Kaf en koren. Jeugdliteratuur en fictie in de basisvorming.

Publicatie datum: 1996-01-01
Collectie: 06
Volume: 06
Nummer: ?
Pagina’s: 70-78

Documenten

koos hawinkel s kaf en koren jeugdliteratuur en fictie in de basisvorming fictie in de basisvorming onder redactie van dick prak en eric wagemans is een nevenproduk t va n het leerpla n ficti e i n de basisvorming da t d e sl o voor de spl heeft gemaakt in het vooraf staat het gaat voornamelijk ove r het lezen van verhalen en gedichten eve n verder me t di t boek wille n w e jullie laten zie n welke middelen een schrijver dichter of filmmaker gebruik t om zijn lezers of kijkers t e boeien en wat is fictie je krijgt voorbeelde n waarmee je die vraag kunt beantwoorden je leert waarom persone n invloe d hebben o p d e manie r waaro p jij he t verhaa l ervaart zij n hie r literair e personages bedoeld k h belangrijk is ook hoe spanning wordt opgebouwd en het decor waartegen het verhaal zic h afspeelt ten slotte gaan we in op de manier waaro p d e make r va n he t verhaa l jou naa r d e gebeurtenisse n laa t kijken daarmee beinvloedt hij jouw kijk doorslaggevend kerndoe l 10 voor de leerlingen verklaard kerndoel 17 komt helaas niet aan bod het plezierige van dit boek is dat de onderwerpen een voor een achter elkaar worden behandeld in 27 meest aantrekkelijke lessen daarbij wordt meesta l goed rekening gehouden met de voorkennis van leerlingen en met het feit da t ze meer naar t v kijke n da n boeken lezen fictie voor de basisvorming gaa t ongeveer evenveel over tv en film als over boeken echte definities geef t he t bijna niet daaro m val t he t o p da t o p p 165 de le s ove r d e flash bac k plompverloren me t ee n definiti e begint datzelfd e zi e je o p p 189 bij he t perspectief daa r begin t d e auteu r me t ik verhaal hij verhaal e n commentaar verhaal va n de alleswetende verteller dat is jammer ook d e laatste term is onnodig alwetend lijk t mi j voor kindere n nie t moeilijke r dan alleswetend de auteur s realisere n zic h terech t da t leersto f bete r beklijf t al s je di e oo k buiten de school toepast vandaar opdrachten als je hebt nu geleerd wat het woord fictie betekent en welke verhalen en films wel en niet bij fictie horen je hebt ook gezien welke bedoelingen een maker met fictie kan hebben houd n u de komende week bi j wa t je o p televisie en in de bioscoop gezie n hebt en watje i n boeken kranten en tijdschriften heb t gelezen maak daarvoor in je schrif t dri e kolommen vermel d in de eerste kolom d e namen va n programma s film s e n serie s e n va n d e verhale n e n artikelen schrijf i n de tweede kolom of het fictie of geen fictie is schrijf i n d e derde kolom bij de dingen die wel fictie zijn wa t volgens jou de bedoeling va n de maker daarmee is p 34 het boek maak t oo k verschi l tusse n spannend e n boeiend bi j verhalen boeiend zijn b v conflictverhalen oo k die term vind ik een aardige vondst in het algemeen zijn de opdrachten heel redelijk zo wordt er kennelijk nooi t van uitgegaan da t leerlingen ui t zichzel f vee l schrijven e n al s het gaa t o m 70 hawinkels kaf en koren een opdracht waarbij waardering onder woorden gebracht moet worden geeft het boek een duidelijk beknopt voorbeeld de opdrachte n beperke n zic h to t leze n e n schrijven daardoo r zij n d e opdrachten voor groepswerk ook zeer beperkt het i s jammer dat doo r d e lay ou t sommige leuk e opdrachte n nauwelijk s verrassend zullen zijn de oplossingen staan op dezelfde pagina waardoor het effect vaa k verlore n