he t tw ee maatschappij 197 9 de deel over surinamers gepubliceerd deze gege van ittersum g en j steen concept versie van een on vens kon i k ec hter ni e t m eer ve rw erk e n derzoek naar kleuterschoolverlenging van allochtone 3 z ie voo r een g ed e t ai l lee rder bes pre king van ston e e n kinderen in amsterdam pd1 uva 1982 c arby h e t ar tikel v an yvo n ne leem a n i n d i t num kok h we vroegen arbeidskrachten we kregen men mer sen in themanummer intermediair 198 0 4 sl ac ks b ri ta nn ica is ee n f il m over de posi t ie v an leeman y a m w g m i edema een poging tot eva zwarte mensen in engeland te bestellen bij fugiti luatie van de isvok onderzoeksprojectgroep inter ve cinema amsterdam zie adres achterin dit num cultureel onderwijs interne publikatie pdi uva 1981 mer leegloop en toeloop nota over de bevolkingsbewegingen in rotterdam gemeentebestuur van rotterdam 1979 litera tuu r miedema w g marokkaanse meisjes in het vervolgon derwijs pdi uva 1980 advies onderzoek minderheden rapport van de advies ontwerp minderheden nota ministerie van binnenlandse comm i ssie onde rzoek culturele minderheden acom zaken s gravenhage 198 1 staatsuitgeverij s gravenhalte 1979 project vlakbij subsidie aanvraag en jaa rverslagen abc bolde g kulturele minderheden in het voo rtgezet on oud west in samenwerking met vrek amsterdam derwijs en vorming werkt ook voor buitenlandse jon 1978 1982 gens en meisjes in lnieraktie themanummer sept 11e project samen wonen samen leven projectkranten uit jaargang nr 1 198 1 gave swsl centrum rotterdam 198 1 beleidsplan culturele minderheden in het onderwijs p j tennissen en b papendorp project thuisland ncb ministerie van o w staatsuitgeverij s gravenhalte utrecht z j 198 1 regeringsreactie op het rapport ethnische minderheden van den berg eldring l a adriaansen en h grebel van de wetenschappelijke raad voor het regeringsbeleid van kansloos naar kansarm buitenlandse kinderen in ministerie van binnenlandse zaken z j het nederlandse onderw ijs in tussen wal en schip ten doesschate s inventarisatie onderwijsbeleid lande themanummer intermediair 112 januari 198 0 lijke overheid in culturele minderheden in het rotter van den berg eldring l a adriaansen en h grebel damse onderwijs uitgave project onderwijs en sociaal turkse en marokkaanse kinderen op nederlandse lagere milieu en de rotterdamse schooladviesdienst 1980 ten scholen een exploratieve studie uitgave 7 centrum voor doesschate citee rt beleidsplannen van de overheid en onderzoek van maatschappelijke tegenstellingen rijks toelichtingen bij de begrotingen van o w universiteit leiden 1980 de vries m waar komen zij terecht de positie van slacks bri annica transcriptie van een uitspraak in de jeugdige allochtonen in het onderwijs en op de arbeids film geciteerd in a paris slacks britannica race cine markt een acom rappo rt ministerie van crm staats ma and the public sphere in socialist review nr 48 uitgeverij s gravenhalte 198 1 nov dec 1979 door mij gevonden bij hazel carby van wijck j en s soutendijk discussiebijdrage over de bouwmeester g nog te weinig allochtone leerlingen gewenste samenhang tussen onderwijsstimulering en on op de streekscholen in themanummer interaktie 1981 derwijs voor culturele minderheden ord paper stencil bovenkerk f red omdat zij anders zijn boom mep 1980 pel 1 978 geciteerd bij h ko k wetenschappelijke raad voor het regerings beleid ethni carby h multi culture in screen education spring sche minderheden staatsuitgeverij s gravenhalte 1979 1980 nr 34 stone m the education of the black child in br itain dors h intercultureel onderwijs als pedagogisch per he myth of multicultural education fontana books spectief in de nederlandse gemeente nov 1981 1981 15