za l gaan vrees ik oo k vin d i k het jammer da t bi j d e lessen over het perspectief in verhale n het boek heel deductief t e werk gaat eerst allemaal definities en dan pas fragmenten jammer terwijl d e aandacht voor het perspectief in strips juist weer heel fris aandoet dit alles mogelijk al s gevolg van het feit dat er zo veel verschillende auteurs aan het boek gewerkt hebben fictie voor de basisvorming i s nie t bedoel d al s vervangin g va n methodes daarvoor i s he t zeke r nie t volledi g genoeg maa r he t i s ee n uitstekend e aanvulling o p bestaand e methode s e n he t ka n sectie s helpe n o m lij n t e brengen i n d e dinge n di e leerlinge n bi j ficti e i n d e basisvormin g moete n leren docentenhandleiding tot mijn verbazin g bleek er bij fictie in de basisvorming een docentenboe k te bestaan i k za l we l nooi t wete n waaro m d e uitgeve r zoiet s nie t metee n meestuurt met een recensie exemplaar suffe oenigheid krenterigheid maar goed de handleidin g bestaa t ui t vie r onderdelen i n het leerplandeel geve n d e auteurs dick prak en eric wagemans een beknopte samenvattin g va n het leerplan zoals de slo dat voor de spl gemaakt heeft en dat verschenen is als tsjip 3 4 in decembe r 1993 nog steed s te krijgen voo r f 15 bij a van d e akker de schietspoel 1 5051 dl goirle in het tweede deel lichten de auteurs de opzet van het leerlingenboek e n het doel van de lessen toe het derde deel is het belangrijkst e voo r d e praktijk het biedt een uitwerking van de blokken per les van elk blok iets over opzet en doel maar vooral didactische aanwijzinkjes voo r lesactiviteiten waarbij ik het erg aardig vond dat tips gegeven worden voor leerlingen die niet zo gauw met een opdracht ui t de voete n kunnen die uitwerking pe r les eindigt me t een paragraafje huiswerk waari n ook wee r hulpjes voo r het op weg helpe n van kinderen onder andere door de taak voor hen te structureren elk blo k word t afgeslote n me t enkel e extr a opdrachten recapitulatie opdrachten en verwerkingsopdrachten eindelijk een s ee n docentenhandleidin g di e gee n antwoorde n geeft maa r datgene waarvoor zo n ding dient hulp aan docenten prima fictie voor de basisvorming redactie dick prak en eric wagemans auteurs ruud janssen annelies karelse hans kruger rudi liebrand petra moolenaar en max verbeek uitgav e wolters noordhoff ontwikkel d i n samenwerkin g me t he t instituut voor leerplanontwikkeling slo isb n 9001 79408 4 prijs 36 95 71 hawinkels kaf en koren uitstekend boek van kraaijeveld was het vorige boek een aanvulling net echt en toch verzonnen is bedoeld als volwaardig e methode kraaijeveld zeg t i n zij n voorwoord net echt en toch verzonnen wil een bijdrage leveren to t volwaardig gevarieerd en zinvol fictieonderwijs voo r alle leerlingen in de periode van de basisvorming zowel bij de didactische aanpak als bij de keuze van de leerstof is uitgegaan va n de kerndoelen en het leerplan fictie van de slo daarnaast zijn de meest recente bedoeld is recentste k h inzichten va n de belangrijkste literatuurdidactic i verwerkt het boek kent drie uitgangspunten kennismaken met wat er is op het gebied van jeugdliteratuur e n andere fictie voor de doelgroep en dus helpen bij het kiezen wegnemen van leesbelemmeringen enthousiasmeren door aansprekende fragmenten de nadruk lig t volgen s d e auteu r o p leren door doen e n hij heef t ee n mi x nagestreefd van tekstervarings en dito bestuderingsopdrachten het boe k tel t 18 lessen die beter hoofdstukke n hadde n geheten wan t d e hoeveelheid stof is t e groot voor telkens een les het kan in vbo en mavo in drie jaa r e n i n hav o e n vw o i n twe e jaar doorgewerk t worden he t leerlingenboek ken t vrage n e n opdrachte n voo r iederee n e n vrage n e n opdrachten me t een sterretje die wat moeilijker zij n e n vaa k oo k mee r tij d kosten daarnaast geeft het docentenboek nog extra opdrachten voor enerzijd s vbo en anderzijds vwo leerlingen vrage n en opdrachten waa r goed over is nagedacht de leerlingen leren eerst iets over het verschil tussen fictie en non fictie e n daarna vertelt de auteur z e dat je van fictie ook het een en ander kunt leren dat i s een werkwijz e waa r niet vee l tegeni n t e brengen is maar ik vind da t kraaijeveld daarbij te weinig gebruik maakt van wat de leerlingen al weten en ervaren hebben zowe l thui s al s o p d e basisschool i k ha d z o graa g voorbeelden uit de echte kinderliteratuur gehad om een en ander niet nieuw te presenteren maa r wee r o p t e halen mi j lijk t dat kindere n daardoo r mee r zelfvertrouwen krijge n en het onderdeel fictie meer zullen beschouwen als wat het ook is iets waar je ongemerkt en op prettige wijze ook buiten de schoo l om een heleboel aan kunt hebben maar misschien is dat wel een al te persoonlijke didactische wens en mag ik dat van een ander niet vragen ik zou theori e en opdrachten bi j fragmente n nog mee r i n elkaa r vervlochte n wille n zien nee m he t gedeelt e ove r perspectief o p p 132 kraaijeveld onderscheidt ik perspectief hij zij perspectief en onzichtbare vertellers perspectief vanweg e de uniformiteit i n terminologie en aansluiting bi j de bovenbouw ha d ik die laatste term graa g aangevuld gezien met meestal noemen we dat alwetende verteller dan geef t hi j 3 fragmenten ui t strips de vragen en opdrachten moete n da n m i exclusief ove r het perspectief i n strips gaan en niet zoals hier in vraag 10 gebeurt over de tijd een van de elementen die bij dat perspectief ee n rol spelen i s het verschi l tusse n gesproke n e n gedachte tekst bij all e kindere n bekend nieu w i s dat gedachtenballonnetje s bi j meerder e personages ee n 72 hawinkels kaf en koren vorm is va n alwetend vertellen e n ik had ook graa g een nuancering voo r strips gezien bij de mededeling bij de onzichtbare verteller dat je je daar vaak minder goe d kun t inleven i n de hoofdpersoon omda t je z e meer van ee n afstandje bekijkt dat gaat bij strips immers niet op een ander punt juist strip s lenen zich heel goe d om de correspondentie t e leren zien tussen de ruimtes waarin het verhaal zich afspeelt en de gebruikte kleuren en de teneur van de gebeurtenissen het fragment uit el cascador op p 72 3 leent zich daar uitstekend toe bij de eerste vraag had ik dan ook dat verband gelegd willen zien kraaijeveld doet mi we l pogingen in die richting maar het had explicieter gekund met meer leerwinst voor de leerlingen het feit da t ik to t dit detailniveau heb moeten afdale n o m wat punten van kritiek te vinden bewijst dat kraaijeveld een uitstekend boek gemaakt heeft hij is bij mijn weten ook de eerste auteur die een echte docentenhandleiding heeft geproduceerd waar je als docent wat aan hebt niet een antwoordenboek voor luie leraren maar een katern met volwaardige tip s voor de uitvoerin g van lesonderdelen en met mogelijkheden tot differentiatie bovendie n levert hij extra informatie waarmee een leraar zijn lessen kan verrijken het bestaan van net echt en toch verzonnen maakt het voorlopig overbodig dat in de nog te maken integraalmethodes een afdeling jeugdliteratuur wordt opgenomen kraaijevel d e n het onderwijs moge n gefeliciteerd worde n met deze methode wat kraaijevel d m i no g nie t voldoend e gedaa n heeft i s lesse n o f lesonderdelen maken voor toneel cabaret hoorspel en tv film hij besteedt daar een les aan dat is wa t karig bedeeld maar misschien i s hi j meer een lees dan een kijk mens ruud kraaijeveld net echt en toch verzonnen thieme zutphen 1995 isbn 90 03 22757 b prijs 29 90 docentenboek idem isbn 90 03 22758 6 19 90 het abc van de jeugdliteratuur voor de deskundigen en beroepsvoorlichters in onderwijs en bibliotheek is er sinds 1982 het lexicon van de jeugdliteratuur voo r de lezende jeugd zel f brachten lannoo e n holkem a warendorf i n 1988 de jeugdboekengids schrijver gezocht encyclopedie van de jeugdliteratuur verder sg uit onder eindredactie van marita de sterck en nogal vlaams georienteerd sober maar aantrekkelijk uitgegeven e n nie t duur rui m 150 auteurs ui t binnen e n buitenland met fotootje en bibliografie voorgesteld aan de lezers in een kleine 2 pagina s elk heel handig is dat in de bibliografie steeds is aangegeven voor welke leeftijdscategorie de genoemde titels bedoeld zijn de redacti e va n het lexicon heef t n u een vee l mooier e e n vee l duurder e encyclopedie op de markt gebracht het abc prachtig vormgegeven steeds met foto van de auteur en enkele illustraties in totaal 581 bladzijden stevig ingebonden rui m formaat goe d in de hand liggend enz prachtig alleen inhoudelijk i s he t nie t zo n grot e verbetering i k he b ee n paa r auteur s 73 hawinkels kaf en koren vergeleken sin y va n iterson neem ik als illustratie in sg dezelfde fot o al s in he t abc over haar leven geen verschil en omdat haar laatst e boe k ui t 1985 is is e r oo k niet s nieuw s wa t dat betreft s g heef t zoal s gezeg d he t voordeel van de leeftijdsaanduiding pe r titel de toelichtingen op de inhouden zijn ook in het abc niet uitgebreider of diepgravender dan in sg bij jan de zanger di e inmiddels i s overleden bestaa t he t verschi l in ee n ander fotootje vermelding va n de titels die na dit been is korter 1988 zijn verschenen en de toevoeging van een derde categorie jeugdboeken nl die voor jongeren tusse n 10 en 12 jaar o p grond va n poepoe e n de mensen kijken altijd zo uit 1989 voor de leeftijdsaanduidingen heef t d e redactie van het abc gekozen voo r lijsten achteri n met auteursnamen en titels gegroepeerd rond leeftijden 4 5 tot ongevee r 9 jaar kindere n vana f 9 jaar e n kindere n vana f 12 jaar ee n restcategorie is informatieve boeken maar ook poezie sprookjes sage n en legenden e n bijbelverhalen to t slot prentenboeken waarom di e met aa n het begi n staat begrij p i k niet jamme r i s da t gee n categori e 14 is opgenomen sg had dat wel bij cynthia voigt de hardloper staat daar 15 die titel staa t in het abc bij 12 een ander verschil tussen het abc en sg is dat sg veel minder klassieken uit binnen e n buitenlan d vermeld t da n he t ab c doet voorbeelden a a milne r l stevenson e n h j hoffman maar zoals gezegd s g beva t veel meer vlaamse auteurs het ab c is schitteren d o m in t e bladeren e n is ee n prachtcadeau maa r i k vind het jammer dat niet is samengewerkt met vlamingen waardoor we voor de zoveelste keer een kans missen om een naslagwerk t e kopen dat het hele nederlandstalige gebied bestrijkt ik vind dat dat voor die prijs eigenlijk we l had gemogen maar afgezien daarva n is het abc een heel mooi naslagwerk ik ben benieuwd wat de doelgroep ervan vindt het abc van de jeugdliteratuur in 250 schrijversportrelten van abkoude naar zonderland martinus nijhoff groningen 1995 isbn 90 68 90474 4 89 50 74 hawinkels kaf en koren een hybridisch en overbodig boek hoe hybridisc h literatuur in de basisvorming is blijkt a l direc t ui t het omslag daaro p i s naas t pete r pan e n dik tro m oo k he t omsla g va n de virtuoos va n margriet d e moo r te zien bien etonnes maar misschie n moeten w e eri n zien waartoe literatuuronderwijs i n de basisvorming moe t leiden is wel vreselijk eenzijdig maar kan met de bij jacques vos gebruikelijke wijdlopigheid leggen de auteurs in hun woord vooraf vat wat ze met dit boek bedoelen en voor wie het bestemd is dit boek wil ee n bijdrage leveren aa n de didactiek e n methodiek voo r het literatuuronderwijs i n wat tegenwoordig genoemd wordt de periode van de basisvorming i n he t voortgeze t onderwijs dan verklaren d e auteur s zic h lichtelijk polemisc h gee n voorstander s va n ee n i n onz e oge n eenzijdig zogeheten leerlinggericht literatuuronderwijs dit standpunt impliceert niet dat wi j ee n eve n eenzijdig leerstofgerich t literatuuronderwij s zoude n voorstaan over wat de auteurs dan wel precies voorstaan laten zij zich niet expliciet uit je kunt dat wel opmake n uit opmerkinge n al s leersto f doe t ertoe of he t literatuuronderwijs moe t de leerlingen een brede orientatie bieden op wat er zoal te lezen valt dat laatste staat in de officiele brochur e met de kerndoelen ook du s daar schieten w e niet vee l me e op op welke manier de auteurs willen da t de docenten bij hun leerlingen die kerndoelen bereiken gee n woord da t moe t kennelij k implicie t ui t d e gegeve n lesvoorbeelden blijken het zou zo plezierig geweest zijn als vos hier nou eens uitvoeri g uiteengeze t ha d wa t d e consequentie s voo r didactie k e n methodiek ee n onderscheiding di e voor een boek als dit ook wel wee r erg scherpslijperig is va n het doo r hem we l vake r gepropageerde triadisch e literatuuronderwijs met name ben ik wel geinteresseerd in zijn visie op de rol va n d e docen t i n da t literatuuronderwij s n u iederee n roep t ove r d e zelfstandigheid va n de leerling in het leerproces met name als het gaat om leerprocessen en strategieen en om reflectie daarop door de leerling wat dat betreft late n de meeste methode s het immers afweten principiee l gekoze n voor ee n evenwichtige verdelin g va n aandacht tusse n leerling leerstof e n docent en dan in lessen demonstreren hoe dat uitpakt dat had vos volgen s mij gekund en dat had hij dus ook moeten doen van alles wat en niks voldoende het boek is bedoeld voor docenten en aankomende docenten nederlands het geeft per hoofdstuk literatuurdidactische informatie telkens met vermoeiend veel slage n om de arm en niet echt ter zake doende nuanceringen gevolgd door hierop gebaseerde lessuggesties telkens een reeksje van vier lessen wij gaan ervan uit dat alleen met een systematische aanpak het doel van het literatuuronderwijs i n d e basisvormin g bereik t ka n worden namelij k d e leerlingen me t kenni s va n zake n lere n literair e tekste n t e leze n e n t e waarderen exi t he t leesplezie r dus overeenkomstig ee n a l lan g gelede n uitgesproken overtuigin g va n vos el k hoofdstu k geef t aa n wa t wi j beschouwen al s minimal e vakkenni s voo r d e leerkrach t o m zinvo l literatuuronderwijs t e kunne n geven di t boe k bied t daarme e oo k ee n 75 hawinkels kaf en koren beknopte inleiding in de jeugdliteratuur en had daaraan toegevoegd kunnen worden een minicursus structurele verhaalanalyse kortom van alles wat en niks voldoende letterie en vos weten toch ook dat iedere lerarenopleidin g tweed e graa d tenminst e i n haa r curriculu m twee elementen heeft 1 een cursus structurel e verhaalanalyse e n 2 een cursus jeugdliteratuur waarin steeds iets uit de geschiedenis van de jeugdliteratuur en iets over genres en klassieke boeken die stof had dus allemaal ui t dit boek weggemoeten want nu overlapt het veel te veel bestaand materiaal een ander e rede n waaro m di t gee n handi g boe k is i s d e absolut e e n opzettelijke beperking tot jeugdliteratuur de auteurs gaan geheel voorbij aan de in de kerndoelen geformuleerde verantwoording voor de term fictie en de ruime inhou d daarvan en doen also f de ter m fictie in de jaren zeventi g i s blijven steken toen zij geen kwaliteitsaspect mocht bevatten literatuur kent een inhoud maar is ook een bijzondere vorm van communicatie die blijkt uit het gebruik van specifieke middelen in het literatuuronderwijs moet dan ook aandacht gevraagd worden voor de vorm van de te lezen teksten dat betekent dat literatuuronderwijs i n onze optiek oo k onderwijs i s i n de kunstzinnige vorming vandaar dat wij niet de neutrale aanduiding fictie maar literatuur gebruiken ik verwacht na zo n statement een uiteenzetting waarui t blijk t waarin het gebruikelijke literatuuronderwijs in dit opzicht tekort schiet en die laat zie n ho e letteri e e n vo s da t kunstzinnig e vormingsaspec t zulle n aanpakken nik s hoor oo k hie r du s wee r ee n vrijblijven d suggestie f standpunt zonder consequenties een derde punt oo k di t boe k besteed t wee r veel t e vee l aandach t aa n d e onderscheiding in genres binnen de jeugdliteratuur auteurs van schoolboeken denken nog steeds dat kinderen achterlijk zijn en uit zichzelf helemaal nergens achter zulle n komen maa r bovendien zij n di e subtiliteite n ove r genreverschillen nu echt zo wezenlijk da t daaraan de kostbare tij d bestee d moet worden in welk opzicht worden kinderen er literair competenter van terwijl er zo veel andere en zinvoller leerstof voor het oprapen ligt vergelijkbare opmerkingen zijn er te maken over de aandacht voor klassieke jeugdboeken waarbij zelfs het onderscheid gemaakt wordt tussen speciaal voor kinderen geschreven en voor volwassenen geschreven maar niet wordt ingegaan op de sociaal pedagogische redenen voor het telkens weer bewerken en aanpassen van die klassieken en traditionele verhalen zoals sprookjes mythen sagen en legenden ouw e koek ui t lodewick waa r een kind m i niets mee opschiet delessen over de lessen kan ik ook niet echt warm van binnen worden ik geef u de doelen e n activiteite n di e vo s e n letteri e notere n i n he t hoofdstu k ove r genres de leerlingen krijgen een overzicht van soorten verhalende jeugdboeken zij leren d e voorspellend e waard e va n d e omsla g va n he t boe k titel flaptekst e d de lessenseries als kaftje kijken worden zeer veelvuldig op 76 hawinkels kaf en koren basisscholen gebruik t en hebben precies dit aspect tot doel maar gaan ook nog veel verder k h zij lezen een griezelverhaal een fragment uit een realistisch school verhaal en een fragment uit een dierenverhaal zij bezinnen zich op het probleem va n de vermenselijkin g va n dieren i n dierenverhalen moet dat echt nog met 12 en 13 jarigen dat gebeurt op de basisschool al n av prentenboeken en aangeklede beestjes k h zij lere n hu n waarderin g voo r ee n verhaalsoor t beargumenteer d t e verwoorden volgen dus vier lessen in de tweed e gaat het om griezelverhalen wat zij daarvan leren leren zij va n elkaar en van zichzelf de leerkracht wordt er door vos en letterie angstvallig buiten gehouden oordeelt u zelf voor zi j he t verhaa l gaa n lezen voere n zi j d e volgend e introducerend e opdracht uit schrijf voordatje het verhaal gaat lezen op wanneer jij een griezelverhaal goed vindt me t ander e woorden aa n welke eise n moe t volgen s jou ee n griezelverhaal voldoen wanneer de leerlingen het verhaal hebben gelezen gaan zij na of het voldoet aan hun criteria oo k geven zij aan op grond van welke criteria zij dit een griezelverhaal vinden voor d e interpretati e va n he t verhaa l zo u d e leerkrach t va n d e volgend e opdracht gebruik kunnen maken een brugklasser die dit verhaal ook heeft gelezen schreef he t monster bestaat niet echt het meisje denkt dat ze een monster ziet haar moeder heeft gelijk he t i s allemaa l fantasie be n je va n mening da t dez e brugklasse r gelijk heeft deze tweede les wordt afgesloten met een korte schrijfopdracht de laatste zin van het verhaal luidt het spoor van slijm en bloed dat van de deur tot onder haar bed liep had ze niet gezien hoe gaat volgens jullie het echte verhaal verder dit is een groepsopdracht alles maar dan ook alles wat deze les tot een didactisch verantwoord geheel zou kunne n maken moe t d e docen t e r zel f aa n toevoegen di t i s leerlinggericht literatuuronderwijs in zijn meest fatale vorm enkele opmerkingen ter afronding een van praktische aard het boek geeft nergens aan welke fragmenten uit een boek gebruikt kunnen of moeten worden terwijl de eropvolgende opdracht soms heel duidelijk ee n bepaald fragment veronderstelt b v iets in de trant van in welke stemming was lij a toen hij thuis kwam en wat fundamenteler bij de keuze van hun voorbeelden zij n d e auteurs som s erg ouderwets of irreeel wa t t e denken va n wij noemen hem anna van peter pohl en de tolbrug van aidan chambers bij de probleemboeken terwijl de lessen in dat hoofdstuk allemaal voor brugklassers bestemd zijn aankomende docenten hebben volgens mij helemaal niks aan aanwijzingen als de volgende aandach t moeten oo k d e functies va n het taalgebruik i n 77 hawinkels kaf en koren strips krijgen en het ontbreken va n taal in sommige strips bij d e analyse van de dialogen i n stripverhalen ka n niet alleen aansluiting gezoch t worde n met de dialogen in gewone verhalen maar ook met dialogen in dramatekste n zie ook hoofdstuk 8 of in derde klassen kan de docent nader ingaan op twee vrij pittige onderwerpen de relatie russen strip en werkelijkheid inclusie f aandacht voo r stereotypen e n d e economisch e functi e va n stripverhalen waarom zo u hi j da t doen als hi j da t nie t oo k doe t bi j literair e verhalen serieverhalen en flutverhalen k h bij het eerstgenoemde onderwerp kan de docent aansluitin g zoeke n bi j d e triviaalliteratuu r zi e hoofdstu k 9 lesvoorbeeld 2 bij het tweede kan hij ook het een en ander vertellen over de geschiedenis van de strip waar de docent zijn informatie vandaan haalt dat zoekt hi j kennelij k zel f maa r uit in de aanbevolen literatuur staa n bi j d e strips allee n maa r wordt vervolgd ui t 1985 en kijk lezen ui t 1983 beide tamelijk oppervlakkige werkjes en zeer gedateerd conclusie bij wol ter smoeten ze op zoek naar deskundige adviseurs die de uitgever voor dit soort publicaties behoeden literatuur in de basisvorming doo r martine letterie e n jacques vos wolters noordhoff isb n 9001537200 prijs 47 50 78